Ik ben Paulie, en gebruik soms ook wel de schuilnaam Prettig gestoord.
Ik ben een man en woon in Menen (België) en mijn beroep is Het zotteken uithangen.
Ik ben geboren op 19/03/2005 en ben nu dus 19 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: Iedere dag lekker rondfladderen in het huis en vooral aan mijn baasje zijn oren knabbelen.
Ik ben hier aangekomen op 15 juni 2005 en ik was toen 12 weken oud en ik moet zeggen, ik ben hier met mijn gat in de boter gevallen.
Paulie vertelt
Over ons gezin Iedere dag is de moeite waard
26-04-2006
recept
Boutje van staartvis met look en courgettes
Ingrediënten voor 4 personen 800g staartvis 8 dunne sneetjes bacon 2 bollen verse knoflook 8 courgettes 1 eetlepel olijfolie 1 blokje visbouillon 1 glas droge witte wijn zout peper
Vraag de visverkoper het centrale kraakbeen van de staartvis te verwijderen, maar laat de staart in zijn geheel. Haal de lookteentjes van de bollen.
Pel de helft van de teentjes en snij ze in dunne schijven.
Pel de andere helft en laat ze heel. Was de courgettes en snij ze in rondjes. Steek de gesneden schijfjes look in de staartvis op de plaats waar het kraakbeen zat.
Doe dit over de gehele lengte.
Wikkel de vis in de sneetjes bacon en bind hem op met keukengaren. Verhit de olijfolie in een kookpot.
Braad het boutje op een zacht uur aan alle kanten aan tot de sneetjes bacon beginnen te kleuren.
Haal de vis uit de kookpot en gooi de olie weg. Zet het vuur lager en leg de staartvis terug in de pot.
Los het blokje visbouillon op in een glas heet water en giet de bouillon samen met de witte wijn over de staartvis.
Doe er de hele lookteentjes en de courgettes bij.
Leg het deksel op de kookpot en laat 25 minuten pruttelen op een zacht vuur. Haal de staartvis uit de pot.
Verwijder het garen en de sneetjes bacon. Haal de courgettes en de lookteentjes uit de kookpot en schik ze op een schotel.
Snij de staartvis in schijven en leg die op de schotel. Laat het kookvocht op een hevig vuur tot de helft inkoken en giet het over het gerecht. Bestrooi met een beetje peper uit de molen en dien heet op.
115 g boter (roomboter) 50 g basterdsuiker 225 g bloem 4 theelepels suiker
Shortbread is een kruimelig Schots biscuit, met een volle botersmaak.
Ook voor shortbread heeft iedere Schotse familie haar eigen recept.
Sommigen rollen het deeg dun uit, anderen maken er langwerpige koekjes van minstens 1/2 cm dik van.
Bereiding:
Klop de boter en de suiker met de handmixer in ca. 5 minuten tot een romige massa.
Klop de bloem er in gedeelten door tot een stevig deeg ontstaat.
Rol het deeg op een met bloem bestoven aanrecht uit tot een ronde lap van ca. 22 cm doorsnede.
Leg de deeglap op een met bakpapier beklede bakplaat.
Snijd de lap in 12 punten en prik met een vork gaatjes in de punten.
Bak de biscuits in een voorverwarmde oven van 150°C in 30-45 minuten goudbruin en gaar. Laat de biscuits op een taartrooster afkoelen en bestrooi ze met fijne tafelsuiker.
1 kg aardappelen (Bintje) 250 g spek (gezouten) 4 preiwitten 4 stengels bleekselderij 2 wortelen 4 uien 2 raapjes 15 dl kippenbouillon 25 g kervel 2 tomaten 25 g boter (bakboter) 1 kruidentuiltje peper zout
Het gezouten spek in dobbelsteentjes snijden.
De ui, prei, wortelen, raap en de selderij in reepjes snijden.
De geschilde aardappelen in kleine blokjes snijden.
