In het regeerakkoord beloofde de regering Di Rupo het parlement via periodieke evaluaties op de hoogte te houden van de stappen in het beleid. Daarnaast zouden ministers en staatssecretarissen binnen de zes weken na hun benoeming hun visie en beleid moeten komen toelichten in de bevoegde kamercommissies. Van dit alles is nog niets in huis gekomen. Daarom werd er door de N-VA een voorstel tot wijziging van het reglement van de Kamer ingediend, waarin er wordt gepleit voor een "ministerproef" en "periodieke beleidsevaluaties". Het lijkt mij normaal dat ook parlementsleden, die alle landgenoten vertegenwoordigen, moeten geschikt zijn voor hun job. En het zou meer dan normaal zijn, dat de parlementsleden een taalproef afleggen in de drie nationale talen, zijnde Nederlands, Frans en Duits. Het is triestig te moeten vaststellen dat de eerste minister Di Rupo zich nog altijd niet behoorlijk in het Nederlands verstaanbaar kan maken.