Inhoud blog
  • Na weken met rugpijn...
  • OSCAR IN DE LAPPENMAND...
  • Maïs anders...
  • Maïs trukjes...
  • Eindelijk...
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Wedstrijdvissen
    Verslaafd aan de brasemvisserij...
    12-09-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Na weken met rugpijn...

    ... en de nodige uitstralingen naar linkerbeen en lies ben ik zo goed als pijnvrij.
    Een epidurale infiltratie heeft het probleem met de geknelde zenuw opgelost en een facetinfiltratie zorgde ervoor dat ook de rest van de pijn is verdwenen.
    Gedaan met Mobic, Biofenac, Valltran, Dafalgan Codeïne...
    Waaruit nog maar eens blijkt dat gezondheid onze grootste schat is.

    En... juist op tijd want morgen vertrekt de bende van Oscar voor een weekje feedervissen naar de Grote Vliet (Wervershoof - Friesland). Het zal vooral de methodfeeder zijn die aan de tand gevoeld wordt en het vissen met pellets.
    Als ik ter plaatse internet heb, dan laat ik wel een berichtje.

    Bloktechnisch hoop ik in oktober weer van de partij te zijn, want er is op wedstrijdgebied nog wel wat interessants te melden.


    >> Reageer (0)
    16-08-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.OSCAR IN DE LAPPENMAND...

    Sorry aan al diegenen die regelmatig mijn blog bezoeken.
    Ik heb een geknelde zenuw in de rug... CT-scan, echo, emg... de definitieve diagnose moet nog gesteld worden... hopelijk heb ik morgen uitsluitsel.

    Ondertussen slik ik Mobic en Valtran om he geheel een beetje draaglijk te maken.
    Het leven gaat verder en gezien ik op mijn 64ste nog altijd een bezige bij ben, zijn de periodes dat de pijn wat minder is nodig om mijn dagelijks werk te doen.

    Ik hoop van na mijn verlof in september terug tijd te hebben om te bloggen. Ook iedereen die me een e-mail heeft gestuurd krijgt antwoord.


    >> Reageer (0)
    13-06-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Maïs anders...
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    De maïs die meestal aan de waterkant wordt gebruikt, komt rechtstreeks uit het blik. Men spreekt over maïs uit de supermarkt als zijnde knapperig (crispy) en dat wil zeggen dat hij voor ons mensen op die manier het lekkerst is. Naar mijn gevoel echter iets te hard om voor de vis als aas perfect te zijn. Invriezen is de boodschap.
    Uit economische overwegingen koop ik meestal een groot blik maïs. De maïs wordt in een vergiet gegoten en met koud water afgespoeld. Ik ben geen voorstander van de zoete vloeistof die samen met de maïs (sweetcorn) in het blik zit. Het kleeft aan je handen, het kleeft aan je hengel… Na spoelen laten we het gele lekkers goed uitlekken. Persoonlijk neem ik altijd de moeite om het geheel te sorteren op grote en kleine korrels, al is dat niet strikt noodzakelijk. Vervolgens wordt de maïs in wedstrijdklare porties in diepvrieszakjes verpakt. De lucht uit het zakje drukken, goed afsluiten, de datum op het zakje schrijven en ze verdwijnen in de diepvriezer.
    De avond voor de wedstrijd laten we de maïs in het zakje ontdooien en je zal zien dat de buitenkant van  de korrels zachter is geworden. Vis je met maïs, gebruik dan een voldoende grote haak met een ronde bocht (bv. Mustad Long Point Wide Gape Superpower nr.14) vissen en de punt van de haak moet altijd uit de maïs steken.


    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Maïs trukjes...
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Maïs die je invriest, is heel makkelijk te flavouren. Voor je het diepvrieszakje sluit, druppel je een beetje van je favoriete geur- smaakstof over de maïs, lucht in het zakje blazen, goed schudden, lucht er uit drukken, afsluiten en invriezen.
    Mijn favorieten: mapple dream of bergamot.

    Maïs die langzaam zakt, bezit heel dikwijls een stuk meer aantrekkingskracht, zeker wanneer we ondiep vissen. Zet de maïs op de haak en druk het harde middengedeelte er uit. Het vel dat overblijft geeft een traag zinkend aas dat op een heel speciale manier naar beneden dwarrelt en zeker door de vis zal opgemerkt worden.

    Als brasem niet echt op dreef is, hebben we de gewoonte over te schakelen op kleiner en minder aas. Met maïs is dat naar mijn gevoel juist het omgekeerde. Zet bijvoorbeeld eens vier korrels op de haak, dat wil zeggen twee op de haak een op de steel en een op de punt en twee maïskorrels die boven de haak op de lijn werden geschoven.