Het spek met boter aanfruiten.
De soepgroenten kort meestoven zonder te kleuren.
Bevochtigen met de kippenbouillon.
Op smaak brengen met peper en zout.
Het kruidentuiltje bijvoegen.
Ondertussen de tomaten pellen, ontpitten en in stukjes snijden.
De soep laten koken op een matig vuur.
Na een kwartier de aardappelblokjes bijvoegen en nog een tiental minuten laten koken (ervoor zorgen dat de ingrediënten niet platgekookt worden).
Het kruidentuiltje verwijderen.
De soep in kommetjes scheppen en versieren met stukjes tomatenvlees en enkele blaadjes kervel.
Lamsburgertjes met broccoliroomsaus en fijne groenten
Ingrediënten voor 4 personen
500 g gehakt (lamsgehakt) 3 sjalotten 1 ei paprikapoeder 4 druppels tabasco 0.5 paprika (rood) 250 g broccoli 2 dl room 10 g suiker 100 g boter (roomboter) 2 eetlepels kippenbouillon 2 wortelen peper zout
De sjalotten pellen en zeer fijn hakken.
Het lamsgehakt in een kom doen en mengen met tweederde van de sjalotten, het ei, een halve theelepel paprikapoeder en de tabasco.
Kruiden met peper en zout en afgedekt in de koelkast zetten.
De broccoli schoonmaken en in zeer fijne roosjes verdelen.
De paprika wassen, halveren, de zaadlijst verwijderen en in gelijke ruitjes snijden.
De broccoliroosjes en de paprikaruitjes gedurende 2 tot 3 minuten blancheren in licht gezouten water.
Onmiddellijk afgieten en laten uitlekken.
De helft van de broccoliroosjes apart houden voor de saus en de afwerking.
De wortelen spoelen en schrapen.
In de lengte doorsnijden in niet te dunne plakken.
Met een vormpje in stermotief er sterren uitduwen.
Deze sterren beetgaar koken in licht gezouten water, afgieten en laten uitlekken.
Vervolgens laten glanzen in een weinig boter en bestooien met een beetje suiker.
Warm houden.
Het lamsgehakt voorzichtig mengen met de broccoliroosjes en de paprikaruitjes.
Het mengsel in gelijke porties verdelen en van elke portie een hamburger vormen.
Boter in een pan smelten en er de lamsburgertjes in ongeveer 15 minuten aan beide kanten gaarbakken.
Ondertussen de room verwarmen samen met de kippenbouillon, enkele broccoliroosjes en de rest van de fijngesnipperde sjalotten.
Zachtjes laten inkoken, mixen en vervolgens zeven.
Op smaak brengen met peper en zout.
Opkloppen met enkele klontjes koude boter.
Op verwarmde borden een spiegel aanbrengen van broccoliroomsaus.
In het midden een lamsburger leggen.
Verder versieren met de overblijvende broccoliroosjes en de wortelsterren.
Opdienen met fijne frietjes.
Kippenkoekjes
Ingrediënten voor 4 personen
12 eierdooiers 1.2 dl water 180 g suiker 180 g amandelpoeder 300 g broodkruim kaneelpoeder 100 g bloem (tarwebloem) 75 g boter (roomboter) 25 g boter (bakboter)
De suiker en het water tot een stroopje koken.
Laten afkoelen.
Ondertussen de eierdooiers kloppen en er met een fijn straaltje het stroopje bijgieten.
Vervolgens het amandelpoeder, het broodkruim, de bloem, de boter en de kaneel toevoegen.
1 uur laten opstijven in de koelkast.
Boter smelten en met een kwast de bakplaat insmeren.
Met mooie vormpjes 20 tot 22 koekjes uit het deeg steken en die gedurende 30 minuten in een oven van 190 graden goudbruin bakken.
Beide in dunne plakjes snijden en vervolgens in kleine staafjes.
Peper en zout door de azijn roeren tot het zout opgelost is en er beide soorten olie doorkloppen.
