het licht slaat een zijstraat in om je door te laten je bent alleen maar heupen en mooi als de kleur van je ogen ik weet niet wat ik hoor in het geritsel van je haar zijn het de stemmen van een engelenkoor licht als wimpers of kraait de haan hopeloos tot driemaal toe mijn hart valt in duigen als ongelezen boeken in de regen kom en kruip in mij verteer in mij los in mij op als een klontje in mijn koffie