langs golven van glas klimt rooddoorbakken het stapelhuis naar de duik in het verleden naar de sprong in de toekomst ik vraag me af hoe zullen de komende generaties de jaren van vandaag noemen zullen ze nog de gedichten lezen van tom lanoy luisteren naar de muziek van eric sleichim vragen stellen bij de wereld van luc tuymans
waarschijnlijk zal de tijd mij en het MAS overwoekeren zoals een koraalrif de opengescheurde romp van een scheepswrak doet vergeten
bij het buitengaan schuurt de regen over het scheldewater en jaagt de wind meeuwen en oude kranten de straat uit
ik hou mijn kleinzonen bij de hand en koester hun stemmen vers als brood, warm uit de oven het geluk heet nu