KERSTMIS
Kerstmis, het kindje Jezus is geboren, een eenvoudig zinnetje is het, dat ons heel vertrouwd is en toch een diep mysterie weergeeft.
Paulus vertolkt de rijkdom van dit mysterie in deze woorden: Vandaag verscheen voor ons de goedheid en de menslievendheid van God, onze Redder.
Met kerstmis vieren wij dat God mens geworden is, niet om zijn macht te tonen, in opzienbarende daden, maar om te laten zien hoe groot zijn mensenliefde is. Zijn grootsheid is niet zozeer gelegen in zijn almacht, maar in zijn onvoorstelbare liefde voor ons, kleine, zwakke, weerloze mensen.
Zo loopt de weg die Hij ons toont en voorging.
Zodra de engelen weer waren weggegaan naar de hemel, zeiden de herders tot elkaar: Kom, we gaan naar Betlehem om te zien wat er is gebeurd en ons door de Heer is bekendgemaakt.
Haastig gingen ze erheen en vonden Maria en Jozef, en het kind dat in de voerbak lag.
Toen ze het zagen, maakten ze bekend wat hun over dit kind was gezegd. Allen die het hoorden stonden verbaasd over wat hun door de herders werd gezegd.
Maria bewaarde dit alles in haar hart en dacht erover na.
De herders keerden terug. Zij verheerlijkten en loofden God om alles wat zij hadden gehoord en gezien; het kwam overeen met wat hun was gezegd. (Lucas 2,15-20)
Een bezinning bij Kerstmis
Betere woorden kunnen wij niet vinden dan wat Paulus schreef aan zijn goede vriend Titus: de goedheid en de menslievendheid van God zijn nu openbaar geworden.
En toch zoeken wij altijd nieuwe woorden, om het mysterie van Kerstmis en zijn draagwijdte beter te vatten. Zo schreven de Braziliaanse bisschoppen:
Met Kerstmis vieren wij de
Geboorte van het goddelijk Kind:
Kwetsbaar, om kleinen te sterken; Naakt, om ons te kleden met Gods eigen toekomst; Arm, om de rijkdommen eerlijk te verdelen; Zwerver, om deuren te openen voor uitgesloten mensen; Vrij, om de boeien te breken van elke slavernij.
Daarom vieren wij evenzeer de
Geboorte van Goed Nieuws voor de armen:
Nu herleeft de hoop op onze weg, De weerstand van wie zich niet laten neerslaan, De vreugde van wie lijden en wenen, De inzet van wie de handen in elkaar slaan en strijden voor een nieuwe, een betere aarde.
En we vieren ook de
Geboorte van de Heer der Geschiedenis:
Machten van steen en staal verbrijzelen tot stof; Heersers beven op hun tronen van klei; Licht en waarheid doorprikken de duisternis van hun dwaling; Ten allen kante richten de verdrukten zich op; En er begint een tijd van rechtvaardigheid en vrede.
In deze Geest wens ik jullie allen van harte een
Zalig Kerstfeest
KERSTMIS
De herders stonden in die nacht vooraan en de eenvoudigen, de minsten daar, verstonden het grote wonder, raakten opgewonden van woorden die niet eens werden verstaan.
Men kent de namen van de mannen niet. Er staat geschreven dat er herders waren, drie, vier of meer, maar na tweeduizend jaren zijn zij nog steeds een dierbaar kinderlied.
En het werd waar: de minderen zijn meer. Zij hadden geen geschenken meegenomen. De koningen zijn later pas gekomen, maar herders knielden toen als eersten neer.
Van tranen of van licht, de ogen blind, gaven zij zo zichzelf als offerande. Met grote, ruwe, moegewerkte handen streelden zij zacht het nieuwgeboren kind.
Jos Brink
|