haar naam was zomer was lover van zeer hoge bomen was dons van vleugels was klinkers
ik hield van haar woorden van haar warmte en geur
toen ze ging waaiden alle deuren dicht. Te vroeg gevallen donker overrompelde het huis waarin wij woonden
ik pluk alle rozen van de rozenstruiken en hang ze aan elke komma van de nacht
|