    Maïs is een perfect combinatieaas en in combinatie met een mestpiertje een absolute winnaar. Wij hebben ook uitstekende resultaten behaald met een rode imitatiemade op de punt van de haak.

    Let op wanneer je maïs bijvoert. Maïs verzadigt de vis, dus je voert best weinig maar dikwijls. Vier tot vijf korrels per keer is de maximum. Best nog afgewisseld met ofwel maden of casters in een verhouding van een keer maïs en twee keer maden.


    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Eindelijk...

    Eindelijk de tijd om even te bloggen... zo vlak voor de verkiezingen...
    Ik ben zeker niet iemand die elke dag de tijd heeft om nieuwe berichten op zijn blog te zetten. Als je van zeven tot zeven met je werk bezig bent... en het grootste deel van die uren voor het scherm van een Mac of Pc zit, dan heb je het het wel gehad.
    En... in het weekeinde moet er gevist worden of krijgt de familie mijn volle aandacht.
    Ondertussen zijn er al een aantal wedstrijden de revue gepasseerd en qua resultaten mogen we zeker niet klagen.
    Een ding wil ik hier toch even onder de aandacht brengen...
    Mijn vriend Jo met wie ik al jaren koppel vis, is een fervente aanhanger van de panieklijn (vissen met zwaar lood) en ik ben van huize uit een adept van een klassieke visserij, met "peuteren" (niet in mijn neus) als mijn ultieme uitdaging.
    Kunnen beide technieken tijdens een koppelwedstrijd naast mekaar gebruikt worden:
    het antwoord is ja als er "veel" vis op de stek zit (dat wil zeggen op een koppelwedstrijd van 3 x 2 uur moet er minstens 80 tot 100 kg vis gevangen kunnen worden). Is dat niet zo, dan moet er gekozen worden voor de meest productieve techniek en in veel gevallen is dat de panieklijn. Tot spijt van deze jongen die zijn perfect afgestelde lijn moet inruilen voor een lijn met een schuiflood van 10 gram.


    >> Reageer (0)
    02-05-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Een portie onmiddellijke aantrekkingskracht...
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    We kunnen gelijk welke lokaassamenstelling een extra “boost” geven die voor een extra portie onmiddellijke aantrekkingskracht zal zorgen. Hier komt de truc met het suikerklontje om het hoekje kijken. Stel we hebben tien voerballen, wel dan zullen we er vijf en dat zijn de vijf voerballen die we als laatste inwerpen voorzien van een suikerklontje met de nodige extra’s.

    Hoe gaan we te werk?

    We nemen een voerbal en breken die in de helft. In een van die helften drukken we een suikerklontje en met een spraybusje besproeien we het suikerklontje met een flavour naar keuze. Hier blijf ik een voorkeur hebben voor Scopex of Maple. De twee helften weer in mekaar kneden en klaar is Kees. Moeilijker dan dat is het in feite niet.


    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Drie noodzakelijke lokaas-eigenschappen...
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Wat reglementen betreft (hoe absurd ze soms ook mogen zijn) is het zo dat op de meeste Belgische brasemvijvers de hoeveelheid lokaas beperkt is (bijvoorbeeld 1 kg droog of 1,750 kg nat) en al dit lokaas moet bij het startsignaal ingesmeten worden. Dit vraagt om een lokaas dat specifieke eigenschappen heeft.

    Naar mijn gevoel en ervaring zijn deze eigenschappen samen te vatten in de volgende drie punten.

    1. Onmiddellijke aantrekkingskracht.
    Het lokaas moet voor een onmiddellijke aantrekkingskracht zorgen. De vis krijgt een duidelijk signaal dat er op onze stek voedsel aanwezig is. In feite zou je dit een beetje kunnen vergelijken met het "frituur"-fenomeen. Je hebt totaal geen honger, je komt voorbij een frituur, je snuift de geuren op en je krijgt het water in de mond. We mogen hierbij niet vergeten dat reuk- en smaakzin bij vissen sterk ontwikkeld is… ook bij vriend brasem. In principe moeten we dit eerste punt invullen via het “lekkers” dat we in het lokaas verwerken (bv. de geëxpandeerde pellets met aangepaste geur- en smaakstoffen).

     2. Blijvende aantrekkingskracht.

    Via die geëxpandeerde pellets komen de aanwezige geur- smaakstoffen slechts met mondjesmaat vrij zodat er op de stek een constante aantrekkingskracht van de flavour aanwezig is. Nadat het instinct van de vis, die in de omgeving van de stek rondzwemt, door de onmiddellijke aantrekkingskracht op scherp werd gezet (het is een utopie te denken dat wij de vis van de andere kant van de vijver naar onze stek zullen trekken) zal de blijvende aantrekkingskracht er voor zorgen dat de vis daadwerkelijk op de stek komt azen en naar het aangeboden aas zoekt.

