LAAT UW HART NIET VERONTRUST WORDEN
In die tijd zei Jezus
tot zijn leerlingen:
Laat uw hart niet verontrust worden.
Gij gelooft in God,gelooft ook in Mij.
In het huis van mijn Vader is ruimte voor velen.
Ware dit niet zodan zou Ik het u hebben gezegd,
want Ik ga heen om een plaats voor u te bereiden.
En als Ik ben
heengegaan en een plaats voor u heb bereid
kom Ik terug om u op te nemen bij Mij,
opdat ook gij zult zijn waar Ik ben.
Gij weet waar Ik
heenga
en ook de weg daarheen is u bekend.
Tomas zei tot Hem:
Heer, wij weten niet waar Gij heengaat:
hoe moeten wij dan de weg kennen?
Jezus antwoordde
hem:
Ik ben de weg,
de waarheid en het leven.
Niemand komt tot de
Vader tenzij door Mij.
(Johannes 14,1-6)
De diepste dingen hebben geen grote woorden nodig. Jezus toont het eens te
meer. De sfeer is geladen bij het Laatste Avondmaal, want Hij zal verraden en
gekruisigd worden. Maar net in die geladen sfeer spreekt Hij zijn leerlingen
nog moed in: Laat uw hart niet verontrust worden! Hij had dat al zo dikwijls
gezegd: Wees niet bang. Wees niet bevreesd. Vandaag wordt Thomas genoemd, het
had ook onze naam kunnen zijn. Want angst kan ook ons hart kwellen, bij
verdriet en onmacht, als wij zware klappen krijgen, ondanks alle goede wil.
Zoveel kan ons onzeker maken.
Als geen ander kent Jezus ons hart, zijn twijfels en zijn slapeloze
nachten. Daarom zegt Hij zo dikwijls: Wees niet bang. Ik zal er altijd zijn.
Eenvoudiger kan het niet, maar toch is DAT en DAT ALLEEN de kern van de
verrijzenis. Misschien is ons christen-zijn verworden tot een harteloze plicht
zonder vreugde. Terwijl Gods Woord een blijde boodschap is van VOLKOMEN LEVEN
en VOLKOMEN VREUGDE. Waar die dood zijn LEVEN en VREUGDE daar is elk geloof
dood, en wordt Jezus weer gekruisigd. Zelfs in zijn eigen naam, door mensen die
zich op Hem beroepen. Zo was het vroeger al, toen Hij op aarde leefde: zij, die
Hem vervolgden en kruisigden, schermden met de wet van Mozes en hun eigen groot
geloof. Witgekalkte graven, zo noemt Jezus hen!
Leven geven, vreugde
brengen. Eenvoudiger kan het niet gezegd, maar daar gaat het om en zo neemt
Jezus de onrust weg uit ons hart. Daarbij zijn wij zijn hoofd en hart en handen,
want Hij werkt door ons. En Hij zegt ook hoe dit kan. Zelf is Hij de weg: een
christelijke gemeenschap zal Jezus aanwezig stellen. Wie Jezus wil volgen, zal
met de mensen omgaan zoals Hij dat deed,
met dezelfde liefde en dezelfde goedheid. Wie christen wil zijn zal met zijn
woorden troosten en bemoedigen.
Alleen zo gaan we de
weg, die Jezus is: niet door liefdeloos de letter van de wet te volgen, maar
door Hem weer tot leven te brengen, door Hem te laten verrijzen. Dan zal ons
hart niet verontrust worden. Want liefde neemt alle angst weg. En zelf had Hij toch gezegd: hieraan zal men zien dat gij mijn leerlingen zijt, als gij elkander
liefhebt. Waar die liefde ontbreekt, rijst de vraag: gaan wij wel de weg, die
Jezus is? Die weg die leidt tot volkomen vreugde en leven in overvloed.
|