Onderstaande teksten
heb ik gehaald uit een ander blog daterend van 2006 op het seniorennet.De maker
ervan noemt zich Jan Janssens. Ik heb hem gevraagd of zijn teksten mogen
overgenomen worden maar er kwam geen antwoord. De originele teksten zijn
trouwens op een zeer onleesbare manier voorgesteld en wemelen van de tik- en
andere fouten.
De meeste teksten zijn
vermoedelijk afkomstig uit oude publicaties, kranten of andere drukwerken
uitgegeven tijdens de oorlogsjaren.
Mocht iemand de
oorspronkelijke samensteller kennen of bezwaren hebben tegen de publicatie van
onderstaande teksten, laat dit dan weten.
Ik heb ook geprobeerd
om de meeste schrijffouten te verwijderen om de teksten wat leesbaarder te
maken. Maar teksten van 70 jaar geleden lezen niet zo vlotdie van nu.
Indien er oude
spelling gebruikt werd heb ik die ook zo gelaten.
Een
sluikslachtersbende ingerekend te Westmalle.
Bij de aanhouding werd er gevuurd op de gendarmen.
Te Westmalle en omgeving was het reeds lang in de volksmond
dat er in de stal toebehorend aan een landbouwer,zonder rekening te houden, met
besluitwetten of verordeningen,onafgebroken aan sluikstorten gedaan. Men kon de
kerels die daarin betrokken waren, met de vingers wijzen, want zoals klassieke
leden hadden zij al wie het wilde te kennen geven dat wie ook zich ooit in hun
weg zou stellen, zou worden neergeschoten, daar zij steeds bewapend waren bij
al hun onderhandelingen? En wie die kerels van dicht bij kende wist dat deze
vermaning geen ijdel gezwets was.
Zoiets is begrijpelijk dat tot nu toe alles bij geruchten
bleef? Maar geruchten die ten slotte Antwerpen bereikten en te Antwerpen werd
een onderzoekrechter aangesteld om deze zaak ernstig te onderzoeken. En
inderdaad dat klopte wat er daar gebeurde er moet daar paal en perk aangesteld
worden? Deze mening werd gedeeld door de rijkswacht van Oostmalle en door de
plaatselijke politie van Westmalle.
De nodige maatregelen werden getroffen en zorgvuldig een
plan ontworpen om bedoelden stal in volle bedrijvigheid te overvallen met de
grootste kans op welslagen en een minimum van een mogelijk bloedig treffen is
een risico.
In de nacht van Donderdag op Vrijdag werd tot uitvoering
over gegaan, gendarmen en politieagenten stelden zich in hinderlaag op. Rond 11
uur werd een camion, vermoedelijk een lading vol met vlees, afkomstig van de
sluikslachtingen opgemerkt, die zich van de stal verwijderd. Dit werd een
gunstig ogenblik geacht om toe te slaan. Toen de gendarmen echter de ingang van
de stal naderden, botsten zij op een gesloten deur en werden bovendien op
geweerschoten onthaald, die vanuit de stal gelost werden, enkele ogenblikken
later hoorde men geruchten van vluchtende personen.
Het waren de sluikslachters, die langs een andere uitgang
der stal vluchten, het op een lopen zetten om te trachten, door de duisternis
begunstigd te vluchten. Zij werden onmiddellijk achterna gezeten en tevens door
de overige nog in hinderlaag liggende gendarmes en politie opgevangen.
Drie personen werden gevat. Zij werden dadelijk opgeleid,
maar een gedeelte van de rijkswacht bleef ter plaatse, daar men vermoede dat de
camion nog dezelfde nacht naar de stal zou terugkeren. Een vermoeden dat
werkelijkheid werd. Men liet de camion naderen maar de autovoerder zag onraad
en trachten nog in allerijl weg te vluchten met zijn camion. Hij zag het nut er
niet meer in daar hij beschoten werd door de rijkswacht. En de inzittende der
wagen gaven zich over, het waren drie personen die werden opgeleid. Meer dan
drie honderd dieren werden afgeslacht.
De aangehoudene personen werden ondervraagd en aan een zeer
gezet onderzoek op proef gesteld.
Toen de gendarmen de stal betraden ontdekten zij de stukken
van een reeds geslachte koe, en een levende koe, die het zelfde lot wachtte.
Uit de bekentenissen zou bij een vluchtige berekening reeds
blijken dat door de sluikslachters niet minder dan 300 dieren op de zwarte
markt zijn verhandeld.
Er werden nog meer bezwarende feiten gepleegd, de camion was
zo veranderd dat het leek een camion te zijn van het Duitse leger, waarmede zij
het vlees vervoerden.
Er werd een zeer streng onderzoek ingesteld.
