Trein en bus, wandelen en weer, en van die hobby's meer
18-11-2022
18 november 2022 - Neigem
De wandeling. De Wandelvogel was destijds het tijdschrift van de Vlaamse Wandelaarsbond. In het nummer 6 van 1992 (!) vond ik een bijdrage onder de erg korte titel Neigem. Zoals dat toen de gewoonte was, werd de bijdrage van Gustaaf Van Bockstal uitgesmeerd over een zestal bladzijden, inclusief foto's en een met de hand ingetekende route op een zwart-wit kopie van de NGI-kaart. Zo kwam je natuurlijk alles te weten wat je op je route kon verwachten en dat was echt wel heel wat. (Het is spijtig dat in deze snelle tijden de aandacht voor die historische en geologische achtergrond zo goed als verdwenen is, al zijn de mogelijkheden op andere vlakken dan weer enorm toegenomen: denk maar aan het gemak waarmee een tocht kan wordengedownload.) De wandeling is 13 km lang en voert ons van Neigem naar Lieferinge en dan langs een erg landelijk traject naar het Neigembos, het orgelpunt met allure van deze wandeling. Hoewel de beschrijving dus 30 jaar oud is, heeft het traject goed standgehouden. Een verharde voetweg werd door Van Bockstal al beschreven als wat in de verdrukking geraakt. En inderdaad, deze kerkweg naar Lieferinge is nu deskundig afgesloten met een ijzeren poort om het schorremorrie dat hier in deze streek rondwaart, van het oneigenlijk (?) verworven eigendom te houden. Verder is het even opletten rond km 7 waar het gedurende 400m wat moeilijker wordt. De voetweg door een bosje dient zich nochtans veelbelovend aan, maar ter hoogte van een wei moet je even uitwijken - blijkbaar waren we niet de enige - en wat verder heeft de boer al te gulzig geploegd. Maar onoverkomelijk is het niet. Voor de rest is het genieten van erg veel attractieve veldwegen: de TWQ bedraagt 72%. Wij quoteerden 16.5/20 en genoten intens van de landschappen die eigenlijk nog mooier werden door de bewolkte herfstluchten. De foto's vind jehier.
In het Neigembos vind je 4 groeben, erosiegeulen die zo een 12.000 jaar geleden bij het einde van de laatste ijstijd (dat waren nog eens tijden!) door het smeltwater werden uitgespoeld.
De mens zou de mens niet zijn mocht hij geen oplossingen zoeken om zo een groebe toch tamelijk comfortabel af te dalen.
Het weer. Zwaar bewolkt en fris, maar rustig. Het bleef tot het einde droog.
De stafkaarten. 30/7-8 Geraardsbergen (2019)
Hoe we er geraakten. Het is een van die wandelingen die we houden voor het einde van ons wandelseizoen, omdat ze gemakkelijk bereikbaar is en bovendien ook nog kan worden gestapt op een kortere novemberdag. Met bussen van lijnen 155 en 153 wordt het al bij al gemakkelijk.
Een beetje geschiedenis. We stapten al eerder in Neigem. Ik beperk me dan ook tot dit, gekopieerd uit een bijdrage van 16 juli 2014:
Anders heeft het altijd gelegen voor het dorp Neigem. Doordat de tramlijn Leerbeek - Ninove andere dorpen bediende, via een erg bochtig, lang en weinig direct tracé, viel Neigem volledig uit de boot. Het zou tot begin jaren 1950 duren voor de buslijn Zottegem - Ninove zou doorgetrokken worden tot Neigem (tot de grens…), en dan nog was de verbinding erg mager: ritten op dinsdag (marktdag in Ninove) en zondag. Dat laatste is nu onvoorstelbaar. Vanaf de jaren 1970 werd de bediening uitgebreid met ritten op alle dagen van de week, en gespreid over de hele dag. Opeenvolgende besparingsrondes maakten dat deze min of meer bruikbare verbinding toch weer verschrompelde, en de genadeslag volgde met de invoering van lijn 153, wat trouwens zonder meer een flinke vooruitgang betekende in de ontsluiting van Neigem. Er was trouwens nog een tweede opvallende bediening van Neigem: onder tabel 524 (bus LN, Leerbeek - Ninove) vond je één ochtend- en één avondrit, waarvan het succes voorspelbaar klein was.
De verbinding.
Buizingen - Halle
[155]
08:37 08:55
+21
ab2321
VDL Bus&Coach Citea SLE
Het Rad
Halle - Neigem
[153]
09:32 10:18
+2
ab5681
Iveco Crossway LE
Leerbeek
-
Neigem - Leerbeek
[153]
13:47 14:00
stipt
ab5173
Van Hool New AG300
Leerbeek
Leerbeek - Halle
[153]
14:05 14:28
-5
ab5685
Iveco Crossway LE
Leerbeek
Halle - Buizingen
[155]
14:27 14:48
+1
ab2312
VDL Bus&Coach Citea SLE
Het Rad
En wat we beleefden. Een bus die we wel zouden willen nemen is die van 9:07 die 7 minuten aansluitingstijd voorziet in Halle op de 153, maar de ervaring heeft ons geleerd dat deze bus erg vaak met vertragingen van 20 minuten en meer rijdt. Daarom nemen we die van 8:37, die zo mogelijk nog onbetrouwbaarder is, met vertragingen tot 30 minuten. Lijn 155 is geen toonbeeld van regelmaat en na corona is de situatie er alleen maar slechter op geworden. Vandaag arriveert de bus met een klein half uur vertraging; in Halle is die geslonken tot 21 minuten. Een bus die meestal wel op tijd rijdt is de 153 die om 9:32 in Halle vertrekt. Dat is ook vandaag het geval. Hoe te verklaren valt dat bussen van lijn 153 veelal minder vertraging hebben dan die van lijn 155 is me niet duidelijk: uiteindelijk hebben ze bij het begin van hun rit dezelfde verkeersproblemen. In Leerbeek is er uitgebreid tijd voor een chauffeurswissel. Omdat we zo alert zijn geweest om de bus van 8:37 te nemen (dank Haltelink), komen we ongeveer op het voorziene moment in Neigem aan.
Voor de terugrit kunnen we mee met de bus van 13:47. Dat is een gelede bus, waarvan de film (en het scherm binnenin) Anderlecht als terminus afficheert. In de app van De Lijn en in het busboekje is wel een overstap voorzien in Leerbeek. Mogelijk is dat om te vermijden dat deze gelede bus het AZ in Halle (met krappe rotonde) moet bedienen. In Leerbeek moeten we alleszins overstappen op een standaardbus, die zijpnat komt voorgereden. Deze IVECO is blijkbaar beter bestand tegen het geweld van de buswash dan de Van Hool van daarnet waarvan een viertal ramen duidelijk last hebben van ingesijpelde nattigheid. Zoals gezegd moet de bus uit Leerbeek het Halse ziekenhuis bedienen en die komt dus noodzakelijkerwijs ook voorbij de halte Demaeghtlaan. Die komt wel niet voor in de app van De Lijn, die de bus rechtstreeks van de Ninoofsepoort naar het Ziekenhuis laat rijden. Voor ons is dat belangrijk omdat iets vroeger uitstappen uitzicht geeft op een vlotte aansluiting met de 155. De chauffeur zet ons zoals verwacht aan de gewenste halte af en enkele minuten later kunnen we overstappen op de 155. We zien ook nog een gelede Van Hool: vooraan afficheert hij op een A4-blad 170, aan de zijkant ook al op een A4-blad 153. Uiteraard zijn de elektronische aanduidingen defect: ja ja, De Lijn… Overigens hebben we stevig doorgestapt: oorspronkelijk hadden we gepland om met de bus van 14:47 in Neigem te vertrekken, maar eens te meer is de aansluitende 155 afgeschaft en dat zou betekend hebben dat we in de schooljeugd terecht zouden zijn gekomen. Het aantal afgeschafte bussen zit trouwens weer stevig in de lift; geen wonder als pas aangeworven chauffeurs er al na enkele weken de brui aan geven.
De treinlectuur. Uiteraard komen we tijdens deze korte ritten niet aan lezen toe, maar we kunnen ook op andere momenten lezen: Louis Paul BOON, Het geuzenboek. A.F.Th. van der HEIJDEN, Kwaadschiks. Beide boeken samen tellen 2097 pagina's, die steek je niet voor niks in je rugzak.
Hoera! Het klimaat is weer eens gered… Hoe zat dat ook weer met de plagen van Egypte?
Uitgedrukt… Zijn scheut (of schuit?) krijgen. Toegepast op pubers die plots snel langer en langer worden.
Waar Abraham de mosterd haalde. Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over deBelgische spoorlijnenen een overde bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPEK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.
De wandeling. Het Maison du Tourisme Wallonie picarde heeft in 2020 een box uitgegeven met niet minder dan 50 bewegwijzerde wandelingen, allemaal (ook) beschreven in keurig Nederlands, vrij van de afstomping die de keizerrijken boven de taalgrens heeft getroffen. Wij volgen vandaag wandeling 3.12 Op zoek naar oude beroepen in Chercq, een van de vele deelgemeenten van Tournai, ook aan de Schelde. Het is wonderlijk hoe deze van oorsprong agrarische gemeente dat landelijke karakter heeft weten te behouden, ondanks de aanwezigheid (in het verleden!) van kalkovens en steengroeven die - dat wordt onderweg enkele keren duidelijk - de plaatselijke industriëlen geen windeieren hebben gelegd. De wandeling is net geen 7 km lang en haalt een riante TWQ van 68%: de trage wegen gaan van het jaagpad langs de Schelde, tot voetwegen onderaan de berm van de vroegere spoorlijn, tot typische voet- en veldwegen, die we gelukkig over een respectabele afstand konden volgen. de eigenaardige punt opde kaartwijst richting Croix Morlighem, letterlijk en figuurlijk een hoogtepunt en de wegen ernaartoe zijn pure (wandel)klasse. Een korte maar erg aangename wandeling werd het die we met 16/20 crediteerden. De foto's vind je hier.
Het weer. De nazomerse dagen blijven maar komen: veel cirrus kan de zon nauwelijks versluieren en de temperatuur is relatief hoog met zo een 14°.
De stafkaarten. Deze wandeling werd eerder uitgesteld door corona en dat betekent dat we ze nog uitgetekend hadden op kaarten van 1:10.000. Chercq is het slachtoffer van de ongelukkige versnijding en dat maakt dat je er niet minder dan 4 nodig hebt voor deze korte tocht: 37/7S Antoing (1995) - 37/7N Warchin (1995) - 37/6N Tournai (1995) - 37/6S Rumes-Taintignies (1995). Ondertussen is de recente reeks op 1:25.000 compleet en dan volsta je met de kaarten 37/5-6 Tournai (2021) en 37/7-8 Leuze-en-Hainaut (2021).
Hoe we er geraakten. Chercq Place wordt bediend door de stadslijn V Tournai-City en door lijn 98 naar Lesdain. De laatste doet het sneller, de eerste frequenter. We combineren ze vandaag. Tournai is uit Halle twee keer per uur bereikbaar, normaal gezien toch, want beide IC's vallen de laatste maanden wel erg regelmatig uit.
Een beetje geschiedenis. Eerlijk gezegd: het spoorwegstation van Chercq heeft een wat schimmige geschiedenis. Toen lijn 88A op 30 december 1883 openging, was er blijkbaar nog geen sprake van een station in Chercq. Zelfs in het spoorboekje van 01.05.1892 vond ik tussen Tournai en Saint-Maur geen tussenstations - en dus ook geen Chercq. In dat van 01.05.1897 duikt het wel op, in de toenmalige tabel 95. We kunnen er dus van uitgaan dat het station voor reizigers open ging in de periode 1892 - 1897. Volgens deze bron gebeurde dat in 1893. Overigens lijkt het station ook nooit een telegrafische afkorting gehad te hebben, al vond ik wel deze foto van het stationsgebouw. Ik vond Chercq voor het laatst terug in het spoorboekje van 1 mei 1914, niet meer in het oorlogsboekje van 1 oktober 1915. Een serieuze hiaat in mijn collectie maakt het onduidelijk of de halte na 1918 nog teruggekeerd is: in het spoorboekje van 8 oktober 1922 wordt ze nog wel vermeld, maar er stoppen geen treinen meer! In de periode tot WO II kon ik alleen gegevens raadplegen voor 1934 en 1938. In 1934 reden er bussen van Bleharies naar Tournai die ook Chercq bedienden, in 1938 was deze buslijn al verlengd tot Lesdain. Het is het prille begin van de huidige lijn 98. Wat het statuut was van deze lijnen kon ik niet achterhalen. De buslijn duikt opnieuw op in het nog erg dunne spoorboekje van 4 mei 1947. In het boekje van 18.05.1952 komt ze voor onder het nummer 1503, samen met enkele andere vervangingsbussen, een verschijnsel dat toen nog in de kinderschoenen stond. Op 5 oktober 1952 wordt het lijnnummer 88 geïntroduceerd; dat verwijst duidelijk naar de spoorlijn. Dat nummer zou behouden blijven tot 23 mei 1971, datum waarop de lijn 88b werd genoemd, 88a zijnde de buslijn Tournai - La Glanerie. Zo werd de lijn ook geërfd door de NMVB bij de overdracht van de NMBS-bussen; het nummer bestond trouwens ook nog bij de splitsing van de NMVB. Op 28.05.1995 kreeg de lijn haar huidige nummer 98. Zo mogelijk nog belangrijker was de uitbreiding van het Doornikse stadsnet op 24 mei 1998, toen de Tournai City zijn intrede deed: een nieuwe stadslijn V verbond het Doornikse station met het vroegere station van Vaulx en zo kreeg Chercq een uurdienst, wat uiteraard eerder pover is voor een stadsdienst, maar het is nog altijd beter dan niets. Sindsdien lijkt de toestand verstard: ook vandaag kunnen we nog gebruik maken van de lijnen 98 en V.
De verbinding.
Halle - Tournai
1932
11:24 12:15
stipt
1830 (FSD) - 61037 (FBMZ)
M6
controle: N
Tournai - Chercq
[98]
12:24 12:40
+8
ab3123
Van Hool New AG300
Tournai
-
Chercq - Tournai
[V]
15:07 15:30
+8
ab3182
Van Hool New A309
Tournai
Tournai - Halle
1915
15:44 16:36
stipt
523 (FHS)
mr96 - Deense neus
controle: J
En wat we beleefden. IC 1932 wordt andermaal aangekondigd met een verminderde samenstelling: 7 i.p.v. 9 rijtuigen. Het lijkt tegenwoordig bijna de regel. De trein vertrekt van perron 5 i.p.v. 3, waar de S-trein naar Braine-le-Comte post zal vatten. Tot Ath kunnen we genieten van een aangename, rustige rit. Dan doet Securail zijn intrede: 2 rode en 1 grijze. Ze vertonen gedrag dat ze moeten beteugelen als pubers zich ervan bedienen; vooral een veel te luide smartphone noopt ons ertoe naar het andere uiteinde te emigreren, al is ook daar de geluidsoverlast nog storend. Een dame, klaarblijkelijk op de terugweg van een of andere verre bestemming, slaapt er wel als een blok doorheen. Het busstation van Tournai is zonder meer onoverzichtelijk en een inplantingsplan is nergens te vinden. Voor de toevallige reiziger zit er niets anders op dan de rij perrons af te lopen, tot je bij het uiterste perron lijn 98 vindt. De buurt van het station wordt niet meer of niet minder dan geteisterd door het drukke wegverkeer: onze bus zien we wel aankomen, maar dan moet die nog voorbij 2 verkeerslichten voor hij aan zijn vertrekperron opdaagt. Het is een gelede bus, die al met 5 minuten vertraging vertrekt en de genoemde verkeerslichten (en bus-en treinstation) na een ommetje van een kilometer nog een tweede keer voorbij moet. Handige organisatie is wat anders. We zullen de halte Chercq Place bereiken met 8 minuten vertraging: het verbaast ons dat er maar 3 minuten zijn bijgekomen. Terwijl we ons klaarmaken voor de wandeling, passeert ook de V, die we wel op tijd hebben zien vertrekken aan het Doornikse station, maar die dus nog meer rondjes rijdt door Tournai.
Dat zullen we trouwens ondervinden bij de terugrit in het stadsbusje. Stadsbussen hebben de neiging om ofwel zo goed als leeg te rijden ofwel in een mum vol te lopen. Onze bus zoekt ergens de gulden middenweg op. Hij pikt ons perfect op tijd op maar zal in het Doornikse verkeerskluwen toch 8 minuten vertraging laten optekenen. Tournai onderscheidt zich namelijk niet van zoveel andere Waalse stadjes en steden waar het wanhopig wachten is op plannen om zeker de binnenstad verkeersluw te maken, maar we weten sinds enkele weken hoe dat dan afloopt, weliswaar in het Brussels Gewest. IC 1915 staat al te wachten op perron 5 (i.p.v. 3). Helemaal vooraan hangt één van de 3 eerste klassen - de trein bestaat uit 3 Deense neuzen. Dat zal ons plaatsje worden tot Halle. De tbg's passeren even en ik heb mijn smartphone met biljetten al klaar: eerder uit beleefdheid dan uit de wil om te controleren kijkt ze even naar het schermpje.
De treinlectuur. Julian BARNES, The only story. A.F.Th. van der HEIJDEN, Kwaadschiks.
Demir heeft het woord kut definitief geschrapt uit haar vocabularium. Ze gebruikt nu KUL in de plaats.
Uitgedrukt… Peter worden van… betekent: het kwijtspelen, ergens naast grijpen. "Ik ben er peter van…"
Waar Abraham de mosterd haalde. Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over deBelgische spoorlijnenen een overde bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPEK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.
De wandeling. Het verbaasde ons wel een beetje toen we berekenden dat 27% van deze tocht over onverharde of andere trage wegen liep. Toen we het eerste stukje trage weg (100 m!) betraden, hadden we er al 9 km op zitten en pas vanaf 9.5 km zouden we resoluut de natuur in trekken. Die eerste 9 km waren inderdaad waardeloos: zelfs als je ze met de fiets of met de auto zou afleggen, zouden ze niet begeesteren. Ons beider score stond op dat moment inderdaad op 0, maar dan kwam er vrij abrupt beterschap, met de Grote Nete (eerder een grote beek hier) en het Bels Broek als welgekomen afwisseling na een verschrikkelijk saai stuk. De wandeling was 13.5 km lang: we volgden de Via Monastica van Balen tot Geel, waar we bij de halte Lissenvijver de bus naar Geel konden nemen. Uiteindelijk schroefden we onze quotering nog op tot 7/20, en dus konden die laatste kilometers door erg aangenaam wandelgebied de boel niet redden. Dat heb je wel vaker met Compostelaroutes, die zich nochtans graag aanbieden als wandelroutes o.a. met topogidsen die al te dikwijls de kwaliteit opofferen aan de snelheid. Al vraag ik me af of er wel alternatieven waren voor de veel te lange tocht over volgebouwde straten. Tenslotte is dit Vlaanderen… Ophet kaartjeis het duidelijk waar de straten overgaan in heerlijke paden en paadjes.
De Grote Nete moet hier echt nog wel wat groeien. Hier is in de buurt van de Monnikenhoeve.
Het duurde lang voor we ons hartje konden ophalen aan echte wandelwegen.
Het weer. Vooral zwaar bewolkt maar uitermate zacht weer.
De stafkaarten. 17/6N Balen (2004) - 17/5N Sint-Dimpna (2006). Ondertussen is er ook een kaart op 1:25.000 Balen (2017), maar het blijft heerlijk om met een kaart op 1:10.000 te stappen, ook al zijn die niet altijd actueel meer.
Hoe we er geraakten. Balen kan normaal gesproken met 1 of 2 overstappen bereikt worden vanuit Halle, al houden planners en spoorboekje het koppig bij 2 overstappen, één in Herentals en één in Mol. Nochtans rijden alle IC's van de reeks 43 die uit motorwagens zijn samengesteld deels door naar Hasselt. Voor de terugreis maken we gebruik van bus 299 vanaf de halte Geel Lissenvijver tot Geel station. Een alternatieve terugreis via Diest zou handig kunnen zijn, maar om een of andere reden houdt de NMBS vol dat een seniorenbiljet een heen-en-terugreis betekent en de mogelijkheid om terug te keren uit een ander station is om duistere redenen opgedoekt. Ik veronderstel dat we niet mogen klagen als je ziet hoe spotgoedkoop een seniorenbiljet eigenlijk wel is.
Een beetje geschiedenis. Op 6 november 2018 stapten we in Molenstede. Dat was toen een goede gelegenheid om in te gaan op de geschiedenis van lijn 299. Wie dat wil, kan hethierallemaal nog eens opnieuw lezen. De halte waar we vandaag instappen voor de terugreis (Lissenvijver) wordt ook nog bediend door belbus 921, de belbus van Geel.
De verbinding.
Halle - Herentals
3408
09:20 10:36
stipt
805 (GCR)
mr75 vierledig
controle: N
Herentals - Mol
4310
10:43 11:02
+21
4136 (FHS)
mw41
controle: N
Mol - Balen
4410
11:07 11:12
+21
4190 (FHS)
mw41
controle: N
-
Geel - Geel
[299]
15:43 15:57
+15
ab4420-80
MAN Lion's City
Autobusbedrijf G. Mebis
Geel - Herentals
2987
16:43 16:53
+2
08164 (FML)
mr08 Desiro
controle: N
Herentals - Halle
3439
17:24 18:40
stipt
813 (GCR)
mr75 vierledig
controle: J
En wat we beleefden. IC 3408 valt gewoonlijk wel mee, maar zo ongeveer één keer per week is deze trein gereduceerd (gehalveerd) tot 1 vierledig stel. In haltelink lees ik dat de trein vandaag is samengesteld uit een desiro en een vierledig stel, maar dat zou wel een unicum zijn. We zien inderdaad maar één vierledig stel naderen en op het perron staan 80 kinderen te wachten. Dit wordt een ramp. We horen al snel dat de tbg eerste klas opdoekt en ik spreek er haar ook op aan. Ik dacht echt dat er een mogelijkheid was (2022, niet waar) om een bewijsje te krijgen dat er eigenlijk geen eerste klas meer was in deze trein, maar in werkelijkheid krijg ik een met de hand geschreven mededeling op een papiertje dat uit een notaboekje met metalen ringetjes uit de jaren stillekes gescheurd wordt. Daarin beweert de tbg dat ze eerste klas heeft moeten declasseren gezien de hoeveelheid volk. Daar kan ik nog inkomen, maar niet in de rest van de tekst. We hadden namelijk een zitplaats en toch vond ik zogezegd dat het rijtuig niet gedeclasseerd had mogen worden. Ik heb krek het tegenovergestelde gezegd en wou alleen de terugbetaling van mijn duurder biljet. Declassering betekent immers dat het rijtuig plots tweede klasse wordt en dat er dus in één vierledig stel geen eerste klasse meer is. De NMBS beweert in dat geval dat terugbetaling kan gevraagd worden - of we al dan niet kunnen zitten maakt niets uit. Voor alle duidelijkheid: het gesprek verliep rustig. Vanaf Brussel-Noord was de bezetting duidelijk een stuk minder, misschien is dat wel de reden waarom ik toch geen compensatie zal vragen. Het is eens te meer een geval van onvolledige samenstelling: niet alleen het personeel valt uit met de regelmaat van een klok. Maar het kan nog erger: waar er normaal gezien wel enige reden is om de overstap in Herentals op de IC naar Hamont met argusogen te bekijken, valt dat probleem vandaag weg. De trein rijdt met 20 minuten vertraging en nu blijft het de vraag of de L naar Hasselt zal wachten. Vermits het gros van deze trein zal doorrijden naar Hasselt, zou dat geen zorgen mogen baren. En toch: als de trein aangekondigd wordt, horen we dat deze trein vandaag "uitzonderlijk" uit 4 rijtuigen bestaat i.p.v. 8 en dat die allemaal naar Hamont zullen rijden. Of er in Mol een alternatief is naar Hasselt is nog niet duidelijk, tot de tbg omroept dat reizigers naar Hasselt in Mol kunnen overstappen op een trein die op hetzelfde perron klaar zal staan. Dat druist zo in tegen de hedendaagse NMBS-geplogenheden dat we vermoeden dat personeel van de 4310 (naar Hamont) zal overstappen op de 4410 (naar Hasselt). Maar de trein naar Hasselt staat inderdaad voorbeeldig te wachten op hetzelfde perron: voor ons wordt de schade beperkt tot 21 minuten. Althans voorlopig, want…
De bus van 14:46 missen we op een haar na en die reed stipt richting Geel, waar we vlot hadden kunnen overstappen op de IC uit Hamont, om in Herentals over te stappen op de IC naar Binche: aankomst in Halle zou dan 16:40 geweest zijn, maar die 21 minuten vertraging van de voormiddag beslissen er anders over. Maar er is meer: de volgende bus (15:43) rijdt met vertraging en bovenop de 8 minuten aan onze instaphalte komen er nog 7 bij, door het erg gestremde verkeer in Geel. Onze overstap om 16:06 kunnen we daardoor vergeten: terwijl we met de bus in het verkeer aanschuiven, zien we de M5'en van de IC naar Antwerpen weg rijden. Die heeft zelf de bareel gesloten die maakt dat de bus nu veel te laat aankomt.Aankomst in Halle om 17:40 is meteen ook uitgesloten. Maar er is nog meer: de app wil ons meesturen met de IC van 17:06, maar daar trappen we gelukkig niet in, want voor je het weet, mis je in Herentals ook nog eens de overstap. (En dat zou dus vandaag ook het geval geweest zijn!) Dus wordt het de S-trein van 16:43 en een wat langere, maar veilige overstap op IC 3439: aankomst in Halle om 18:40 i.p.v. een potentiële aankomst 2 uur vroeger, ware het niet van die vertraging in de voormiddag. Het openbaar vervoer is altijd een beetje je kas opfretten. Overigens kan ik dat nog vanaf Brussel, want blijkbaar volstaan de 2 vierledige stellen nog niet om te vermijden dat reizigers die met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid met hun tweedeklasbiljet (of zonder biljet) in eerste komen zitten. Ik begin stilaan te vermoeden dat een half uur in de wasems van een Brusselse autotunnel minder schadelijk zou zijn voor mijn gezondheid dan een half uur trein. Want ja, er is een tijd geweest (ruwweg 6 decennia) dat zowat elke treinreis voor mij een feest was, maar tegenwoordig vind ik de NMBS vooral een zielige bedoening, machteloos tegenover materiaaldefecten, personeelstekorten, spoorlopers en koperdieven, graffiticriminelen, de teloorgang van eerste klas… en dat vreet aan een mens.
