BEZOEK AAN DE
WESTHOEK
Tijdens het verblijf van mijn vrienden uit Brazilië mocht
een bezoek aan de Westhoek zeker niet ontbreken. We hadden de gelegenheid om
verschillende mooie kerken te bezoeken, in Ieper, Zonnebeke, Passendale en
Esen.
Maar eveneens was het voor hen een kans om met eigen ogen
iets te zien van de ravage, die door de eerste wereldoorlog was aangericht in
die streek, met zijn loopgrachten, zijn talloze doden en de uitzichtloze,
eindeloze veldslagen aan weerszijden van de overstroomde IJzer. Het bleek een
unieke ervaring. Voor hen, in dat verre Brazilië, was de grote oorlog immers
niet meer dan enkele lijntjes en een vage herinnering uit de lessen
geschiedenis. Zoals er in de handboeken en de lessen geschiedenis over zoveel
oorlogen gesproken.
Twee oorlogskerkhoven hebben we bezocht: Tyne Cot in
Passendale en het Duits Kerkhof in Vladslo, met het treurend ouderpaar van
Käthe Kollwitz. Eerst gingen we langs op Tyne Cot. Monotoon en traag, met
gedempte stem, klonken uit de luidsprekers de namen van de 12.000 soldaten, die
daar een laatste rustplaats vonden, nadat ze van heinde en verre naar hier
gekomen waren. Telkens werd de leeftijd vermeld, en telkens ook was dat iets in
de zin van: 19 jaar, 20 jaar, 21 jaar. En een enkele keer daartussen een
dertiger of een veertiger.
De indruk was overweldigend. Nadat we ook traag en gedempt
over het hele kerkhof gewandeld hadden, schreef één van hen in het
gastenboek ongeveer dit: Hier zie je met eigen ogen tot welke gruwel en waanzin
de mens in staat is, als hij zich laat leiden door mateloze machtswellust,
tomeloze hang naar rijkdom of territorium en grenzeloze ambitie of hoogmoed.
Als de mens daadwerkelijk daaraan toegeeft worden de sombere woorden van enkele
filosofen tot levende waarheid, zoals het gekende Homo homini lupus, of dat
andere citaat van Schopenhauer, dat wellicht nog harder is: Als ik de mens een
roofdier noem, wie heb ik dan beledigd? De mens of het roofdier? Laten wij
hopen en bidden dat ooit of eens een tijd aanbreekt dat mensen meer bezield
wordt door Gods eigen Heilige Geest.
Hieronder volgen nog twee van de meest gekende gedichten
over deze gruwel: In Flanders fields van John Mc Crae, eerst in het Engels
met daarna de Nederlandse vertaling door Rene Duyck, en daarna het zo ontroerende Duizend soldaten van onze
eigenste Willem Vermandere.
In Flanders
fields the poppies blow
Between the
crosses, row on row,
That mark
our place; and in the sky
The larks ,
still bravely singing, fly
Scarce
heard amid the guns below;
We are te
he Dead. Short days ago
We lived,
felt dawn, saw sunset glow.
Loved, and
were loved, and now we lie
In Flanders
fields.
Take up our
quarrel with the foe:
To you from
failing hands we throw
The torch ;
be yours to hold it high.
If ye breek
faith with us who die
We shall
not sleep, though poppies grow
In Flanders
fields.
(John Mc
Crae 3 may 1915
Essex Farm
Cemetery)
In Vlaandren bloeien de kolleblommen
bloedrood rond de houten kruiskolommen.
Hoog klimmend in de azuurblauwe lucht
Daar orgelt de leeuwerik en klapwiekt
tussen geweer en hels kanongeschut.
Wij, de doden, zagen gisteren nog
de gouden morgen en de avondgloed,
Wij , die leefden en liefhadden, liggen
verstard in Vlaandrens veld vol modderig bloed.
Neem in uw gevecht met de vijanden
de toorts uit onze verkrampte handen
en steek ze trouw aan onze boodschap hoog.
En tot Nooit Meer Oorlog zich komt melden
slapen wij niet terwijl de papavers
zacht bloeien in Vlaandrens offervelden.
(vertaling: Rene
Duyck. In:Kerk en Leven, 1993, nr. 43)
Als ge van ze leven in de westhoek passeert
Deur regen en noorderwinden
Keert omme den tijd als g' alhier passeert
Den oorlog ga j' hier were vinden
Ja 't is den oorlog da 'j hier were vindt
En 't graf van duizend soldaten
Altijd iemands vader altijd iemands kind
Nu doodstil en godverlaten
Laat de bomen nu maar zwijgen en dat 't gras niets vertelt
En de wind moet 't ook maar nie zingen
Dat julder'n dood tot niets hè geteld
Dat waren al te schik'lijke dingen
Zeg 't gaat al goed der is welvaart in 't land
En de vrede ligt vast in de wetten
We maken wel wapens maar met veel meer verstand
Maar just om den oorlog te beletten
En grote raketten atoom in den top
We meugen toch experimenteren
We mikken wel ne keer naar mekaar zijne kop
Maar just om ons 't amuseren
Als ge van ze leven in de westhoek passeert
Deur regen en noorderwinden
Keert omme den tijd als g' alhier passeert
Den oorlog ga j' hier were vinden
Ja 't is den oorlog da 'j hier were vindt
En 't graf van duizend soldaten
Altijd iemands vader altijd iemands kind
Duizend en duizend soldaten (3x)
(Willem Vermandere)
|