Doodmoe maar... vandaag, uitgenomen de ochtend, is het haalbaar, draagbaar, draaglijk... gebleven.
Maar nu ben ik moe... door de psychische en fysische arbeid die ik ondanks alles volbracht heb.
Door een en ander... door eindelijk een omgeving gevonden te hebben waar ik me goed voel... werkt dit door thuis... en durfde ik het aan... worstelde ik me doorheen de angst en pijn waardeloos te zijn, tot niets in staat. Verwonderd kijk ik naar waartoe ik wel in staat blijk te zijn... Het doet pijn en ik voel me er triest door.
Ik deel.
Want ik ben zo verdeeld.
Nog lang niet geheeld.
Het leven en de mensen erin kunnen me grotendeels gestolen worden.
Ik reageer niet eens meer... op vreemd gedrag... respectloos omgaan met mij. Ze doen maar... maar ik laat het niet meer binnenkomen. Omdat het er niet meer bij geraakt. Simpel toch?
Gisteren kwam er onverwacht een mailtje van iemand...
Gekwetst was ik... door het onbegrijpelijke van weken geleden.
Geheeld... door dat mailtje.
Ik ben met mijn stoornis heus niet de boosdoener... niet altijd... toen niet... nu niet. Maar wens me niet langer te verdedigen. Werd zo moe van de mensen en het leven. Geen zin meer in strijd of verweer. Ik laat steeds meer los... het mensen en het leven.
Gevaar... dat je als schuldige aangewezen wordt terwijl je net onheus behandeld werd, dat gevaar bestaat niet meer... ik laat het namelijk niet meer toe... maar verlies sowieso... mijn vertrouwen.
Ik ben zo moe... en denk niet meer, zo veel... om vol te houden.
|