De honden en
kattenroof.
Opgepast voor straatschuimers.
Het is allicht te weinig bekend hoe de straatschuimerij,
onder de vorm van honden en kattenroof, hoogtij viert. De klachten dien gaande
kwamen vroeger wel eens voor, maar de laatste weken zijn ze sterk toegenomen.
Men kan, als men wil opletten, zeer dikwijls op straat lieden ontmoeten, die
een zak uit jute onder de arm dragen. Maar men kan zich vergissen, als men
meende dat die lui op stap zijn om kolen en wortelen te gaan kopen.
Zeer dikwijls komt de zak aan zijn uitgangspunt terug,
gevuld met een hond of een kat, om niet te zeggen met honden of katten. Ook dat
bedrijf is stilaan verbeterd in zijn uitoefening, en dikwijls dient een fiets
als vervoermiddel, ten einde toe te laten dat de straatrovers zich zo haast
mogelijk uit de voeten maken, als zij een onschuldig slachtoffer in hun greep
gekregen hebben.
De stoutmoedigheid van die straatdieven neemt aldoor toe, en
het volstaat soms dat de meester of de meesteres van den hond even onoplettend
is, terwijl zij of hij met een buurvrouw of buurman een praatje voert. Of
anderzijds opdat zijn/haar huisdier verdwenen is, en dan veelal in een of
andere onschuldig uitziende zak onder den beschermden arm van een
straatschuimer zijn dood te gemoed gedragen worden.
Want vlees is duur, en zo vele mensen menen alleen gegeten
te hebben, als zij geen vlees onder hun tand gekregen hebben. Zo krijgen ze dan
schapenvlees ofkonijnenvlees tegen
een hoge prijs, en dat wordt hun thuis geleverd, door een of anderen smokkelaar
wiens grote deugd zijn durf en zijn gewetenloosheid is.
Gij allen die een hond of een kat als huisvriend hebt en
gehecht bent aan uw dier, wees waakzaam over hem. Laat hem niet alleen op de
straat, noch bij avond, noch bij dag, want de straatschuimers loeren onverpoosd
op aas en ontzien zich de moeite niet om de hele dag, of zelfs dagen, uw straat
rond te drentelen in de hoop een argeloos slachtoffer te vinden. Vooral ook in
de paartijd, wees dubbel oplettende dat uw kat of uw hond niet aan uw waakzaamheid
verschalken, terwijl de straat of hofdeur op een kier staat. Nog meer, als gij
op de straat kuiert, houdt uw kijkers open en doe uw best om de boze plannen
der honden en kattenvrienden te verijdelen, door tijdig en manmoedig optreden.
Toont metterdaad vrienden voor huisdieren te zijn, door te trachten, opgepakte
dieren uit de handen van de moordenaars te rukken en aarzelt niet er de politie
bij te halen. Loopt of rijdt de dieven achterna om hun adres te kennen. Dan
zult ge de taak van de politie en gerecht vergemakkelijken, door een plaag te
bestrijden, die vooral in de laatste maanden grote afmetingen aangenomen heeft,
die de mensheid niet tot eer strekt!
Een gekende chef-kok
schrijft over de oorlogsrecepten.
Door G. Clement. (zie elders in dit blog voor andere teksten
van Gaston Clément. Toen een zeer gereputeerd kok.)
De omstandigheden waarin we ons zonder het te willen
bevinden, geven aanleiding tot een massa bundels, de ene vollediger dan de
andere, over de keuken, of liever een keuken die zowel aan een
scheikundelaboratorium doet denken als aan het domein van het fantastische.
Ik heb hier enige bundels, maar ik twijfel eraan of de
schrijvers ervan, hun raadgevingen ooit in praktijk hebben gesteld, en ik zoek
er tevergeefs een recept in dat werkelijk toegepast kan worden aan de gezonde
keuken. De veelbelovende titels hadden me doen denken, brood te kunnen maken
zonder tarwe of andere graansoorten, mayonaisesaus zonder enig vet, boter
zonder room natuurlijk, in een woord alles wat een huisvrouw mist om haar
huisgenoten behoorlijk te kunnen voeden.