De treinlectuur. Ellen VERSTREPEN, Kattentijd. A.F.Th. van der HEIJDEN, Kwaadschiks.
Bosklassen: slapen bij 12 graden… Zonder airco lukt dat niet in ons klimaat…
Uitgedrukt… 'Ne man van een mus is ook 'ne man. Betekent zoveel als: het is niet omdat iemand je man(s) noemt, dat je ook wat te betekenen hebt.
Waar Abraham de mosterd haalde. Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over deBelgische spoorlijnenen een overde bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPEK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.
De wandeling. Walloniebelgietoerisme.be publiceerde in 2020 een boekje met wat ze zelf 22 onvergetelijke wandeltochten noemen. Welnu, als alle wandelingen van het kaliber zijn van de wandeling in Ellezelles die we vandaag stapten, dan is dat niet overdreven. De wandeling is 12 à 13km lang, haalt een TWQ van 61% en de veld- en voetwegen zijn soms van een ongelooflijke charme. Voeg daar nog de panorama's bij in het Pays des Collines en toegegeven, de herfst zorgt zoals wel vaker voor een mooi kleurenpalet. (Zie foto's).Wij kwamen dus erg tevreden thuis en quoteerden de tocht met een 18/20. (In feite ging het om een verkenning van het wandelnetwerk van de Pays de Collines langs de punten 15-24-44-43-4-5-45-46-90-14-21-2-41-24-15. Let wel: punt 15, dus begin- en eindpunt ligt echt op de Place, de bushalte ligt daar enkele tientallen meters vandaan zodat het eerste punt op je tocht eigenlijk punt 24 is. Maar voor de rest is de bewegwijzering onberispelijk.) Hetkaartjezorgt voor de rest.
Het weer. Een ongelooflijke nazomerdag, rustig, licht bewolkt en warm (19°).
De stafkaarten. 30/5-6 Brakel (2019) - 38/1-2 Lessines (2020).
Hoe we er geraakten. Ellezelles wordt bediend door bus 87. Die rijdt vrij frequent maar niet volgens een vast stramien. Logischerwijs zouden we de bus nemen in Lessines en ook vandaar terugkeren, maar we kunnen de wandeling vrij goed inpassen als we via Ronse rijden. Voor de heenreis zou Lessines nog kunnen, maar dan zouden we op het einde te veel tijd over hebben en in deze tijd van het jaar is dat niet altijd aangenaam. Een voor de hand liggende oplossing ware geweest: op via Lessines en terug via Ronse, maar ons seniorenbiljet moet nu eenmaal een heen-en-terugbiljet zijn en dus wordt het twee keer Ronse.
Een beetje geschiedenis. Vermits we al eerder in Ellezelles stapten, heb ik het ook al eerder gehad over de geschiedenis van het OV aldaar. Vandaar dat ik me deze keer beperk toteen linknaar een oude stafkaart van Flobecq, met o.a. de lijnen 82 en 87 en het tramlijntje Flobecq - Geraardsbergen. Geniet van het erg kronkelige tracé op de kaart en bekijk ook hoe de spoorlijnen 82 (de meest noordelijke: Aalst - Zottegem - Ronse) en 87 (de zuidelijke: Bassilly - Tournai) bij elkaar kwamen een heel eind ten oosten van Ellezelles. Meteen ook een gedeeltelijke verklaring voor het relatief hoge aantal halten en stations op grondgebied Flobecq. Een link naar een vroegere bijdrage:hier(helemaal doorscrollen naar onder en ondertussen genieten van een reeks oude treinfoto's).
De verbinding.
Halle - Brussel-Zuid
1557
08:57 09:06
+9
08142 (FML)
mr08 Desiro
controle: N
Brussel-Zuid - Oudenaarde
2332
09:39 10:27
+1
1828 (FSD) 61029 (FSD)
M6
controle: N
Oudenaarde - Ronse
0780
10:35 10:46
stipt
4111 (FML)
mw41
controle: N
Ronse - Ellezelles
[87]
11:09 11:20
+3
ab3007-15
Mercedes Citaro LE
Voyages François Lenoir
-
Ellezelles - Ronse
[87]
15:42 15:57
+10
ab3007-16
Mercedes Citaro LE
Voyages François Lenoir
Ronse - Oudenaarde
0766
16:14 16:25
stipt
4152 (FML)
mw41
controle: J
Oudenaarde - Brussel-Zuid
2314
16:32 17:20
+19
348 (FSD)
mr80 Break
controle: J
Brussel-Zuid - Halle
3239
17:47 17:57
+3
1826 (FSD) 61024 (LK)
M6
controle: N
En wat we beleefden. Het lijkt allemaal niet zo vlot te lopen: S 1557 (8:57) en IC 3207 (9:02) rijden allebei met vertraging en dus kunnen/mogen we mee met de doorgaans minder bezette S 1557. Negen minuten bij aankomst in Brussel-Zuid doen ons nog niet meteen in paniek slaan, het is eerder de loop van IC 2332 die we met argusogen volgen. Tijdens het wachten zie we ook nog de verspoorde IC 3408 naar Turnhout: die bestaat nog maar eens uit 1 vierledig stel i.p.v. 2. Deze tamelijk drukke trein heeft dat tweede stel nochtans echt nodig. Met de 2332 lijkt het gelukkig redelijk, zij het allesbehalve probleemloos, te gaan. Bij vertrek in Brussel-Zuid tekenen we 5 minuten vertraging op, maar de reserve tot Oudenaarde slorpt die bijna volledig op. Veel is er over de reis naar Oudenaarde niet te vertellen, behalve dat we in Oudenaarde opgewacht worden door twee politieagenten die een aantal reizigers van de trein plukken op aangeven van de tbg, die we tijdens de reis niet gezien hadden. De IC vertrekt hierdoor met vertraging, zodat ook de S naar Ronse iets later dan voorzien vertrekt. Deze trein bestaat uit 1 motorwagen i.p.v. 2, maar dat zorgt op dit laatste deel van zijn traject niet voor problemen.
Sinds ons laatste bezoek aan Ronse is hier wel een en ander veranderd: de treinen komen nu aan op een kopspoor (er zijn er 2, spoor 2 wordt vermoedelijk alleen gebruikt als er ook P-treinen rijden). Van de sporen richting Leuze is niets meer te bekennen. Bus 87 vertrekt met 4 minuten vertraging, in Ellezelles blijven er nog 3 van over.
Voor de terugrit is het even opletten: tussen Ellezelles en Ronse volgen de bussen twee verschillende reiswegen. Daardoor zijn er ook 4 inplantingspunten voor deze halte. Vermits onze bus nu wel via het vroegere station (ongeveer 1.5 km van het centrum gelegen) rijdt, moeten we even opletten. Gelukkig is de informatie aan de haltepalen oké. Deze bus rijdt ook met vertraging en het laatste deel door Ronse, met doorstromingsperikelen aan een rotonde, helpt de zaak niet echt vooruit. Maar de aansluiting met de trein komt niet in het gedrang.
Ook deze S bestaat uit één motorwagen i.p.v. de voorziene twee. Later op de avond zal ik op hgbtf trouwens een vraag lezen over de inkrimping van het aantal ingezette motorwagens , zonder antwoord evenwel. Het lijkt dus een eerder algemeen dan punctueel probleem. De zitjes in de kleine eersteklasafdeling zijn nu overtrokken met een kunstleren stof die wat aan de M7 doet denken, ook door de stiksels. Tot Oudenaarde is het kalm in dit ene motorstel, maar daar staat het jonge schoolvolkje klaar en dat zal op zijn minst voor een gezellige bezetting zorgen.
Ondertussen hebben we door dat de treinrit naar Brussel-Zuid mogelijk ook niet vlot zal verlopen. Op de website van de NMBS (die ik voor deze dingen ook op mijn smartphone gebruik), lees ik dat de seinen gestoord zijn tussen Kortrijk en Harelbeke en Kortrijk en Vichte. Dat zal dus wel tussen Kortrijk en Y. Zandberg zijn, maar aan die wetenschap heeft de doorsnee reiziger vermoedelijk niet zo zeer. Blijkt dat het vertrek uit Kortrijk flink wat vertraging oploopt: in Oudenaarde staat de trein eerst met 10 minuten vertraging opgetekend, maar dat zullen er 18 worden. Overigens wordt nog maar eens een verminderde samenstelling aangekondigd: 3 rijtuigen i.p.v. 6. Eén break i.p.v. twee. Eigenaardig genoeg zou het 6 i.p.v. 9 moeten zijn, want de voorziene samenstelling is 3 breaks. Haltelink kondigt trouwens 2 breaks aan en die blijken ook te rijden. Eerst lijkt de rit naar Brussel nog vlot te lopen - de tbg heeft het over een brand, niet over een seinstoring - , maar vanaf Haaltert zitten we achter een S-trein. Uiteindelijk bereiken we Brussel-Zuid met 19 minuten vertraging. Bij het binnenrijden zien we de IC naar Binche (M4) naar buiten rijden, met een vijftal minuten vertraging. En dus wordt het IC 3239 naar Kortrijk via Tournai. Veel valt daar niet over te vertellen. Net als we Brussel-Zuid verlaten hebben, baant een meute dertigers en veertigers zich een weg naar tweede klasse. Een idioot roept "Ca va couler", en inderdaad wordt hij voortgestuwd door een knaller van een wind. Zijn metgezellen vinden dit uiterst grappig. Om dit soort economisch overeind te houden worden miljoenen geïnvesteerd in allerlei steunmaatregelen. Ik denk terug aan een romantische tienerdroom van een wereld zonder mensen. Ik ben er nooit uitgekomen wat er dan met mezelf en met mijn dierbaren moest gebeuren…
De treinlectuur. Dorothy L. Sayers, Het lijk met de pince-nez. Waarom zoveel dames in de Angelsaksische wereld beroemd werden met hun detectiveverhalen zal nog wel nooit onderzocht zijn. Het hoofdpersonage van Sayers is Lord Peter Wimsey, die in de meeste van haar romans de schuldigen probeert te vatten. A.F.Th. van der HEIJDEN, Kwaadschiks.
Eind juli heb ik een waterlek gemeld aan de Stad Halle, in die periode dat we allemaal water moesten sparen, weet je nog. Sinds een week of twee is het lek, waar gezien de duur van de herstelling duizenden liters water verloren gingen, hersteld. We zagen hier de Technische Dienst van Halle, de Watergroep, Farys en een onbekende aannemer passeren. Oh ja, de gootstenen liggen hier nog altijd aan de overkant. Misschien verwacht men dat we die zelf terugplaatsen.
Uitgedrukt… As ligt in de Limburg… As staat hier voor als en het is een manier om uit te drukken dat de voorwaarde (als!) weinig kans op vervulling heeft.
Waar Abraham de mosterd haalde. Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over deBelgische spoorlijnenen een overde bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPEK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.
De wandeling. We liepen 19.5 km langs GR564, de Loonse route, die Lommel met Huy verbindt. We stapten van de treinhalte Bokrijk tot de bushalte Kortessem Printhagenstraat. Eigenlijk is het een typisch Vlaamse GR: er is ontegensprekelijk een verdienstelijke poging om een aantal reservaten en reservaatjes met elkaar te verbinden, maar tussenin blijf je als stapper wat op je honger zitten, omdat je al te vaak door bewoning moet. Echt overtuigd waren we dus niet bij aankomst, al is 13.5/20 in de zesjescultuur natuurlijk een goed resultaat. De reservaten leven bij de gratie van water, zoals de Kaatsbeek, de jonge Demer en de Mombeek. Enkelefoto'stonen dat aan. Vooral in de buurt van het water liggen interessante wandelwegen, wat de TWQ op 50% brengt. De bewegwijzering liet meer dan goed is te wensen over op een aantal punten. Als je net een deel van GR412 afgelegd hebt, met een schitterende bewegwijzering die je nooit laat twijfelen, zie je het contrast nog beter: ontbrekende stickers - stickers, want de verfpot en dito borstels worden nauwelijks gebruikt - onoordeelkundig geplaatste wegwijzers - nauwelijks gebruik van de nochtans nuttige kruisjes met verkeerde richting - het is allemaal weinig vertrouwenwekkend. Toen we zelf nog bewegwijzerden (en er om allerlei redenen ontgoocheld mee stopten) was het adagium dat je een GR moest kunnen volgen louter op basis van de bewegwijzering. Dat was vandaag zeker niet het geval; gelukkig had ik de tocht op de stafkaart voorbereid zodat we bij twijfel op het rechte pad konden blijven. Hetkaartjemoet je hier zoeken.
De Pomperikvijver, blijkbaar een paradijs voor hengelaars en dus niet zo voor vissen…
Veruit de mooiste veldweg vandaag: buurt Steenberg (geen stenen en geen bergen).
Het weer. Geleidelijk meer en meer bewolkt, volgens het gekende stramien: cirrus - altocumulus - stratocumulus. Aangename temperatuur en net toen we in het bushoekje stonden wat gedruppel.
De stafkaarten. 25/7-8 Hasselt (2017) - 33/3-4 Alken (2018)
Hoe we er geraakten. Bokrijk wordt elk uur bediend door de IC Blankenberge - Genk en dus volstaat één overstap in Brussel-Zuid voor de heenreis. Voor de terugreis komt er een bus bij, de 38 of de 4 die Kortessem met Hasselt verbindt. Hasselt - Brussel kan dan via lijn 21 (Landen) of 35 (Diest) zodat we ook nu niet meer dan 1 treinoverstap nodig hebben.
Een beetje geschiedenis. Kortessem werd ontsloten met de komst van de tramlijn Hasselt - Borgloon - Oreye op 1 september 1899. Op 17.12.1949 zou het doek vallen over deze tramlijn. In het spoorboekje van 01.10.1900 kunnen we a.h.w. in uitgesteld relais de verlenging meemaken van deze lijn: Cet horaire sera mis en vigueur à partir de la mise en exploitation de la section Looz à Oreye qui sera annoncée par un avis spécial. Jusqu'à cette date, l'horaire qui figure au Guide officiel du 1er juillet restera en vigueur. Lang hebben ze er niet op moeten wachten, want volgens het onderaan vermelde werk zou dat deel opengegaan zijn op 03.10.1900. Voor alle duidelijkheid: Looz is Frans voor Borgloon. Op 28 oktober 1904 komt daar een tweede tramlijn bij: Kortessem - Tongeren. Het dorp Kortessem wordt aldus een overstappunt, met een eigen stelplaats.
In de jaren 1930 worden de stoomtrams vervangen door autorails, die de volledige rittijd van Hasselt naar Oreye met 20 minuten reduceren. De verbinding tussen Kortessem en Oreye is ondertussen afgebouwd tot 3 ritten heen en terug per dag, ten voordele van de verbinding Hasselt - Kortessem - Borgloon - Tongeren.
Na WO II blijft alleen de lijn Hasselt - Kortessem - Tongeren functioneren. Maar niet voor lang meer: met de ingebruikname van autobussen in 1949 wordt de rittijd Hasselt - Tongeren nog eens verminderd, tot 50 minuten.
Het is deze lijn die vandaag nog altijd overleeft als lijn 4. Eind jaren 1950 wordt Kortessem ook vermeld onder lijn 3, zij het met een zeer beperkt aantal ritten.
In 1962 komt Ford naar Genk en de Ford Werke stellen duizenden Limburgers te werk. De NMVB speelt daar op in met de invoering van vele busdiensten uit alle richtingen, speciaal voor Ford-arbeiders. Zo krijgt Kortessem een nieuwe lijn 43 via Kortessem naar Genk Sledderlo (Ford). Onnodig te zeggen dat deze lijn verdween na het brutale vertrek van Ford uit Genk.
Een andere evolutie waarop De Lijn inspeelt is de komst van de universiteit in Diepenbeek met lijn 45/3, later 453. In 2000 wordt Kortessem bediend door de lijnen 3, 4, 38, 43, 453 en een belbus.
Vandaag rijdt hier ook nog een lijn 104, een typische schooldienst tussen Tongeren en Hasselt.
De verbinding.
Halle - Brussel-Zuid
7574
08:33 08:43
+3
2151 (FML) - 51001 (FSR)
M4
controle: N
Brussel-Zuid - Bokrijk
1507
09:11 10:44
+6
1903 (NK) - 61048 (FHS)
M6
controle: J
-
Kortessem - Hasselt
[38]
15:48 16:05
+10
ab4939
Jonckheere Transit 2000 G
Tongeren
Hasselt - Brussel-Noord
1539
16.28 17:38
+3
1902 (NK) - 61032 (FHS)
M6
controle: J
Brussel-Noord - Halle
1589
17:41 18:02
+9
08142 (FML)
mr08 Desiro
controle: N
En wat we beleefden. Er hangen twee eersteklasrijtuigen aan P 7574 (nu officieel een S-trein), maar andermaal wordt dat verkeerd aangekondigd: alleen het rijtuig in vijfde positie wordt vermeld. Dat is M4 51001, volgespoten met graffiti én met de glazen wanden die destijds voor een denkbeeldige afscheiding van de kleine rokersafdeling instonden. Terwijl we in Brussel-Zuid op onze aansluiting zitten te wachten komt IC 2409 binnen: dat horen we al van ver, want het stuurstandrijtuig vooraan heeft een knoert van een vierkant wiel. Dat wordt prettig rijden voor de treinbestuurder. Met onze IC 1507 loopt het allerminst vlot: in Brussel-Zuid vertrekt hij met 3 minuten vertraging, in Brussel-Centraal zijn dat er al 9! Het gebeurt niet zo vaak (meer) dat je 2 keer moet aanschuiven tussen Zuid en Centraal. En dan gaat het lang van kwaad naar erger: Noord +8, Leuven +14 (voorrang Thalys in Diegem), Tienen +13 en daarna begint de geleidelijke (nee, eerder snelle!) afbouw: Landen +10, Sint-Truiden +9, Alken +7, Hasselt +5. Het ziet ernaar uit dat we Bokrijk bereiken met de symbolisch en statistisch belangrijke vertraging van 5 minuten, maar in Bokrijk wordt gewerkt aan de overweg, met een snelheidsbeperking tot 40 km/u en zo komen we uiteindelijk toch met 6 minuten vertraging aan.
Voor de terugrit moeten we er een stukje bus bijnemen: lijn 38 tussen Kortessem Printhagenstraat en Hasselt. Je kunt dat stukje bijna letterlijk nemen: ab 4939 is echt wel stokoud. De bus rijdt bovendien met 8 minuten vertraging (bij aankomst in Hasselt 10) zodat we de verhoopte aansluiting met de trein via Aarschot niet halen.Dat is niet echt erg, want een 20-tal minuten later is er al een trein via Landen. Dat is vandaag een halve trein: 5 M6 i.p.v. 10, al kondigt men in Hasselt plichtsbewust eersteklasrijtuigen in 3de en 8ste positie aan. Tot Brussel zal dit nog wel meevallen, maar daarna loert de chaos om de hoek. De treinbegeleider verwacht die trouwens al eerder, want we krijgen te horen dat we met een verminderde samenstelling rijden en dat we onze bagage in de rekken of onder de zitjes moeten plaatsen. Vermits er tot en met Tienen in elk station meer uit- dan instappers zijn, lost het probleem zichzelf op. Wat wel meer en meer opvalt, is dat de nieuw ingeweken Oost-Europeanen en Aziaten blijkbaar geen verschil zien tussen eerste en tweede klasse. Misschien een facetje van een inburgeringscursus? In Schaarbeek gaat het al traag en dat laat ruim de kans om het allegaartje aan graffiti te bewonderen op het materieel dat zich opmaakt voor P-ritten. Dat je van ver een gebouwtje ziet met B-Wash is dan op zijn minst wat ironisch. De trein heeft tot Diegem stipt gereden maar in Schaarbeek staan we zelfs even helemaal stil. Dat we toch de aansluiting met de S naar Denderleeuw halen, heeft vooral daar mee te maken dat de aansluitende trein zelf met vertraging rijdt. Ook hier zijn we een stijgende curve: Noord +4, Centraal +6, Zuid +4, Halle +9. Zowat het hele traject tussen Brussel-Zuid en Halle wordt vertraagd afgelegd.
De treinlectuur. Michel HOUELLEBECQ, Sérotonine. A.F.Th. van der HEIJDEN, Kwaadschiks.
De NASA is erin geslaagd om een meteoriet uit haar baan te schieten. Alsof de aarde niet allang door het mensdom vernietigd zal zijn voor de eerstvolgende gevaarlijke meteoriet zich aandient.
En wat te denken van inclusief taalgebruik? Als een vrouw verkracht zou worden zoals nu ons taaltje verkracht wordt, zou men moord en brand schreeuwen en terecht! Kom op met die meteoriet.
Uitgedrukt… Ja, we zijn hier niet veel… Als reactie op de plotse dood van iemand. Betekent zoveel als: we hebben weinig te betekenen.
Waar Abraham de mosterd haalde. Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over deBelgische spoorlijnenen een overde bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPEK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.
De wandeling. We stappen vandaag nog eens langs GR412 Le Sentier des Terrils, en dat van Couillet naar Moignelée. Ik kan me voorstellen dat sommigen zich vragen stellen bij dat eindpunt maar daar is een eenvoudige verklaring voor: oorspronkelijk was deze GR opgedeeld in een westelijk (GR 412 O) en een oostelijk (GR 412 E) deel, met 2 topogidsen. Laat Moignelée nu net het dorp zijn waar de ene topogids eindigde en de andere begon: op 27 oktober 2009 stapten we van Moignelée naar Franière en het oorspronkelijke westelijke deel sluiten we vandaag af in datzelfde Moignelée. De stapper moet spijtig genoeg vaststellen dat lang niet het hele pad bekoorlijk is, al weet je nooit waar andere stappers voor vallen. Ik ga het deel van vandaag zeker niet als aanrader voorstellen op routeyou, maar laat iedereen maar voor zichzelf bepalen.
Positief is dan: 1. De GR voert door een gebied waar weinig wandelmogelijkheden bestaan en dat dus op die manier ontdekt kan worden. 2. Het is zelden van begin tot einde huilen met de pet op: af en toe kom je echt nog wel een aangenaam paadje tegen. 3. Zowat iedereen die je tegenkomt, is vriendelijk. (In schril contrast met wandeling van Sluis naar Brugge!) 4. Het beklimmen van een terril kan sommigen ongetwijfeld een kick bezorgen en de mijnhopen zijn ondertussen hier en daar naar een bijna natuurlijke toestand teruggekeerd. 5. Wie graag langs het water stapt, vindt met het traject langs de Samber zeker zijn gading.
Negatief is: 1. Je legt veel nutteloze kilometers af door straten en gemeenten waar je anders nooit zou willen komen. 2. Sluikstorten lijkt hier in de buurt een nationale sport te zijn. 3. Netels en bramen palmen bepaalde wegjes (vooral de mooiste) langzaam in - we waren erg blij dat we een lange broek droegen. 4. Er wordt een heel eind langs Ravel 1 gestapt en zoals altijd is die eerder op het lijf van de fietser dan van de wandelaar geschreven. O.a. een kleine 3 kilometer langs de Samber is te veel van het goede. 5. Crossers rijden sommige wegen op de terrils kapot. 6. De storende aanwezigheid van altijd wel een of andere drukke verkeersader.
De tocht is 23 km lang met een enigszins verrassend TWQ van 51%. Af en toe zijn er panorama's aan de overzijde van de Samber, maar die accentueren vooral de teloorgang van de natuurlijke omgeving. We kwamen niet verder dan 9.5/20.
Zo zag de Samber er in het begin van de tocht uit…
… en tegen het einde leek hij al wat vriendelijker.
Het weer. Aangename temperatuur, licht bewolkte hemel, met cirrus en altocumulus. Enigszins winderig.
De stafkaarten. 46/7-8 Charleroi (2020) - 47/5-6 Fosses-la-Ville (2018). Je loopt vaak door volgebouwde wijken en daar is het gebruik van deze kaarten op 1:25.000 eerder beroerd. Die op 1:10.000 zullen wel nooit meer terugkomen…
Hoe we er geraakten. Charleroi-Sud kunnen we vanuit Halle bereiken via Brussel-Zuid of via La Louvière-Sud, maar de verbinding via Brussel biedt meer mogelijkheden. In Charleroi-Sud stappen we over op de S naar Jambes voor een erg kort ritje. Moignelée mag niet klagen over busbedieningen: er zijn de 155/156, de 147a en de 58. Die brengen je allemaal snel naar Tamines, waar kan worden overgestapt op de IC's naar Mons of Tournai. Die geven dan weer aansluiting op de IC's naar Brussel. Alles bij elkaar een niet zo moeilijke verbinding.
Een beetje geschiedenis. Moignelée heeft van 1868 tot 1965 kunnen genieten van een treinbediening met lijn 147 Landen - Tamines. Moignelée Gare is vandaag trouwens nog altijd een bushalte. Maar zoals wel vaker in de jaren 1950 en 60 werd de reizigersdienst op deze secundaire lijn opgedoekt. Op dat ogenblik reed er al een tijdje een bus 147a Gembloux - Fleurus - Tamines, eigenlijk al een echte vervangingsbus, want vanaf 1960 was de treindienst beperkt tot het gedeelte Fleurus - Tamines. De inwoners van Moignelée konden trouwens al voor WO II gebruik maken van een bus: in het busboekje van 1935 vinden we een bus Fleurus - Tamines via Moignelée terug, in 1938 is dat Châtelineau - Moignelée - Tamines geworden. WO II heeft waarschijnlijk voor een lange onderbreking van deze busdienst gezorgd: pas in het spoorboekje van 1952 vond ik een lijn Châtelineau - Farciennes - Tamines - Châtelet terug, wat later de lijn 155/156 zou worden. Deze toestand bleef enige tijd dezelfde: een spoorlijn en een buslijn die beide op hun manier voor een vlotte verbinding met voornamelijk Tamines zorgden. Later, vermoedelijk ergens rond 2010 kwam daar nog een verbinding bij toen lijn 58 Tamines - Auvelais - Jemeppe/Spy werd doorgetrokken tot Moignelée. En hiermee is ook de huidige toestand geschetst: een lijn van de TEC-Charleroi (155/156 al naargelang de richting van deze circulaire lijn) en 2 lijnen van de TEC-Namur: 58 en 147a.
