er hangen duizend spreeuwen kwetterend in de oranje lucht een kleed dat boven mijn tuin wordt opgeschud lang en dun en dan weer dik als een luchtballon stuk voor stuk felle zwarte krijsers als groep imposant en angstaanjagend heersers van het luchtruim
is het de wijsheid of de onrust die ze elk jaar vlucht na vlucht naar het zuiden drijft