    3. De beetfactor

    Als er stevig wat vis op de stek zit, dan is 1 kg lokaas geen lang leven beschoren, dus moeten we er voor zorgen dat er op de stek constant voldoende ander lekkers voorhanden is (maden, casters, maïs, pellets...). Deze moeten de vis op de stek te houden. De vis moet constant naar voedsel blijven zoeken. Ze azen op de stek en worden niet verzadigd. Wij moeten er op toezien dat het aas op de haak het meest aantrekkelijke stukje lekkers is dat op de stek te vinden is en dat het wordt aangeboden op de manier dat de vis het verkiest. Het is met andere woorden ook nodig dat we de vis op de stek bezig houden.


    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.KOPPELWEDSTRIJD _ DE AALSCHOLVERS _ RIJKEVORSEL

    84,900 kilo brasem gevangen... (66 stuks) goed voor een zesde plaats in de sector en een twaalfde plaats op de einduitslag (24 koppels).
    Onze sector werd gewonnen met 109,050 kg en de tweede sector met 122,540 kg (3 x 2 uur vissen). In totaal waren en 6 gewichten boven de 100 kg.
    In het totaal werd er 1.740,720 kg brasem gevangen.
    Cijfers die in ieder geval tot de verbeelding spreken...


    >> Reageer (0)
    28-04-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.28 april 2010

    Een zwarte dag... mijn lieve schoonmoeder wordt vandaag begraven en dat heeft de voorbije weken veel van mijn tijd opgeslorpt. Ze zou in mei 90 jaar zijn geworden, maar een zwaar herseninfact heeft er anders over beslist. Na drie weken vechten, heeft zij de strijd opgegeven.

    Zaterdag ga ik terug vissen... een koppelwedstrijd op de Aalscholver en bij leven en welzijn kiezen we als techniek voor de "panieklijn"... op hoog van zegen.


    >> Reageer (0)
    17-04-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Uitloden _ deel-2
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Over balans…

    Het ultieme doel van gelijk welke lijn is dat elke aanbeet in vis wordt omgezet. Extreem zouden we het zo kunnen stellen: we weten allemaal dat een dunnere onderlijn meer aanbeten oplevert, maar als er niet met een aangepaste elastiek mag gevist worden, dan wordt men onherroepelijk geconfronteerd met lijnbreuk. Mag men wel met elastiek vissen, dan moet de diameter van de elastiek(en bijhorende rekfactor) in balans liggen met de trekkracht van de onderlijn. Een elastiek nummer 16 in combinatie met 12 honderdste onderlijn, is om problemen vragen. Een nummer 8 is er wel een geschikte partner voor. Het is kwestie dat  er een honderd procent balans is tussen al de onderdelen die we gebruiken om een mijn samen te stellen. Aan de waterkant moeten we keuzes maken die gedicteerd worden door: weersomstandigheden, toestand van het viswater, visplaats, waar moet de vis gevangen worden, hoe moet de vis gevangen worden, welke vissoort primeert, wat is het favoriete aas… hoe koppelen aan dat alles nu een perfecte lijn?

     

    Uitloden… mijn drie basispatronen…

    De tekening geeft een duidelijk beeld van mijn drie manieren van uitloden (die gekoppeld zijn aan mijn pennenselectie. Geen ingewikkeld gedoe, maar ik weet wel het hoe, wat en waarom van het eerste tot het laatste loodje en wat er aan de aasaanbieding verandert als ik tijdens het vissen deze loodzetting verander. Het uitgangspunt van deze 3 basispatronen is dat ik aan de waterkant bijvoorbeeld an patroon-1, probleemloos patroon-2 maak en omgekeerd. Het idee verscholen achter deze drie basispatronen is “een soepele, zo natuurlijk mogelijke aasaanbieding”.

    Voor pennen tot 0,5 gram gebruik ik Styllood en voor pennen van 0,5 gram tot 1 gram verkies ik hagellood. Vanaf plus 1 gram zal ik een druppelloodje in de loodzetting verweren. Druppellood dat maximaal 1/3 van het totale loodgewicht uitmaakt (pen van 1,5 gram = druppellood van 0,5 gram).

