jaren na zijn dood stond hij daar te sterven onopgemerkt onder de lindebomen van het plein hij verweerde zich niet en las met eeuwige ogen in zijn boek terwijl de duiven op zijn schouder scheten hij zei niets en hij liep niet weg alleen maar een doffe glimlach toen ik voorbij was hoorde ik hoe hij met zijn voet trachtte een kuiltje te maken maar het ging niet daarom bleef hij staan met een versteend excuus op zijn gezicht in de avond groeide de schimmel van de sterren