ONS HEER HEMELVAART
2 JUNI 2011
Hemelvaart verwijst naar boven. Automatisch kijk je dan omhoog. Dat deden de leerlingen van Jezus ook. Zij volgden Hem met hun ogentot Hij achter het wolkendek verdwenen was.
Ze bleven Hem nastaren, verbouwereerd en aan de grond genageld. Maar de vraag:Wat staan jullie toch naar de hemel te kijken?, zet hen weer met beide voeten op de grond.
Steek nu maar zelf de handen uit de mouwen, is de boodschap.
In die tijd begaven de elf leerlingen zich naar Galilea,naar de berg die Jezus hun aangewezen had.Toen zij Hem zagen,wierpen ze zich in aanbidding neer;sommigen echter twijfelden.
Jezus trad nader en sprak tot hen:Mij is alle macht gegeven in de hemel en op aarde.Gaat dus en maakt alle volkeren tot mijn leerlingenen doopt henin de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geesten leert hun te onderhouden alles wat Ik U bevolen heb.
Ziet, Ik ben met Ualle dagen tot aan de voleinding van de wereld. (Matteüs 28,16-20)
IK BEN MET U ALLE DAGEN TOT AAN DE VOLEINDING VAN DE WERELD!
Op die berg in Galilea stonden de leerlingen er allicht wat triestig bij. In veertig dagen verliezen ze Jezus voor de tweede keer. Eerst die vrijdag toen Hij gekruisigd werd, verworpen en uitgeroeid. Alles wat hen zo beroerd had, leek voor goed voorbij. Twee zijn er, die al meteen terugkeren naar hun gewone doen in Emmaüs, weg uit Jeruzalem, waar al dat moois aan diggelen was geslagen. Hun woorden raken ons: En wij die gehoopt hadden
Maar weg is die hoop.
Maar het bleek niet echt voorbij. In een vreemde herkennen ze Hem bij het breken van het brood. En Hij blijft zich tonen, aan alle leerlingen die samen zijn, eerst zonder, dan met Thomas; aan Maria Magdalena; aan de vissers bij het meer, die weer hun werk hadden opgenomen. Hij was dus niet echt weg. Bovendien zei Hij nog: waarom zoekt ge de Levende bij de doden? En samen met Jezus, die verrezen is, herleeft de hoop.
Nu staan ze daar weer. Op die berg in Galilea. Hij wordt opgenomen en zij kijken naar de lucht, tot een wolk Hem aan hun gezicht onttrekt. Weer verliezen ze Hem. Weer blijft de leegte van de vervlogen hoop. Weer voelen zij zich van God verlaten, en weer blijven ze bang samen. In die nestwarmte voelen zij zich veilig.
En nu was Hij echt voor goed weg. Er bleven alleen enkele beloften: Ik zal u niet als wezen achterlaten. Ik zal u een Helper, een Trooster zenden. En nu ook: Ik blijf bij u tot aan de voleinding van de wereld!
Van Hem konden dat toch geen loze beloften zijn. Hij had getoond dat Hij betrouwbaar was en woord hield. Er bleef alleen dat lichtpuntje in het diepe duister.
En bij dat lichtpuntje komt ook een zending: Trek de wereld rond, en vertel over Mij aan alle mensen. En laat je eerste woord dan telkens zijn: Vrede zij u!
Vrede zij u!
op deze zalige hoogdag van Hemelvaart.
Hemelvaart
En als we toch weer naar omhoog gaan staren naar waar Hij is, - of hoe het heet
wil Hij ons telkens weer bedaren omdat Hij van de mensen weet
Hij zal ons naar beneden wijzen naar wat te doen valt onder mensen ... Hij zal ons om die inzet prijzen en ons alleen het goede wensen.
Hij zal ons naar elkaar verwijzen: jou nu naar mij en mij naar jou
opdat wij naar zijn onderwijzen mekaar graag zien in diepe trouw.
Pas dan kan hier de hemel groeien slechts dan leeft Hij nog voelbaar voort ... als liefde ondermaans kan bloeien zijn leven voortgaat ongestoord.
Jan Coghe

|