Het is vanzelfsprekend dat er in de plaats van een of ander
product dat niet meer te krijgen is, wat anders moet gevonden worden dat
dezelfde voedende kracht bezit, en dat is mogelijk voor sommige producten,
voornamelijk voor meelspijzen. Zo kunnen bonen bijvoorbeeld, zetmeel leveren
hetgeen we anders uit aardappelen trekken (ten minste in principe). Uit
groenten als wortelen, rapen, schorseneren, bieten en raapsoorten en andere
groenten kan suiker getrokken worden, wat in zekere mate het gebrek aan suiker
kan verminderen. Zekere gedroogde groenten zoals linzen, erwten, bonen,
bevatten vetstoffen; groenten bevatten een groot gedeelde stikstof en
eiwitstof, beiden onmisbaar voor het menselijke lichaam. Maar het zou
onmogelijk zijn zich slechts met een of zelfs meer dezer planten te voeden zo
er geen vetstoffen ofwel meelspijzen, eiwitstof of vitaminen aan toegevoegd
konden worden. De natuur, die grote artieste, heeft ons behoefte aangeboden
onder verschillende vormen, maar het is aan ons te weten hoe en in welke mate
hiervan gebruik te maken, en in dit in overeenstemming met onze levenswijze
Een waarheid La Palisse waardig, zegt dat "men niets
kan doen met niets" en uitgezonderd een wijs bioloog, die weet te vinden,
wat een mens nodig heeft, daag ik de schrijvers van die boeken tegen het dure
leven uit, ten minste het grootste gedeelte ervan, want er bestaan zekere
werken geschreven door dokters die het vraagstuk hebben bestudeerd, en door
beroepsexperts, ik daag dus diegenen uit die zulke recepten geven waarin boter,
olie en andere vetstoffen in het dagelijks rantsoen kan vervangen, meelspijzen
buiten andere graansoorten te kunnen krijgen om brood te maken.
Het is natuurlijk mogelijk bij het deeg, een zekere
hoeveelheid aardappelpuree te voegen, maar dan heeft het mengsel, voor een even
groot volume, dezelfde voedingswaarde niet meer, en daarin schuilt het gevaar
niet voor degenen die geld genoeg hebben om het ontbrekende te vervangen, maar
voor de werkmanshuishoudingen en vooral voor de kinderen, die op dergelijke
wijze zo gevoed worden.
Honderd gram brood waarbij men van twintig tot vijf en
twintig procent aardappelen gevoegd heeft, geven niet hetzelfde aantal
calorieën als honderd gram brood dat van meel gemaakt werd. En zo de maaltijden
op zulke verkeerde basissen gesteund zijn, heeft men de illusie, genoeg eten te
hebben maar het lichaam stelt zich niet tevreden met illusies, en de kinderen
zullen later, door een slechte gezondheid, voor de door hun ouders begane
fouten moeten boeten.
Ja ik weet wat u gaat zeggen, zo het onmogelijk is, zich van
de voornaamste voedingsstoffen te voorzien, zoals vetstoffen, meelsoorten,
enz.. moet men ze wel door iets anders vervangen, om de maag te vullen en den
honger te stillen.
En wij zijn het eens op dit gebied, wat ontbreekt moet door
iets anders vervangen worden, en voor alles moet men het gevoel hebben, genoeg
gegeten te hebben. Maar ik wil u waarschuwen, lieve lezers en lezeressen die
mij de eer aandoen, enige aandacht aan mijn artikels te wijden: geloof niet dat
als uw kinderen en echtgenoot een mayonaisesaus met sago, water en azijn hebt
gegeven, het organisme van de wezens die U zo dierbaar zijn genoeg voedsel
krijgen en dat de afwezigheid van vetstoffen geen belang heeft. Ik zou ook
willen zeggen dat zo U dank zij uw vindingrijkheid, aan uw huisgenoten, een
boterham meer hebt kunnen geven (door toevoeging van aardappelen b. v.) zij
daarom niet genoeg calorieën gebruikt hebben.
Zo U een lepel zuivere mayonaise per persoon geeft, wat
ongeveer 30 gram vetstoffen inhoudt, olie en eigeel, heeft iedereen een zeker
aantal calorieën gekregen die samen met degenen der meelstoffen, brood,
aardappelen en andere groenten, de nodige hoeveelheid zullen verstrekken voor
de goede gang van de menselijke motor. Maar zo U in de plaats van een lepel mayonaisesaus
met olie, 3 lepels (100gr) van een papje geeft van water, azijn, maïsmeel,
heeft elke persoon slechts 8 gram meelspijzen gekregen en negentig gram water,
azijn en soms mostaard. Deze ingrediënten hebben absoluut geen voedende waarde,
en de acht gram meelstoffen, wat geen of nauwelijks een koffielepeltje is,
geeft geen kracht voor werk of spel. Hetzelfde geldt voor brood, op 100gram,
(beslag met aardappelen) is er ongeveer de helft water, van dertig tot
vijfendertig gram zetmeel en van vijftien tot twintig gram...., geeft slechts de illusie genoeg te
hebben gegeten.
Maar wat moet men dan doen?
Aan de producten die geen hogere voedingswaarde hechten dan
ze werkelijk bezitten, vermijd de maag te vullen met misschien erg geleerde
bereidingen, die smaak, en oog strelen, maar absoluut geen voedende kracht
hebben, en zuinig zijn op de producten welke deze hoedanigheden bezitten.
