UW BOODSCHAP DRAGEN WIJ
Oktober. Sinds jaar en dag is het de missiemaand. Vele Vlaamse missionarissen, mannen en vrouwen, hebben Jezus Blijde Boodschap uitgedragen. Niet zozeer met woorden, maar vooral met daden waren zij dragers van geloof, hoop en liefde.
De voorbije 50 jaar is er echter veel veranderd. Bij ons zijn uiterlijke vormen van geloof sterk afgenomen. De missies van vroeger zijn al lang geen kolonies meer, maar worden jonge kerken genoemd, en blaken niet zelden van levenskracht en enthousiasme.
Toch is ons geloof ook hier niet oubollig of voorbij:maar misschien hebben wij hier in het westen meer nood aan missionarissen dan de vroegere missies.
In die tijd leerde Jezus in een gelijkenis aan zijn leerlingen dat zij steeds moesten bidden en daarin niet versagen.
Hij zei: Er was eens in een zekere stad een rechter die zich om God noch gebod bekommerde. Er was ook een weduwe in de stad die herhaaldelijk bij hem kwam met het verzoek: Verschaf mij recht ten opzichte van mijn tegenstander.
Een tijdlang wilde die rechter niet, maar daarna zei hij bij zichzelf: Al bekommer ik mij om God noch gebod, toch zal ik die weduwe recht verschaffen om niet langer geplaagd te worden door haar eindeloze bezoeken.
En de Heer sprak: Hoor wat de onrechtvaardige rechter zegt! Zou God dan geen recht verschaffen aan zijn uitverkorenen die dag en nacht tot Hem roepen, of zal Hij ten opzichte van hen onbewogen blijven?
Ik zeg u: Hij zal hun spoedig recht verschaffen.
Maar: zal de Mensenzoon bij zijn komst geloof op aarde vinden? (Lucas 18,1-8)
BEZINNING
Missionaris zijn,
is geproefd hebben Wie God is
en verlangen dat ook anderen dat mogen ervaren.
Missionaris zijn,
is de genade ontvangen Jezus te mogen ontmoeten
- als mens geworden Woord van God,
- als de Mens in Wie God zelf zich getoond heeft
en die genade willen delen met veel mensen.
Missionaris zijn,
is pijn voelen omdat men zo weinig kan helpen,
pijn voelen ook, omdat mensen niet begrijpen
welk een vreugde de ontmoeting met Jezus, kan geven:
de ervaring van een God, die Liefde is,
de ervaring van een God, die Leven is.
Missionaris zijn
is zelf ook vreugde voelen
als mensen geholpen en getroost worden.
Een missionaris geeft onderdak en brood,
maar vooral tijd en hart en liefde.
Hij geeft God zelf aan de mensen
en de kans om nu al in vreugde te leven.
Missionaris zijn
is bedelen en geven,
het is oud worden en altijd jong blijven,
het is proberen een goed mens te zijn
maar weten hoe klein en zwak men is.
Missionaris zijn,
is weten dat Christus verrezen is
en dat Hij leeft!
Missionaris zijn,
is in zich de onverwoestbare hoop dragen
dat ooit alle mensen het volle Leven mogen vinden
wanneer zij aan Christus hun ja-woord geven!
Hoe waar blijft Jezus Woord van toen:
Maar zal de Mensenzoon bij zijn komst geloof op aarde vinden?
(eigen bewerking van een bestaande bezinningstekst, auteur onbekend)
De mistslierten van oktober
rijgen zich in het ochtendgloren aaneen
lijk een Paternoster.
Bijna zonder zichtbaar begin en einde
een verbondenheid
gestrekt over een ganse wereld.
Het is goed
dat we even nadenkend verpozen
bij de schimmen van mensen,
gehuld in het nevelige bestaan
van deze aarde
met zijn armoede en onderdrukking
en toch ook met zijn hoop op:
ooit zal het beter worden.
Wat we voor deze mensen doen
- hoe klein ook -
steeds worden de mistslierten
wat meer opgelost
en schijnt de zon ook voor hen.
Zelfs door het kleinste venstertje
priemt een zonnestraal!
Misschien wel dank zij U.
Torre van Wynckel
|