de duisternis van de tuin drukt als een hongerige kat haar neus tegen het raam mijn vingers glijden over het landschap van je ribben betasten bijna bang je hoogste toppen siddering ik weet de nacht in stukken uiteen vallen mooi zoals een vrouw de benen over elkaar slaat dit is het uur van de hyena die ik ben die lacht om het zweet op je huid zout op mijn tong ik los je woorden op in zuivere adem bewaar elke letter als een relikwie voor later