En hierop moet men bij de opvoeding van de toekomstige
huishoudsters gelet worden.
Vaak heeft men het koken als laag-bij-de-grondse bezigheid
beschouwd, niet nodig voor jonge meisjes, die natuurlijk liever piano studeren,
dansen of andere sport doen- hetgeen allemaal heel interessant is- maar wat
niet beletten moet, dat een toekomstige huisvrouw, moet weten hoe haar gezin
behoorlijk moet gevoed worden
Let wel dat ik niets heb tegen handigheidjes, die een mooier
uitzicht geven aan gerechten, ze meer volume geven, ik zie geen gevaar in een
saus waar weinig of geen vet gebruikt werd, nog in brood, waarin aardappelen
verwerkt worden, dit alles maakt deel uit van de kookkunst, maar ik wil U de
aandacht vestigen op de kennis van de voedingswaarde der gebruikte
voedingsgrondstoffen en doen begrijpen dat het mogelijk is meer nut te trekken
uit de voedingsstoffen door de bereiding van groenten, vlees of andere
ingrediënten, niet verloren te laten gaan.
Ten slotte de huisvrouw is zeer belangrijk die ook optreedt
als minister van gezondheid en van het gezin, en de echtgenoot als minister van
Financiën.
Tags:Roof van huisdieren, raadgevingen van Gaston Clément, sluikslachters aan het werk in Westmalle
13-11-2011
Vlees, lever- en bloedworst voor zegel nr.9
De moeilijke materie
van de rantsoeneringszegels.
Per persoon en per
tijdseenheid, bijvoorbeeld een maand of week, werden bonnen uitgereikt waarmee voedingswaren
konden gekocht worden. Zonder zegeltjes
of bonnetjes, anders geen etenswaren.
Onderstaande tekst is
blijkbaar een verklaring van hogerhand waarom plotseling meer worst kan verkregen
worden met zegel nummer 9.
De maatregel die op zichzelf voor de oningewijde zonderling
zal voorkomen daar waar voorafgaandelijk het vleesrantsoen van 35 gram op 25
gram moest gebracht worden, zal het volstaante verklaren dat deze vermindering noodzakelijkerwijze moest doorgevoerd
wordenten einde onze veestapel weer te
kunnen aanvetten en de melk- en boterproductie niet alleen op peil te houden
maar trachtenze te vermeerderen
Daarbij komt echter dat er regelmatig dieren van de minste
kwaliteit, die toch niet tot de goede mestdieren kunnen gekweekt worden
aangevoerd zijn. Deze dierenkunnen niet
in de handel gebracht worden voor toebedeling van vers vlees en dienen verwerkt
tot worsten of vleesproducten.
Bij de mensen van de stiel noemt men deze gewoonlijk de
dieren of worstdieren.
Als men nagaat dat door de vermindering van het
vleesrantsoen enerzijds en de genoegzame toevoer van dierenanderzijds, de zegels tegen vlees van goede
kwaliteit kunnen ingewisseld worden, dan is het lichtelijk te begrijpen dat
deze worstdieren, die om zeggens alleen aan de vleeswarenfabrikanten worden
toegekend, in hun opslagplaatsen blijven hangen.Vandaar die bedreigingtot stilleggen van het bedrijf, werkloosheid
en diens meer.
Het huidig besluit heeft dus een dubbel doel; aan de ene
zijde zullen onze huismoederstot de
grote industriële centra zich vlees- lever- en bloedworst kunnen aanschaffen
met zegels die tot hiertoe ongebruikt bleven, terwijl anderzijds onze
vleeswaren fabrikanten zullen kunnen blijven werken.
De zegels nr.9 hebben een waarde van 50 gram en waarvan er
voor elke persoon 3 afgeleverd worden, voordien dus een bijgevoegde
vleesbevoorrading van 150 gram per maand en per persoon, wel te verstaan,
wanneer men lever en bloedworst, vervaardigd uit slachtafval, daarentegen
moeten afgeleverd worden tegen 4x4 de zegelwaarde of 200 gram per zegel, wat
dus, vooral voor onze arbeidersgezinnen betekent dat er iets hartelijks bij de
boterham zal kunnen gegeven worden zonder schaarse vleeszegels te moeten
gebruiken, en dit daarenboven aan zeer voordelige prijzen, vermits dezeleverworst aan 15 fr. het kg en de bloedworst
aan 12.50 fr. het kg. maximumprijs moeten verkocht worden.
Het spreekt vanzelf dat de vleeswarenfabrikanten aangemaand
worden om, de omstandigheden in acht genomen, dergelijke waren op de markt te
brengen, dit in hun eigen belang.
