De kerk kost de Belgen 1 miljard euro belastingsgeld per jaar. Nietegenstaande er een scheiding is van kerk en staat, is het toch de belastingbetaler die opdraait voor de lonen van de religieuzen. Zo krijgt aartsbisschop Léonard een maandwedde van 8.466 euro, met daarenboven een eindejaarspremie, vakantiegeld en verplaatsingskosten. Het hoofd van de joodse religie, de groot rabbijn, moet het stellen met een jaarloon van 50.200 euro, evenals het hoofd van de orthodoxe kerk. De leiders van de protestanten en islamieten krijgen elk 69.500 euro als jaarloon.
Een pastoor ontvangt 1.660 euro per maand, met daarenboven een eindejaarspremie, vakantiegeld en gratis woonst. Wanneer hij 2 of meer parochies bedient, komt er 50% bij en komt zo aan een maandloon van 2.490 euro.
Nog dit: de katholieke kerk heeft 3.949 parochies, 17.259 religieuzen, 7.279 priesters en 558 permanente diakens. En dit voor 5% van de bevoking die wekelijks de zondagsmis bijwonen.
Waarom moeten de geestelijken nog een vergoeding ontvangen, gezien er een scheiding van kerk en staat is? Ze worden toch betaald bij huwelijk, overlijden en geboorten.