De verbinding.
Halle - Brussel-Zuid
3408
09:20 09:30
+1
827 (GCR)
mr75 vierledig
controle: N
Brussel-Zuid - Charleroi-Sud
4530
09:45 10:39
+6
2748 (NK) - 61001 (FCL)
M6
controle: J
Charleroi-Sud - Couillet
4160
10:54 10:58
+1
971 (FCR)
CityRail
controle: N
-
Moignelée - Tamines
[156]
17:17 17:24
+4
zie bij "wat we beleefden"
*
*
Tamines - Charleroi-Sud
3838
17:31 17:44
stipt
509 (FHS)
mr96 DMT
controle: J
Charleroi-Sud - Brussel-Zuid
2017
17:54 18:45
+1
2749 (NK) - 61040 (FCL)
M6
controle: J
Brussel-Zuid - Halle
1590
18:53 19:02
+4
08098 (FML)
mr08 Desiro
controle: N
En wat we beleefden. Met IC 3408 die we wel vaker nemen, moeten we over voldoende tijd beschikken voor de overstap in Brussel-Zuid. De trein bestaat uit twee vierledige stellen, in het eerste stel ligt de bezetting van eerste klasse op het peil van tweede klasse… Je kunt er eindeloos over blijven zeuren, er wordt toch niets aan gedaan. Vanmorgen was er een wisselstoring in de buurt van Luttre, maar die was al opgelost toen we thuis vertrokken. IC 4530 lijkt er dan ook een stipte rit van te zullen maken, maar vanaf Luttre gaat het over lijn 124A en nu wordt duidelijk waarom er zoveel reserve zit tussen Luttre en Marchienne-au-Pont. Het is S 4030 die met veel vertraging rijdt en ons in de weg zit. Traditioneel komen er ook nog minuten vertraging bij tussen Marchienne-au-Pont en Charleroi-Sud: +6 is het verdict. Op spoor 9 zou S 4160 klaar moeten staan, maar de schermen op het perron houden zich van den domme. Ook uit de luidsprekers klinkt niets wat erop wijst dat het klaarstaande tweeledige stel inderdaad de stoptrein naar Jambes is. Het is lang geleden dat we nog eens een tweeledig stel gehad hebben en 4 minuten is echt te kort om ervan te genieten.
Voor de terugreis heb ik een overzichtje gemaakt van de bussen die ons naar Tamines kunnen brengen. De halte Molignée Place ligt verdeeld over 2 inplantingen. We nemen de 156 van 17.17: de bus rijdt met een viertal minuten vertraging en de aansluiting van 7 minuten zou wel eens in het gedrang kunnen komen. Ik noteer als bus de 7357 maar ik vrees dat ik me deze keer vergist heb. Vertrouwend op zone01 doe ik zelfs geen poging om de bus nader te bekijken en ik weet dus niet eens het type van de bus. Mocht iemand kunnen helpen: graag! Als we op het busstation van Tamines aankomen staat er op perron 1 al een trein met twee Deense neuzen: de onze, die wat te vroeg is. We hebben tijd genoeg voor een supersnelle aansluiting bus/trein, o.a. omdat het busstation hier verstandig is aangelegd. Van Tamines tot Brussel-Zuid gebeurt er eigenlijk niets noemenswaardig en dus halen we gemakkelijk de aansluiting met S 1590. Die kan wel op tijd vertrekken, maar staat vanaf Vorst-Zuid alweer bijna stil. Schuldige is IC 3239 naar Kortrijk die met vijf minuten vertraging rijdt en die vertraging wordt onvermijdelijk doorgegeven aan de S-trein naar Denderleeuw, die Halle bereikt met 4 minuten vertraging.
De treinlectuur. Michel HOUELLEBECQ, Sérotonine. A.F.Th. van der HEIJDEN, Kwaadschiks.
Kort geleden riepen de vakbonden bij Delhaize op tot een staking, maar die werd afgeblazen omdat het enthousiasme bij de leden erg klein was, vermoedelijk omdat men geen dag loon wilde inleveren. Bij de NMBS wordt wel gestaakt…
Wat is dat trouwens met die minimumdienst als er in heel Namur en Luxembourg geen trein rijdt? In de verpleeg- en geneeskunde en in veel andere sectoren wordt het personeel dan opgevorderd. Dat is de enige manier om de syndicale schurkenstreek te counteren.
Uitgedrukt… Op een ander: betekent elders, op een andere plaats. Soms hoor je ook: hij/zij gaat op een ander, wat overspel betekent.
Waar Abraham de mosterd haalde. Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over deBelgische spoorlijnenen een overde bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPEK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.
De wandeling. Helemaal vergeten lijkt het Ourthe-Néblonpad, waarvan in 1998 een handige gids annex kaart verscheen. Zelfs nonkel Google biedt nauwelijks soelaas: 1 vermelding is echt niet denderend. De bewegwijzering van deze rondwandeling was ongetwijfeld een van de schattigste ooit, met een konijn met grappige oren dat de stapper de weg moest wijzen: ziefoto's. Vandaag is een groot deel van de wegwijzers verdwenen, wat het onmogelijk maakt om zonder gids te stappen: onskaartjezal zeker helpen. Het is een makkelijk te beschrijven tekst: eerst loop je een tijdje langs de Ourthe, maar dan gaat het resoluut de hoogte in, richting Oneux en Houyemont. Dan volgt een mooi dalend bostraject dat je opnieuw in de vallei van de Ourthe brengt: je hebt er dan 13 km op zitten. De TWQ bedraagt 68 en dat verklaart grotendeels onze score (17/20) al mogen de panorama's er ook zijn!
Uitzicht op Comblain-au-Pont met de Tour Saint-Martin.
Wij kwamen van links - mooie cumulusbewolking.
Het weer. Erg aangename temperatuur (16°) en licht bewolkt: ideaal stapweer.
De stafkaarten. De wandeling lag al een tijdje op het schap (corona, weet je wel) en dat verklaart het gebruik van kaarten op 1:10.000: 49/2S Comblain-au-Pont (2001) en Xhoris 49/6N (2000). Die zijn nog best bruikbaar; recentere versies op 1:25.000 zijn 49/1-2 Esneux en 49/5-6 Hamoir, beide met 2020 als publicatiedatum.
Hoe we er geraakten. Er zijn nogal wat reizigers die één overstap al te veel vinden - en zelf vind ik een overstapvrije verbinding prettig - maar als we zoals vandaag toch 2 keer moeten overstappen, draaien we daar nauwelijks onze hand voor om. En dat de IC's naar Luxemburg en de L-treinen naar Marloie nu om het uur rijden, maakt het allemaal nog een stuk aantrekkelijker. Overstappen dus in Brussel-Zuid en Liège-Guillemins, al gunnen we onszelf een fantasietje voor de terugreis.
Een beetje geschiedenis. Comblain-la-Tour heeft een spoorweggeschiedenis die teruggaat tot 1866 en die een extra stimulans krijgt met de elektrificatie van lijn 43 in 1993. Desondanks en spijtig genoeg heeft spoorlijn 43 Angleur - Rivage - Marloie regelmatig gefigureerd op de lijst van potentiële afschaffingen, al is het de laatste tijd op dat vlak wat minder woelig geworden. Verwar Comblain-la-Tour trouwens niet met Comblain-au-Pont, dat destijds wegbespaard werd omdat het te dicht bij Rivage lag. Dat Comblain-au-Pont als overstappunt kan dienen tussen een aantal buslijnen (waaronder de 142 naar Trois-Ponts) en de spoorweg werd daarbij spijtig genoeg over het hoofd gezien. Tussen 1909 en 1948 lag er ook een tramterminus aan het station van Comblain-la-Tour. Het was een erg kronkelige tramlijn die Melreux verbond met Comblain-la-Tour, via o.m. Manhay en Werbomont. Het moet ook een van de weinige afgeschafte tramlijnen zijn waarvoor geen vervangende busdienst ingezet werd: je kunt de verbinding Aywaille - Comblain-Fairon nauwelijks als dusdanig beschouwen. Erg overzichtelijk is dezewebplek. Tegen het einde van onze tocht aan stapten we in de buurt van de vroegere trambedding, maar dat is ook alles wat er van te zeggen valt. De NMVB-stelplaats van Comblain-la-Tour komt overigens nauwelijks aan bod op het wereldwijde web… Tegenwoordig wordt Comblain-la-Tour bediend door 3 buslijnen van de TEC-Liège-Verviers. (De tramlijn behoorde destijds tot Namur-Luxembourg, ook al lag de stelplaats van Comblain-la-Tour in de provincie Liège.) Die drie buslijnen stellen weinig voor: de 92 rijdt alleen op donderdag en je vindt er niet eens een deftig busboekje voor terug, de 97 is evenmin meer dan een schooldienst en lijn 165 Aywaille - Hamoir heeft buiten de schooldiensten nauwelijks andere ritten die Comblain-la-Tour bedienen. De bereikbaarheid van het dorp staat of valt dus met de treindienst die geëvolueerd is van een twee-uurdienst (met locs van reeks 55 en M2-rijtuigen) naar een uurdienst (met enkele toegevoegde P-diensten) die na de elektrificatie met klassieke motorstellen gereden werd. Tegenwoordig blijven er nog enkele treinen met dit materieel rijden, maar zoals op zo vele plaatsten is het hier ook al Desiro wat de klok slaat.
De verbinding.
Halle - Brussel-Zuid
3408
09:20 09:30
+9
804 (GCR)
mr75 vierledig
controle: N
Brussel-Zuid - Liège-Guillemins
0508
09:55 10:59
+2
1803 (FSD) - 11808 (FSD)
I11
controle: J
Liège-Guillemins - Rivage
5311
11:07 11:30
stipt
08525 (LL)
mr08 Desiro
controle: J
-
Comblain-la-Tour - Liège-Guillemins
5586
15:10 15:43
+3
08518 (LL)
mr08 Desiro
controle: J
Liège-Guillemins - Halle
1738
15:55 17:33
+3
363 (NK)
mr80 Break
controle: J
En wat we beleefden. In Halle is het al duidelijk dat deze 30ste september een uitgelezen dag lijkt te zijn om er met grote en minder grote schoolgroepen op uit te trekken. Een groep van een 40-tal tweedejaars lagere school zal ook onze trein moeten nemen, die gelukkig bestaat uit 2 vierledige stellen. Een andere meevaller is dat de begeleiders alert genoeg zijn om de aankondiging op het scherm en de gesproken aankondiging ter harte te nemen: ze schuiven met het hele zootje richting achteraan de trein en dat is voor ons meteen het teken om vooraan in te stappen. IC 3408 rijdt trouwens met vertraging, omdat lege stellen voorrang krijgen; o.a het stel van P 7445 Visé - Braine-le-Comte moet blijkbaar dringend terug naar Vorst-Rijtuigen. Het resultaat is 8 minuten bij vertrek, groeiend tot 9. In Brussel-Zuid lijken de volksverhuizingen zich trouwens door te zetten: onze IC 508 moet een groep van niet minder dan 220 leerlingen meenemen, wat neerkomt in reservaties in het 5de, 6de en 7de rijtuig. Ook veel andere treinen dragen de reserveringsbriefjes nieuwe stijl. Ik denk even dat dit drie benedendekken M7 zijn, maar als onze trein aankomt, blijkt die volledig uit I11 te bestaan. De eersteklasrijtuigen bevinden zich in het 2de en 4de rijtuig - niet dat dit omgeroepen wordt… Voor iedereen in de smalle deuren van de I11'en is ingestapt, hebben we 8 minuten vertraging. Blijkbaar is de bezetting van die aard dat de treinchef het nodig vindt om om te roepen dat er nog zitplaatsen tweede klasse zijn in de eerste drie rijtuigen, ons A-rijtuig dus inbegrepen. Als we controle krijgen vragen we of het rijtuig gedeclasseerd is, maar de tbg weet nergens van: hij is niet de treinchef. Het maakt ook allemaal niet zo veel uit, want op enkele individu's na lijkt de verhuislust beperkt. Wij rekenen op een aansluiting van de IC naar Luxemburg - acht minuten, met de melding dat de aansluiting niet verzekerd zal worden als de vertraging meer dan 5 minuten bedraagt. Voorbij Brussel-Noord (+7) wordt de vertraging afgebouwd: Leuven +4, Liège-Guillemins +2. De IC naar Luxemburg halen wordt dus een makkelijke opdracht. Vergeet Luxemburg trouwens maar: een ingestorte tunnel heeft ervoor gezorgd dat deze treinen minstens tot december tot Clervaux beperkt zijn. Door de dwaasheden van de NMBS hebben we een seniorenbiljet voor Comblain-la-Tour moeten kopen en zitten we dus niet in een trein die daar stopt. De attente tbg waarschuwt ons dat we in Rivage over moeten stappen. (Van een seniorenbiljet een enkeltje maken zou één oplossing zijn, de alternatieve terugreis een tweede: dan hadden we gewoon een heenreis naar Rivage en een terugreis uit Comblain-la-Tour gekocht.) In onze afdeling zit een juffrouw (mijn vrouw zegt een vrouw, maar met het ouder worden is de grens van het juffrouw-zijn in mijn geval stelselmatig opgeschoven, niet zo bij mijn vrouw). Ze sukkelt met een niet treingerelateerd probleem: een afgekraakte hoge hak: de tbg weet ook geen raad…
Voor de terugreis voorspelt Belux 2 klassieke stellen, maar het zijn 2 desiro's die ons van Comblain-la-Tour naar Liège zullen brengen. Ook deze trein heeft minstens 2 groepen of groepjes mee, maar pas in Liège-Guillemins wordt het duidelijk hoeveel groepen er nog altijd op pad zijn. We besluiten dat een rustige rit met de IC naar Oostende verre van gegarandeerd is en dus besluiten we de klaarstaande IC naar Quiévrain te nemen: we komen dan wel 10 minuten later in Halle aan, maar die verbinding is overstapvrij. We hebben zelden zo een rustige rit meegemaakt, al zit er tussen Liège en Waremme een hoesterig krapuultje in onze buurt… Deze IC bestaat uit 4 breaks en dat is voldoende om de vrijdagavondspits op te vangen. Alleen tussen Brussel-Zuid en Halle lopen we 3 minuten vertraging op, mogelijk omdat P 8802 naar Quévy te lang aan het perron heeft gestaan in Halle.
De treinlectuur. Fikry EL AZZOUZI, De beloning. Een wel bijzondere kijk op de "man met het hoedje". A.F.Th. van der HEIJDEN, Kwaadschiks.
Met al die tips voor energiebesparingen kunnen we 2022-2023 zonder aarzelen bestempelen als het Jaar van de Vrek…
Uitgedrukt… Het een is niet goed en het ander deugt niet. Gezegd wanneer er eigenlijk geen bevredigende oplossing is voor een probleem.
Waar Abraham de mosterd haalde. Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over deBelgische spoorlijnenen een overde bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPEK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.
22 september 2022 - Sluis - Brugge (Via Brugensis)
De wandeling. Er is iets eigenaardigs aan de hand met de Via Brugensis, een Compostelaroute die begint in Sluis en door België loopt tot in de buurt van Antoing: ze wordt niet eens meer vermeld op de website van het Vlaams Genootschap van Santiago de Compostela, en tegelijk lees ik in de krant dat de bewegwijzering in Brugge hersteld is in 2021, aan de hand van de min of meer bekende koperen schelpen. Nu weten we maar al te goed dat compostelaroutes nooit eenduidig bewegwijzerd zijn, als ze dat al zijn tout court: neem nu het traject dat we vandaag volgen van Sluis naar Brugge. Ze hebben het zich wel erg gemakkelijk gemaakt: we worden verondersteld de wit-rode bewegwijzering te volgen van GR5A (behalve in Brugge), maar ondertussen is die GR5A aangepast, o.m. in de buurt van Damme en is er een nieuwe GR (de Uilenspiegelroute) bijgekomen. Wij hebben zo trouw als mogelijk het traject uit de topogids (verschenen in 2010) gevolgd en dat kun je terugvinden opdit kaartje. We stapten dus van Sluis naar Brugge, goed voor een stevige 24 km, weliswaar zonder noemenswaardige stijging. De TWQ bedraagt 37%, wat grotendeels op rekening van het jaagpad van de Damse Vaart geschreven kan worden. Waar daar van afgeweken wordt (gelukkig, want de verveling loert anders!), kom je onvermijdelijk op beton terecht, al blijven er toch nog enkele mooie paadjes over zoalsde foto'swel illustreren, voornamelijk in Oostkerke en over enige afstand tussen Damme en Brugge. Op het kaartje wordt de Damse Vaart overgestoken met het zelf te bedienen voetveer met de toepasselijke naam Kobus, maar dat bleek de teleurstelling van de dag: Kobus was als gevolg van de droogte buiten dienst, omdat hij door de lage waterstand tegen de bodem zou slepen. Heeft het hier in september dan nog niet geregend? Gelukkig konden we gewoon aan de rechterzijde blijven, al was het aan de overzijde vermoedelijk aangenamer stappen.
De Zwarte Sluysse - links lag de Damse Vaart.
In Hoeke vonden we deze wegwijzer. We hebben nog wat kilometers voor de boeg.
Het weer. Geleidelijk meer en meer cirrus, maar best aangenaam.
De stafkaarten. 05/5-6 Knokke-Heist (2017), waarop ook Sluis terug te vinden is - 13/1-2 Brugge (2019).
Hoe we er geraakten. Het was eigenlijk een van onze gemakkelijkere verplaatsingen dit jaar: naar Brugge en daar overstappen op bus 42 van Brugge naar Breskens. De biljetten van De Lijn zijn geldig tot Sluis, dat is dus meegenomen. De terugreis is zo mogelijk nog eenvoudiger: 2 treinen volstaan om ons terug naar Halle te brengen.
Een beetje geschiedenis. Traditioneel richt ik mijn aandacht op het vertrekpunt van de terugreis en vandaag is dat dus het station van Brugge. Ik vonddeze interessante sitedie een goed overzicht heeft van de geschiedenis van dit station. Veel kan ik daar niet aan toevoegen.
Maar ik wil me toch ook niet helemaal onbetuigd laten: ik heb het spoorboekje van 1922 - een eeuw geleden, juist - ter hand genomen en even onderzocht met welke stations en haltes Brugge toen rechtstreeks verbonden was. De binnenlandse lijst is op zich al indrukwekkend: lijn 66 telt op dat moment nog 18 stations of haltes, Brugge en Kortrijk inbegrepen. Via lijn 64 is er een rechtstreekse verbinding met Ieper, via lijn 63 een via Kortemark met Boezinge. Uiteraard is er ook nog lijn 58 naar Gent-Zuid. De haltes tussen Brugge en Oostende zijn nog in volle bloei en de verbindingen met Knokke (via Zeebrugge met toen ook al Zeebrugge-Centrum en Zeebrugge) vormen een resem rechtstreekse verbindingen. Verder is er uiteraard de lijn naar Gent: alleen Halewijn is hier ondertussen gesneuveld. Voeg daar nog een lange reeks buitenlandse stations aan toe. De volgende spreken het meest tot de verbeelding: Sterpenich (!) bij de Belgisch-Luxemburgse grens, Luxemburg, Thionville, Metz, Strasbourg, Colmar, Mulhouse, Basel, Luzern, Lugano, Chiasso, Como, Milaan, London (via Oostende per boot), Paris-Nord, Berlijn, Warschau, Riga, Herbesthal (!), Aachen, Mönchengladbach, Düsseldorf, Keulen, München, Wenen, Boedapest, Boekarest, Constantinopel. Stations als Sterpenich en Herbesthal zijn grenspunten en douaneposten; anders zouden de internationale treinen hier niet stoppen.
Voor iemand in juichen (of net in huilen) uitbarst: stel je niet te veel voor bij deze lange reeks: internationale treinen reden niet dagelijks en in binnenverkeer waren verbindingen met bijvoorbeeld Ieper erg beperkt. Vergeet ook niet dat lijn 50A pas later werd aangelegd en dat het nog langer wachten was op de NZV, wat de mogelijkheden sowieso beperkte, o.a. voor de verbindingen met Liège, die via Dendermonde, Mechelen en Leuven liepen.
Voor de volledigheid nog even vermelden dat er ook nog tramlijnen waren naar Aardenburg, Assebroek, Knokke, Sluis, Leke, Zwevezele en Ursel.
De kaalslag van de jaren 1950 en IC-IR verminderden het aantal verbindingen sterk, maar door de neiging van de voorbije decennia om langere verbindingen in te voeren, is het aantal rechtstreekse verbindingen toch opnieuw op peil geraakt. Ik denk dan aan de Luchthaven, al dan niet via Oudenaarde en Zottegem, aan de verbinding met Eupen, aan de S-trein naar Mechelen en aan de IC-verbinding met Genk via Landen. De reiziger beschikt tegenwoordig ongetwijfeld over een ruimer aanbod, maar tegelijk zijn vooral de regionale verbindingen de dupe geworden van rationaliseringen, zoals dat lijkt te moeten heten.
De verbinding.
Halle - Brussel-Zuid
7572
07:34 07:44
+2
08158 (FML)
mr08 Desiro
controle: N
Brussel-Zuid - Brugge
1529
07:55 08:53
stipt
1909 (NK) - 61065 (FHS)
M6
controle: N
Brugge - Sluis
[42]
09:48 10:28
+5
ab2166
VDL Bus&Coach Citea SLE
Brugge
-
Brugge - Brussel-Zuid
2817
17:31 18:29
+2
374 (FSD)
mr80 Break
controle: J
Brussel-Zuid - Halle
3689
18:34 18:51
stipt
08172 (FSR)
mr08 Desiro
controle: N
En wat we beleefden. Onverwacht is de 18 jaar oude auto de avond voordien uitgevallen en dus moeten we de rit naar Halle per bus maken. Dat levert een ongewone reis op: normaal zouden we de IC naar Sint-Niklaas van 8:03 hebben genomen, met overstap in Brussel-Zuid op de IC naar Knokke (8:29), maar de bus komt al aan om 7:32 en dan nog eens 6 minuten te vroeg, zodat we de P-trein 7572 kunnen nemen. Die staat eigenlijk verwarrend aangeduid in Halle, als S8 Brussel-Schuman - Ottignies. De trein bedient inderdaad wel Schuman, maar dan wel via de NZV. Met twee S-treinen die wel over lijn 26 rijden is dat toch niet echt risicoloos. In Brussel-Zuid nemen we IC 1529 naar Blankenberge, wat ons uitzicht geeft op 55 minuten overstap in Brugge! Deze IC zou normaal gezien bestaan uit 10 rijtuigen (twee maal vijf), maar vandaag maakt een ander rijtuigenstel de dienst uit. In Brussel wordt daar zedig over gezwegen, maar in Brugge krijgen we excuses omdat de trein uit 9 rijtuigen bestond i.p.v. 10. Niet dat het veel uitmaakt. Wel verdacht is die jongeman van een jaar of 15 die een treinritje eerste klas maakt tot Brugge. Misschien ben ik te wantrouwig en bekijk ik te veel fictie, maar brossen is nog het meest onschuldige wat bij me opkomt. Controle blijft uit.
Deze bus van lijn 42 is een van de weinige die niet door Connexxion gereden wordt. In Haltelink lees ik dat er niet veel zitplaatsen vrij zullen zijn en dat lijkt ook te kloppen. Aan het station zelf stappen al een 15-tal reizigers in en dat houdt niet op voor we Brugge uit zijn. Allemaal sukkels die de hoge levensduurte in België ontvluchten om in Sluis de goedkope Jumbo aan de halte Sint-Annastraat te plunderen. De bus is na deze halte inderdaad zo goed als leeg, maar wij rijden nog één halte verder (Ridderstraat) om van daar naar de Groote Markt en het Belfort (het beginpunt van deze Via) te stappen.
De terugreis met de goed bezette IC 2817 (Knokke - Brussels-Airport) lijkt even problematisch te worden, want er is een seinstoring gesignaleerd tussen Brugge en Gent. We naderen inderdaad opvallend traag Aalter, maar daarna lijken de problemen opgelost. Gelukkig stappen er in Aalter en Gent reizigers uit, want veel meer klanten kan dit treintje met 2 breaks niet aan. Zelfs eerste klas zit voor 90% vol en deze keer komt er wel controle - niemand lijkt verkeerd te zitten. In Brussel-Zuid hebben we een overstap van 5 minuten op S 3689 naar Braine-le-Comte; door de lichte vertraging van de IC blijven daar maar 3 minuten meer van over, maar dat volstaat. Al voor Vorst-Zuid komt een drietal lustige krapuultjes in eerste klas zitten; verder dan Ruisbroek moeten ze niet mee. Volgens mijn vrouw hebben ze de tbg in het oog gehouden en proberen ze zover mogelijk van hem weg te blijven. Hij vooraan, zij dus aan het andere uiterste van de Desiro. De controle vlak voor Halle zal dus te laat komen. Het is weer lang wachten op een aansluitende bus, maar thuis staat de auto paraat, dankzij de goede zorgen van Garage Vandergucht.
De treinlectuur. Elizabeth George, The punishment she deserves. A.F.Th. van der HEIJDEN, Kwaadschiks.
NVA vindt de sluiting van Doel 3 de fout van de eeuw. Ze laten het confederalisme dus varen…
Uitgedrukt… Een uitdrukking die zeker niet algemeen is: aske wiltj. Letterlijk: als je wil. Dit wordt gezegd als bezoekers vertrekken en betekent zoveel als: altijd welkom. (Tegelijk wordt het initiatief een beetje leep bij de bezoekers gelegd…) In het Vlaams woordenboek is deze uitdrukking in deze betekenis niet opgenomen, wel in de betekenis van alstublieft.
Waar Abraham de mosterd haalde. Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over deBelgische spoorlijnenen een overde bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPEK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.