Nu er zoveel minder van alles is, moet men het voorradige zo
smakelijke en zuinig mogelijk gebruiken.
Vele huisvrouwen, die vroeger maar kookten met de rapen in
de pot zullen nu verplicht zijn meer overleg en vindingrijkheid aan te wenden,
zo wordt de keukennood tot een bron van keukendeugden.
Oorlogsrecepten:
Vleeskroketten zonder
vlees.
Neem een hoopje havervlokken,5à 6 opgestapelde soeplepels .
Voeg er één ei aan toe,en een soeplepel tomatenmoes,een
beetje fijngehakte ui, wat zout en peper naar smaak.
Goed mengen en dan een kwartiertjelaten rusten. Van het deegmaakt men kleine kroketjes, die men bakt in
een pan of in een pot met wat margarine of vet, waarin een paar schijven ui
werden gebruineerd. Na 6 tot 7 minuten zijn de kroketjes gaar. Dan kan men aan
het vet een blokje bouillon toevoegen, met wat water, waardoor men meer saus
krijgt.
Het is echter niet absoluut nodig.
Gefruite macaroni.
Ook dit gerecht kan dienst doen, ter vervanging van vlees, omdat
het hartig smaakt en er heel aanlokkelijk uitziet.
De macaroni wordt in zout water gaar gekookt. (10 minuten in
het kokend nat laten)
Dan laat men ze uitlekken. Men laat ze koud worden op een
schotel, die met bloem is bestrooid, de laag wordt zo dun en zo breed mogelijk
uitgespreid.
Men fruit ze in een vetpot,waarvan het vet eerst matig warm
is, om snel op hoge temperatuur te worden gebracht. De macaroni wordt op een
warme schotel opgediend.
Rumkorsten.
Inde koekenpan worden broodsneetjes van een vinger dikte
vijf minuten aan elke kant gebakken.
In twee glazen vol water laat men een kopje poedersuiker
smelten, andere suiker is ook goed, maar dan duurt het wat langer. Die
suikerstroop kookt men gedurende vijf minuten, men voegt er daarna enkele grote
rozijnen bij. De gebakken broodsneden worden op een schotel geschikt en met
warme stroop overgoten die op smaak gebracht is met rum of met essence van rum.
Tags:Vleeskroketten zonder vlees, Gefruite macaroni, Rumkorsten
26-09-2011
Oorlogsverhaal van mevrouw Ange
Een dame uit Antwerpen
vertelde het volgende over de oorlog en wat er toen te eten viel.
Gisteren stelde je mij de vraag of ik soms nog een kookboek
bezat van in de oorlog 40/45. Ik woonde toen op de Vrijdagmarkt en op 2 Januari
45 viel er een V 2 bom : huis plat en
alles kwijt. Wij hadden niks meer, gelukkig waren wij die nacht
bij mijn grootmoeder op de buiten blijven slapen. Er waren toen 29 doden,
waaronder mijn beste vriendin en haar ouders, en 42 gewonden.
Ik was 16 jaar toen de oorlog uitbrak, ik kookte dus nog
niet. Wij aten wat er te krijgen was : op rantsoen - een bonnetje per persoon -
niet teveel.
Genoeg om de honger wat te stillen : grijs zuur Duits brood
- een echte spons - zo plat ! Vooral witte kool was er vrij te krijgen en soms
kwam er in de viswinkel een vracht panharing
aan,te koop zonder
bon. Als een lopend vuurtje werd dat bekend : iedereen met een emmertje daar
naartoe en aanschuiven, in de hoop dat er nog wat over was als 't uw beurt was.
Die werd dan gebakken en de overschot (soms) gepekeld voor
laterLaat ons zeggen:dat de witte kolen en de panharing ons in
leven hebben gehouden.
Ik herinner mij dat mijn moeder aardappelkoek en soms
wortelkoek bakte.
De aardappelschillen werden gekookt om aardappelbloem te
verkrijgen.
Op de zwarte markt kochten wij bruine bonen, lieten die op
zolder drogen, en die werden gepeld en dan werd er soep van gemaakt.
Bij de boeren op de buiten kon men van alles kopen - aardappelen
- boter - eieren - spek...als ge maar veel betaalde en ge kwam onderweg den
Duits niet tegen, diesoms alles afnam.
Op school kregen wij regelmatig een lepel levertraan ( bah !
) ook soms vitamine C pillen.
Later werd dan WINTERHULP opgericht, die soep uitdeelde op
bepaalde plaatsen.
