Heel lang geleden ontstond uit het Ene het volgende: De hemel, helder en één geheel. De aarde werd een geheel en kwam tot rust. De geest, vol levenskracht is een geheel en daardoor sterk. Het dal is een geheel en daarom druk bevolkt. Alles hoort bij elkaar en leeft. Koningen en leenheren horen bij elkaar, daardoor heeft het land het goed. Dit alles vanuit de kracht van eenheid.
De helderheid van de hemel voorkomt dat de hemel uiteenvalt. De stevigheid van de aarde voorkomt dat ze in stukken barst. De kracht van de geest voorkomt dat ze uitgeput raakt. De volheid van het dal voorkomt dat het dal opdroogt. De groei van het leven voorkomt dat het uitsterft. Door het leiderschap van koningen en leenheren blijft het land bijeen. Daarom is nederigheid de wortel van de nobelheid.
Het lage vormt het fundament van het hoge. Prinsen en leenheren voelen zich wezen, weduwen en waardelozen. Zijn zij niet afhankelijk van hun nederigheid?
Te veel succes is geen voordeel. Dus tinkel niet als jade en wees niet onverstoorbaar als een steen.