de bomen kleden zich uit in afwachting van een dik pak sneeuw het is alsof de bladeren zelfmoord plegen wanneer ze zich voelen vergelen mijn straat is in de rui met grote onverschilligheid hebben de kappers van de herfst de takken uitgekamd
wanneer komen de vlinders terug om met volmaakte lippen de rozen te zoenen tot dan schrijf ik met verkleumde vingers de warmte van je lichaam in spiegelschrift