Ik ben een spaanse windhond. Ik herrinner me niet veel van mijn moeder, als pup werd ik al vroeg bij haar weggehaald. Mijn ergste herinnerringen beginnen toen ik al zeer jong op de renbaan moest. Ik weet nog dat ik nooit zacht behandeld werd, dat ik met andere lotgenoten in een hok werd geduwd met een nummer op mijn rug en een muilband aan. Als de deurtjes openvlogen schoten wij naar buiten achter een nepkonijn aan, dat was me zo geleerd, we liepen allemaal wat we konden maar altijd waren er nog andere die iets vlugger waren dan ik. Dan greep mijn baasje me ruw bij mijn nekvel en gooide me in een bench, thuis kreeg ik nog eens goed wat klappen, ik begreep er niets van, ik had toch hard gelopen voor mijn baasje! Na nog enkele races, waarbij ik zo hard liep als ik kon, kreeg ik iedere keer nog meer klappen en stampen, ze hielden van die gloeiende dingen, die ze in hun mond hadden,tegen mijn pels, ik jankte van de pijn maar dat vond mijn baasje alleen maar lollig, ik kreeg bijna geen eten en drinken meer, werd geslagen en gestampt, zag sommige van mijn vriendjes een vreselijke dood sterven, sommige een langzame vreselijke dood, soms likte er allemaal vuur aan hun pels, ik werd bang, zeer bang, ik had honger, kreeg geen eten, ik had dorst, kreeg geen drinken hoe snikheet het ook was en ik moest ook nog in de brandende zon liggen. Ik was zeer bang van mensen geworden. Tot op een dag, ik had het bijna al opgegeven, er iemend kwam die me meenam, ik was toen nog een geraamte met pels over, beschadigde pels, en ik was bang zeer bang, want wat ging er nu weer met me gebeuren, maar ondanks alles had ik toch nog wat levensmoed. Ik werd in een grote ren gezet en daar liepen nog veel andere lotgenoten als ik rond, er werd wat oud brood en hondenbrokken in de ren gegooid, er werd gevochten om een stukje te bemachtigen want er was niet genoeg voor iedereen. Hoelang ik daar was weet ik niet meer, maar ik kreeg nu tenminste geen slaag of stampen meer en door het beetje eten dat ik kon bemachtigen bleef ik in leven. Op een dag kwam er een lieve dame die me samen met andere windhonden uitkoos, maar ik vertrouwde het niet, ik had geen vertrouwen meer in het schepsel, de mens. Ik werd onderzocht, mijn hart ging als een razende tekeer, na, ik weet niet hoeveel dagen moest ik met de dame mee met nog andere windhonden, ik werd weer in een bench gezet in een grote auto en we reden weg terwijl de schrik me nog maar eens om het hart sloeg, we reden en reden, soms werd er gestopt en kregen we drinken. We reden tot ik in een kouder land aankwam, we werden uit onze bench gehaald en gingen binnen in een grote ren, de reuen bijeen en de teefjes bijeen in een andere ren, ik was bang ik vertouwde niets meer. Toen kwamen er mensen naar ons kijken, een vrouw wees naar mij, mijn hart bonkte tegen mijn magere ribben, een man kwam in de ren, dreef me in een hoek en pakte me met mijn halsband, ik kon geen kant meer uit dus ging ik maar mee, ik durfde de mensen niet aankijken, in een appart kamertje werd er een nummer in mijn bil getatueert, ik werd gewassen en gedroogd, ik onderging het allemaal lijdzaam, me verzetten had toch geen zin, ik had al zoveel meegemaakt. Toen werd ik aan die vrouw gegeven, die me meenam en in haar auto zette, ze kwam vanachter naast me zitten en toen de auto wegreed streelde ze me zacht over men nek en rug en uiteindelijk durfde ik haar toch aankijken, ze keek heel vriendelijk in mijn ogen en ik dacht, dit is ok! Bij de vrouw thuis, zij was mijn nieuwe baasje, kwam ik in een warme plaats waar een grote zachte mand met een kussen in stond, ze deed teken dat ik daarin mocht gaan liggen, o god, wat voelde dat goed aan mijn magere uitstekende knoken, ik kreeg ook goed te eten en te drinken en er liep zo'n klein wit ding rond dat op een hondje geleek en direct met mij vriendschap sloot. Alle dagen ging ons baasje met ons wandelen, in het begin durfde ik nergens niet snuffelen want dat mocht niet van mijn vorige baas, maar dat klein hondje snuffelde overal, na de zoveelste wandeling probeerde ik het voorzichtig ook en mijn baasje vond het goed, was dat leuk al die geuren