Voor mijn verjaardag kon mijn vader in 't café ( op
bestelling) als geschenkje een pateeke of een echt stuk chocolade kopen : dik
betaald natuurlijk. Dat werd "onder den toog"
Genoemd - ik was daar heel gelukkig mee - 't zou nu bij de
jeugd niet meer waar zijn.
Ik heb u waarschijnlijk niet veel verder geholpen wat "
koken onder de oorlog " betreft, maar ik heb er echt geen papieren meer
van...
Cichorei werd tijdens de oorlogsjaren zeer veel gebruikt. Koffie was zeer duur tot onbetaalbaar geworden. De gebrande wortel van de cichoreiplant werd eerst gedroogd en nadien gebrand zoals koffie gebrand wordt. Het meest voorkomend was een mengsel van evenveel cichorei als koffie. Ook de wortel van de paardenbloem (pisbloem) werd gebrand, maar niet industrieel. Dit was huisvlijt. Ook andere surrogaten werden gebruikt zoals gebrande gerst, gebrande eikels...
Een ander commercieel product was de Buisman's aroma van de firma Buisman. Een donkerbruin poeder waarvan een schepje bij de koffie gevoegd werd om een beter aroma te verkrijgen. Het is een koffietoevoegsel bestaande uit gebrande, gekaramelliseerde glucosestroop en melasse. Het Nederlandse product werd ook in België gebruikt maar in mindere mate dan in Nederland.
Ook werd soms een snuifje zout aan het koffiewater toegevoegd om zo een betere smaak te bekomen. Naar het schijnt verkrijgt men betere koffie bij het gebruik van hard water. Door de zout toevoeging werd het water inderdaad "harder".
Al deze middeltjes hadden maar één doel; de prijs van de gezette koffie verminderen.
Je zal wel een beetje moeten zoeken om het programma nog terug
te vinden. Terug te vinden in de derde kolom onderaan. ( Of gebruik Ctrl F en
zoek op oorlogskeuken...)
De VRT, Radio 1 heeft toen on line een prachtig flash boekje
gemaakt waar een veertigtal oorlogsrecepten in vermeld worden die door de
luisteraars werden ingezonden. Naar het receptenboekje zelf kan hier geen link
gemaakt worden. Dat lukt alleen op de site van Radio 1 zelf.
Bij navraag heb ik de toelating gekregen van P&P om de
tekst uit het boekje weer te geven op deze blog. De tekst kan ook gedownload
worden op de site van Radio 1 maar is wel ettelijke megabites groot daarom kan
er hier ookmoeilijk een link gemaakt
worden.
Hier komen de eerste drie recepten en een reclame: hoe
gezonde konijnen kweken...!
Konijn was tijdens de oorlogsjaren een bron van vlees die
thuis kon gekweekt worden...!
Nu klinkt dit een beetje wreed maar konijnen werden gekweekt
in kleine houten kisten. Als voedsel voor de dieren dienden allerlei wilde planten
zoals paardenbloemen, weegbree, gewone berenklauw, enz... Deze laatste plant
werd zelfs in de Kempen: konijnenwittebrood genoemd... en oorlog of geen
oorlog, de planten groeiden gewoon door.
De overlevingskoeken zelf herinner ik mij niet meer maar
tijdens mijn jeugdjaren werden wel harde koeken van het merk Parein verkocht
die soldatenkoeken genoemd werden. Het waren vrij grote vierkante koeken en
waarschijnlijk zeer voedzaam. Ik verbrokkelde ze graag in melk want warme melk
lustte ik niet..! De koeken zorgden er dan voor dat de smaak van de melk
veranderde. Dan lustte ik het wel.(
Verwend jongetje...!)
Over het recept voor kneutelen, of kneutels, heb ik vroeger reeds verscheidene reacties gekregen. Het gerecht blijkt nog steeds geliefd te zijn in Oost-Vlaanderen.
-In plaats van van zelfrijzende bloem gebruiken
we gewone bloem maar voegen er een kleine hoeveelheid gist aan toe. (40 gr / 500gr
bloem)
-Kneutels noemen ze hier noemen ze Overmeerse
deegbollen. Gewone deeg maken water, bloem, beetje zout en bollen maken. Met
een lepel uitscheppen en in kokend water doen tot de bollen glazig plakkerig
zijn uitscheppen op keukenpapier leggen vervolgens een kop van 350 ml of meer melk
op vuur plaatsen kaneel en bruine kandijsuiker toevoegen laten inkoken
vervolgens opdienen en met deze saus overgieten en eventueel nog bruine suiker
opstrooien naar vrije keuze kunnen er ook rozijnen bijgedaan worden !!! Mijn
voorkeur gaat naar alleen de bollen zonder bijvoegsels
-Ik heb dit recept van mijn grootmoeder destijds.