    Ik gebruik graag kleine maten lood, met als nadeel dat ik wel vrij veel loodjes op de lijn moet zetten. Dat beduidt extra werk. Nog belangrijker is de kwaliteit van de lood. De kwaliteit van het originele Styllood is een gekende parameter. Wat hagellood betreft, is het aanbod enorm groot, maar spijtig genoeg is de kwaliteit soms ver te zoeken. Vermits tijdens het vissen het aanpassen van de loodzetting mede de kern van de zaak uitmaakt, moet het lood makkelijk verschuifbaar zijn zonder de lijn te beschadigen en zonder dat het van de lijn springt.

    Patroon-1

    Hier spreken we van een evenredig gespreide loodzetting. Het benodigde lood wordt op de lijn gezet met telkens 1,5 cm afstand tussen elke loodje. Het eerste loodje (of laatste loodje… ’t is maar hoe je het bekijkt) zit op een afstand van 44 cm van de haak. De regel die ik hiervoor hanteer, is vrij eenvoudig. Ik vis met onderlijnen van 22 cm dus het eerste loodje wordt op een afstand van tweemaal de lengte van de onderlijn op de lijn geknepen. Deze loodzetting wordt gebruikt voor een kantvisserij gericht op karper en is geschikt voor pennen van 0,3 tot 0,8 gram. Wordt best gevist met de haak staand op de bodem of tegen de kant van een glooiing (talud). Dit is trouwens mijn favoriet startpatroon voor een moeilijke visserij.

    Patroon-2

    Dit is opgebouwd uit tweemaal een bulklood. Geschikt voor elke visserij waarbij de vis op de voerplek steek en positief aast. Perfect voor een klassieke brasemvisserij. Het bovenste bulklood komt op 50 cm van de haak en tussen de loodjes die dit bovenste bulklood vormen zit een halve centimeter ruimte. Het onderste bulklood staat op 22 cm van de haak, zijnde de lengte van de onderlijn. Het onderste bulklood moet voldoende gewicht in de schaal werpen om gelijk welke aanbeet positief door te seinen. Meestal is 3 x loodhagel nr. 8 een goede keuze voor dit onderste bulklood. We peilen de lijn zo uit dat het onderste bulklood juist de bodem niet raakt. Dit bulklood mag maximaal 5 cm van de bodem hangen. De onderlijn rust in volle lengte op de bodem. Het is de bedoeling het aas vrij snel bij de vis te krijgen en positieve aanbeten te noteren. Geschikt voor pennen van 0,5 tot 1,5 gram.

    Patroon-3

    Is de combinatie van een bulklood en drie valloodjes (droppers). Het is de all-rounder van de drie. Het onderste valloodjes staat op 22 cm, zijnde de lengte van de onderlijn, van de haak. Op 6 cm boven het eerste valloodje komt het tweede, het tweede zit op 6 cm van het eerste en het derde op 6 cm van het tweede. Met het bulklood wordt gestart op een afstand van 15 cm van het derde valloodje. De loodjes die het bulklood uitmaken, staan op een afstand van 0,5 cm van mekaar. Dit patroon is dank zij de drie valloodjes een vrij positieve loodverdeling en ideaal voor het vissen met maden en/of casters. Staat er wind en moeten we het aas zo stil mogelijk aanbieden, dan kunnen we tot de drie droppers op de bodem leggen om het aas af te remmen.


    >> Reageer (0)
    13-04-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Een nieuwe vaste hengel...
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Jarenlang waren ik en mijn Arca Unlimited Gold onafscheidelijk. Ik was er mee vergroeid en we waren zo goed als onafscheidelijk. Enkele maanden geleden heb ik via het internet nog een spiksplinternieuw exemplaar gekocht.
    Er zijn geen onderdelen meer verkrijgbaar en in de verste verte kon ik nog geen afscheid nemen van deze trouwe metgezel.
    Na een geviste wedstrijd in maart laatstleden zagen mijn handen zo zwart als roet en ik besloot van mijn hart een steen te maken en de Unlimited werd uit het foedraal gehaald en opgeborgen.

    Mijn keuze is gevallen op een Arca Match 7010. Deze oversteekhengel wordt verkocht als een pack met een extra topset, een power topset, een cupping kit en een mini verlengdeel. Alles mooi verpakt in een foedraal. Aangevuld met wat extra topsets (voor het ombouwen met elastiek) en power topsets (voor een visserij met 14 honderdste) heb ik terug een vaste hengel bij de hand die me na enkele testvissingen mijn Unlimited heeft doen vergeten. Voor mij een ideale brasemhengel voor de klassieke vijvervisserij.