De groenten 30 minuten laten marineren in de vinaigrette en er de gehakte peterselie doorroeren.
De aardappelen schillen, ze grof raspen, mengen met peper en zout en er hoopjes van maken. Bakken in de helft van de boter met de olijfolie in een pan met antiaanbaklaag tot ze goudgeel en krokant zijn.
Nu en dan een beetje platdrukken.
De hamburgers aan beide kanten mooi bruin bakken in de rest van de boter op een tamelijk zacht vuur.
Serveren met telkens 2 eetlepels gemarineerde groenten en aardappelrösti.
Een pittige en gezonde variant op de traditionele hamburgersausen.
Tip:
De aardappelrösti kunnen worden gemengd met allerlei geraspte groenten als wortelen, courgettes, koolrabi, knolselderij of met geraspte kaas.
Was de courgettes en blancheer ze enkele minuten in hun geheel.
Snij de geblancheerde courgettes doormidden en hol ze wat uit met een lepel.
Hak het courgettevruchtvlees fijn.
Snipper de ui.
Verwarm de olijfolie.
Fruit de ui, voeg de paprikastukjes, een bodempje water en het courgettevruchtvlees toe.
Stoof de groenten gaar.
Ontvel intussen de tomaten en snij ze in stukjes.
Verwarm de tomatensaus en voeg er de tomaten, de gare groenten, de gare gierst, room, peper, oregano en zout aan toe.
Schep deze vulling in de courgette.
Bestrooi met kaas.
Plaats in een ingeoliede ovenschaal en laat ongeveer 10 minuten gratineren (180°C).
Tips: U kunt ook rijst nemen in plaats van gierst. U kunt ook de rollen omkeren: vul 4 kleine rode paprika's en gebruik voor de vulling 1 middelgrote courgette in plaats van de paprika's.
60 g bloem (tarwebloem) 1 ei 1.25 dl melk (halfvol) zout 2 g bakpoeder 250 g champignons 5 sneetjes spek (gerookt) 2 uien selderijzout peper 20 g boter (bakboter) 2 dl room
Voor het deeg de bloem mengen met het bakpoeder en het zout.
Het losgeklopte ei en de melk toevoegen en tot een glad deeg roeren.
Dunne pannenkoekjes bakken en warm houden.
Het spek in dobbelsteentjes snijden.
De uien schoonmaken en fijnsnijden.
Het spek en de ui fruiten in wat boter.
De champignons afborstelen en in schijfjes snijden en eveneens aanfruiten in wat boter. Kruiden met een flinke snuif selderijzout en er het spek met de uien bijvoegen.
Alles laten stoven.
De room toevoegen en laten indikken.
Op smaak brengen met peper.
Op elke pannenkoek een weinig vulsel scheppen en dubbel plooien of oprollen.
Verwarm de oven voor op 220 °C. Doe de bloem in een kom. Los de gist op in de helft van het water en doe de honing erbij. Maak in het midden van de bloem een kuiltje en giet het mengsel erin. Roer de ingrediënten in het kuiltje goed door elkaar en meng het met de bloem. Strooi het zout aan de buitenste rand op de droge bloem. Giet de rest van het water in 2 delen in het midden en roer vanuit het midden tot alle bloem is opgenomen. Zet de deeghaken op de mixer en kneed het deeg 4 minuten. Doe het deeg terug in de beslagkom en dek deze af met een vochtige doek. Laat het deeg op een warme plaats 45 minuten rijzen. Was de rozijnen in lauw water en verbrokkel de halve walnoten.
Kneed de rozijnen en noten door het deeg. Vet de tulbandvorm in. Doe het deeg in de vorm en laat onder een vochtige doek op een warme plaats weer ongeveer 30 minuten rijzen tot de dubbele hoeveelheid. Bak het brood 15 minuten op 220 graden. Temper nu de warmte tot 190 graden en bak de tulband in ongeveer 35 minuten af.