IN ZIJN LICHT WORDT
ALLES ANDERS
Laten we eerst het evangelie van vandaag in zijn geheel
lezen:
In die tijd verklaarde Jezus met luide stem:
Wie in Mij gelooft, gelooft niet in Mij
maar in Hem die Mij gezonden heeft;
en wie Mij ziet
ziet Hem die Mij gezonden heeft.
Als een licht ben Ik in de wereld gekomen,
opdat alwie in Mij gelooft,
niet in de duisternis blijft.
Indien iemand mijn woorden hoort
zonder ze te onderhouden
dan veroordeel Ik hem niet,
want Ik ben niet gekomen om de wereld te veroordelen
maar om de wereld te redden.
Want wie Mij verwerpt en mijn woorden niet aanvaardt
heeft reeds iemand die hem veroordeelt:
het woord dat Ik gesproken heb,
dat zal hem veroordelen op de laatste dag.
Ik heb immers niet uit Mijzelf gesproken,
maar de Vader die Mij gezonden heeft, Hij heeft Mij opgedragen,
wat Ik moet zeggen en verkondigen.
Ik weet dat zijn opdracht eeuwig leven betekent.
Wat Ik dus verkondig
verkondig Ik zoals de Vader het Mij gezegd heeft.
(Johannes 12,44-50)
Verward en onduidelijk, op het eerste gezicht: waar steekt
de lijn in deze tekst? Wat wil Johannes ons nu eigenlijk zeggen?
Bij nader toezien is het een verzameling van uitspraken die
wellicht tot Jezus zelf teruggaan en aanvankelijk mondeling doorgegeven werden.
Johannes heeft dit alles dan samengebracht en het resultaat is als geheel nogal
wazig. Een betere werkwijze is daarom zin voor zin afzonderlijk te lezen. Meteen stellen we vast
dat elk deeltje op zichzelf een rijke inhoud heeft.
In die tijd verklaarde
Jezus met luide stem:
Wie in Mij gelooft, gelooft niet in Mij
maar in Hem die Mij gezonden heeft;
en wie Mij ziet
ziet Hem die Mij gezonden heeft.
Jezus is wars van elke vorm van personencultus: in zijn hele
leven gaat het niet om Hem zelf, maar om de Vader, die Hem gezonden heeft. In
deze week waarin de roepingen centraal staan, is dit een heilzame les: wie
Jezus wil volgen, of hij nu paus is of poetsvrouw, preekt niet zichzelf, maar
de Vader. Om Hem, de God die Vader is, gaat het, niet om mijn persoontje, hoezeer
ik misschien ook op een schavotje sta.
Jezus voorziet ook meteen onze volgende vraag. Maar wie is
die Vader dan wel? Zijn antwoord is eenvoudig: zie naar Mij, zegt Hij. Als je
Mij leert kennen, zie je wie God is. De Vader is niet anders dan Ik zelf. Zoek
God niet ver weg, Hij is heel dicht bij jullie: Ik leef toch tussen jullie,
dagelijks zie je mijn doen en laten. Wel, kijk naar Mij: hoe beter je Mij leert
kennen, hoe beter je kennis van God wordt.
Als een licht ben Ik
in de wereld gekomen,
opdat alwie in Mij gelooft,
niet in de duisternis blijft.
Als je Mij dan beter leert kennen, en ook God zelf, die
Vader is, beter kent, wordt alles anders. Je kijkt nu heel anders tegen alles
aan. Je gaat heel anders denken en doen: want alles is zo anders geworden, als
je dingen bekijkt zoals Ik. Je kijk op het leven was vertroebeld tevoren. Als
je kijkt zoals Ik, zie je alles heel anders dan voorheen. Hoe aantrekkelijk
kunstlicht of maanlicht ook is, de zon geeft aan alles een andere glans. Wie in
mijn licht ziet en leeft, leeft en ziet niet langer als in een duistere nacht,
bij kunstlicht of het zo mooie maar zo onzuivere licht van de maan .
Indien iemand mijn
woorden hoort
zonder ze te onderhouden
dan veroordeel Ik hem niet,
want Ik ben niet gekomen om de wereld te veroordelen
maar om de wereld te redden.
Het gaat er Mij niet om, zegt Jezus, de mensen te
veroordelen of bang te maken. Ik wil immers vreugde brengen. Daartoe ben Ik in
de wereld gekomen, opdat de mensen leven zouden hebben, en wel leven in
overvloed. Opnieuw mijmeren we verder: als wij ook nu zijn naam dragen, zullen
ook wij niet zwaaien met banbliksems, maar net als Hij pogen leven te geven.
Want wie Mij verwerpt
en mijn woorden niet aanvaardt
heeft reeds iemand die hem veroordeelt:
het woord dat Ik gesproken heb,
dat zal hem veroordelen op de laatste dag.
In mijn licht ontdek je wat waar en goed en schoon is. Maar
Ik dwing je niet. Wie ervoor kiest om zonder Mij te leven, wordt niet door Mij
uitgesloten. Hij of zij sluit zichzelf uit. Misschien kan het lang duren, maar
ooit zal blijken dat wie voor Mij gekozen heeft, de goede keuze heeft gemaakt.
Ik heb immers niet
uit Mijzelf gesproken,
maar de Vader die Mij gezonden heeft,
Hij heeft Mij
opgedragen,
wat Ik moet zeggen en verkondigen.
Ik weet dat zijn opdracht eeuwig leven betekent.
Let wel, vervolgt Jezus: dit zijn mijn woorden niet. Zoals
Ik hier bij jullie ben, ben Ik maar mens zoals jullie. Maar de woorden, die Ik
spreek, zijn de woorden van God zelf, de Vader, die Mij gezonden heeft. Hij
zelf legt Mij die woorden in de mond, en Ik weet dat zijn woorden tot volkomen
leven leiden.
Wat Ik dus
verkondig
verkondig Ik zoals de Vader het Mij gezegd heeft.
Een samenvatting met alles op een rijtje. Luister dus maar
naar Mij, want het is het Woord van God zelf. Of zoals het in het eerste
hoofdstuk van Johannes al gezegd werd: luister en kijk dus maar naar Mij, want
Ik ben het Woord van God zelf. In mijn hele doen en laten, in mijn hele leven
en mijn lijden, in mijn dood en mijn verrijzenis, daar vind je het volkomen
Leven. In mijn licht zie je het Leven zoals het is.
|