Het was nogal een bedoening, naar Amerika emigreren!
In verband met het proviand lezen we het volgende in de toenmalige reglementen: "Volgens de bestaende verordeningen moeten de levensmiddelen voor 90 dagen volstaende zijn. Deze kosten in Antwerpen voor een volwassen passagier 35 tot 45 fr. (volgens hoedanigheid) voor New York, en 5 fr. meer voor New Orleans. Kinderen onder één jaar zijn vrij van levensmiddelen; Die van 1 tot 8 jaer moeten halve portie hebben en die van 8 tot 12 jaren driekwart portie. Elke volle portie voor New York bestaet uit:xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
23,5 K°zeebeschuit
22 K° drooge groenten (erwten, boonen, rijst, bloem, gerst)
3.5 K° hesp
3 K° zout
2 liter azijn
1 hectoliter aardappelen"
Sommige nationaliteiten werden te New York onthaald door een eigen beschermcomité dat logies verschafte en zijn mensen verder op de weg hielp. Voor de Belgen was dit het "Deutsches Verein". Amerikaanse maatschappijen zorgden voor verder transport.
Bestemming Noord-Ohio, Noord-Indiana, Michigan: per boot op de Hudson tot Albany, verder per spoor of over een kanaal tot Buffalo aan het Eriemeer. Verder over dit meer tot Cleveland, Toledo, Detroit. Doorheen Zuid-Michigan reed spoedig een trein van oost naar west tot het havenstadje St.Joseph van waar men Chicago bereikte.
Mishawaka was de naam van een legendarische indiaanse "princes": de naam van de tweelingstad South Bend betekent "zuidelijke bocht" in de St. Josephsstroom die er omheen vloeit. Ten noorden van deze laatste ligt de bekende Notre Dame University, niet ver van de grens Indiana-Michigan. Missionaris Louis Deseille was op die plaats, van 1832 tot 1837, de eerste pastoor van de Potowatomi's. Hij wordt beschouwd als de grondlegger van de nederzetting van Notre Dame en als de grondlegger - niet de stichter - van haar universiteit.
Louis Deseille, in 1795 te Sleidinge geboren, werd priester en opeenvolgend onderpastoor te Hansbeke en te Bellem. In 1831 vertrok hij met 7 anderen als missionaris naar Noord-Amerika. Hij nam met zich drie jonge Hansbekenaren mee: de gebroeders Frederik en Bernard Reyniers die er nog zijn misdienaars geweest waren en Karel Ronsele. Deze hoopten er werk te vinden doch keerden na een jaar onverrichterzake terug. Toch werden zij opgevolgd door andere Hansbekenaren. In 1837 werd de Potowatomi-stam naar westelijk Missouri verdreven en Louis Deseille was zinnens zijn volkje daarheen te volgen doch stierf eenzaam in zijn blokhut.
In de loop der volgende jaren kwamen zich volgende Vlamingen vestigen op de plaats waar nu South Bend in Mishawaka gelegen zijn:
August Versype, Meigem, 1840
Boudewijn Vanneste, Poeke, 1840
Lodewijk Buysse, Nevele, 1840
Theresa Debrabandere, wwe Cockaert, Nevele, 1840
Désiré Reyniers en ouders, Maldegem, 1850
De familie Degroote, Bultinck, Rutsaert en Van Holsbeke uit Hansbeke, 1860
Twee gebroeders Buysse, Gent, 1860
Een familie Verplaetse, 1860
Felix Vandewalle, Nevele (hij vaarde 58 dagen op zee), 1860
Familie Mahank (Meganck?) en Goethals, Hansbeke, 1870
Ivo Taillieu, Wingene, 1870
Felix Vervinckt, Lotenhulle, 1875
Familie Van Rie, Maldegem, 1880
Vital Lafree, Kruibeke, 1880
Aloïs Gilles, Hansbeke, 1880
Karel Bultinck, Hansbeke, 1878
Familie Maenhout, Waarschoot, 1880
August Mestdagh, Landegem, 1882
Leonard Mestdagh, Landegem, 1882
Karel Meuninck, Ruiselede, 1885
Een Désiré Demeyer, 1885
Karel (Van) Nieuwenhuyse, Kanegem, 1888
De familie Baele, Aalter, 1888
De familie Baert, Zuiddorpe, 1888
De familie Vlerix, Aalter, 1888
Alfons Van Hecke, Lotenhulle, 1890
Camiel Termont, Assenede, 1890
Kwamen al die mensen in de landbouw terecht? Vermoedelijk niet, want South Bend werd een handelscentrum met veel "middenstand" en Mishawaka een nijverheidsstad met de Ball-Band en andere fabrieken. In 1867 kochten Jacob Beiger en zoon Martin een wolwasserij en -spinnerij die sinds 1838 te Mishawaka bestond. In 1874 werd een firma gesticht en het werd een wolweverij. In 1886 vonden Martin Beiger en Adolf Eberhart de uit één stuk geweven slobkous uit en de fabricage ervan kende groot succes. Bovenaan was die kous versierd met een zwarte band en daarin een rode bol. Daarom "Ball-Band". Men droeg die vooral in rubberlaarzen en daarom werden vanaf 1898 ook rubberlaarzen door de firma zelf vervaardigd. Er werden rubberschoenen aan toegevoegd in 1916, lederen werkschoenen in 1917 en tennispantoffels in 1922. In 1924 werd de firmanaam "Mishawaka Rubber and Woolen Company" en tenslotte in 1858 "Mishawaka Rubber Company" nadat de fabricage van wollen producten was opgeheven. Vooral de oprichting van een rubberlaarzenfabriek in 1898 werd een spoorslag om talrijke mensen, uitsluitend uit de driehoek Hansbeke-Knesselare-Wingene aan te trekken. Ook de streken Eeklo en het Land van Waas leverden een tamelijk belangrijk aantal. Het parochieboek 1907 van de St.-Bavokerk vermeldt de namen en geboorteplaatsen van 364 echtelingen (zonder de kinderen die in België of reeds in Mishawaka geboren zijn), van 113 ongehuwde alleenstaanden (onder wie 7 vrouwen en 14 weduwnaars en weduwen, zonder de nog inwonende kinderen).
|