De wandeling. We stappen vandaag net geen 11km langs GR14, Sentiers de l'Ardenne De L'Eifel aux Ardennes françaises, dat met een 276 km lang snoer Monschau met Sedan verbindt. Wij knippen er een stukje uit tussen Dochamps en La Roche, strategische keuze met het oog op beschikbaar OV voor deze en de eventuele volgende tocht. De TWQ bedraagt 66% en dat verbaast niet: een kleine helft loopt over onverharde boswegen en daar komen nog enkele andere trage wegen bovenop. Het is een klassetocht, met veel bos, rustige dorpen als Dochamps en Cielle en een aantal prachtige vergezichten, al voorspellen de vele bruine vlakken tegen de rotswanden dat het dit jaar geen kleurige herfst wordt, bij gebrek aan groene blaadjes. Wij quoteerden 17.5/20. Wel even opletten tegen het einde aan: als je de steile klim na de trambrug over de Ourthe achter de rug hebt, moet je strak naar rechts: de bewegwijzering laat hier in de kapvlakte een steekje vallen, maarhet kaartje zorgt voor duidelijkheid. Voor wie zich ongerust maakt over de jacht in Wallonië: de schoftenschutsels staan weer allemaal klaar, goed op tijd, om op oktober met de slacht te kunnen beginnen…
Het begint met een tamelijk sterk stijgende weg (Pazai de Bénasse) in Dochamps.
Het weer. Licht bewolkt, al nam de bewolking geleidelijk wel wat toe. Warm: 27 à 28°, en dat is eigenlijk al te veel.
De stafkaarten. 55/6N Dochamps (2004) - 55/6S Samrée (2004) - 60/2N La Roche-en-Ardenne (2006). Op 1:25.000 geeft dat 55/5-6 Rendeux (2017) en 60/1-2 (La Roche-en-Ardenne (2020).
Hoe we er geraakten. Toen we de vorige keer stopten in Dochamps was dat met de duidelijke bedoeling om gebruik te maken van de schaarse busritten op lijn 11 Melreux - Manhay, die bovendien niet op de meest geschikte momenten reed. Maar je moet nu eenmaal roeien met de riemen die je hebt, ook als je de bussen van de TEC neemt. Bedoeling was uit Melreux te vertrekken, maar de uurdienst op de nieuwe expresslijn E69 (Liège - Arlon) creëerde plots bijkomende mogelijkheden via Manhay. Onze heenreis verloopt dan ook via Liège-Guillemins met overstap op bus E69 die ons naar Manhay brengt, waar we de namiddagbus van lijn 11 kunnen nemen. Voor de terugreis bestaan 3 mogelijkheden: met de 13 en de 11/2 naar Marloie, met de 15 rechtstreeks naar Marloie en zelfs met de 55 via Manhay, opnieuw dankzij de E69. De snelste manier is zonder twijfel de 15 naar Marloie, ook al omdat dit de best haalbare lijkt na onze tocht.
Een beetje geschiedenis. Eigenlijk kreeg La Roche al vrij vroeg zijn tramverbinding, met name met Melreux-Hotton, waar aansluiting mogelijk was op de spoorlijn Marloie - Liège en op de tramlijn Melreux - Manhay - Comblain-au-Pont. Toch stokte de verdere uitbouw van het tramnet, mogelijk als gevolg van het sterk geaccidenteerde landschap rond La Roche: tramlijnen naar Baconfoy en naar Mont - Houffalize - Gouvy bleven op de tekentafels liggen en ook de aansluiting met een lijn Houffalize - Manhay (met aansluiting in Mont) kwam er nooit. We konden vandaag wel even de vroegere nu onherkenbare bedding van de tram volgen en gebruik maken van de vroegere trambrug om de Ourthe over te steken. Deze bedding volgde een meander van de Ourthe om uiteindelijk bij de stelplaats van La Roche te belanden; de gebouwen van deze stelplaats bestaan nog altijd, maar dat de bussen hier hun terminus hadden is al lang verleden tijd. Overigens betekent dit niet dat La Roche op een uitgebreid busaanbod kon rekenen. Toen de tramlijn in 1958 dichtging, bleven de bestaande 5 ritten (op zondag 6) behouden, zonder enige uitbreiding. Wel had men ondertussen het toeristische belang van het stadje La Roche ingezien en dat resulteerde in de jaren 1960 in de invoering van zogenaamde toeristische rondritten, o.a. naar Han-sur-Lesse en Nadrin (Hérou) die enkele keren per zomermaand uitreden. Voor de rest bestond het busnet uit schaarse busdiensten, o.a. naar Ortho en Baconfoy (lijn 49), naar Marloie en Houffalize (lijn 15), naar Melreux (lijn 11), naar Liège (lijn 10) en 2 particuliere buslijnen: één naar Laneuville en één naar Manhay en Chêne-al-Pierre. Tegenwoordig is er maar één buslijn die een min of meer bruikbare dienstregeling heeft: de lijn naar Melreux (ondertussen 13 geworden). Tegen het gezond verstand in is de rechtstreekse verbinding met Marloie (lijn 15) nooit echt volledig uitgebouwd. Het is eerder toevallig dat je van deze lijn gebruik kunt maken. De oostelijke tak van deze lijn (naar Houffalize) is evenmin echt bruikbaar. Voor de rest zijn er de bekende lapmiddelen: de proxibus (lijn 11b), schooldiensten als 13/2, 13/3, 135, 136 en 137, 55 en 59. Het is eigenlijk onbegrijpelijk dat het toeristische aspect van het stadje nooit echt weerspiegeld is geweest in het busaanbod.
De verbinding.
Halle - Brussel-Zuid
1558
09:58 10:07
stipt
08097 (FML)
mr08 Desiro
controle: N
Brussel-Zuid - Liège-Guillemins
0409
10:28 11:33
stipt
1894 (NK) - 61073 (LK)
M6
controle: J
Liège - Manhay
[E69]
12:02 12:52
+3
ab4904-08
Irizar i4 L
Transports Penning
Manhay - Dochamps
[11]
13:50 14:08
stipt
ab4559
Jonckheere Transit 2000
Manhay? Houffalize?
-
La Roche - Marloie
[15]
17:45 18:17
+9
ab4568
Jonckheere Transit 2000
Marloie? Menuchenet?
Marloie - Brussel-Luxemburg
2140
18:39 20:04
stipt
1354 (FNND) - 11621 (FSD)
I11
controle : J
Brussel-Luxemburg - Halle
3590
20:16 20:44
+1
902 (FSR)
mr86 Sprinter
controle: N
De depots van de bussen: de eerste vermelding is de waarschijnlijke, de tweede degene die ik gevonden heb op een TEC-forum. Als iemand uitsluitsel kan geven: GRAAG!
En wat we beleefden. In S 1558 zijn een kleine 200 zitplaatsen in tweede klas beschikbaar; toch komt een zwarte in eerste zitten. Aan zijn outfit te zien is hij geen werknemer van NMBS of Infrabel; we zullen hem later trouwens richting Thalys naar Parijs zien evolueren. Zoals al een hele tijd rijden de ICE's verre van allemaal en de reizigers van ICE 15 worden plichtmatig verwezen naar "onze" IC 409, mét verwijzing naar bussen in Liège-Guillemins (of was het Verviers). Dat verklaart de grote belangstelling voor deze IC, want meestal is die eerder rustig. Ook nu blijken bij controle een vijftal reizigers verkeerd te zitten - op het benedendek, ongetwijfeld zitten ook boven grijsreizigers. Er wordt opvallend veel Duits gesproken in onze omgeving - het is een eigenschap van de Duitsers om er zelfs bij een aanwezig debacle te blijven in geloven. Maar de trein rijdt net als de vorige wel stipt.
De bus van lijn E69 staat al paraat aan de overzijde van zijn vertrekhalte. Problemen met de ontwaarder en telaatkomers zorgen wel voor 3 minuten vertraging. Aan de eerste halte buiten Liège is die al opgelopen tot 8 minuten: de bus bedient eerst halten die passen in het concept van de combimobiliteit: om tamelijk nutteloze halten te bedienen mag hij wel de autoweg verlaten, voor de bediening van gemeenten mag dat niet meer, tenslotte staat die E in E69 voor express. Bij de halte Manhay Carrefour is de vertraging alweer geslonken tot 3 minuten. Aansluitingen zijn bij de TEC een schaars goed en dat is ook nu het geval. De voorziene aankomst van de E69 is 12:52 (of 13:52) maar de enige bus van lijn 11 vertrekt om 13:50, vermoedelijk omdat dat al vele jaren zo is, want er is geen enkele reden om de bus niet te laten aansluiten: bij aankomst in Melreux is hij sowieso te laat voor de trein naar Liège en veel te vroeg voor die naar Marloie. Dus wordt het 58 minuten wachten; gelukkig is er wat horeca in Manhay. Zoals enigszins verwacht zijn we tot Dochamps de enige reizigers. De chauffeur rijdt de halte Dochamps École voorbij, maar gelukkig herken ik een en ander van toen we in Dochamps aankwamen met dezelfde GR14 van vandaag. Hij put zich uit in excuses: hij heeft de lijn al te lang niet meer gereden…
Eigenlijk kwam die bus van lijn 11 ons goed uit: zo konden we de schoolbussen vermijden en mee rijden met lijn 15 die ons in een goed half uur naar Marloie brengt. De bus vertrekt met 8 minuten vertraging en daar gaat geen minuut meer af, ondanks een snelle rit. De bus heeft dan ook ongeveer een kwartier minder rijtijd dan in de jaren 1960. De TECLuxembourg heeft enkele tientallen jaren geleden de rittijden onwezenlijk kort gemaakt, met alle gevolgen vandien. Deze bus pikt wel nog reizigers op, voornamelijk in La Roche zelf.
Wat we van IC 2140 moeten denken, is ons niet meteen duidelijk als in Marloie omgeroepen wordt dat dit de eerste trein naar Namur en Brussel is. Controle (met de oude, handige app) leert dat de vorige IC in Libramont gestrand is. Toch lijkt dit niet veel invloed te hebben op de bezetting van onze trein, die trouwens met 8 minuten vertraging vertrekt, na een verlengde stilstand in Rochefort-Jemelle. De snelheid waarmee deze vertraging wordt ingelopen, is verrassend: vanaf Namur rijden we stipt. I11-rijtuig 11821 heeft nu binnen ook schermen, al staat er alleen een bekende B op. Het laatste ritje over lijn 26 is wat het altijd is: een iets te krappe dienstregeling in een iets te warme duikbril.
De treinlectuur. Elizabeth George, The punishment she deserves.Nu de vrt de Lynley Mysteries niet meer heruitzendt (te weinig zwarten, Indiërs, homo's en lesbiennes of gemengde koppels om aan de woke-instructies te voldoen), blijven de boeken een toevluchtsoord voor wie van een steengoede detective houdt. A.F.Th. van der HEIJDEN, Kwaadschiks.
Zaterdag was het weer tijd voor de Lagelandenlijst (zoals ook de vrt zijn programma zou moeten spellen, in één woord dus) en ik hoorde dat het toch wel spijtig was dat er zo weinig vrouwelijke artiesten in voorkwamen. Die smerige mannen sturen natuurlijk alleen liedjes van mannen in en de vrouwen aan de haard hebben geen tijd om lijstjes in te sturen. Ook in mijn blog komen trouwens weinig vrouwen aan bod… zij het dat mijn vrouw de dappere medestapster en -reizigster is die liefst van al op de achtergrond blijft.
Uitgedrukt… Hij heeft water in zijn kelder. Gezegd van iemand van wie de broek eigenlijk te kort is.
Waar Abraham de mosterd haalde. Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over deBelgische spoorlijnenen een overde bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPEK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.
De wandeling. Op het boekje heb ik als datumstempel 12 nov. 1991 aangebracht, o zalige tijd van inktkussen en manuele stempels. Eigenlijk ziet de folder van het Office du tourisme et de la culture de Beauraing er nog een stuk ouder uit. Zoals wel vaker lijkt dit deel van de Famenne echter ook ontsnapt aan wat Jef Geeraerts de Grote Versnelling noemde. De wandeling Pondrôme - Revogne, la région calcaire de Beauraing staat dan ook nog altijd als een (kalk)rots. Ze is net geen 10 km lang en voert ons naar het ongelooflijk mooie gehucht Revogne, met kasteelhoeve en kerkje (Chapelle Saint-Etienne) in de hoogte: de wat verborgen trappen en de bijhorende inspanning lonen zeker de moeite. Voor de rest is het vooral een erg rustige wandeling. Ophet kaartjeis duidelijk af te lezen hoe we eigenlijk een hele tijd afdalen naar de Wimbe in Revogne en dan weer snel uit de vallei opstijgen. De TWQ bedraagt 59% en dat is lang niet de enige troef van deze tocht met mooie vergezichten en goed begaanbare onverharde wegen aan de rand van het bos. Alle foto's vind jehier. De volgende zijn de lokkertjes.
Pondrôme, dorp en vroeger station.
Revogne, de weg naar de kasteelhoeve.
Het weer. Van licht naar zwaar bewolkt, warm: 27 à 28°. Toen we in Beauraing op de trein wachtten, donderde het in de verte!
De stafkaarten. 59/5N Pondrôme (2004) en 59/1S Lavaux-Sainte-Anne (2004). Op 1:25.000 geeft dat 59/1-2 Houyet (2021) en 59/5-6 Wellin (2021).
Hoe we er geraakten. Om naar Pondrôme te reizen moet je je echt neerleggen bij de grillen van de TEC-Namur die het dorp laat bedienen door 2 buslijnen (26 en 241) maar zonder enige regelmaat in de bediening. Om er naartoe te rijden konden we kiezen tussen een bus van lijn 26 en een van lijn 241, de eerste rond elven, de tweede even na twaalven. Omdat we niet wilden meemaken dat we niet meer in Pondrôme geraakten, kozen we de eerste optie: dan konden we eventueel nog terugvallen op de tweede. Bijkomend probleem: zoals wel vaker geeft de TEC niks om aansluitingen met treinen: niet alleen kiezen ze voor hun buslijnen de halte Beauraing Rond-Point i.p.v. het station van Beauraing als vertrekpunt, als je de bus dan 4 minuten na aankomst van de trein laat vertrekken, zit er niet veel anders op dan een uur tijd te verliezen in het nu ook weer niet zo fantastische Beauraing. Vandaar een wel erg lange heenreis. De terugreis loopt iets vlotter, met een aanvaardbare aansluiting in Beauraing en eerder gebruikte verbindingen terug naar Halle.
Een beetje geschiedenis. De buslijn die ons vandaag naar Beauraing terugbrengt vond ik al in een min of meer gelijkaardige vorm terug in het op zone01 ter beschikking gestelde busboekje van 1938: een bus verbond Givet met Beauraing en Wellin met 2 ritten heen en terug per dag. Wellin hoeft niet te verbazen: dat kon enigszins doorgaan als overstappunt op de tram naar Rochefort en Jemelle. Over de oorlogsperiode vind ik niets terug: pas in het spoorboekje van 08.10.1951 duikt tabel 910 op met een buslijn Graide - Wellin - Beauraing. Het aantal ritten heen en terug bedraagt nu 4 en dat zal zowat een hoogtepunt zijn! Vanaf 1959 wordt de buslijn verlengd tot Daverdisse, onder het lijnnummer 26 dat tot vandaag standhoudt! De dienstregeling is er niet beter op geworden, integendeel. In de tabel in het spoorboekje van 01.06.1969 vinden we in totaal 9 ritten terug met 8 opmerkingen. Rijden wordt afhankelijk van schoolvakanties, marktdagen (de 2de en de 4de woensdag van de maand). Het is de voorbode van een geleidelijke afbouw: tegenwoordig is er nog welgeteld 1 rit op schoolvakantiedagen (die wij namen) en 3 ritten, zo goed als helemaal in functie van de schooluren. Hoe onze rit aan schrapping is ontsnapt, is en blijft een raadsel.
Arm Pondrôme? Niet helemaal, of toch niet altijd. Pondrôme ontsnapte zelfs aan de IC-IR hakbijl van 1984, maar in 1994 viel definitief het doek. Ondanks de ideale ligging van het station ten opzichte van de dorpskern, kon de strakke 2-uurdienst blijkbaar onvoldoende klanten charmeren. De treinen zouden hier niet meer stoppen. De TEC deed alsof zijn neus bloedde en plots werd Pondrôme virtueel onbereikbaar. De invoering van lijn 241 veranderde daar weinig aan: in essentie ging het hier ook om een functionele lijn en functionele lijnen hebben nu eenmaal de neiging op hetzelfde moment te rijden.
De verbinding.
Halle - Brussel-Zuid
1555
06:58 07:07
+2
08121 (FML)
mr08 Desiro
controle: N
Brussel-Zuid - Namur
2107
07:33 08:44
stipt
1356 (FNND) - 11822 (FSD)
I11
controle: J
Namur - Beauraing
6058
08:55 09:56
stipt
08549 (LL)
mr08 Desiro
controle: J
Beauraing - Pondrôme
[26]
11:00 11:11
+1
ab4679
Van Hool NA330
Wellin*
-
Pondrôme - Beauraing
[26]
15:36 15:48
+1
ab4579
Jonckheere Transit 2000
Wellin*
Beauraing - Dinant
6087
16:02 16:30
stipt
08543 (LL)
mr08 Desiro
controle: J
Dinant - Etterbeek
2538
16:57 18:17
+3
08188 (FSR)
mr08 Desiro
controle: J
Etterbeek - Halle
3588
18:22 18:44
+1
903 (FSR)
mr86 Sprinter
controle: J
*Wellin lijkt me logisch, maar of het ook correct is, is lang niet zeker. Ook hier worden lijnen naar hartenlust met elkaar verknoopt en dan verrassingen over de inzet niet uitgesloten.
En wat we beleefden. Voor de NMBS is de vakantie achter de rug en dus wordt de samenstelling van S 1555 van 3 naar 2 Desiro's gebracht. Dat klinkt op het eerste gezicht gek, maar sommige P-treinen rijden niet tijdens de vakantie en dat kan opgevangen worden door die derde Desiro. En dat de vakantie niet alleen voor de NMBS maar ook voor veel pendelaars achter de rug is, merk je aan het talrijk opgekomen publiek. De rit van IC 2107 verloopt dan weer bijna volledig volgens het boekje: we komen zelfs te vroeg in Namur aan, zodat de aansluiting met L 6058 naar Bertrix en Libramont in alle rust genomen kan worden. Opvallend aan onze verplaatsing is de bijna volledige stiptheid van Halle tot Beauraing.
Na een klein uurtje verkennen van bedevaartsoord Beauraing - waar je de noveenkaarsen uit de automaat loet halen! - zakken we opnieuw af naar de halte Route de la Gare. De bus rijdt op tijd, ook na het rondje door Beauraing. Enigszins onverwacht hebben we 2 medereizigers. Alsof het niet op kan heeft ook de bus van de terugrit wat reizigers. Aan onze halte zijn we met vijf! Het is bijna ongelooflijk dat een buslijn met dergelijke povere dienstregeling ook nog gebruikt wordt, maar vermoedelijk profiteren deze mensen van de namiddagbus om snel wat inkopen te doen in Beauraing en dan terug te keren met een van de vooravondbussen.
Onze verbinding van de terugreis lijkt ook in alle rust te verlopen, hoewel we vanaf Groenendaal toch wat vertraging oplopen, achter de 3989 die inderdaad met een vijftal minuten vertraging rijdt. Met een aansluiting van 5 minuten in Etterbeek lijkt de toekomst somber: we komen met 3 minuten vertraging aan in Etterbeek en dan moeten we nog de trap op en af naar spoor 4. Dat S 3588 met 1 minuut vertraging rijdt, komt ons wonderlijk goed uit. Na 170 km in Desiro's brengen de veel te rechte zitjes in de duikbril nauwelijks verbetering. Toch vinden drie jongelui het nog altijd prettiger in eerste klas, hoewel de bezetting in tweede rond de 50% hangt. Er zal wel geen controle komen - wat maakt het allemaal uit, - horen we - ze dragen ook nog een zweetgeur mee - dat laatste is geen privilege van tweedeklas reizigers, trouwens. Maar de controle komt er toch en ze verhuizen zonder tegenstribbelen naar tweede. NMBS, jullie gedoogbeleid slaat nergens op. Ook de terugreis zal uiteindelijk behoorlijk stipt verlopen zijn.
Wie de terugreis bestudeerd heeft, heeft ongetwijfeld ook gemerkt dat we in "de koninklijke trein" gereisd hebben. Wat was dat treingroen toch machtig mooi.
De treinlectuur. Hans FIERS, Door jouw ogen. Niet helemaal overtuigende debuutroman. A.F.Th. van der HEIJDEN, Kwaadschiks.
- Mocht je nog twijfelen aan het einde van de westerse beschaving: dit weekend werd in Geraardsbergen het wereld(!)kampioenschap stokpaardrijden gehouden! Voor vrouwen is er een aparte wedstrijd met bezems.
Uitgedrukt… Aak, zaa de kroe, en ze liet ne dikke scheit. Onbegrijpelijk als je niet weet dat "aak" dialect is voor "als ik", bijvoorbeeld in "aak 't geweten" wat dan betekent: als ik het geweten had. En een kroe is uiteraard een kraai. Deze uitdrukking werd voornamelijk gebruikt als iemand te laat zijn spijt uitdrukte over iets dat hij niet gedaan, geweten… heeft.
Waar Abraham de mosterd haalde. Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over deBelgische spoorlijnenen een overde bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPEK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.
De wandeling. Wie naar Ieper trekt, kan er onmogelijk onderuit: WO I is hier nog alomtegenwoordig. Zelfs de naam van het wandelnetwerk dat ons vandaag inspireerde verwijst ernaar: Ieperboog, een soort uitstulping van de geallieerde troepen in het door Duitsland bezette gebied ten zuiden van Ieper. Tegenwoordig staat het voor een bosrijk gebied en daar zullen we vandaag ten volle van genieten. We starten aan Bellewaerde, grondgebied Zillebeke: de vroegere naam van de bushalte was hier 't Hooge en dat verwees naar de eerste bommenkrater op ons traject van vandaag. Verder liep het langs Hill 62 (met Canadees gedenkteken), de Gasthuisbossen, het reservaat De Vierlingen met een andere mijnkrater Caterpillar en verder naar Zillebeke Vijver en de Verdronken Weide, waar de droge zomer nog geen vat op lijkt te hebben. De Ieperse vestingen sluiten de mooie, net geen 19 km lange tocht, af. De TWQ bedraagt 57% en alle trage wegen mogen er best zijn. Kijk maar eens naar defoto's. Deze geven een voorsmaakje.
Militaire kerkhoven liggen hier dik gezaaid. Sanctuary Wood Cemetery.
De Verdronken Weide. Het vee doet aan pootjebaden.
Vermits we een wandelnetwerk volgden, is het terugvinden van de route eenvoudig: we passeerden de knooppunten 73 72 71 46 74 40 41 39 38 35 34 32 30 29 28 24 23 69 33 68 67 66 65 62. Voor het eerste knooppunt (73) moet je van de halte Bellewaerde enkele tientallen meters in de richting Ieper stappen. Het volgende punt 72 kun je op twee manieren bereiken: wij kozen voor de langste weg en stapten dus eerst in de richting NNW. Dit dubbele traject is een eigenaardigheid die we nog niet eerder in een wandelnetwerk hebben aangetroffen; het verklaart waarschijnlijk het verschil in afstand tussen onze route en de uitgetekende route op wandelknooppunt.be. Hetkaartjegeeft bijkomende ondersteuning, maar de bewegwijzering is onberispelijk. Wij quoteerden 15/20.
Het weer. Vrij warm (27°), licht bewolkt weer met aangename wind.
De stafkaarten. 28/3-4 Zonnebeke (2017) - 28/1-2 Ieper (2017).
Hoe we er geraakten. De tocht begint bij de bushalte Bellewaerde. Vroeger heette deze halte 't Hooge, zelfs nog lang nadat het pretpark Bellewaerde tot bloei was gekomen. Het is ondergetekende die toen bij de NMVB gesuggereerd heeft om de zich opdringende naamswissel door te voeren. Voor de meesten is de route via Ieper waarschijnlijk de meest voor de hand liggende, met bus 84 naar Menen en in het zomerseizoen ook bus 50 uit Veurne die een drietal verbindingen met het pretpark verzorgt. Wij kozen voor een overstap in Menen ook op lijn 84, dat we konden bereiken via Tournai en Kortrijk of via Gent-Sint-Pieters en Kortrijk. De IC van de reeks 7xx moest ons naar Menen brengen. Voor de terugreis moeten we opnieuw kiezen: via Gent of via Tournai. De aansluitingen tussen IC 32xx en IC 7xx zijn spijtig genoeg slecht.
Een beetje geschiedenis.
Ik heb het me deze keer nog eens gemakkelijk gemaakt. Wat de huidige situatie is in Ieper kan iedereen gemakkelijk opsnorren: één spoorlijn 69 Kortrijk - Poperinge (eigenlijk Y. Kortrijk-West - Poperinge) en een aantal buslijnen, waaronder belbuslijnen. Dat het ooit anders is geweest, bewijst het eerste kaartje: het is een fragment uit de door GTF uitgegeven kaart van G. Close (afsluitdatum 30.6.1978), dat een duidelijk beeld geeft van hoe belangrijk Ieper destijds is geweest. (Sorry voor de ouderdomsvlekken, die krijgen we allemaal…) De volle lijnen geven de actieve spoorlijnen aan, de onderbroken lijnen de buitendienstgestelde lijnen. Spijtig genoeg zijn die laatste talrijker. De puntlijnen geven de tramlijnen weer; in 1978 waren die uiteraard allemaal opgedoekt.
De tweede kaart komt uit de Atlas van België, uitgegeven door het Nationaal Comité voor Geografie. De kaart is getekend en afgedrukt door het Militair Geografisch Instituut, dat later zal vervellen tot het huidige NGI. De kaart draagt spijtig genoeg geen datum maar met de website van Paul Kevers (zie onderaan) en de toestand van het spoorwegnet moeten speurneuzen erin slagen de kaart in de tijd te situeren. De getekende lijnen geven aan of de lijnen voor reizigers of voor goederen gebruikt worden en uit de kleuren kun je de helling afleiden: rood is van 0 tot 5 mm/m, paars van 5 tot 10 mm/m.
De verbinding.
