HET VROUWTJE EVEN
Er was eens een vrouwtje dat zichzelf voorbij liep. En dat is een heel erge ziekte. Als ze 's morgens opstond, dacht ze aan 's middags. Als ze 's middags aan tafel zat was het weer: Wat zal ik vanavond eten? En als ze dan eindelijk 's avonds naar bed ging, lag ze weer te piekeren wat ze de volgende dag allemaal zou gaan doen.
Telkens als ze op straat liep, rende ze zo hard dat de mensen zeiden: die loopt zichzelf voorbij, die vergeet te leven. Het vrouwtje sprak ook de hele tijd met zichzelf. Om met anderen te praten, daar had ze gewoon geen tijd voor.
Ook dat hoorde bij haar ziekte. En weet je wat ze zei? Ik moet nog EVEN
Laat ik gauw EVEN ... Ik kan nog net EVEN...
Nu was er in dit land een dokter die een heel wijs man was. Toen hij dat vrouwtje zag en haar hoorde praten, zei hij; Mevrouw, U bent heel erg ziek en ik weet wat U mankeert. Zeg het maar eens gauw dokter, want ik moet nog vlug EVEN
Zie je, daar heb je het weer, zei de dokter, U bent zo haastig, U laat telkens de L liggen. Wat laat ik liggen? vroeg ze. De L, zei de dokter. Zet de L steeds voor EVEN. Goed dokter, ik zal het doen, antwoordde ze en weg was ze weer.
Maar telkens als ze de L voor EVEN zette, schrok ze zich dood. Ik moet nog L..EVEN .., Laat ik gauw L..EVEN .., Ik kan nog net L..EVEN .... Ze plofte in een stoel en zei zacht Ik kan nog wel EVEN ... ik kan nog wel LEVEN.
En vanaf dat moment liep ze zichzelf niet meer voorbij. Ze bleef gewoon zichzelf. Ze had een huis van binnen gevonden. En wie dat vindt, wordt heel rustig.
(Auteur onbekend)
|