3 kg bloem
150 g gist
1 liter melk
2 flessen bier
10 eieren
750 g rozijnen
Alles goed mengen en laten rijzen
onder handdoek.
In kokend water bollen leggen.
Eens keren en dan uithalen en uitlekken.
Met bruine suiker en boter eten.
Saus van bruine suiker kan ook.
In onze streek (Sint-Laureins, Kaprijke, Eeklo
dit is het noorden van Oost-Vlaanderen) kennen zelfs jonge mensen kneutels maar
al te goed. Wij maken zowel grote als kleine kneutels ongeveer zoals hier
omschreven (zelfrijzende bloem + ei + rozijnen) en gebruiken een keukenhanddoek
als zak voor grote en zakdoeken voor kleintjes. De doek wordt gesloten gehouden
met een veiligheidsspeld. Probleem met kneutels is dat ze heel makkelijk
mislukken. Bij het uit het kokend water halen vallen ze soms in tot een
oneetbare steen. Aan wat dit ligt is mij echt niet duidelijk gezien je bij het
tegelijkertijd maken van vb. 3 kleine kneutels best 1 mislukte en 2 gelukte
kunt hebben. De saus die we erbij gebruiken is met maïzena gedikte melk die
gezoet wordt met witte en/of bruine suiker. Op het bord wordt dan nog naar
believen extra bruine suiker bij gestrooid. De gebakken schijven eten we met
dezelfde saus en bruine suiker.
Tags:Rapensoep, Kadul, Melksaus met eitjes, Gestoofde ajuin
11-07-2011
Recepten van Gaston Clément
Het recept voor de aardappelknoedels komt zeer duidelijk uit
de Italiaanse keuken, ook een arme keuken. Een keuken waar vooral goedkope
grondstoffen gebruikt worden...
Het recept is identiek aan aardappelgnocchis. Wat een goed
idee was van gaston Clément.
Tags:Aardappelkoek, bonentaart, wafelen met wortelen, macarons van havermout
04-07-2011
Academie voor de Streekgebonden Gastronomie vzw
De Academie voor de Streekgebonden Gastronomie (ASG), een vzw opgericht in 1981, bestudeert voedingsgewoonten, eetcultuur en voedingsgeschiedenis. We richten ons vooral op de gastronomie in Vlaanderen, Nederland en Frans-Vlaanderen (Noord-Frankrijk). Bijzondere aandacht gaat uit naar de streekgastronomie in deze gebieden. We vinden het belangrijk dat streekproducten en -gerechten, tradities en verhalen rond voeding niet verloren gaan.
Onderzoek rond voedingsgeschiedenis (maar bv. ook rond gastronomische vaktaal) maakt een wezenlijk onderdeel uit van de ASG-werking. Zo publiceerde ASG eerder dit jaar het boek 'Cauderlier, kok voor burger en koning' over de 19de-eeuwse Belgische kok Philippe Cauderlier (uitgegeven bij Oogachtend, Leuven). ASG kan voor haar onderzoek terugvallen op een eigen bibliotheek en documentatiecentrum en op de kennis en collecties van haar leden. Onderzoeksresultaten vindt u terug in afzonderlijke publicaties en in het driemaandelijkse ASG-tijdschrift.
De Boerinnenbond publiceert tijdens de Tweede Wereldoorlog,
inspelend op de schaarsheid van levensmiddelen (ook op het platteland), een
Oorlogskookboekje, in opdracht geschreven door Gaston Clément. Het boekje bevat
tal van tips voor een spaarzame en zuinige keuken. Stoofpotten en andere
gerechten van vroeger treden opnieuw op de voorgrond. En ook het
ledentijdschrift van de Boerinnenbond promoot de teelt van bijna vergeten
basisproducten, zoals rogge en boekweit. Eiwitten moeten opnieuw komen van
erwten en bonen. En zelfs de hooikist wordt terug van de zolder gehaald.
Hier volgt het voorwoord uit "Ons
Oorlogskookboekje", opgesteld door de gerenommeerde chef-kok Gaston
Clément. Het boekje bevat slechts 40 bladzijden en meet 135 bij 208 mm.
Ik wil U niet voorspiegelen,
geachte Lezeressen, dat gij, in deze bescheiden verzameling, keukenrecepten
zult vinden die de weerga zijn van de recepten die gij voorheen, in normale
omstandigheden, met zooveel succes hebt toegepast. Het spreekt toch vanzelf dat
er in den huidigen toestand niet aan gedacht wordt gerechten met boter, eieren
en zooveel andere lekkere en voedzame bestanddeelen toe te bereiden : wij
hebben oogen, maar zien ze niet meer; ons gehemelte herkent ze nog slechts...
in verbeelding; en onze beurs... kom, maar liever niet aan denken.