Halle - Kortrijk
3228
06:58 08:22
stipt
436 (FHS)
mr80 Break
controle: N
Kortrijk - Menen
0707
09:10 09:25
stipt
472 (FSD)
mr96 Deense neus
controle: N
Menen - Zillebeke
[84]
09:30 09:48
stipt
ab4452
Jonckheere Transit 2000 G
Kortrijk
-
Ieper - Gent-Sint-Pieters
0737
15:15 16:24
stipt
447 (FSD)
mr96 Deense neus
controle: J
Gent-Sint-Pieters - Brussel-Zuid
1515
16:39 17:07
stipt
1910 (NK) - 61015 (FHS)
M6
controle: N
Brussel-Zuid - Halle
1938
17:13 17:23
+2
1811 (FSD) - 61004 (FCL)
M6
controle: J
En wat we beleefden. Meestal hebben we wel wat reserve, ook om naar Halle te rijden en als je dan de regel toepast dat je nooit een mogelijke verbinding laat rijden, zit je soms al opvallend vroeg in de trein. Zo komt het dat we vandaag nog meekunnen met IC3228, ondanks de slechte aansluiting in Kortrijk. De reis naar Kortrijk verloopt rustig en stipt. We hebben 1 medereizigster die zich misschien wel opmaakt voor een examen of een sollicitatie; ze werkt zichzelf nog wat bij voor ze in Moeskroen uitstapt. De klok op perron 5 in Kortrijk loopt 2 minuten voor. In de 19de eeuw zo dat ondenkbaar zijn geweest…De IC naar Oostende bestaat uit 1 break i.p.v. 2 (drie rijtuigen i.p.v. zes, wordt omgeroepen, met gratuite excuses). Bovendien zijn er ook nog 60 plaatsen gereserveerd. Onze rit verloopt vlekkeloos: we zitten in het derde laatste rijtuig (van 9) en kunnen dus nog net aan het perron uitstappen in Menen: de laatste twee zijn niet toegelaten voor reizigers naar Menen. Toch zien we er nog iemand uitstappen.
De overstap naar bus 84 is er een van 5 minuten: zonder uurdienst zouden we dit niet gewaagd hebben. De gelede bus staat al aan de halte, met vermelding geen dienst. De chauffeur vertikt het gewoon om zijn deuren wat vroeger te openen en dat betert er niet op als toeristen voor Bellewaerde op de deur kloppen. De stuurman is van het stugge type, de toerist van het onbeschofte. Misschien wil de chauffeur wel vermijden dat de reizigers te lang kunnen rondkijken in deze werkelijk tot op de draad versleten bus. Ongetwijfeld probeert De Lijn op deze manier meer klanten aan te trekken…
De terugreis dreigt even fout af te lopen: in Gent-Dampoort (of omstreken) zijn er problemen met de bovenleiding en de IC naar Poperinge heeft daardoor genoeg vertraging om ook het vertrek van de IC met 8 minuten uit te stellen. O, zegen van de enkelsporige baanvakken. In Ieper vertrekken we met 8 minuten vertraging en alleen tussen BIssegem en Kortrijk gaat er een minuutje af. Toch vertrekken we zo goed als op tijd: de lange stilstand in Kortrijk slorpt de vertraging op. Opvallend: meteen na vertrek uit Kortrijk meldt de tbg dat we met 3 minuten vertrokken zijn ten gevolge vertraging aan de vorige rit. Wedden dat ze op de perronklok gekeken heeft, want in werkelijkheid hebben we maar 1 minuut vertraging meer. De aansluitende IC 1515 heeft erg weinig volk mee; vermoedelijk is het nog te vroeg om de meutes van de kust te zien terugkeren. De aansluitende IC 1938 rijdt stipt door de NZV, hij zal alleen gehinderd worden door de voorafgaande S-trein en dit vanaf Lot. Eigenaardigheidje: normaal gezien wordt deze trein gereden met M6-rijtuigen van Brussel-Zuid, vandaag is een rijtuigenstel van Châtelet aan de beurt. Ik vermoed dat de werken aan lijn 96 hiervan de oorzaak zijn.
De treinlectuur. James ELLROY, Strikt vertrouwelijk. A.F.Th.van der Heijden, Kwaadschiks.
Oorlog maakt vervaldatums op voeding overbodig.
Uitgedrukt… Geef die koe een biet. Heb ik vaak gehoord als reactie op een luide boer.
Waar Abraham de mosterd haalde. Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over deBelgische spoorlijnenen een overde bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPEK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.
De wandeling. Bij Snoeck-Ducaju & Zoon verscheen in 1990 een prachtig wandelboek: Groene wandelgids voor de omgeving van Brussel. Er staan nogal wat namen op de titelpagina: Pierre Loze en Frank Vanhaecke, Catherine Loze, Dominique Vautier en Paul De Gobert. Ik kocht het boekje met 27 wandelingen al bij zijn verschijnen, maar tot mijn verbazing is het hier en daar nog altijd in het antiquariaat te vinden. Het benadert de perfectie, met duidelijke kaarten, interessante neventeksten (zelfs poëzie) en onmisbare beschrijvingen van de te volgen weg, inclusief intrigerende weetjes voor onderweg. Wij volgden wandeling 3 Linkebeek: Artiestendal-Kleetbos-Vijversdreef. Dat geeft meteen vrij nauwkeurig weer wat je kunt verwachten: het bekende Artiestendal, zo bekend dat behulpzame wandelaars in tegenrichting vroegen of we de Vallée des Artistes zochten, het kleine maar machtige Kleetbos en een lange weg langs een snoer van niet altijd zichtbare vijvers. Je vindt het allemaal terug opdit kaartje. De wandeling begint eigenlijk aan de Sint-Sebastiaanskerk in Linkebeek, maar nog maar eens een omgelegde buslijn verplicht ons vandaag om te starten aan het station dat trouwens maar op een goeie 300 m van de kerk ligt. Als je alleen de wandeling beschouwt, is de TWQ 60%; daar is wel een stuk weg inbegrepen waarvan de verharding zo versleten is, dat het niet helemaal duidelijk is of die nog langer verhard is. We quoteerden 16.5/20. Blijde vaststelling: Linkebeek is een faciliteitengemeente. Het viel ons op hoeveel mensen ons eigenlijk in 2 talen groeten, wat ik zelf ook altijd probeer bij twijfel. Alleen geborneerde politici willen ons doen geloven dat Nederlands- en Franstaligen niet met elkaar kunnen leven.
Machtige beuken in het Kleetbos.
Trappen voeren je terug naar je beginpunt. Het is de tweedereeks trappen: er zit er een bij het begin, een bij het einde.
Het weer. Toen we thuis vertrokken, was de mist nog maar net opgetrokken. De zon deed haar best en daardoor brak de bewolking wel, maar werd het ook tijdelijk zwoel. Gelukkig is Linkebeek een erg groene gemeente.
De stafkaarten. 31/7Z Linkebeek (1994) of 31/7-8 Ukkel (2020).
Hoe we er geraakten. Dit had niet alleen de kortste wandeling van het jaar moeten worden, maar ook de makkelijkst bereikbare: bus 155 passeert op 300m van onze voordeur en stopt op het vertrekpunt van de wandeling, maar dat is zonder een omleiding gerekend. Een omleiding, en wat voor een! Dinsdag was ons al opgevallen dat de bussen met vertragingen van 30 minuten reden, maar nergens was informatie te vinden over een omleiding of een of ander incident dat de vertraging kon verklaren. Het bericht over de omleiding werd 's anderendaags - "maar" een dag te laat - verspreid. Asfalteringswerken in Linkebeek werden opgevangen door een omweg die een tiental halten links liet liggen. Dat het openbaar vervoer maatschappelijk erg laag aangeschreven staat, wordt door al die omleidingen ten overvloede bewezen, want zo goed als nooit worden echte alternatieven voorzien: omrijden en het nodig maken dat gebruikers enkele kilometers op zichzelf zijn aangewezen, kun je bezwaarlijk een alternatief noemen. Bovendien loert de chaos om de hoek bij omleidingen: chauffeurs worden onvoldoende op de hoogte gebracht en kerels of meiden die er hun voeten aan vegen en maar op rijden, worden nooit aangepakt, tenzij - soms - door de getroffen reizigers. Hoe vaak gebeurt het niet dat chauffeurs onderweg een collega moeten uithoren over de toedracht. Vaak zijn het de reizigers die de chauffeur uit de nood helpen, soms langs een voor hen voordelige route. Ook zou ik van de omleidingen van alle lijnen in het Pajottenland op de hoogte gebracht moeten worden, want daar heb ik me voor ingeschreven: dat gebeurt veel te weinig en deze dienst is erg onregelmatig geworden. Bovendien worden de omleidingen vanuit Leuven gedicteerd door mensen die de plaatselijke situatie onvoldoende kennen, dat tot grote frustratie van de chauffeurs, die nochtans in de eerste plaats suggesties zouden moeten kunnen doen. Op 15.08 organiseerde men in Halle een duatlon die de stationsbuurt en het grootste deel van de wijk Sint-Rochus onbereikbaar maakte. Bovendien werden alle halten in het centrum afgeschaft, terwijl ze perfect bediend hadden kunnen worden: Park, Arkenvest, Bergensepoort: een eenvoudige lus zou al deze halten bereikbaar maken. Aan tijdgebrek kan het niet gelegen hebben want onze bus zette ons 16 minuten te vroeg af aan de halte Demaeghtlaan. Ik kan alleen maar concluderen dat de verantwoordelijke niet op de hoogte was van deze mogelijkheid. Ook vraag ik me af waarom De Lijn geen kaartjes publiceert op de website. Die bestaan nochtans, want ze hangen (meestal) aan alle halten. Enkele jaren geleden suggereerde ik dat al, maar ik besef nu dat ik met een kluitje in het riet gestuurd werd: men zou de mogelijkheden onderzoeken. De site wemelt nu van allerlei visuele prullaria, maar kaartjes, nee hoor! Het is bijna altijd behelpen in geval van omleggingen en die komen spijtig genoeg vaker en vaker voor.
Vandaag wordt het dus een uitstapje per trein, met overstap in Brussel-Zuid, al komt er misschien ooit een moment dat we in Moensberg zullen kunnen overstappen.
Een beetje geschiedenis. Linkebeek kwam de laatste jaren voornamelijk in het nieuws als spelbreker in de grote GEN-saga. Ter plaatse is daar niet veel van te merken. Het tamelijk recente station van Linkebeek is alweer afgebroken, vermoedelijk om plaats te ruimen voor dat GEN. Het lag er nog wel toen we er stapten in de jaren 1970. Tot onze verbazing kwam stel 802 op 29.10.1978 als stoptrein in Brussel-Zuid aan rijden en dat bracht ons naar Linkebeek, op een grauwe herfstdag. Het station was zelfs op een zondagnamiddag nog bemand en verwarmd - hoe groot is het verschil met de huidige halte. Voor ons was de rit in het vierledig stel een primeur. De terugrit gebeurde trouwens in hetzelfde stel. Ik heb deze vaak verguisde stellen altijd een warm hart toegedragen, al waren ze technisch gesproken eigenlijk niet meer dan tweeledige stellen in een ander kleedje.
De verbinding.
Halle - Brussel-Zuid
1908
09:37 09:48
+1
527 (FHS)
mr96 DMT
controle: N
Brussel-Zuid - Linkebeek
1780
10:00 10:11
stipt
08560 (GCR)
mr08 Desiro
controle: N
-
Linkebeek - Brussel-Zuid
1761
11:50 12:01
stipt
08205 (FSR)
mr08 Desiro
controle: J
Brussel-Zuid - Halle
1933
12:13 12:23
+6
1881 (NK) - 61007 (FBMZ)
M6
controle: N
En wat we beleefden. IC 1908 bestaat uit twee Deense neuzen en dat is net genoeg. Overigens is de bezetting in eerste klas procentueel even groot als die in tweede. Eén doortochtje van de tbg zou al veel verschil maken, maar die huldigt nog altijd de aanmaning van Maggy De Block bij het begin van de coronacrisis: blijf in uw kot!!! Ook die van S 1780 laat zich trouwens niet zien…
Bij de terugrit krijgen we wel controle, maar niet in de IC naar Tournai. Die heeft trouwens al een voorgeschiedenis met hindernissen achter de rug: de voorgaande rit (IC 3710) is niet verder geraakt dan Brussel-Zuid en dus afgeschaft tussen Zuid en Luchthaven. Onze 1933 vertrekt daarom uit Brussel-Noord - hoe is die daar geraakt? Het eersteklasrijtuig is aangekondigd in vijfde positie maar hangt net achter de locomotief. De trackers geven trouwens een gemengd stel M4-M6 aan, maar de laatste tijd zijn er wel meer eigenaardige combinaties. Het is blijkbaar nog altijd grotendeels het rijtuigenstel waar ik het in de vorige bijdrage al over had, met verfkladden die vaak een hele rijtuigflank ontsieren. We staan ook nog vrij lang stil in Brussel-Zuid (+4) en bij de Y. Halle moeten we een goederentrein (met 2 maal 77 of 78) doorlaten. Resultaat: 6 minuten vertraging bij aankomst.
De treinlectuur. James ELLROY, Strikt vertrouwelijk. Ik kocht lang geleden eens 10 thrillers van De Standaard en ben ondertussen de laatste aan het lezen. De oorspronkelijke Engelse titel is L.A. Confidential en dat doet bij filmliefhebbers ongetwijfeld een belletje rinkelen. Van toen Kevin Spacey nog persona grata was.
Is het nu Molenbeek aan de Schelde of Antwerpen aan de Zenne?
Uitgedrukt… Geef 't kind zijn dinge(n) weer… Wordt gezegd van waardeloze prullen of producten, blijkbaar stammend uit een tijd dat de meeste kinderen het vaak met povere geschenkjes moesten doen. Vaak gezegd van apparaten waarvoor betere, sterkere alternatieven bestaan.
Waar Abraham de mosterd haalde. Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over deBelgische spoorlijnenen een overde bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPEK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.
De wandeling. Jan Heyvaert moet destijds gedacht hebben dat het kon: 19 themawandelingen uitstippelen onder de noemer Onvergetelijke natuurwandelingen in Vlaanderen en daar ook nog een boekje over schrijven. En ja hoor, afgaande op de wandeling die we vandaag maakten, kunnen we van een succes spreken. We stapten in Denderleeuw één van de vier Oost-Vlaamse wandelingen, in de Wellemeersen en het thema was… moeras. Dat was wel even zonder deze droge, warme tot hete zomer gerekend, want van moeras is hier op dit ogenblik niet veel te bekennen. De Dender ligt er als een lome vijver bij en de weiden, die hier een overstromingsgebied van de Dender heten te zijn, liggen er droog en ros bij. De vlonderpaden - niet over de hele lengte in goede staat - zijn voorlopig nutteloos en de watervogels mogen blij zijn dat resten van de natuurlijke Denderbedding nog niet helemaal zijn opgedroogd. De wandeling is kort, want het reservaatje is maar een voorschoot groot: we stapten nog geen 7 km en daar moet je eigenlijk de twee keer 650 m van het station naar ons beginpunt, net voorbij de brug onder de nieuwe lijn (zoals die al sinds de jaren 1930 genoemd wordt), nog aftrekken. Als je die 1.3 km niet in rekening brengt, komen we uit op een TWQ van 94%! Zelfs met de aanlooproute kom je nog aan 76%. We quoteerden de wandeling met een mooie 17/20. Nog even opmerken dat we de oorspronkelijke route één keer gedwongen en één keer vrijwillig hebben aangepast. Er loopt ook een bewegwijzerde wandelroute met de naam Wellemeersen door het door Natuurpunt beheerde gebied, maar die spoort niet helemaal met onze route.Het kaartjekan helpen. De foto's.
De vlonderpaden liggen er niet altijd even goed bij, maar in deze droge zomer zijn ze overbodig.
De Dender lijkt meer op een lome plas dan op een rivier.
Het weer. Op wat cirrus na wolkeloos, rustig en aangenaam warm, ook al omdat we meestal in de schaduw liepen.
De stafkaarten. 30/4N Ninove (1994) of op 1:25.000 30/3-4 Ninove (2019).
Hoe we er geraakten. We speelden even met de idee om zonder overstap naar Denderleeuw te sporen met de S-trein 15xx Schaarbeek - Denderleeuw, maar dat bleek bijna dubbel zo lang te duren als een verbinding met overstap in Brussel-Zuid. Bovendien waren de mogelijkheden tussen Halle en Brussel-Zuid en Brussel-Zuid en Denderleeuw legio.
Een beetje geschiedenis. Ik heb het al even over de nieuwe lijn gehad, waaroverhieralle mogelijke info terug te vinden is, maar ik dacht dat het ook interessant kon zijn, omde huidige toestandte vergelijken metde toestand voor de bouw van lijn 50A. Inzoomen doet hier wonderen. Doordat Denderleeuw ook verbonden werd met de nieuwe lijn zijn hier nogal wat verbindingsbogen aangelegd. Zo was er lange tijd een lijn 50A2 Y. Sint-Katharina-Lombeek - Denderleeuw, naast 50A3 Denderleeuw - Y.Welle. Beide vertakkingen waren punten waar lijn 50A verlaten (of bereikt) kon worden om Denderleeuw te bedienen. Lange tijd werd deze mogelijkheid gebruikt om de semi-directe treinen van en naar Knokke/Blankenberge toe te laten te stoppen in Denderleeuw. Met de invoering van het IC-IR-plan in 1984 verviel die mogelijkheid. Recent is er een wijziging aangebracht die verband houdt met de aanleg van een derde en een vierde spoor tussen Brussel-Zuid en Y.Sint-Katharina-Lombeek; deze sporen liggen aan beide zijden van lijn 50A en worden lijn 50C Brussel-Zuid - Denderleeuw genoemd; daardoor werd de benaming 50A2 overbodig.
De verbinding.
Halle - Brussel-Zuid
3408
09:20 09:30
+3
08046 (FML)
mr08 Desiro
controle: N
Brussel-Zuid - Denderleeuw
2332
09:39 09:54
stipt
1856 (FSD) 61026 (FSD)
M6
controle: J
-
Denderleeuw - Brussel-Zuid
3961
11:59 12:16
stipt
08170 (FSR)
mr08 Desiro
controle: J
Brussel-Zuid - Halle
1933
12:13 12:23
+9
1892 (NK) - 61020 (FBMZ)
M6
controle: N
En wat we beleefden. Ik zou van verrassingen kunnen spreken nu de lijn 96 tussen Halle en Braine-le-Comte voor werken onderbroken is, maar door de apps en de website van de NMBS zijn er natuurlijk niet zo veel surprises meer: de IC naar Turnhout vertrekt van spoor 5, dat in normale omstandigheden bijna uitsluitend gebruikt wordt voor de treinen naar Braine-le-Comte (en af en toe ook naar Edingen). De trein uit Turnhout is daar 40 minuten vroeger aangekomen en bezet het spoor de hele tijd. Wel een verrassing is dat deze trein bestaat uit twee desiro's, die blijkbaar een M6-rijtuigenstel vervangen. Sinds december reden deze stellen niet meer op de IC 34x Turnhout - Binche. De trein komt met 3 minuten vertraging in Brussel-Zuid aan, ondanks een rit of misschien wel daardoor over lijn 96N. Veel maakt het allemaal niet uit: we halen makkelijk de IC naar Kortrijk (die na Kortrijk doorrijdt naar Oostende). We krijgen ook controle en met een trein die van de Luchthaven komt, kun je dan wel zeker zijn dat er reizigers in eerste klas zullen zitten met een tweedeklasbiljet - meestal spreken ze Spaans…
Voor de terugrit nemen we de S naar Ottignies-Louvain-la-Neuve-Université: voor ons wordt dat de eerste stop ooit in Anderlecht. De IC naar Tournai heeft voldoende vertraging om voor een onvoorziene aansluiting te zorgen. Deze keer komt er geen controle, maar je kunt er donder op zeggen dat het bijzonder luidruchtige trio - inclusief een clochardachtig type van enige leeftijd - dat de acht plaatsen op het platform heeft ingenomen, ook verkeerd zit. Als we uitstappen (op het normale perron 3!) zien we dat minstens 3 rijtuigen aan de perronzijde van onder tot boven, inclusief de ramen op het bovendek, ondergeschilderd zijn, met mijn excuses aan de echte schilders. Quousque tandem abutere, NMBS, patientia nostra? Het is bijna onbegrijpelijk dat personeel, klanten, politie en politiek dit zonder reactie blijven tolereren.
De treinlectuur. Carl ZUCKMAYER, Die Fastnachtsbeichte. Een man vlucht in een biechtstoel, maar sterft ter plekke: gedood met een stilettostoot. Alles gebeurt tegen de achtergrond van Vastenavond. Een moord en toch twee biechtelingen, die zich onrechtstreeks verantwoordelijk voelen voor de moord. Paula HAWKINS, Het meisje in de trein.
Onze radio staat zoals die van de grootvader van Urbanus vastgeroest op BRT 1. Blijkbaar vinden ze dat ze daar nu om de haverklap (= enkele keren per dag) Kendrick Lamar moeten draaien. Welk publiek proberen ze daar nu eigenlijk mee te bereiken?
Uitgedrukt… Eens eentje van mezelf: ik ben gehaast, ik moet gaan sterven. Oorspronkelijk gebruikte ik dat als weer eens een wegmisbruiker tegen een veel te hoge snelheid door de straten gierde of door het rood reed, maar ik ben het gaandeweg ook gaan gebruiken voor die lieve oudjes die hun beurt niet afwachten bij de slager, de bakker… en zo een paar minuten (levens)tijd proberen te winnen.
Waar Abraham de mosterd haalde. Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over deBelgische spoorlijnenen een over de bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPEK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.
De wandeling. In 1999 verscheen bij Lannoo Découverte pédestre des paysages typiques de Wallonie, van de hand van Daniel Vanderstichelen. Wij hebben voor vandaag de wandeling in Braives (Hesbaye ofte Haspengouw) gekozen en wel het volledige 18 à 19 km lange traject. Onze uitvalsbasis is Braives, maar meer dorpen: Latinne (zijdelings), Fallais, Ville-en-Hesbaye en Avennes, staan op het programma. De wandeling doet precies wat de auteur belooft: een ontdekkingstocht van een bepaalde regio (één van de 24!), met commentaar zoals bij de tumulus, de Tiersa (reservaatje), de motte in Ville-en-Hesbaye. Dat heeft zo zijn gevolgen. Haspengouw, dat is landbouw en als men die streek treft met een ruilverkaveling oude stijl houd je een vrij kaal, eentonig landschap over, met veelal gebetonneerde landbouwwegen. De TWQ loopt dan ook niet hoger op dan een povere 13%. Waar de weiden in een aantrekkelijke zomer voor veel groen zorgen, zijn ze in deze rotzomer gedegradeerd tot rosse vlakten, waar alleen de koeien nog enig spoor van leven laten bespeuren. En bomen lijkt men hier ook al te mijden als de pest: vaak vermoed je alleen wat groen aan het eind van de horizon. Het is wel een op en top rustige tocht en als verkenning van Haspengouw is ze ideaal. Iedereen moet zelf de na- en de voordelen afwegen; wij kwamen toch nog aan een quotering van 14/20.Kaartje enfoto's.
Grote boerderijen kwamen we wel meer tegen op ons pad: Ferme du Tilleul.
Hier ligt de Mehaigne er wat lam bij, want er is een watermolen in de buurt.
Het weer. Eerst betrokken, later enigszins opklarend; fris en soms winderig. We liepen een tijdje tussen twee buien in, maar meer dan wat gedruppel kregen we niet te verwerken.
De stafkaarten. 41/6N Braives (1998) of 41/5-6 Braives (2020).
Hoe we er geraakten. Veruit het gemakkelijkst is een verbinding via Landen met bus 127 Landen - Huy. Normaal gesproken kunnen we dan profiteren van een overstapvrije verbinding tussen Halle en Landen maar grootscheepse werken tussen Braine-le-Comte en Halle brengen met zich mee dat we toch over moeten stappen in Brussel. De bus vertrekt nauwelijks 4 minuten na aankomst van de trein, maar gezien de uurdienst wagen we het er toch maar op. Voor de terugkeer is de eerste aansluitende trein de IC naar de Luchthaven en Gent-Sint-Pieters. Uiteraard moeten we ook nu overstappen in Brussel.
Een beetje geschiedenis. In september 2016 stapten we al in Fumal enlangs deze wegkom je dan bij de kleine bijdrage over de geschiedenis van spoorlijn 127 en buslijn 127. Vandaag wil ik het accent even leggen op Braives, dat destijds ook een station had op lijn 127 Landen - Statte (telegrafische afkorting LBS). Ik grasduinde in het spoorboekje van 04.10.1959, op een moment dus dat de afschaffing van het reizigersverkeer nakend was. Het gros van de treinen werd toen al uitgevoerd met motorwagens, veelal TT, af en toe TA. Niets leek er op te wijzen dat de lijn over enkele jaren zou verdwijnen, maar dat was voor een heleboel lijnen die in de jaren 1950 en 1960 gesloten werden het geval. Je kon 15 keer per dag van Braives naar Landen (10 keer op zondag) en dat tussen 6:54 en 22:02. Eén trein (TT5813) kwam al van Huy-Sud, op lijn 126 Statte - Ciney. In de omgekeerde richting waren er wel meer eigenaardige verbindingen. Zo reed (de gesleepte) 2482 om 5:08 door naar Liège-Longdoz, via Huy, Flémalle-Haute, Seraing, Ougrée, Kinkempois en Liège-Vennes - ik sla er enkele over. Andere treinen reden van Statte door naar Huy-Sud en kwamen zo terecht in tabel 126. De meest opvallende eigenaardigheden waren TA 4930 (19:56) en TA 4934 (21:50) beide naar Ciney! Toen de lijn verbust werd, ging dat zoals bijna overal gepaard met een uitbreiding van het aantal ritten: naar Landen reden er 19 (van maandag tot vrijdag), 17 op zaterdag en 15 op zondag, aangevuld met enkele ritten die beperkt waren tot Hannut. De eerste bus reed om 5:00, de laatste om 23:28 naar Landen.
Vergeleken met vandaag is dat een goed gestoffeerde dienstregeling. Opvallend, maar niet helemaal verrassend, is het verschil tussen school- en vakantiedagen, al beperken de verschillen zich tot de schoolmomenten: 17 ritten op schooldagen, 16 op vakantiedagen. Op zaterdag en vooral op zondag is de ravage groter, met resp. 7 en 4 ritten. Ook is het aantal varianten toegenomen: één bedient Ville-en-Hesbaye, Ciplet, Avin en Moxhe, een andere Poucet, Trognée en Cras-Avernas. Dat die varianten (soms in combinatie met elkaar) allemaal onder het nummer 127 rijden, maakt het er voor de reiziger niet makkelijker op. Tussen Huy en Braives zijn er geen varianten.
