een vrouw vroeg me angstig heb je die man ook gezien ? die daar met zijn veel te gekke ogen en zijn grijze haren ik had hem niet gezien maar ik zei lachend ja ze was heel gelukkig omdat ik die gekke man ook gezien had en ze zag zelfs niet dat ik die gekke man was ze droeg een onzichtbare bril en beschermde zich zorgvuldig tegen de brand van onze vuurhete begeerte
ik had je lief maar in amsterdam was alles anders ik had amsterdam niet lief je was zo'n vlugge beweger en rond jou was de stad zo ziek als een kathedraal waarin men eeuwen had gezwegen de trams ijlden van koorts en de straten lagen met serum nee amsterdam had ik niet lief amsterdam was anders
ik heb een groen blad van een druiventak zien vallen
terwijl niemand het zag heb ik het van de grond geraapt en bij het thuiskomen voorzichtig in een dunne glazen bokaal gelegd elke dag geef ik het behoedzaam water en brood
ik hou de kamer gordijndicht en speel bijna onhoorbare muziek het mag niet schrikken van de ongewone nieuwe omgeving
toch ben ik er niet gerust in ik vraag me af wat het zal denken de dag dat het wakker wordt en of het niet boos zal zijn en rode tranen zal wenen