Toch is het een
elementaire, en niettemin onomstootbare waarheid, dat men met « niets » niet «
iets » kan maken. Verbeeld U dan ook niet dat gij in deze verzameling
toovertormules zult vinden - zooals in de beruchte brochures met
oorlogsrecepten, die peperduur in de handen van den lichtgeloovigen Jan Publiek
worden gestopt! - om boter, zeep en tabak zelf te fabriceeren : zulks bestaat
gewoon niet. Doch wat wij wel kunnen : het weinige waarover wij beschikken
doelmatig aanwenden, en olie, eieren, room, enz. vervangen door andere
producten; zij zullen de eersten niet werkelijk vervangen, op verre na niet,
maar toch kunnen zij dienstig zijn. Verbeeld U evenmin dat gij hierin een of
ander hocus-pocus zult leeren, dat de rantsoenen brood, koffie en andere
noodwendige voedingsstoffen vermenigvuldigt of uit de tafel stampt, noch
raadgevingen in den aard van deze waarmee sommige schrijvers den
man-uit-de-straat genadig overstelpen... zonder ze ooit te hebben getoetst aan
eigen ervaring.
Deze bladzijden
beoogen niets van dat alles. Wij kennen slechts ééne tooverformule « Zuinigheid
». Deze deugd moet ik U voor. zeker niet leeren kennen : voorbeeldige
huishoudsters als gij hebben ze te allen tijde toegepast. Toch kan het geen
kwaad er nu meer dan ooit op te hameren dat zuinigheid een groote deugd is, om,
zooniet verspilling, dan toch een zeker verlies van kostbare voedingswaren te
voorkomen. Een voorbeeld : bij het toebereiden van stoofvleesch hebt gij vet
noodig om het vleesch te bakken; wanneer het vleesch mooi bruin is, kunt ge de
pan goed sluiten en het vet op een bord gieten; dit is een kostbare wenk . niet
alleen zult gij daarbij vet uitsparen voor toebereiding van aardappelen of
groente, maar tevens de lever van uw heer gemaal vrijwaren voor congestie door
overtollig verorberen van vetstoffen.
Of dit tweede
voorbeeld : gij kookt vleeschnat, of gij stopt een ouden haan of hen in den
pot... Ziet gij dat vet boven drijven ? Schep het af, en laat het heet worden
om het nat te laten verdampen. Dit vet brengt gij bij een volgende gelegenheid
weer goed te pas.
Aanraden van
besparingen te doen op het brood ware al te dwaas; en toch... Vergeet niet dat
de kleinste, hardste korst kan gebruikt worden als korstjes in de soep, of als
paneersel; dat oud- bakken brood kan dienen om pudding toe te bereiden, en dat
pudding niet alleen een lekkernij is, maar ook, in deze benarde tijden, een
fameus vervangmiddel van het zoo strikt gerantsoeneerde brood.
Elk brokje vet dat nog
aan vleesch kleeft is nuttig; elk brokje vleesch dat nog zit aan een been uit
gekookt of gebakken of gebraden vleesch kan gebruikt worden, 't zij in gehakt,
't zij in kleine brokjes gesneden, in de soep. Als ge beenderen hebt voor de
soep, leg ze eerst een poosje in de braadpan, en schuif ze in den oven : er
komt vet uit, dat welkom zal zijn; de beenderen krijgen een mooi-bruine kleur
en een smaak van gebraad, die de soep nog lekkerder zal maken.
Een braadpan waarin
gij een beefsteak of een ander stuk vleesch liet bakken is vettig; maak er
dankbaar gebruik van om er groente of aardappelen in te stoven of te bakken.
Een pan waarin gij een of ander vet liet afsmelten is klaar voor het stoven van
groente; hetzelfde geldt voor de braadpan.
In deze brochure zult
gij, op hun onderscheiden plaats, raadgevingen vinden voor het toebereiden van
aardappelen, van groenten, van vleesch. Volg deze raadgevingen, die uitsluitend
in uw belang werden neergeschreven.
Kortom, geachte
Lezeressen, beproeft het eens met de recepten die gij in deze eenvoudige brochure
vindt; gij zult er mee geholpen worden.
Sommige gerechten
zullen misschien wel wat mager schijnen. Het moet U niet verwonderen : sommigen
onder U kunnen misschien op dit oogenblik niet « vetter » koken. Trouwens, als
uwe middelen het U toelaten, is het gemakkelijk genoeg deze recepten te
verbeteren: zij worden geschreven voor den nijpenden rantsoeneerinstijd, en
maken geen aanspraak op den titel van « hooge keuken ».
En nu geachte
Lezeressen, doet uw keus onder al deze recepten als gij tevreden zijt, acht ik
me voldoende beloond.