De verbinding.
Halle - Brussel-Zuid
3658
09:10 09:26
+1
08053 (FML)
mr 08 Desiro
controle: N
Brussel-Zuid - Landen
1708
09:38 10:34
stipt
76009 (NK) - 73036 (NK)
M7
controle: J
Landen - Braives
[127]
10:38 11:18
-4
ab5015-27
MAN Lion's City
Cintra
-
Braives - Landen
[127]
16:51 17:29
stipt
ab5015-29
MAN Lion's City
Cintra
Landen - Brussel-Noord
3641
17:35 18:35
stipt
530 (FHS)
mr96
controle: N
Brussel-Noord - Halle
1590
18:42 19:02
stipt
08133 (FML)
mr08 Desiro
controle: N
En wat we beleefden. De hele maand augustus wordt er door Infrabel gewerkt op lijn 96 tussen Halle en Braine-le-Comte en vandaag zijn we daar voor het eerst het slachtoffer van: de rechtstreekse IC Quiévrain - Liège-Guillemins rijdt het grootste deel van de dag niet tussen Halle en Brussel-Zuid en dus hebben we ook geen rechtstreekse verbinding met Landen. En zo wordt het dus de S-trein naar leuven, die ook al uit Halle vertrekt. Meestal is die al goed beklant als die in Halle aankomt, maar vandaag zijn er veel minder reizigers. De vervangbussen stoten blijkbaar toch wel een (belangrijk) deel van de clientèle af; zou men dat eigenlijk al eens onderzocht hebben? (Vermoedelijk wel: het aantal ingezette bussen biedt maar een fractie van de capaciteit van de vervangen treinen.) In de stations tussen Halle en Brussel-Zuid zijn de gewone klanten wel present. Als gevolg van de werken zijn de samenstellingen grondig overhoop gegooid en soms leidt dat tot aangename verrassingen: IC 1708 is vandaag samengesteld uit een stel M7: 76009 - 72037 - 73036 - 73050 - 72053 - 75018. De 76009 is van Kinkempois (NK), de rest zou van Melle (FML) zijn, maar de kans is groot dat de litterae niet aangepast zijn en dat we dus met een homogeen stel van Kinkempois te maken hebben. Overigens moeten reizigers voor Ans instappen in de eerste zes rijtuigen… Tel maar na. Tussen Brussel-Centraal en Brussel-Noord krijgen we nog het bezoek van een bedelares - ze dringt niet aan. In Leuven worden aansluitingen aangekondigd die er geen zijn. Onze trein mag dan wel 3 minuten te vroeg aankomen, op 1 of 2 minuten geraak je niet bij de zogezegd aansluitende trein. Uiteindelijk komen we nog wat te vroeg in Landen aan, drie bussen van de TEC staan klaar.
Het is opvallend druk in deze bus, met meer dan normaal gezinnen met kinderen. Die zullen - zien we achteraf - uitstappen bij de halte Bertrée Gare, in de buurt van Plopsaqua. Meteen wordt het een stuk rustiger in de bus. Die draagt alleen maar Duitse opschriften: zone01 leert ons dat de bus een klein half jaar geleden is overgekomen van SADAR die hem van Schloemer overnam. Van 5 tot 8 augustus zijn er festiviteiten in Villers-le-Peuplier en op de site las ik dat dit een omleiding tot gevolg had: een 5-tal halten zouden niet worden bediend, maar blijkbaar denkt de chauffeuse daar anders over. Alleen de kerk wordt niet bediend.
De chauffeur van onze terugrit lijkt wel de omleiding correct toe te passen. We hebben zes minuten aansluitingstijd in Landen maar de omleiding lijkt de rittijd eerder te verkorten dan te verlengen.
De IC naar Brussel-Zuid is net vetrokken en dus wordt het de IC naar Brussels-Airport, Brussel en Gent. Die bestaat uit 2 Deense neuzen. Een dame die te veel foute boekjes leest, vraagt of we de indruk hebben dat zij ons gelukkig maakt. Eerlijk gezegd: ze maakt ons gelukkig noch ongelukkig. Dan wil ze nog weten hoe laat deze trein in Brussel aankomt, want ze heeft gemerkt dat die nogal wat tussenhalten heeft. Onderweg stappen luchtreizigers op weg naar Zaventem in en in Zaventem worden hun plaatsen ingenomen door terugkeerders. Ze vertonen allemaal dat typisch onhebbelijke toeristengedrag, alsof de hele wereld van hen is - ik geef de voorkeur aan een volle P-trein, daar is het tenminste rustig. Het is moeilijk schatten hoeveel er eigenlijk geen eersteklasbiljet hebben, maar ook dat is klassiek. Controle komt er trouwens niet. In Brussel-Noord kunnen we gebruik maken van een ideale aansluiting met de S-trein naar Denderleeuw. We komen aan op spoor 4: de vele treinen die Halle als eindpunt hebben maken een normaal perrongebruik onmogelijk. Het is eens wat anders.
De treinlectuur. Yves PETRY, De geesten. Paula HAWKINS, Het meisje in de trein.
Als de Vlaamse intellectuelen aan dit tempo blijven sterven, zal het gemiddelde Vlaamse IQ nog verder blijven zakken…
Uitgedrukt… Uitgeschoven is ook gedanst. (Of: afgeschoven is ook gedanst.) Kan bij uitstek gebruikt worden door matige snookerspelers, maar ook daarbuiten zijn de mogelijkheden legio, bijvoorbeeld op modderige wandelwegen.
Waar Abraham de mosterd haalde. Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over deBelgische spoorlijnenen een overde bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPEK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.
De wandeling. Het gemeentebestuur van Tintigny heeft destijds (ik heb een versie uit 2008) een wandelkaart uitgegeven in samenwerking met het NGI. Wij volgen vandaag 9 km lang de blauwe driehoekjes van De 1636 - 1914. Misschien doet dat eerste jaartal geen belletje rinkelen, maar het tweede doet dat zeker. Het was het jaar waarin de Grote Wereldbrand begon en op 22 augustus 1914 had Rossignol al meteen prijs. Triestige getuigenissen hiervan zijn het Franse militaire kerkhof de l'Orée de la Forêt en het vlakbij gelegen Monument aux Coloniaux. 1636 was dan weer het jaar waarin de pest zo goed als het hele dorp uitroeide. In 1914 was het een andere pest die zowat het hele dorp trof: bijna alle inwoners werden naar het station van Marbehan gebracht (waar trouwens een herdenkingsplaat aan de muur is aangebracht) en toen per trein naar Arlon gevoerd waar ze geëxecuteerd werden. De TWQ bedraagt 41% en dat slaat op twee (mooie) bostrajecten en op een eind veldweg die nog net niet helemaal verdwenen is. De oude trambedding komt niet (meer) als onverharde weg in aanmerking. Voorts trof ons vooral de bijna complete rust (op het verkeer op de beide N-wegen na): ook al werd de Gaume vandaag niet getroffen door zijn onverbiddelijke microklimaat, er liep nauwelijks een kat door de typische straten. We quoteerden 16/20, want ook buiten het bos was het landschap toch wel zeer aantrekkelijk. Dat wordt ook duidelijk door sommigefoto's. En het kaartje vind jehier.
Het Frans militair Kerkhof
open landschap met cumuluswolken (buurt Farinelle)
Het weer. Licht bewolkt en een zeer aangename temperatuur van 21 à 22°. Rustig.
De stafkaarten. 68/5N Rossignol (2006). Wie liever met recentere kaarten op pad trekt, kan dat doen met de kaart op 1:25.000 68/5-6 Étalle uit 2017.
Hoe we er geraakten. Helemaal naar de Gaume is natuurlijk een flinke trek, maar dat hield voor één keer geen onmogelijke reeks overstappen in: twee treinen en één bus volstonden om ons ter plekke te brengen. De terugreis verliep analoog. Buslijn 22/2 rijdt tussen Florenville en Marbehan, maar dat laatste is makkelijker te bereiken. En dus werd het de IC naar Arlon en een overstap in Marbehan.
Een beetje geschiedenis. Rossignol lag destijds aan de tramlijn Marbehan - Florenville - Sainte-Cécile. Beide wereldoorlogen hebben een belangrijke rol gespeeld in de geschiedenis van deze tramlijn. Zo ging het deel Marbehan - Jamoigne al open in 1911, maar voor het vervolg naar Florenville en Sainte-Cécile was het wachten tot 1921. Negentien jaar later werd de lijn al vroeg in WO II gesloten en opgebroken. Overigens stelde de reizigersdienst hier niet veel voor: 3 ritten per dag in elke richting. Op ons traject vonden we nog wel een licht verhoogde berm in een wei en een betonweg (Voie du Tram) in de richting van Rossignol. Maar dat is alles wat hier overblijft van het tramverleden.
Dit kun je nauwelijks een herinnering aan het trammetje Marbehan - Florenville - Sainte-Cécile, dat hier wel een redelijke helling voor de wielen kreeg.
De vervangende busdienst kwam vermoedelijk pas na WO II tot stand en ook die was eerder pover. De bus bood de mogelijkheid om een aantrekkelijke dienst te organiseren tussen Florenville en Arlon (de huidige 22 en 22/4), maar liet Marbehan dus wat verkommeren: het duurde tot de jaren 1970 voor ook de tak Marbehan - Jamoigne - Florenville een bediening kreeg die enigszins door de beugel kon: uit Rossignol kon je 6 keer per dag naar Marbehan, van maandag tot zaterdag. Op zondag was er maar 1 rit in beide richtingen. Bij de invoering van IC-IR was het aantal opgedreven tot 10 van maandag tot vrijdag, 5 op zaterdag en 2 op zondag. Al die jaren is de lijn ondergebracht in een gezamenlijke tabel met de bus Florenville - Arlon, tot de tabel gesplitst werd in 1004 en 1004/2. Het is die laatste 2 die we vandaag nog terugvinden in lijnnummer 22/2. Tot dan reed zowel de lijn Florenville - Arlon als de lijn Florenville - Marbehan met lijnnummer 22. De huidige dienstregeling aarzelt tussen een uurdienst en een 2-uurdienst. Nu eens is het één uur wachten, dan weer 2 uur als je de aansluiting trein/bus in Marbehan mist.
De verbinding.
Halle - Brussel-Zuid
1556
07:58 08:08
stipt
08120 (FML)
mr08 Desiro
controle: N
Brussel-Zuid - Marbehan
2108
08:33 11:09
stipt
1831 (FSD) - 61033 (FBMZ)
M6
controle: J
Marbehan - Rossignol
[22/2]
11:24 11:30
+2
ab4877
Solaris Urbino 12 Hybrid
Florenville (?)
-
Rossignol - Marbehan
[22/2]
15:33 15:39
+2
ab4879
Solaris Urbino 12 Hybrid
Florenville (?)
Marbehan - Brussel-Luxemburg
2138
15:49 18:04
stipt
1360 (FNND) - 11820 (FSD)
I11
controle: JJ
Brussel-Luxemburg - Halle
3588
18:16 18:45
stipt
08183 (FSR)
mr08 Desiro
controle: J
En wat we beleefden. Er is duidelijk nog altijd iets fout met de manier waarop de NMBS de samenstellingen van haar treinen opvolgt en doorgeeft. Tot voor enkele jaren reed de 2108 met 5 M6-rijtuigen, maar tegenwoordig zijn er 9 voorzien. Dat is veel, hoewel: aangekondigd wordt dat de drie laatste rijtuigen niet toegankelijk zijn voor de reizigers. Als je dan weet dat er een eersteklasrijtuig ontbreekt en dat het enige overblijvende in voorlaatste positie hangt, doet dat wenkbrauwen fronsen. Gelukkig moet de tbg ingezien hebben dat dit rijtuig open moest blijven en dat was het ook. (Het laatste rijtuig was wel afgesloten: in alle Brusselse stations zie je reizigers naar dat laatste rijtuig stappen, met de nodige vertraging tot gevolg - typisch voor treinen met afgesloten rijtuigen. De meeste stappen dan maar in eerste in, om door te schuiven naar het derde laatste rijtuig.) Vanaf Genval zitten we nog maar eens achter de S8, maar de 2108 doet het zelfs nog een minuut sneller dan voorzien. Tussen Gembloux en Namur komt een bedelaar langs, met de bekende briefjes. Hij dringt niet aan. Vanaf Namen verloopt de reis zonder problemen. In Marbehan liggen ondertussen hoge perrons.
In de buurt van het station staan enkele bussen te wachten; de onze wordt een Solaris Urbino 12 Hybrid. Hij is splinternieuw. De chauffeur komt zowaar een minuut of 10 te vroeg aan onze halte en nog voor hij zijn film heeft aangepast, zegt hij al dat hij naar Florenville rijdt. Eerst zijn we de enige reizigers, maar ondanks de korte rit naar Rossignol pikt hij nog 2 andere reizigers op.
De terugrit gebeurt opnieuw met een Solaris Urbino. Met de app van de TEC is de rit te volgen: in Florenville loopt de bus 5 minuten vertraging op, maar daarna slinkt die, zodat we ons geen zorgen hoeven te maken over de treinaansluiting.
De 2138 rijdt in zijn typische samenstelling met 6 rijtuigen I10/I11. Voor deze avondtreinen is dat te weinig of op het randje. In eerste klas is het rijtuig zelfs in Marbehan al goed gevuld. Twee zwarte adolescenten appreciëren het ritje in eerste klas trouwens. Pas in Ciney krijgen zecontrole en worden consequent doorgestuurd naar tweede; niet zonder enig palaver. De tbg gaat zelf poolshoogte nemen in tweede klas en keert terug met de boodschap dat er voldoende zitplaatsen zijn. Duidelijk tegen hun zin verlaten de twee hun gezellige plaatsjes in eerste, maar blijkbaar is het in tweede voor hen toch niet je dat: na een minuut of twee zijn ze al terug. Over die anderen die zonder protest verhuizen wil ik het niet eens hebben… In Namur is blijkbaar een ticoploeg opgestapt. De twee worden nogmaals verzocht om te verhuizen: deze keer komen ze niet meer terug. Ik zou met plezier het n-woord gebruiken in dit specifieke geval (niet omdat ik dat kwetsend vind, maar omdat zij daar wel zwaar aan tillen), maar ja, dan schrapt de VRT misschien wel mijn blog. Maar het kan nog erger: in Gembloux is een ander individu ingestapt, van het Kaukasische ras en die kan bij controle van dezelfde tbg alleen maar een in vieren gevouwen papier tonen dat blijkbaar betrekking heeft op een zesjarige. De tbg is niet van humor gespeend en vraagt de identiteitskaart om de leeftijd te verifiëren. Overigens is het duidelijk dat het vodje papier geen vervoerbewijs is. Maar de klant - zoals dat tegenwoordig moet heten - wil niet betalen. De tbg roept meteen politie en securail op, die voor een warme ontvangst zouden moeten zorgen in Brussel-Luxemburg. Maar bij aankomst is er geen politie en geen securail. De tbg is er wel gerust op dat alles niet zonder gevolgen blijft: de gegevens van de identiteitskaart zijn immers bekend. Hoe frustrerend is het toch voor treinpersoneel en voor goedmenende reizigers dat zowat de hele reis in deze IC in het teken staat van grijs- en zwartrijders? Het is toch niet meer normaal dat de enige taak van deze speciale ploeg erin bestaat reizigers naar tweede te sturen en anderen aan de politie over te leveren. Nee, lang niet alle mensen deugen en het gedoogbeleid van de voorbije decennia heeft dat alleen nog geaccentueerd. De schaamte is nu ingenomen door de arrogantie.
Gelukkig is de korte rit op lijn 26 dan toch een stuk aangenamer. Zeven man in eerste klas en niemand zit verkeerd! Het is de eerste keer dat we met een desiro lijn 26 nemen. Op het uitzicht naar buiten na zijn deze stellen toch een stuk aangenamer dan de duikbrillen, met veel te rechte zitjes, slecht rijgedrag en soms verstikkende hitte. Maar zeg het niet voort dat ik desiro's geprezen heb.
De treinlectuur. Paula HAWKINS, The girl on the train. Paula HAWKINS, Het meisje in de trein.
De VRT zal voortaan 16 afleveringen van De Kampioenen niet meer uitzenden, omdat ze beledigend (kunnen) zijn voor bepaalde bevolkingsgroepen. Het is nu wachten tot ook Kapitein Zeppos op de zwarte lijst komt, want een van de gangsters wordt daar Pukkel genoemd wegens een opzichtige puist in zijn gelaat. Zonder meer beledigend voor al wie ook met zo een versiering door het leven moet.
Uitgedrukt… Als hij iets in zijn kop heeft, heeft hij het niet in zijn gat. Betekent zoveel als: als hij een bepaalde mening heeft, kun je hem daar niet van af brengen.
Waar Abraham de mosterd haalde. Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over deBelgische spoorlijnenen een overde bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPEK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.
De wandeling. In 2015 bracht Lannoo, in samenwerking met Pasar, nog een reeks wandelboeken uit, één per provincie. Het ging om wandelingen die eerder als fiche gepubliceerd waren door Pasar en die nu netjes gebundeld werden. Wij gebruikten vandaag het Wandelboek Luxemburg, meer bepaald de derde tocht in Vielsalm: Valleihoppen rond de Salm. Wat valleihoppen betekent zal dan wel duidelijk zijn, het staat niet als dusdanig in de Dikke. Wel vond ik een valleihopper: een regiotaxi die voor aanvullend openbaar vervoer zorgt in de buurt van Wageningen en Nijkerk. Toch ishet kaartjeduidelijk: valleihoppen betekent hier het afwisselend in en uit de vallei van de Salm stappen; dat maakt van deze iets meer dan 13km lange wandeling een vrij zware tocht, met een TWQ van 58%. De onverharde wegen zijn zonder uitzondering aangename boswegen, op een klein stukje voetweg in Priesmont na. De Salm speelt eigenlijk een secundaire maar gewaardeerde rol: ten slotte heeft hij deze vallei uitgegraven.
Zo erg veel krijg je niet te zien van de Salm, maar wat je ziet is de moeite waard.
Het weer. Eerst licht, later zwaar bewolkt en alles bij elkaar toch vrij warm (24°).
De stafkaarten. 56/1S Vielsalm (2004) - 56/1N Grand Halleux (2004) op 1:10.000. Op 1:25.000 is dat 56/1-2 Vielsalm uit 2017.
Hoe we er geraakten. Nu er om het uur een IC rijdt tussen Liège en Luxemburg kunnen we het er vandaag op wagen om zonder al te veel reserve naar Vielsalm te sporen, met overstappen in Brussel-Zuid en Liège-Guillemins. Mochten we (schaarse) aansluitende bussen nodig gehad hebben, zouden we wél reserve ingecalculeerd hebben. Maar vandaag kan het dus zonder bus.
Een beetje geschiedenis. Vielsalm kreeg zijn treinverbinding op 20.02.1867 op de lijn Spa - Gouvy - Luxemburg. Tijdens WO I kwam daar nog een tweede verbinding bij, door de Duitsers om strategische drijfveren aangelegd tussen Sankt-Vith en Vielsalm, met indrukwekkende kunstwerken als het viaduct van Born en dat van Hermanmont. Het eerste domineert nog altijd het dorpje Born (zie vroeger), van het tweede is niet meer dan een pijler overgebleven. De lijn ging de geschiedenis in als lijn 47A, en was verbonden met Vielsalm en Trois-Ponts door middel van verbindingsbogen ten noorden van Vielsalm. De reizigersdienst begon een eind na WO I en viel abrupt stil op 10 mei 1940 toen het Belgische leger het viaduct van Hermanmont uitschakelde. Tussen Vielsalm en Recht zouden nooit meer treinen rijden… Ik amuseerde me eens met het spoorboekje van 15.03.1940 dat zou lopen tot 05.10.1940 maar door het uitbreken van WO II nooit de voorziene einddatum haalde. Op lijn 42 vond ik 8 treinen richting Gouvy, waarvan er 4 doorreden tot Trois-Vierges. Een buitenbeentje was een directe trein van maandag tot zaterdag naar Sankt-Vith via Gouvy (en dus niet langs lijn 47A). Deze trein reed van 7 juli tot 15 september. In de andere richting reden 7 treinen waarvan 6 met eindbestemming Bressoux en 1 naar Liège-Longdoz. Die laatste reed als direct met stilstanden in Trois-Ponts, Rivage en Angleur. Lijn 47A had op dat moment nog 3 treinparen uit of naar Sankt-Vith. Het is duidelijk dat de reizigersdienst hier nooit echt van de grond is gekomen en dat herstelling van het zwaar beschadigde viaduct van Hermanmont zinloos was. Opdeze stafkaart(waarop je kunt inzoomen) van 1925 is de driehoek die de lijn 42 met lijn 47A verbindt, duidelijk zichtbaar. Minstens even spectaculair is de enorme dubbele bocht tussen Vielsalm en Burtonville. Het lijkt erop dat de Ruisseau de Hermanmont voor problemen gezorgd heeft bij de aanleg van deze strategische spoorlijn.
De verbinding.
Halle - Brussel-Zuid
3408
09:20 09:30
stipt
830 (GCR)
mr75 - vierledig
controle: N
Brussel-Zuid - Liège-Guillemins
0508
09:55 10:59
stipt
1830 (FSD) - 73024 (NK)
M7
controle: J
Liège-Guillemins - Vielsalm
5311
11:07 12:12
stipt
08528 (LL)
mr08 Desiro
controle: J
-
Vielsalm - Liège-Guillemins
5337
16:52 17:55
+3
08516 (LL)
mr08 Desiro
controle: J
Liège-Guillemins - Brussel-Noord
0540
18:01 18:49
stipt
1811 (FSD) - 73063 (NK)
M7
controle: J
Brussel-Noord - Halle
1940
19:01 19:23
+2
1801 (FSD) - 61050 (FBMZ)
M6
controle: N
En wat we beleefden. We waren nog onverwacht vroeg in het station van Halle en zo kwam er toch nog wat reserve in onze dienstregeling. De aansluitende IC naar Eupen lijkt stipt te rijden, maar vertrekt toch met 3 minuten vertraging uit Brussel-Zuid. Er zal wel een goede reden zijn waarom de aansluiting in Liège met de IC naar Luxemburg zo krap is, maar er mag echt niet veel fout gaan: maximaal 5 minuten vertraging is nu echt geen zee van tijd. Maar vanaf Leuven rijdt de IC op tijd en lijkt alles in kannen en kruiken. In Brussel-Centraal stappen 4 vrouwelijke tachtigers in, die de dag voordien het defilé en het vuurwerk hebben beleefd, en daarna misschien nog een wilde nacht. Feit is dat ze nog lang niet uitgepraat zijn en dat met luide stem: luid spreken is nu eenmaal goedkoper dan een hoorapparaat. Gelukkig zitten ze aan één zijde van het bovendek van deze M7 zodat we kunnen uitwijken naar de andere zijde. Daar zit een koppel dat blijkbaar net terug is van vakantie de woordzoeker in de Metro op te lossen. Woordzoekers heb ik altijd al beschouwd als een gedegenereerde vorm van kruiswoordraadsel. Ieder zijn meug. En ze doen het wel in stilte… De IC naar Luxemburg staat al klaar op spoor 5, al vermelden de schermen boven de ramen nog altijd dat we niet mogen instappen. Uiteindelijk gebeurt dat toch, niets te vroeg. Volgt een op en top stipte rit tot Vielsalm. 65 minuten in een desiro is wel veel en van de mooie lijn 42 valt met moeite te genieten.
De terugreis begint met 2 minuten vertraging in Vielsalm. In Coo zijn dat er al vier en met 6 minuten aansluiting in Liège-Guillemins ziet dat er niet zo goed uit. Ik blijf me afvragen waarom die (belangrijke!) aansluiting zo krap en onzeker moet zijn. Als we met 3 minuten vertraging in Liège-Guillemins aankomen, staat de 540 al aan perron (we hebben hem in Angleur voorbij zien rijden): gelukkig weten we ongeveer hoe we snel van perron 5 naar perron 3 kunnen en we komen de trap op net bij het eerste AB-rijtuig. We hebben meer geluk dan de stapper die met ons in Vielsalm vertrok, want die komt net te laat, zo illustrerend dat dit eigenlijk een onzinnig krappe aansluiting is. Het nummer van het rijtuig is verrassend hoog: 73063. We hebben in Brussel-Noord een goede aansluiting met de IC naar Tournai. Op perron 9 worden we aangesproken door een reiziger die er duidelijk niet gerust in is. Maar we lijken hem wel gerust te kunnen stellen. Even later wordt de 1940 verspoord naar perron 10. De brave man is zichtbaar opgelucht als we hem daar ook opmerkzaam op maken. Het eersteklasrijtuig wordt aangekondigd in vijfde positie, maar verrassend genoeg hangt het helemaal vooraan. Mijn vrouw heeft dat gelukkig op tijd gezien, maar een andere reiziger komt pas tussen Brussel-Centraal en Brussel-Zuid licht geïrriteerd in het eerste rijtuig aan. Ik begrijp dat je treinen niet zoals legoblokjes aan je wensen kunt aanpassen, maar dit gaat toch wel erg ver.
De treinlectuur. Paula HAWKINS, The girl on the train. Sarah PERRY, Het monster van Essex.
Uren, ja dagen, hebben onze topministers onderhandeld over de pensioenen, ongetwijfeld mét airco. Laat ze nu eens uren, ja dagen, onderhandelen over klimaatmaatregelen, zonder airco.
Uitgedrukt… Geen stamp in zijn gat waard zijn. Ik denk dat deze wel voor zichzelf spreekt.
Waar Abraham de mosterd haalde. Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over deBelgische spoorlijnenen een overde bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPEK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.
