het voelde allemaal zo goed sterven was tot 1999 iets wat anderen deden maar sindsdien draag ik de herinneringen aan jullie mee in de warme binnenzak van de tijd ik mis, moeder, je warme moederlijf tegen mijn verkleumde ribben, ik mis de geur van gesneden selder en gebakken wafels, van de zeep die naar het zonlicht was vernoemd ik betast, vader, de hitte van lang vervlogen avonden in onze gesprekken onder een lucht doortrokken van kraaiengekras en fladderende vleermuizen dat waren nog eens zomers
maar nu op dit kerkhof het licht huivert hier begint het verleden te vervormen te verwateren in onzekerheden te verdwijnen onder de vlekken van het vergeten ik ga weg en leg een grote strik rond de stilte de wind hapt me als een hond achterna