DAT MIJN LIEFDE IN
HEN MOGE ZIJN
In die tijd sloeg Jezus zijn ogen ten hemel en bad:
Heilige Vader,
niet voor hen alleen bid Ik
maar ook voor hen die door hun woord in Mij geloven,
opdat zij allen één mogen zijn
zoals Gij, Vader, in Mij en Ik in U:
dat zij ook in Ons mogen zijn opdat de wereld gelove
dat Gij Mij gezonden hebt.
Ik heb hun de heerlijkheid gegeven die Gij Mij geschonken hebt,
opdat zij één zijn zoals Wij één zijn:
Ik in hen en Gij in Mij, opdat zij volmaakt één zijn
en opdat de wereld zal erkennen, dat Gij Mij hebt gezonden
en hen hebt liefgehad zoals Gij Mij hebt liefgehad.
Vader, Ik wil dat zij die Gij Mij gegeven hebt
met Mij mogen zijn waar Ik ben,
opdat zij mijn heerlijkheid mogen aanschouwen,
die Gij Mij gegeven hebt
daar Gij Mij lief hebt gehad
vóór de grondvesting van de wereld.
Rechtvaardige Vader, al heeft de wereld U niet erkend,
Ik heb U erkend,
en deze hier hebben erkend dat Gij Mij gezonden hebt.
Uw Naam heb Ik hun geopenbaard
en Ik zal dit blijven doen,
opdat de liefde waarmee Gij Mij hebt liefgehad
in hen moge zijn en Ik in hen.
(Johannes 17,20-26)
Het is opvallend hoe dikwijls Jezus dezer dagen voor zijn
leerlingen bidt, net voor Hij zal lijden en sterven, net voor zij Hem niet meer lichamelijk aanwezig zullen zien.
Laten wij ons aansluiten bij dit gebed met woorden van Manu
Verhulst
DIENSTKNECHT VAN GOD
Die het geknakte riet
niet breekt
maar weer optilt naar
het licht
en de kwijnende
vlaspit aanblaast met veel geduld.
Die in een geslagen
mens
de laatste veerkracht
aanport,
het leed geneest en
de tranen droogt.
Die recht laat
geschieden
zoals een geneesheer
een zieke geneest,
zonder geweld en
zonder lawaai
Zo heeft God zich
zijn dienstknecht gedroomd.
Zijn vreugde vloog
naar Hem uit als een duif:
verrassend, stil.
Zo wees Hij Hem de
weg
om helemaal de
dienstknecht naar zijn hart te zijn.
(naar Jesaja 42,1-4 en Marcus.
1,9-11)

|