De wandeling. Het volstaat om even naarhet kaartjete kijken om te zien dat de pelgrims naar Compostela niet van omwegen houden. Inderdaad, we volgen vandaag de compostelaroute Via Monastica, ongeveer vanwaar die uit Nederland België binnenkomt (Postel) tot Balen. Eigenlijk is het één lang, recht kanaaltraject, eerst langs het nog aangename Kanaal Dessel - Turnhout - Schoten, daarna voorbij het kruispunt van kanalen langs het Kanaal naar Kwaadmechelen. Dat laatste is niet meteen het mooiste deel van de wandeling, wel het langste. Om maar te zeggen dat we niet hoger kwamen dan een povere 12/20. Op het einde moet je er nog 1.3 km bijdoen naar het station van Balen. De TWQ bedraagt 72%, zelfs 79% als je die laatste 1.3 km buiten beschouwing laat. Ondanks dat hoge TWQ waren we dus niet echt tevreden. En blijft de oogst aanfoto'sbeperkt.
Het eerste kanaal (Dessel - Turnhout - Schoten) kan nog bekoren.
Het Ijzeren Kruis.
Het weer. Eerst betrokken, later zwaar tot half bewolkt. Wel warm (26°) en rustig.
Hoe we er geraakten. Tot Mol geraken we moeiteloos, maar naar Postel is een ander paar mouwen, sinds De Lijn in februari 2015 belbus 937 opdoekte. Ze gingen toen volgens de pers wel op zoek naar een alternatief - ik zou denken dat de belbus op zich al een alternatief is voor een reguliere buslijn - maar blijkbaar heeft men nog altijd niets gevonden. Wij wel, onder de vorm van een taxirit van Mol naar Postel. Je zou natuurlijk kunnen zeggen dat we dan maar wat verder op de route hadden moeten aansluiten, maar zelfs dat is niet evident: door het verdwijnen van de belbus is hier een gigantisch OV-gat ontstaan. Bovendien is de Norbertijnerabdij van Postel bijna een must als je de Via Monastica wil volgen. Balen is dan weer een goed eindpunt, met NMBS-station. Dat we daarvoor wat extra moeten stappen, moeten we erbij nemen.
Een beetje geschiedenis. Op 27.05.1878 werd de spoorlijn Mol - Leopoldsburg geopend. Ook Balen kreeg een halte.Hier las ik dat die oorspronkelijk zelfs Baelen-lez-Gheel geheten heeft. Vanaf 09.08.1879 zou ze dan Baelen-sur-Nèthe gaan heten. Dat zou lang niet de laatste naamwijziging zijn: in de loop van de voorbij anderhalve eeuw werd gegoocheld met Franse en Nederlandse versies: Balen, Baelen, Nèthe, Nethe en Nete, al dan niet met sur of een liggend streepje ertussen. In het spoorboekje van 23.05.1982 verschijnt voor het eerst de huidige naam; Balen, tout court.
In een spoorboekje van 1892 vond ik de halte in een tabel 35 Tienen - Diest - Leopoldsburg - Mol. Met 5 (later 6) treinen in elke richting. Later werd de tabel ingekort tot Diest - Mol. In een Duits spoorboekje van 01.10.1915 wordt Balen nog wel vermeld, maar er rijden geen treinen meer tussen Mol en Beverloo, Truppenübungsplatz. Nadat Balen achtereenvolgens in tabellen 35, 44, 30, 24 en 36 (allemaal niets te maken met de huidige lijnnummers) opgenomen werd, wordt in de jaren 1920 lijnnummer 17 ingevoerd. De dichtheid van het spoorwegnet en de relatieve eenvormigheid van de tractie lieten toen ritten toe die toch wel tot de verbeelding spreken: in 1922 is er bijvoorbeeld een rit Leopoldsburg - Mol - Leuven (via lijnen 15, 29 en 34 - die 34 is de huidige lijn 35) en een rit Mol - Brussel-Noord (via Tessenderlo, Diest, Aarschot en Leuven), beide met stilstanden in Balen.
Op 01.02.1928 vinden we voor het eerst een lijn 18 terug, Houthalen - Heppen, met zelfs een trein uit Hasselt, met stilstanden in Zonhoven, Houthalen, Zolder, Beringen, Beringen-Mijnen, Heppen, Leopoldsburg, Balen-Nete en Mol. Deze rit vind je verspreid terug over drie tabellen: 17, 18 en 19. Dit illustreert vermoedelijk de geleidelijke uitbouw van het Limburgse spoorwegnet rond en door het mijnbekken. De ingewikkelde toestand met 3 lijnen wordt in 1929 enigszins rechtgezet met de volgende vereenvoudiging: lijn 17 is nog altijd Diest - Leopoldsburg - Mol, lijn 18 is een tabel Hasselt - Houthalen - Heppen/Leopoldsburg - Mol. Deze voorstelling zou eigenlijk tot na WO II standhouden, met dien verstande dat de beschadigingen aan de brug te Kwaadmechelen langere tijd het inzetten van treinen voorbij Tessenderlo naar Leopoldsburg onmogelijk hebben gemaakt. In het spoorboekje van 07.10.1946 vinden we voor het gedeelte Tessenderlo - Mol (lijn 17) nog de mededeling geldig vanaf het in dienst stellen van de brug te Kwaadmechelen. Op 04.05.1947 lijkt de brug hersteld.
Vanaf 17.10.1954 worden de meeste treinen op lijn 17 met autorails uitgevoerd. Dat kon een veeg teken zijn, en inderdaad: op 29.09.1957 werd de lijn voor de reizigersdienst gesloten. Vanaf 31.05.1964 wordt de treindienst tussen Mol en Hasselt opgenomen in lijn 15 Antwerpen - Herentals - Mol - Hasselt. Met de invoering van de motorwagens 41 en de koppel-/ontkoppelmogelijkheden in Mol werd het mogelijk om opnieuw overstapvrije verbindingen Antwerpen - Hasselt in te voeren. Die hadden bestaan tot de komst van de IR Antwerpen - Neerpelt (met trek-en-duwtreinen). Het valt af te wachten wat het wordt na de elektrificatie van het baanvak Mol - Hasselt, vermoedelijk zal het volledig afhangen van welk materieel ingezet wordt.
De verbinding.
Halle - Herentals
3407
08:21 09:38
+1
841 (GCR)
mr75 vierledig
controle: J
Herentals - Mol
4309
09:43 10:02
+6
2722 (NK) - 53506 (FBMZ)
M5
controle: N
taxi
-
Balen - Mol
4437
16:48 16:53
+5
4124 (FHS)
mw41
controle: N
Mol - Lier
4337
16:58 17:34
+7
4124 (FHS)
mw41
controle: J
Lier - Halle
3439
17:39 18:40
+5
808 (GCR)
mr75 vierledig
controle: N
En wat we beleefden. De taxichauffeur had er ons bij de reservering attent op gemaakt dat er tijdens het weekend werken gepland waren op de spoorlijn in de buurt van Herentals en dus zorgen we voor reserve, zoals we dat ook voor de belbus zouden doen. IC 3407 naar Turnhout rijdt nu plots tijdens de vakantie met twee vierledige stellen i.p.v. het lange stel M4 dat hier tot nog toe de dienst heeft uitgemaakt. Toch wordt eerste klas in het vijfde rijtuig aangekondigd: vermoedelijk denkt men dus "ergens" dat hier een M6-stel rijdt. Zou het kunnen dat men de M4-rijtuigen spaart om te vermijden dat ze snel buiten dienst moeten als ze nog eens aan onderhoud toe zijn? Wie zal het zeggen? In Ruisbroek staan we zo goed als stil, maar meer dan een minuut vertraging veroorzaakt dat niet. Ook bij de Y.Duffel staan we een tijdje stil om een andere trein door te laten. Het is een stel M4, dat vermoedelijk uit de richting Kontich komt. Erg is het allemaal niet, er zijn zo van die dagen dat alle kwaad binnen de perken blijft. In Herentals is het wel wachten op de IC naar Hamont, die met 6 minuten vertraging vertrekt. De trein is samengesteld uit M5: aan de ene zijde maken graffiti het onmogelijk om naar buiten te kijken, aan onze kant is het de hoogst vervelende raamscheiding die het gezicht belemmert. Ik hield al niet van die M5 voor hun modernisering, maar het ene ongemak is vervangen door een ander. Eigenaardig genoeg laat men de trein naar Hasselt vertrekken voor die naar Hamont. Voor het station van Mol is er een standplaats voor taxi's. De onze komt enkele minuten voor het afgesproken uur voorrijden.
De terugreis begint met een kort stukje Balen - Mol. De elektrische draden hangen er al, maar het zijn 3 motorwagens 41 die L 4437 vormen. Volgens Beluxtrains zou deze trein uit 2 motorwagens moeten bestaan, maar nu zijn het er dus drie. Deze stellen zouden aangekoppeld worden in Mol aan de 4337 uit Hamont, maar er is nog maar eens een aanrijding gebeurd en daardoor heeft die 4337 niet gereden tussen Hamont en Mol. Zouden ze in Hasselt echt zo alert geweest zijn dat ze 3 mw's i.p.v. 2 hebben opgestuurd? Feit is dat we met enkele minuten vertraging vertrekken. De tbg geeft ons bij controle na Mol de raad in Lier over te stappen i.p.v. in het door mij voorgestelde Herentals. Wat het verschil is, ontgaat me. In beide gevallen bedraagt de overstaptijd 5 minuten. Onze trein haalt bovendien tot Herentals een deel van zijn vertraging in en het lijkt erop dat we met 1 minuut vertraging vertrekken. IC 3439 staat ondertussen al naast ons. En toch lijkt het nog fout te kunnen lopen. Nog maar net buiten de perrons staat onze trein al opnieuw stil; even later komt ook de IC naar Binche naast ons tot stilstand. Hopelijk blijven ze in de juiste volgorde rijden, want anders zouden we het ons nog beklagen dat we niet in Herentals zijn overgestapt. Waarom we stilstaan heb ik niet begrepen: het was ons al voor Mol opgevallen dat het volume van het omroepsysteem veel te laag stond. Uiteindelijk bereiken we Lier met 7 minuten vertraging. Komt dan nog S 2888 Leuven - Antwerpen-Centraal, met onze IC wachtend voor de Y.Nazareth en zo komen we aan 11 minuten vertraging bij vertrek uit Lier. Deze vertraging zal wonderwel teruglopen tot 5 minuten bij aankomst in Halle. En ja, in Vilvoorde, Brussel-Noord en Brussel-Zuid nemen reizigers plaats in eerste klasse die daar hoogstwaarschijnlijk niet voor betaald hebben. De NMBS is op alle vlakken consequent: laten begaan, dat geeft de minste moeilijkheden, of het nu om grijsrijden of om graffiti gaat. En er ontsnappen me op dit moment nog wel enkele problemen.
Nog een vraagje: wordt het enkelspoor op lijn 15 verdubbeld? Tussen Balen en Mol lijkt plaats gemaakt te zijn voor 2 sporen en ook de kanaalbrug heeft er een zusje bij gekregen. Of is dat alleen maar ter vervanging van de oude brug?
De treinlectuur. Marcus MALTE, Le garçon. Sarah PERRY, Het monster van Essex.
Je hoort het meer en meer: we zijn zwanger. Op een paar abnormaliteiten van de natuur na, kan een man niet zwanger worden. Waarom dan dat we? En wat doe je als de relatie voor de geboorte stukloopt?
Uitgedrukt… Fier en fijn mag zijn. Betekent zoveel als: wie er goed uitziet, mag daar ook mee uitpakken.
Waar Abraham de mosterd haalde. Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over deBelgische spoorlijnenen een overde bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPEK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.
De wandeling. Julien van Remoortere heb ik hier wel eens een wandelgoeroe genoemd, maar toen het succes van de wandelboeken, met minutieuze beschrijvingen en kaartjes, begon terug te lopen, verschenen toch nog wandelgidsen van zijn hand, telkens weer vanuit andere invalshoeken. Zo verscheen in 2007 20x logeren & wandelen in de Ardennen bij Lannoo, met Erwin De Decker als mede-auteur. Cherain is een deelgemeente van Gouvy en kreeg ook 2 wandeltochten toebedeeld. Wij stappen vandaag Naar de rots van Baclain. Die is goed voor iets meer dan 10 km (11.2 volgens het boekje, maar dat is een overschatting), met een TWQ van 51%. Je moet inderdaad wel eens over betonwegen, maar de vergezichten maken dat goed en de bosstroken zijn de moeite waard - zelfs de kapvlakten met invasief wilgenroosje hebben hun charme. Alleen… zoek maar niet naar de Rocher de Baclain, want dat is blijkbaar niet meer dan een benaming die de lading voor een keer niet dekt. De tocht zelf is een degelijke Ardennenwandeling zonder meer. Af en toe moet je wel wat stijgen, maar ook als mindere klimmer zul je wel niet in de problemen komen.Kaartje enfoto's.
Vergezichten - en ver is echt ver!
Vakantiehuisje aan de Croix de Wazale.
Het weer. Geleidelijk meer en meer bewolkt. Fris (16°). Rustig.
De stafkaarten. Cherain ligt wat ongelukkig in een hoekje van 3 stafkaarten, zelfs op 1:25.000: 60/3-4 Houffalize (2020) - 56/5-6 Gouvy (2017) en 55/7-8 Odeigne (2017).
Hoe we er geraakten. Eigenlijk is het wat zoeken en behelpen, want er is niet echt een basispatroon te ontdekken. De enige lijnen die voor ons in aanmerking komen, zijn de lijnen 89 en 163c. Die 89 is een expresslijn Vielsalm - Bastogne. Drie van de vier bussen bedienen ook het station van Gouvy, we kunnen er die van de voormiddag uitpikken. Een andere mogelijkheid is lijn 163c Gouvy - Bastogne, maar hier gaapt een enorm gat tussen 8:44 en 14:44. Je kunt dromen van een treinverbinding Brussel - Bastogne en dan goed aansluitende bussen naar Gouvy, maar dromen zijn nu eenmaal bedrog… Voor de terugrit vinden we een verbinding met overstap in Houffalize op de E69 Arlon - Liège-Guillemins. Voor de hand liggend is het allemaal niet, maar we hebben al grotere problemen gehad om weer thuis te komen.
Een beetje geschiedenis. Echt denderend is de bediening van Cherain nooit geweest en toch kunnen we teruggaan tot de periode voor WO II; toen reed er namelijk al een bus van Houffalize naar Gouvy via o.a. Cherain. Veel had het niet om het lijf: het ging blijkbaar om een soort toeristische bediening die alleen functioneerde van half juli tot half september, met ritten op zondag, maandag, woensdag en zaterdag. Die verbinding vinden we na WO II terug in tabel 973, nu uitgebreid tot Bastogne - Houffalize - Gouvy. Later werd het tabelnummer 1039 en nog later 1000, dat laatste vanaf 1972. Op dat ogenblik (?) verschijnt lijnnummer 18. De voornaamste functie lijkt de bediening van Houffalize en Gouvy te zijn - dat betekent dus zo goed als niets, al kunnen deze marktbussen in die periode toch een belangrijke rol gespeeld hebben voor de marktgangers. Het is trouwens het begin van de afbouw van lijn 18, tot school- en marktdiensten. Wel verschijnen er lijnen 18/2, 18/3 en 18/4: de twee eerste bedienen op schooldagen "ons" Cherain: 18/2 is de lijn Halconreux - Cherain en 18/3 loopt van Houffalize via Montleban naar Vielsalm. Voor toeristisch gebruik heeft lijn 18 al lang geen enkele betekenis meer.
Op 03.06.1984 voert de NMBS dan het IC-IR-plan in. Dat houdt o.a. de sluiting van de lijn 163 tussen Bastogne-Sud en Gouvy in. De pil van de afschaffing moet verguld worden door 2 vervangingsbuslijnen: 163c en 163d. In het eerste jaar is die lijn 163c niet meer (of net wel) een soort rechtstreekse lijn van Bastogne via Houffalize naar Gouvy. Een jaar later al worden andere halten tussengevoegd, o.a. in Cherain. Ook dan rijdt de bus een soort direct traject, maar de dorpen onderweg worden nu wel bediend. Het tijdverlies bedraagt amper 5 minuten. Decroo had indertijd frequent bediende buslijnen beloofd, maar in deze dun bevolkte regio kwamen die er eigenlijk niet en blijkbaar bestond er geen publiek voor een interstedelijke bediening tussen Bastogne, Houffalize en Gouvy.
Op 09.01.1995 voerde de TEC-Namur-Luxembourg dan een lijn 89 in; die noemden ze zelf een Bus Express Bastogne - Gouvy - Vielsalm. Voor Cherain kwam dat neer op 3 bijkomende ritten in beide richtingen.
Van een gestructureerd busnet is hier eigenlijk nooit echt sprake geweest. Dat wij er vandaag niet in slagen om een aan de heenreis analoge terugreis te bedenken, is daar een mooie illustratie van. We hebben in de loop van de decennia wel geleerd om de schaarse mogelijkheden zo efficiënt mogelijk te gebruiken, maar de plaatselijke bevolking kijkt daar waarschijnlijk anders tegen aan - en blijft dus weg.
De verbinding.
Halle - Brussel-Zuid
1555
06:58 07:07
stipt
08121
mr08 Desiro
controle:N
Brussel-Zuid - Liège-Guillemins
0406
07:28 08:31
stipt
1842 (FSD) - 61073 (LK)
M6
controle: J
Liège-Guillemins - Gouvy
5309
09:07 10:21
stipt
08508 (LL)
me08 Desiro
controle: J
Gouvy - Cherain
[89]
10:36 10:46
+4
ab4533
Jonckheere Transit 2000
Manhay*
-
Cherain - Houffalize
[163c]
14:54 15:02
stipt
ab4902-17
Mercedes Citaro LE
Transports Penning
Houffalize - Liège
[E69]
15:48 16:54
+33
ab4904-06
SETRA S 419 UL
Autobus Liégeois
Liège-Guillemins - Brussel-Noord
0540
18:01 18:49
stipt
1809 (FSD) - 73032 (NK)
M7
controle: J
Brussel-Noord - Halle
1940
19:01 19:23
stipt
1815 (FSD) - 61037 (FBMZ)
M6
controle: N
En wat we beleefden.
Eigenlijk beperken we onze reserve tot een half uur door te vertrekken met de S naar Schaarbeek en over te stappen op de IC naar Welkenraedt i.p.v. op de IC naar Eupen. Die laatste mag niet meer dan 5 minuten vertraging hebben bij aankomst in Liège-Guillemins om de IC naar Luxemburg te halen. Die rijdt nu wel elk uur, maar met de aansluitende bussen is het erop of eronder. We moéten die van 9:07 halen.
Eigenlijk ziet onze heenreis met 3 treinen er achteraf prachtig uit: de drie treinen arriveren stipt. Op de 406 zit een erg humeurige tbg, die kregelig reageert als hij per vergissing opgebeld wordt: hij is niet de treinchef - die moeten ze maar zien te bereiken. En als 2 Spaanssprekende toeristen vragen of hij Engels spreekt, antwoordt hij brutaal dat hij alleen Frans spreekt. De vraag van de toeristen was nochtans plausibel: waar moeten we onze tickets scannen? Dan is de tbg van IC 5309 een stuk vriendelijker. Hij vermoedt dat er goedkopere mogelijkheden zijn met een duoticket, maar ik kan hem vrij gemakkelijk aantonen dat dit voor een reis Halle - Gouvy een veel duurder alternatief is dan onze RailPass.
De bus van lijn 89 was oorspronkelijk een expresslijn, maar is nu gedegradeerd tot direct. Van vorige gelegenheden herinner ik me dat de dienstregeling van deze lijn erg krap is. We hebben ons dan ook niet ongerust gevoeld als de bus pas met 5 minuten vertraging aan het station van Gouvy komt. Het principe van deze directe lijn is dat deze bus eigenlijk één halte (zelden 2) per dorp bedient: na 4 halten (en 8 km) komen we dan ook aan bij de halte Cherain Église. Onderweg zijn nog twee bakvisjes ingestapt die cash een biljet kopen. Het lijkt iets uit een andere tijd.
Wisten we veel dat deze bus in Baclain later onze bus zou worden van lijn 163c.
Voor de terugrit rekenen we op lijn 163c. Ook dit wordt een korte, rustige rit. We verkiezen de halte Houffalize Aux Chéras omdat we er eigenlijk op rekenen dat het Café du Chéra open zal zijn, maar dat blijkt ijdele hoop: de zaak is dicht op maandag, dinsdag en woensdag. (Corona kan hier geen ravage hebben aangericht, als je maar de helft van de week open bent in normale omstandiigheden.) Groter nog is onze ontgoocheling als we de E69 naar Liège zien passeren, met meer dan 20 minuten vertraging: daar hadden we in het geheel niet op gerekend, anders hadden we ongetwijfeld deze bus genomen, want nu moeten we drie kwartier wachten. En meer zal snel blijken: de volgende bus heeft namelijk ook vertraging en die groeit en groeit. De app van de TEC vertoont nog altijd eigenaardigheden die blijkbaar proberen om de gebruiker uit zijn lood te slaan, maar het lukt met vallen en opstaan toch om de rit van de bus te volgen: vrij snel wordt het duidelijk dat we onze aansluiting met de IC naar Oostende (7 minuten) nooit zullen halen. De doortochten van Bastogne en Houffalize doen de vertraging alleen maar toenemen: als we instappen tekenen we 22 minuten op. We denken nog een tijdje dat we de IC naar Kortrijk van 17:28 zullen halen, maar de rit verloopt niet vlot. Hoewel, eigenlijk verbazen we er ons bij aankomst in Liège over dat er niet meer dan 11 minuten zijn bijgekomen: trage voorliggers, een tractor, twee keer wegenwerken met lichten en de hectische verkeersafwisseling in Liège vertragen de rit grondig. Onderweg zien we met lede ogen hoe halten als Pisserotte en Bellaire, die nog bediend werden door de 1011, nu voorbijgereden worden: de halteborden liegen er niet om: hier is nog nauwelijks een busbediening overgebleven. Deze bus bedient wel 2 halten van de toekomst, denken de experts, maar gebruikers zoals wij in het geheel niet: de Parking de la Playe in Remouchamps en de halte Sprimont Carpool. Het zijn halten die de combi-mobiliteit moeten ondersteunen - zoals ze daar ook in Vlaanderen luidop van dromen. Dat deed een chauffeur van de bus naar Arlon niet, want een meisje verwittigt er onze chauffeur van dat de bus naar Arlon niet is langsgekomen. De antwoorden van de chauffeur zijn verbijsterend: het is een nieuwe chauffeur en die zal zijn reisweg niet kennen en ik kom over 2-3 uur sowieso terug …
De IC naar Kortrijk zien we nog wel binnenrijden als we Liège-Guillemins naderen, maar hem halen is een onbegonnen zaak. Een mogelijk weinig realistische dienstregeling van de TEC en de gewone drukte maken dat we de trein van 18:01 moeten nemen i.p.v. de voorziene van 17:01. OV-gebruikers worden niet verwend. Hoewel, zowel IC 540 als IC 1940 doen het uitstekend. Het palmares van de NMBS (zie vorige keer) oogt deze keer een stuk beter.
De treinlectuur. Marcus MALTE, Le garçon. Het verhaal van een jongeman zonder naam: van zijn ouderloze jeugd, tot zijn avonturen met een rondtrekkende reus, tot zijn seksuele ontplooiing met de oudere Emma en zijn wedervaren tijdens WO I. Sarah PERRY, Het monster van Essex.
Sms'jes worden in films en series nogal eens geschreven weergegeven, zodat we de tekst allemaal kunnen meelezen. De terugkeer van de stomme film…
Uitgedrukt… Van boven pront, vanonder str… . Ja, het rijmt. En het staat ook in Van Dale: uiterlijk fraai, maar onder de kleren vuil of innerlijk lelijk of verdorven.
Waar Abraham de mosterd haalde. Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over deBelgische spoorlijnenen een overde bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPEK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.
De wandeling. De tijd dat je een topogids van begin tot einde kon gebruiken om een GR in schuifjes af te stappen over meerdere jaren ligt al een hele tijd achter ons. Dat is ook zo voor de GR 577 (Tour de la Famenne) waarvan in 2021 een nieuwe topogids verscheen: quatrième édition, profondément modifiée. En dus is het altijd weer zoeken naar aansluitingspunten met de vorige versie. Je wordt tegenwoordig in zo een topogids om de oren geslagen met varianten, trajecten naar stations, overlappingen met andere GR's, schakels tussen verschillende GR's: dat vraagt allemaal een verregaande inschikkelijkheid van de GR-stapper. Wij sluiten vandaag aan in Sinsin, waar we al passeerden in 2019 toen we van Haversin naar Aye stapten, vanaf Sinsin over de variant van Serinchamps. Van Sinsin willen we naar Somme-Leuze stappen: dat is iets meer dan 19 km, waarvan dik 17 km over de GR en dan nog 2 km naar Somme-Leuze, met goed bediende bushalte. De TWQ ligt niet zo hoog (39% en zelfs maar 35% als je de verbinding met Somme-Leuze mee in aanmerking neemt), maar zoals mijn vrouw het achteraf verwoordde: je kunt zelden zo lang stappen zonder dat je ooglappen nodig hebt om al de lelijke elementen in het landschap niet te zien. Defoto'sgeven inderdaad een indruk van de indrukwekkende vergezichten in dit grensgebied tussen Condroz en Famenne, nog net in de provincie Namur. Zelf ben ik wat gevoeliger voor het vele asfalt en beton maar samen kwamen we toch nog aan een cijfer van 17.5/20, wat van dit GR-traject een absolute aanrader maakt voor wie van een haast complete rust houdt. De dorpjes Sinsin (dat we nog kennen van de KMI-waarnemingen toen men het nog de moeite vond om die in kranten te publiceren) en Nettinne zijn de enige op het GR-traject. Voor de rest loop je over rustige wegen tussen akkers en weiden, langs en door bossen.Het kaartjemaakt dat duidelijk.
Al enkele foto's:
We werden regelmatig getrakteerd op dergelijke vergezichten.
Het valleitje van de Ruisseau de Dansin
Het weer. Meestal half bewolkt met veel cumulusbewolking wat enkele mooie (wolken)foto's opleverde. Met zo een 26° vrij warm, maar toch nog best doenbaar.
De stafkaarten. 54/7N Sinsin (2003) - 54/3S Heure (2003) - 54/4S Baillonville (2004) - 54/4N Somme-Leuze (2004). De eerste editie van de nieuwe reeks kaarten op 1:25.000 is ondertussen compleet; met de kaarten 54/3-4 Somme-Leuze (2016) en 54/7-8 Marche-en-Famenne (2016) kom je er.