    Bijlagen:
    match7010.jpg (26.7 KB)   


    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Uitloden _ deel-1

    Indien ik alle loodzettingen die her en der te vinden zijn, zou verzamelen, dan kan er alleen al over dit onderwerp een boek worden geschreven. En iedere kampioen, groot of klein heeft er een eigen mening over. Ook hier is het dus kwestie van keuzes maken. We kiezen voor een loodzetting die aanleunt bij de gekozen visserij (in dit geval een vijvervisserij op brasem & karper) die bovendien de nodige variaties toelaat zodat we het aas kunnen aanbieden zoals de vis het op dat moment dicteert. Want in heel dit gebeuren mogen we het volgende nooit vergeten: ”het is en blijft de vis die de touwtjes in handen heeft en baas over de situatie is”. Hagellood of Styls op de lijn zetten tot de pen perfect is uitgelood is absoluut noodzakelijk. Een welbepaalde gedachtegang in de loodzetting verwerken zodat men aan de waterkant het gedrag van de lijn, zijnde in eerste instantie de aasaanbieding, in gelijk welke situatie aan het aasgedrag van de vis kan aanpassen… is eveneens een noodzaak.

    Hoe natuurlijker die aasaanbieding hoe beter, dat is een regel die we steeds en altijd voor ogen moeten houden en die niemand zal betwisten. Bovendien moeten we rekening houden met de snelheid waarmee we het aas naar de azende vis willen brengen. Als de vis strak tegen de bodem aast, dan heeft het bijvoorbeeld geen zin dat het aas traag naar beneden dwarrelt. Voor mij zijn de voornaamste loodjes in gelijk welke manier van uitloden de valloodjes en het verklikloodje. Onze Engelse vrienden noemen het “dropper-shots” en “tell-tale shot”.

    Laat het ons in eerste instantie over deze loodjes hebben.

    “Dropper-shots” en “tell-tale shot”…

    Om te beginnen, verwacht van mij in dit verband geen revolutionaire zaken of uitzonderlijke nieuwigheden, nee, gewoon de naakte feiten want er is naar mijn weten ook niet meer dan dat. De valloodjes op de lijn, zullen voor honderd procent bepalen hoe die lijn uiteindelijk vist. Het verklikloodje is en blijft het eerste contact met de vis. Zijn de dropper-shots te zwaar, dan hebben ze een negatieve invloed op de natuurlijke aanbieding van gelijk welk aas en op de gedragingen van de lijn. Is het verklikloodje bijvoorbeeld te licht, dan worden voorzichtige aanbeten niet positief doorgeseind. Wanneer we over het gewicht van zowel de valloodjes als het verklikloodje praten, dan hebben we het over hagellood in de nummers 8 (0,06 gram), 9 (0,05 gram) en 10 (0,04 gram).
    Waarbij mijn persoonlijke voorkeur voor de brasemvisserij op vijvers uitgaat naar hagellood nummer 9. Voor de liefhebbers van Stylood komt dat overeen met een
    Styl nr.12, een Styl nr.11 en een Styl nr.10. Styllood gebruik ik enkel en alleen voor mijn peuterlijnen.

    Het is zo dat in de praktijk het gewicht en de plaatsing van deze loodjes de snelheid en de boog zullen bepalen waarmee het aas uiteindelijk door het water valt en bij de azende vis belandt. Tijdens het vissen zal het verklikloodje steeds het eerste loodje zijn dat verschoven wordt. In feite kunnen we de plaats van het verklikloodje samenvatten als volgt: zien we aan het aas dat we een beet hebben gehad en dat onze pen niets heeft laten zien of we vangen vis die het aas diep heeft geslikt, dan schuiven we het verklikloodje dichter bij de haak. Bijt de vis voorzichtig en slaan we regelmatig mis, dan plaatsen we het verklikloodje verder van de haak. Het is een beetje het zoeken naar en het vinden van de gulden middenweg die op dat moment de vangsten bepaalt. Bij een peuterlijn kan het goed zijn dat ik tijdens het vissen een extra loodhagel nummer 10 op de onderlijn zet en dit op een afstand van 5 cm van de haak om een minuscule aanbeet toch in vis om te zetten.

    Ik wil dit bericht eindigen met de volgende gevleugelde uitspraak:
    “Echte kampioenen geloven nooit in mirakels.”


    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.With a little help from my friends...

    Jo en Oscar in volle actie tijdens een koppelwedstrijd op "Ons Genoegen"


     

    Mijn visvrienden...
    ik zou ze voor geen geld van de wereld willen missen, Peter, Toine, Geert, Jo, Acke...


    >> Reageer (0)


    Archief per week
  • 06/09-12/09 2010
  • 16/08-22/08 2010
  • 07/06-13/06 2010
  • 26/04-02/05 2010
  • 12/04-18/04 2010
  • 05/04-11/04 2010

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!