DE DEUR NAAR HET LEVEN
Ook vandaag wordt het thema van de Goede Herder verder
aangekaart in het evangelie. Ditmaal gebruikt Jezus evenwel een ander beeld om
over zichzelf te spreken. Hij noemt zichzelf niet alleen herder, Hij spreekt over zichzelf evenzeer als de deur
voor de schapen. Een bijzonderlijk duidelijk beeld: alleen door Hem, met Hem
en in Hem vinden we toegang tot de Vader van alle leven, vinden we toegang tot
een eeuwig leven, dat voltooid wordt in het hiernamaals maar zijn aanzet
vindt in het hiernumaals.
Pasen is de viering van het volkomen Leven, na de dood. Maar
het is evenzeer de viering van het Leven voor de dood. Voor ons, mensen
onderweg is Jezus de deur naar een Leven in volkomen vreugde en volkomen
Liefde. In het stukje evangelie van vandaag is de ware herder, die leidsman die
langs de deur, die Jezus is, die mensen leidt en begeleidt, die hem zijn
toevertroud. Lezen wij even Jezus eigen woorden:
In die tijd zei Jezus:
Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u:
wie niet door de deur
maar langs een andere weg de schaapskooi binnengaat,
hij is een dief en een rover.
MAAR WIE DOOR DE DEUR BINNENGAAT?
IS DE HERDER VAN DE SCHAPEN.
Hem doet de deurwachter open.
De schapen luisteren naar zijn stem;
hij roept de schapen bij hun naam en leidt ze naar buiten.
En als hij al zijn schapen naar buiten heeft gebracht
trekt hij voor hen uit,
terwijl zij hem volgen omdat zij zijn stem kennen.
Een vreemde echter zullen ze niet volgen;
integendeel, zij zullen van hem wegvluchten
omdat ze de stem van vreemden niet kennen.
Deze gelijkenis vertelde Jezus hun,
maar zij begrepen niet wat Hij hun wilde zeggen.
Een andere keer zei Jezus hun:
Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u:
IK BEN DE DEUR VAN DE SCHAPEN.
Allen die vóór Mij zijn gekomen
zijn dieven en rovers,
maar de schapen hebben niet naar hen geluisterd.
IK BEN DE DEUR.
Als iemand door Mij binnengaat
zal hij worden gered;
hij zal in- en uitgaan en weide vinden.
De dief komt alleen maar om te stelen,
te slachten en te vernietigen.
Ik ben gekomen opdat zij leven zouden bezitten,
en wel in overvloed.
(Johannes 10,1-10)
---
Ik ben de deur
voor de schapen, zegt Jezus vandaag over zichzelf. Het is beeldspraak uit een
tijd die lang voorbij is, maar die we toch nog kunnen verstaan, als we
ontvankelijk zijn en Jezus in ons hart willen toelaten.
In ZIJN leven
vinden we een weg voor ONS leven, midden de doolhof van gebeurtenissen,
waar zoveel valse
herders, rovers en dieven, noemt Jezus hen - met hun mooiste glimlach mensen
misleiden voor eigen winst, eigen voordeel en eigen macht.
Onlangs stond in de krant: 'Alles bij elkaar hebben wij het
nog nooit zo goed gehad als vandaag. In de winkels puilen de draagtassen uit en
de karretjes liggen overvol. En toch is de onvrede groot, de leegte voelbaar:
vele mensen blijven onvoldaan en snakken naar een ander leven. Een leven, dat
meer innerlijke rust aanreikt en een wereld waarin meer mensen gelukkig zijn .'
Die woorden brengen onze tijd duidelijk in beeld. Er wordt
ons ingepompt dat alles zo goed gaat, maar onder het vernis van de schone
schijn, schuilen zoekende mensen, die hunkeren naar levensvreugde. Het vluchtig
plezier schenkt duidelijk geen voldoening, maar laat mensen achter met een
grote innerlijke honger.
Onze tijd, die God afschrijft en zoveel afleiding in de
plaats stelt, doet het blijkbaar niet. Als we dit beseffen KAN de zoektocht
beginnen naar wat echt waardevol is. Dit KAN tot God leiden, in het beste
geval. Maar dan is er een gids nodig, iemand die zelf een zoeker was en die bij
God is uitgekomen! En die door woord en leven iets laat zien van God! Dan
krijgen die oude verhalen weer inhoud. Want het was toen niet anders dan nu:
mensen hadden dezelfde verlangens en kenden dezelfde leegte in hun hart.
Jezus zegt: Ik ben de deur voor de schapen. Ook voor ons
is Hij de deur naar innerlijke rust en diepe vreugde, zoals Hij dat was voor de
mensen van toen, die voor Hem open stonden. Wij kunnen hierbij helpen, want wij
zijn geroepen om Jezus aanwezig te stellen: we kunnen de mensen benaderen,
zoals Jezus deed, met dezelfde fijngevoelige aandacht. Wij kunnen hen omringen
met de goedheid die Jezus eigen was. Wij zijn geroepen om met dezelfde woorden
te troosten en te bemoedigen.
Dit zal altijd onze roeping blijven: mensen te zijn, die
naar Jezus verwijzen, de deur, die niet doodloopt op een blinde muur maar
toegang geeft tot diepe vreugde binnenin. Zoals Hij zelf zegt: Ik ben gekomen
opdat zij leven zouden bezitten, en wel in overvloed.
|