Hoe we er geraakten. Sinsin kun je bereiken met de expresslijn E78 (Namur - Bastogne) of bus 48 Ciney - Bonsin; we laten enkele schooldiensten buiten beschouwing. Die lijn 78 rijdt nu frequent tussen Bastogne en Marche, maar het gedeelte Marche - Namur moet het eigenaardig genoeg doen met veel minder bussen. Uit Namur zouden we pas om 13:15 in Sinsin aankomen, uit Ciney, met lijn 48, om 12:37. We proberen dus een trucje door naar Marloie door te rijden en daar de E78 te nemen die ons toelaat om - met overstap in Marche - om 11:07 in Sinsin aan te komen. Voor de terugrit vinden we alleen busritten van lijnen 11/5 en 98 op het parcours van de GR die ons sowieso tot een overstap op lijn E20 zouden nopen. En dus verkiezen we de extra kilometers tot Somme-Leuze, waar die buslijn elk uur stopt, richting Marloie of richting Liège-Guillemins.
Een beetje geschiedenis. Toen de TEC's in 2019 met hun WEL-bussen op de proppen kwamen, leek dat een heuse revolutie te zijn voor het OV in Wallonië dat eigenlijk al decennia lang in besparingsmodus zat. Die WEL staat voor Wallonia Easy Line, maar de vlag dekte spijtig genoeg de lading niet. De reiziger kreeg dan wel comfortabel vervoer aangeboden (autocars, airco, wifi) maar een aantal eigenaardigheden lieten vermoeden dat het succes van deze nieuwe snelle lijnen absoluut niet zeker was: je moest reserveren, weliswaar maar één uur vooraf, en de tarieven weken af van de gewone TEC-tarieven: ze lagen hoger, maar hoe frequenter je de bus gebruikte, hoe goedkoper de rit werd. Gelukkig ging er bij de TEC (en de Waalse regering) al snel een alarmlicht branden; gelukkig leidde dat niet tot de afschaffing van deze lijnen, maar tot een volledige herdenking van het concept. Bovendien kwamen er al maar meer lijnen, sommige met alleen spitsuurritten, maar enkele ook met een uurcadans en een voor de TEC ruime amplitude. De reservering werd afgevoerd en de tarieven werden geïntegreerd in de bestaande: voortaan zou de reiziger het Horizon+-tarief betalen, dat voordien alleen op enkele expresslijnen (zoals Liège - Athus en de bussen uit Louvain-la-Neuve naar Brussel) betaald moest worden. Bovendien kwamen er almaar meer lijnen en die groei lijkt nog niet stil te vallen. Lijn WEL04 verbond oorspronkelijk Liège met Marche, werd hernummerd tot E20 (op 01.10.2020) en bovendien doorgetrokken tot Marloie op 01.09.2021. Het aantal ritten steeg en de amplitude werd verruimd.
Voor de komst van deze expresslijn zou het zo goed als onmogelijk geweest zijn om Somme-Leuze tot eindpunt van onze tocht te selecteren. De lijnen 11/5, 98 en 99 zijn scholierenlijnen en die rijden dus voor trekkers altijd in de verkeerde richting: 's morgens naar de stad en 's avonds van de stad weg. Bovendien ligt Somme-Leuze binnen het werkterrein van enerzijds TEC-LV en anderzijds TEC-Luxembourg en ik vermoed dat zoiets een homogeen aanbod in de weg staat. Ik nam er even willekeurig het busboekje van de SNCV-Luxembourg van 31.05.1981 bij. Daarin vond ik een lijn 11 (Melreux - Marloie) in tabel 994 van lijn 11 Manhay - Melreux. De schaarse ritten van lijn 11 maakten vanaf Melreux nog een ruime omweg die de bussen uiteindelijk in Marloie deed belanden, via Petit Han, Somme-Leuze, Grande Eneille, Noiseux, Baillonville, Rabozée en Marche. In het busboekje van 31.05.1964 was het de Luikse lijn 91 Liège - Ocquier die 2 keer per dag doorreed naar Tohogne, Durbuy, Petit Han, Septon, Somme-Leuze, Grandhan, Noiseux, Baillonville, Marche en Marloie.
De verbinding.
Halle - Brussel-Luxemburg
3356
06:45 07:13
+5
905 (FSR)
mr86 Sprinter
controle: J
Brussel-Luxemburg - Marloie
2107
07:56 09:21
+8
1359 (FNND) - 11823 (FSD)
I11
controle: J
Marloie - Marche
[E78]
10:29 10:41
stipt
ab4204
TEMSA LD125B Plus
Marloie
Marche - Sinsin
[E78]
11:01 11:07
+6
ab4904-02
Mercedes Integro II
Transports Penning
-
Somme-Leuze - Liège
[E20]
16:44 17:49
stipt
Keolis 21047 (2-ATA-999)
Iveco Crossway
Transports Penning
Liège-Guillemins - Brussel-Noord
0540
18:01 18:49
+23
1802 (FSD) - 73024 (NK)
M7
controle: J
Brussel-Noord - Halle
3440
19:18 19:40
+10
811 (GCR)
mr 75
controle: N
* wie kan dit bevestigen? - is ondertussen gebeurd: zie reactie onderaan.
En wat we beleefden. Wie deze blog regelmatig bezoekt, weet dat we niet tegen wat reserve in onze dienstregeling opzien en ook vandaag verkiezen we een uur extra in Marloie boven een zenuwvretende rit met een aansluiting van 8 minuten in Marloie. Vandaag doen we er nog een schepje bovenop: oorspronkelijk wilden we naar Brussel-Zuid sporen met S 1555 van 6:58, maar S 3356 heeft net genoeg vertraging om ons te laten instappen en via Brussel-Luxemburg te reizen. Dat deze trein wat vertraging bijmaakt onderweg, maakt eigenlijk niets uit: we hebben nu ook hier een niet geplande reserve van 46 minuten. De trein blijft soms langer dan normaal staan in de tussenhaltes, ook nadat het fluitsignaal heeft weerklonken en de deuren gesloten zijn. Zou het de nieuwe vertrekprocedure zijn? IC 2107 komt moeiteloos door de NZV en vertrekt dan ook op tijd in Brussel-Luxemburg. Toch heeft hij alweer 8 minuten vertraging bij vertrek in Ottignies, al lijkt er geen andere (TrainMap!) voor ons te zitten. In Ciney is de vertraging al verminderd tot 2 minuten. Bij controle zit toch weer een vijftal reizigers verkeerd. Een dame heeft net voor de komst van de tbg door dat ze eigenlijk niet het biljet heeft dat ze aan het loket gevraagd heeft. Ik ben geneigd om haar te geloven, want haar compagnon met wie ze in deze trein afgesproken heeft, heeft wel een retourtje in eerste klas. Ik vraag me af hoe dat geregeld wordt: dit is een duidelijk geval waarin de boordtoeslag zijn doel voorbijschiet. Plots wordt het opvallend stil in de trein, omdat de airco uitvalt. Iemand van een trio achter ons meldt een déclenchement. Het is duidelijk dat de trein zich tot een stilstand laat bollen, zoals later blijkt tot voor sein A929, dat is net voor Leignon. De boodschap is onheilspellend: een technisch defect, maar de treinbestuurder doet er alles aan om het te herstellen. Zou het kunnen dat zelfs onze reserve niet volstaat? We hebben dat nog eens meegemaakt, maar deze keer begint de airco na enkele minuten toch opnieuw te draaien en ja hoor, we rijden ook opnieuw. Bij aankomst in Marloie hebben we 8 minuten vertraging. Wie zich afvraagt hoe een dienstregeling er voor ons in de ideale wereld zou uitgezien hebben: dan zouden we vertrokken zijn om 8:14 en aangekomen zijn om 10:21. Als ik het eventjes nakijk achteraf, blijkt dat het vandaag - niet gisteren! - ook perfect gelukt zou zijn.
De bussen van lijn E78 rijden elk uur tussen Bastogne en Marche maar de meeste bedienen het station van Marloie niet: er is er een om 10:29 en daarna is er geen aansluiting meer naar Sinsin (en Namur). Het aansluitingspunt heet Marche WEX-Rocade, achter ons ligt een soort industriepark, voor ons een weide met een tiental naarstig grazende paarden. Ze hadden het evengoed Kaap de Goede Hoop kunnen noemen, want blijkbaar verwacht men dat dit wat eenzame overstappunt ooit uitgroeit tot een belangrijke bushalte. Erg veel succes heeft de bus niet meer tussen Marloie en Marche, maar hij zit dan ook aan het einde van zijn rit. Meer dan 4 reizigers heb ik niet geteld. Dat is wel anders dan in de bus die 20 minuten later aankomt en ons een halte later (na 6 minuten rijden) in Sinsin afzet. Een twintigtal reizigers maakt de rit mee, vermoedelijk zijn de meesten op weg naar Namur.
Ook voor de terugrit kunnen we gebruik maken van een expresslijn: E20 (verbeterd na tip van lezer: zie onderaan bij reacties) van Marloie naar Liège-Guillemins. Afhankelijk van ons aankomstuur bij de halte kunnen we opteren voor een terugreis via Marloie of via Liège-Guillemins. Naar Liège duurt de rit een uur en vijf minuten, maar de overstap is wat ruimer en er zijn ook meer treinen naar Brussel. Het is opnieuw een zeer aangename bus met dito chauffeur. Ik vermoed dat we op een bepaald moment een omleiding volgen, want de vertraging stijgt tot 7 minuten, maar tussen de voorlaatste en de laatste halte zit er een pak reserve in de dienstregeling, mogelijk omdat de bus langs werven moet waar de tram binnen afzienbare tijd moet rijden. Hallo De Lijn…
IC 540 vertrekt perfect op tijd in Liège-Guillemins maar nog voor Ans krijgen we te horen dat we door een defecte trein omgeleid worden over een andere lijn (lees: 36) en dat de vertraging in Leuven ongeveer 10 minuten zal bedragen. IJdele hoop blijkt, we vertrekken in Leuven met 16 minuten vertraging en zullen in Brussel-Noord arriveren met 23 minuten. In de eersteklasafdeling zitten wijzelf en een Italiaan die veel telefoontjes moet plegen, al dan niet op luidspreker. Als de tbg komt, lijkt hij toch niet zo belangrijk als de vele telefoontjes suggereren. Hij haalt wat excuses boven, vraagt of hij naar tweede mag verhuizen, maar de tbg is niet te vermurwen. We zijn al een kwartier aan het rijden en dus moet je een klasverhoging betalen. Daarna wordt het een tijdje stil, tot diezelfde tbg met zijn vrouwelijke collega in eerste komt zitten. Ze doen alsof ze thuis zijn en ook al zitten ze bijna aan het andere uiteinde van het rijtuig, hun lachen en spreken in alle toonaarden zijn ronduit storend. Op de website lees ik: Wil je graag in stilte werken of wil je meer comfort? Kies dan voor de rustigere ruimte van 1e klas. Niet als het van dit duo afhangt dus… De normale aansluiting in Brussel-Noord halen we niet meer, de volgende trein, de IC naar Quiévrain, heeft ook vertraging, vermoedelijk doordat die de IC naar Oostende voor moest laten. De eerste trein naar Halle wordt dan ook de IC naar Binche van 19:18. Die lijkt wel op tijd te zullen rijden, maar hij vertraagt al in Ruisbroek en staat zo goed als stil in Lot. Over lijn 96N haalt de IC naar Quiévrain ons vooralsnog in. Voor die uit Halle is, rijden wij met 10 minuten vertraging Halle binnen. Lang geleden, toen ik nog scholier was, was dit de tijd van het schoolpalmares: een boekje dat we op 30 juni samen met ons trimesterrapport meekregen, zonder verdere plichtplegingen zoals oudercontacten, studiebegeleiding, dreigen met advocaten en rechtzaken, urenlange deliberaties in de eerste plaats om de school in te dekken. In zo een palmares, snel gedrukt bij de plaatselijke drukker, stonden alle klassen vermeld met alle leerlingen, uiteraard nog zonder klasgemiddelden, maar wel met rangen van eerste tot vijfde rang. Rang vier en vijf betekende dat de leerling niet geslaagd was, respectievelijk met minder dan 50 of 40 procent. Ik vrees dat de NMBS vandaag ook in vijfde rang terechtkomt. Mogelijk is de drukte van de late schoolreizen hier verantwoordelijk voor, ik herinner me dat de toevloed aan groepen eind juni vroeger ook al voor veel vertragingen kon zorgen. Dat de roltrap van spoor 5 zoals gewoonlijk stilligt, kan die slechte score niet echt verbeteren.
De treinlectuur. Elvis PEETERS, De ommelanden. Sarah PERRY, Het monster van Essex.
Binnenkort verschijnen de speelstraten weer. Niet dat ik ooit al was het maar één eenzaam kind in zo een straat heb zien spelen. Ik vraag me af of het succes groter zou zijn als men alle verkeer en alle parkeren zou weren in deze straten. En of de ijver om in speelstraten te voorzien dan nog zo groot zou zijn bij de bewoners van de bewuste straten.
Uitgedrukt… Een ezel zweet van het sch…ten. Wordt eigenlijk in dezelfde omstandigheden gebruikt als die van de vorige bijdrage. En ja, hoe langer ik deze volkse uitdrukkingen probeer op te snorren, hoe vaker blijkt dat er wel altijd een of ander geurtje aan zit.
Waar Abraham de mosterd haalde. Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over deBelgische spoorlijnenen een overde bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPEK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.
De wandeling. Twee keer per jaar zoeken we ook een wandelnetwerk op. Vandaag is dat het WNW Meetjeslandse Kreken, waar we het volgende traject uitstippelden: 54 53 83 84 85 25 24 22 21 31 18 (32). Zo kom je van Sint-Jan-in-Eremo in Kaprijke. Punt 32 heb ik tussen haakjes gezet omdat dit nog een eindje voorbij Kaprijke Plein ligt, waar wij onze tocht beëindigden. Dat geeft een makkelijke wandeling van iets meer dan 12 km. Let wel op: bij punt 85 hoef je echt niet terug te keren naar de Sint-Jansbrug (via de eerder gepasseerde punten 84 en 83); de Zonnebrug oversteken en dan meteen links het jaagpad van het Leopoldkanaal volgen tot het punt 25 volstaat. Het is me niet duidelijk waarom dit niet weerhouden is op de kaart (of de site) van het WNW.Ons kaartje geeft deze mogelijkheid perfect weer. De TWQ bedraagt 30%, het grootste deel daarvan situeert zich in de eerste vier kilometers: vanuit het schattige Sint-Jan-in-Eremo met dito kerkje, gaat het langs de Boerekreek en het Leopoldkanaal. Verderop volg je niet altijd even rustige betonwegen, waarvan enkele kaarsrecht door het af en toe toch wel mooie landschap voeren. We kwamen aan een quotering van 13/20.
Het weer. Warm (26°), zo goed als onbewolkt. Rustig.
De stafkaarten. 13/3-4 Eeklo (2019)
Hoe we er geraakten. Sint-Jan-in-Eremo wordt bediend door een zogenaamd functionele lijn 63 die alleen op donderdag een marktdienst en op woensdagmiddag wat schoolritten uit Eeklo aanbiedt. Dan kan de belbus 195 van het Meetjesland een praktische oplossing zijn. Op de nieuwe site van De Lijn is de belbus van de thuispagina verdwenen, maar met wat zoeken kom je er wel. Zoals al een hele tijd doet men alleen suggesties zonder dienstregelingen bij benadering; als je deze door en door Vlaamse verbinding op letec.be opzoekt, krijg je die wel. Al bij al loopt het reserveren vlot: we krijgen een rit die een geruststellend aantal minuten na aankomst van de trein uit Eeklo vertrekt. Van Halle naar Eeklo reizen laat niet veel ruimte voor fantasie, tenzij je uit Gent de bus naar Brugge zou willen nemen; wij kiezen voor een treinverbinding met 2 overstappen en de nodige reserve. Ik zou het niet prettig vinden de belbus te moeten afbellen.
De terugreis kan met de reguliere, gecadanceerde buslijn 96 Zelzate - Eeklo. Die geeft goede overstapmogelijkheden met de trein, al komt de bus niet in het busstation. De halte Overweg ligt wel vlakbij. Ook nu moeten we twee keer overstappen, in Gent-Sint-Pieters en in Brussel-Zuid.
Een beetje geschiedenis. Op 14.04.1871 werd de spoorlijn Zelzate - Eeklo voor het publiek opengesteld. Ze was bedoeld als onderdeel van een langere verbinding tussen Antwerpen en Eeklo. Het was dan ook de Chemin de Fer d'Eecloo à Anvers die instond voor de aanleg en de eerste exploitatiejaren. In 1878 al werd de lijn genationaliseerd. Het deel Zelzate - Eeklo kwam er niet zonder het nodige getouwtrek tussen kandidaat-exploitant en betrokken gemeenten. Aanvankelijk kwam een rechte lijn uit de pen van de Brusselse ingenieur De Perre, maar dat leidde tot protest van de gemeenten, die via obligaties ook voor een deel van de financiering moesten instaan. Door het rechtlijnige karakter kwamen de dorpskernen (toen nog gemeentekernen) te ver van de spoorlijn te liggen. Het protest loonde uiteindelijk voor de gemeenten Assenede, Bassevelde, Kaprijke en Lembeke. Ertvelde en Oosteeklo kwamen er dan weer bekaaid vanaf. Ik heb deze gegevens gehaald uit een artikel van Christ DIERICKX, gepubliceerd in het tijdschrift De Twee Ambachten van het Heemkundig Genootschap van Groot-Assenede, en wel in jaargang 8 nummer 1 van april 2000. Zoals meestal zijn artikels van heemkundige kringen (ik ben zelf passief lid van die van Beersel, Halle en Gooik) doorwrochte werkstukken. Dat is hier niet anders. De 26 pagina's van dit artikel samenvatten in het korte bestek van deze bijdrage is dan ook onbegonnen werk. De gegevens van twee tabellen wil ik mijn lezers echter niet onthouden:
1. het geplande traject liep van Sint-Gillis-Waas tot Eeklo via Kemzeke, Stekene, Klein-Sinaai, Moerbeke-Waas, Wachtebeke, Zelzate, Assenede, Boekhoute, Bassevelde, Kaprijke, Lembeke. Water kon worden ingeslagen in Moerbeke, Zelzate en Eeklo. In die tijd diende dat nog voor de stoomlocomotieven, niet voor de reizigers van gestrande treinen. Reservelocomotieven waren beschikbaar in Moerbeke en Eeklo. Draaischijven waren er in Sint-Gillis, Moerbeke, Zelzate en Eeklo. 2. Tellingen net voor de sluiting van de spoorlijn geven het trieste beeld van de meeste lijnen die in de jaren 1950 zouden worden opgedoekt: in Eeklo stapten op een werkdag nog 240 reizigers op (voor 8 treinen, waarvan 5 uitgevoerd met TA, 3 door gesleepte stoomtreinen): na de ochtendspits (met 71, 80 en 48 reizigers per trein) viel de belangstelling zo goed als stil (met voor de voorlaatste treinen van de dag nog 2 en 1 reiziger(s). Eigenaardig genoeg waren er van Zelzate naar Eeklo 291 reizigers. Dat kan mogelijk verklaard worden door reizigers die uit de tussenstations naar Zelzate en terug spoorden.
Op 1.08.1950 viel het doek over de reizigersdienst. Eigenaardig genoeg vind ik geen echte vervangingslijn terug, zoals dat meestal gebeurde. Onder tabel 347 vinden we een bus Gent - Watervliet, die van de oorspronkelijk door de spoorlijn bediende gemeenten alleen Kaprijke en Lembeke bediende. Een private buslijn (tabel 1505 Eeklo - Zelzate) leunt nog het dichtst aan bij de spoorlijn. In het spoorboekje van 05.10.1952 komt deze lijn voor het eerst voor als lijn 55a, met de dienstregeling van lijn 1505. Die 55a hield stand tot 1997 toen de lijn vernummerd werd tot 96. (Ook die bus Gent - Watervliet vinden we nog terug, onder het lijnnummer 57. Verder is er nog een lijn 63 Eeklo - Watervliet, die teruggaat op de vroegere tramlijn Eeklo - Watervliet - Waterland en die Kaprijke slechts zijdelings bediende en uiteraard nog de belbus van het Meetjesland: 95.)
De verbinding.
Halle - Brussel-Zuid
7574
08:33 08:43
+8
2148 (FML) - 51021 (FSR)
M4
controle: J
Brussel-Zuid - Gent-Sint-Pieters
1530
08:56 09:24
stipt
1917 (NK) - 61052 (FHS)
M6
controle: J
Gent-Sint-Pieters - Eeklo
0759
10:15 10:49
+1
4169 (FML)
mw41
controle:J
Eeklo - Sint-Jan-in-Eremo
[195]
11:18 (belbus)
ab2221-32
VDL B&C MidCity
Ferry Cars
-
Kaprijke - Eeklo
[97]
15:42 15:55
+2
ab646-051
Mercedes Citaro LE G C2
Ferry Cars
Eeklo - Gent-Sint-Pieters
0787
16:11 16:45
+5
4153 (FML)
mw41
controle: J
Gent-Sint-Pieters - Brussel-Zuid
0416
16:55 17:24
stipt
1860 (FSD) - 61072 (LK)
M6
controle: J
Brussel-Zuid - Halle
3438
17:32 17:41
+13
2105 (FML) - 58038 (FSR)
M4
controle: N
En wat we beleefden. Omdat we een belbus gereserveerd hebben, willen we niet te veel risico nemen en zorgen we dus voor reserve. Dat kan soms wat uit de hand lopen, als je nog vroeger dan met de eerst geplande trein kunt vertrekken. Bovendien is P 7574 (tegenwoordig is dit ook al een S-trein…) waarschijnlijk de rustigste van het zootje waarmee we ruimschoots op tijd in Brussel-Zuid kunnen aankomen. Dat die onderweg al vanaf Lot begint te vertragen, maakt ons niet ongerust. Uiteindelijk maken we 8 minuten vertraging, maar we hebben nog altijd een waaier aan verbindingsmogelijkheden met Gent. Als we in de trein van Gent naar Eeklo gecontroleerd worden, zal dat de 3 op 3 vervolledigen.
De afspraak met de belbus is vastgelegd op 11:18; de mail die je nu meteen na de reservering krijgt, maakt melding van een doortocht tussen 11:16 en 11:23. Dat klopt ook perfect. De chauffeur is een vriendelijke en rustige man die het een goed weertje vindt om te stappen.
's Namiddags nemen we bus 96 aan de halte Kaprijke plein. Het is even schrikken als we de gelede bus aan de overzijde van de straat zien passeren, maar die keert terug via de rotonde. Nu begrijpen we waarom deze halte twee keer vermeld wordt in de dienstregeling. Net voor Eeklo is er een omleiding, maar die zorgt voor niet meer dan 2 minuten vertraging.
De S naar Ronse staat al klaar. Net voor het vertrekuur wordt omgeroepen dat een tegenliggende trein "iets" aangereden heeft en dat het een tijdje kan duren voor we kunnen vertrekken. Ook op de NMBS-site wordt melding gemaakt van een aanrijding in Sleidinge. Maar even later maakt een trein toch zijn opwachting op spoor 1. (Vermoedelijk is dat de trein voor P8084 die hier om 16:50 moet vertrekken). Voor ons blijft de vertraging beperkt tot 2 minuten: erg veel zal er wel niet aangereden zijn in Sleidinge, waar vlakbij het station een psychiatrische inrichting ligt - de telegrafische afkorting van Sleidinge is dan ook LSD, zoals geweten een hallucinogeen middel dat oorspronkelijk (en nu weer) om zijn medische eigenschappen werd gebruikt. De treinrit verloopt zonder veel problemen, tot voorbij Gentbrugge; ik durf bijna te schrijven: uiteraard. Ook nu weer lopen we enkele minuten vertraging op bij het naderen van Gent-Sint-Pieters. Ook in eerste klasse zit een juffrouw met mondmasker; als de tbg controleert, blijkt dat ze een tweedeklasabonnement heeft, dat bovendien al 2 weken vervallen is. De tbg maant haar aan om zo snel mogelijk haar abonnement te verlengen - je rijdt al 2 weken gratis! Een biljet kopen kan niet: geen geld en ontoereikend saldo op de kaart. Bovendien geeft ze toe dat ze het eigenlijk allemaal niet zo goed weet: het abonnement is van haar zus… Het duurde uren voor je een stoomlocomotief onder stoom kreeg, maar bij deze tbg duurt het maar enkele minuten, al blijft hij vooral argumenteren waarom dit allemaal niet kan. Ofwel is deze juffrouw een meesterlijke komediante, ofwel is het echt een kip zonder kop. Misschien moet de NMBS maar eens een tariefformule bedenken voor deze diersoort. De aansluitende trein naar Welkenraedt halen we nog; eigenlijk staat er veel volk op het perron. Deze rit verloopt probleemloos. Dat zal wel enigszins anders zijn met onze aansluitende trein in Brussel-Zuid (en met een resem andere treinen: het avondspitsuur loopt alles behalve vlot.) In Vilvoorde heeft de trein 7 minuten vertraging, maar geen nood: die zouden bij aankomst in Halle volgens de app helemaal ingelopen zijn. Dat optimisme is echt storend: in realiteit vertrekken we in Brussel-Zuid met 13 minuten vertraging. Het stuurstandrijtuig eerste klas hangt nu vooraan en achteraan duwt een 21. Misschien is dat wel de reden waarom de vertraging in Halle nog altijd 13 minuten bedraagt. Op spoor 4 wacht de S-trein naar Braine-le-Comte, erg waarschijnlijk NIET op aansluiting. De rest van de rit zal de 3438 trouwens blijven sukkelen.
De treinlectuur. Elvis PEETERS, De ommelanden. Sarah PERRY, Het monster van Essex.
In Zeno van verleden zaterdag beweert een klimatoloog dat we Italië, Spanje, Griekenland en Portugal stilaan mogen afschrijven als zomerse vakantiebestemmingen. Nu nog al die Vlamingen overtuigen die nog altijd huizen en appartementen kopen in het zuiden en zich van geen kwaad bewust zijn.
Uitgedrukt… Lui zweet is rap gereed. Suggereert dat iemand eerder lui dan moe is.
Waar Abraham de mosterd haalde. Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over deBelgische spoorlijnenen een overde bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPEK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.