De moeilijke materie
van de rantsoeneringszegels. xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Per persoon en per
tijdseenheid, bijvoorbeeld een maand of week, werden bonnen uitgereikt waarmee voedingswaren
konden gekocht worden. Zonder zegeltjes
of bonnetjes, anders geen etenswaren.
Onderstaande tekst is
blijkbaar een verklaring van hogerhand waarom plotseling meer worst kan verkregen
worden met zegel nummer 9.
De maatregel die op zichzelf voor de oningewijde zonderling
zal voorkomen daar waar voorafgaandelijk het vleesrantsoen van 35 gram op 25
gram moest gebracht worden, zal het volstaan
te verklaren dat deze vermindering noodzakelijkerwijze moest doorgevoerd
worden ten einde onze veestapel weer te
kunnen aanvetten en de melk- en boterproductie niet alleen op peil te houden
maar trachten ze te vermeerderen
Daarbij komt echter dat er regelmatig dieren van de minste
kwaliteit, die toch niet tot de goede mestdieren kunnen gekweekt worden
aangevoerd zijn. Deze dieren kunnen niet
in de handel gebracht worden voor toebedeling van vers vlees en dienen verwerkt
tot worsten of vleesproducten.
Bij de mensen van de stiel noemt men deze gewoonlijk de
dieren of worstdieren.
Als men nagaat dat door de vermindering van het
vleesrantsoen enerzijds en de genoegzame toevoer van dieren anderzijds, de zegels tegen vlees van goede
kwaliteit kunnen ingewisseld worden, dan is het lichtelijk te begrijpen dat
deze worstdieren, die om zeggens alleen aan de vleeswarenfabrikanten worden
toegekend, in hun opslagplaatsen blijven hangen.Vandaar die bedreiging tot stilleggen van het bedrijf, werkloosheid
en diens meer.
Het huidig besluit heeft dus een dubbel doel; aan de ene
zijde zullen onze huismoeders tot de
grote industriële centra zich vlees- lever- en bloedworst kunnen aanschaffen
met zegels die tot hiertoe ongebruikt bleven, terwijl anderzijds onze
vleeswaren fabrikanten zullen kunnen blijven werken.
De zegels nr.9 hebben een waarde van 50 gram en waarvan er
voor elke persoon 3 afgeleverd worden, voordien dus een bijgevoegde
vleesbevoorrading van 150 gram per maand en per persoon, wel te verstaan,
wanneer men lever en bloedworst, vervaardigd uit slachtafval, daarentegen
moeten afgeleverd worden tegen 4x4 de zegelwaarde of 200 gram per zegel, wat
dus, vooral voor onze arbeidersgezinnen betekent dat er iets hartelijks bij de
boterham zal kunnen gegeven worden zonder schaarse vleeszegels te moeten
gebruiken, en dit daarenboven aan zeer voordelige prijzen, vermits deze leverworst aan 15 fr. het kg en de bloedworst
aan 12.50 fr. het kg. maximumprijs moeten verkocht worden.
Het spreekt vanzelf dat de vleeswarenfabrikanten aangemaand
worden om, de omstandigheden in acht genomen, dergelijke waren op de markt te
brengen, dit in hun eigen belang.
|