die ik nu goed kon ruiken. Stillaan begon ik mijn nieuwe baasje te vertouwen, ze was altijd zeer lief en geduldig met mij. We gingen veel naar zee waar we veel wandelde in het park of op het strand, ik liep altijd aan een lange lijn zodat ik veel ruimte had om overal te lopen en te snuffelen en ik luisterde zeer goed naar mijn baasje als ze me riep. Als ze eens in een winkel binnenging moest ik bij haar man blijven, dat vond ik niet leuk want dan dacht ik altijd dat ze niet terug ging komen en me achterliet, haar man was lief voor mij maar toch was ik bang van hem en bleef ik bang van mannen omdat zij mijn beulen waren geweest, als mijn baasje dan terug uit de winkel kwam wist ik met mijn blijdchap geen blijf. Op een dag vertrouwde mijn baasje me zo goed dat ze op het strand mijn leiband afdeed en ik vrij kon rondlopen, ik kon mijn lol niet op en liep van pure blijdschap drie à vier rondjes rond haar nu kon ik aan ieder hoopje en stokje op het stand gaan rieken en kijken, maar ik zorgde er wel voor dat ik direct naar haar liep als ze me riep. Ik was zeer gelukkig, thuis nam het vrouwtje me alle dagen mee naar haar paarden waar ik dan in de grote weide vrij kon rennen en wedstrijdje lopen met de pony's, of we gingen een grote wandeling in het bos maken met al zijn geuren en kleuren. Het vrouwtje had mijn warme nest ook in een grote bench gezet met een deken erovereen omdat ze ondervonden had dat ik anders bang was, ook liet ze haar slaapkamerdeur open staan zodat ik altijd even bij haar kon gaan kijken. Maar ik werd ouder, mij gewrichten begonnen stijver te worden, ik kon niet goed meer wandelen, de wandelingen werden korter, naar de paarden ging ik niet meer mee, door de harde klap die ik in Spanje eens op mijn rug heb gehad kreeg ik ook last in mijn achterpoten. Ik was vier jaar toen ik thuis kwam en nu ben ik er bijna dertien. Op een dag gingen we een korte wandeling maken toen ik opeens door mijn achterpoten zakte, ik kon niet meer recht, mijn vrouwtje was wanhopig, samen met haar man hebben ze me in de auto gedragen en hebben ze me thuis binnengedragen en op mijn kussen gelegd, mijn vrouwtje telefoneerde naar iemand en ik zag dat ze heel veel verdriet had, ze is bij me komen zitten, nam mij in haar armen, na een tijdje kwam er een vreemde mevrouw binnen en werd er wat gepraat, ik werd onderzocht, mijn vrouwtje kwam bij me zitten en nam mij in haar armen, ze legde haar hoofd in mijn nek en ik voelde warme, natte druppels over mijn kop lopen terwijl mijn vrouwtje me lief bleef omhelzen, ik voelde dat er iets ging gebeuren, maar ik voelde dat het niets ergs ging zijn, toen voelde ik een prik in mijn bil, ik schrok wel even maar mijn baasje bleef me liefdevol vasthouden en lieve woordjes in mijn oren fluisteren, ik was niet bang, zachtjes ben ik in haar armen in slaap gevallen met de wetenschap dat ik nog ruim acht zeer gelukkige en liefdevolle jaren heb gehad in mijn hondenleven. Dank u lief vrouwtje voor al het geluk en de liefde die ik bij jou nog heb gehad. En nu ren ik samen met dat kleine witte hondje van jou en dat ook mijn vriendje was over oneindige groene weiden en bloemvelden.
Groetjes van een gelukkige windhond, en tot weerziens baasje.
Ik ben vandaag naar de dorpsdag geweest in Stabroek. Met dit mooie weer wilde ik niet binnen zitten. Ik ben een buitenmens. Veel volk gezien maar weinig bekenden. Ons dorp dat vroeger een echt dorp was is met zijn enorme uitbreiding veel te groot geworden, het knusse van een dorp is helemaal verdwenen.
Gisteren, 1 augustus was ik 45 jaar getrouwd. Mijn man en ik hebben een grote BBQ georganiseerd voor familie en vrienden. Het was reuze weer en warm, allemaal 20 genodigden konden buiten zitten om te eten en te drinken. Nadien hebben we nog gedanst tot laat in de nacht. Daar wij een feestzaaltje aan ons eigen hebben voor eigen gebruik met sfeerverlichting en al was het een fantastisch feest waar de genodigden enorm van genoten hebben. Met al die scheidingen de dag van vandaag zullen er binnen enkele jaren niet veel huwelijksjubileumen meer zijn. Ik hoop dat we binnen 5 jaar ons gouden jubileum kunnen vieren.