Hopscheuten met groene asperges en gerookte zalmxml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Ingrediënten voor 4 personen
150 g hopscheuten 12 groene asperges 3 sprietjes bieslook 2 cl arachideolie peper zout 8 plakjes zalm (gerookt) 100 g Noordzeegarnalen (gepeld) 2 dl room
De wok of een diepe braadpan inwrijven met olie, verhitten en daarin de schoongemaakte en kleingesneden asperges en hopscheuten een paar minuten roerbakken tot ze gaar zijn.
Kruiden met peper en zout en blussen met room.
De in reepjes gesneden zalm en de garnalen toevoegen met gehakt bieslook, even omroeren en serveren als voorgerecht.
Zeeduivelfilet met rijst en saffraan
Ingrediënten voor 4 personen
600 g zeeduivelfilet 150 g tomaten (gedroogd) 250 g rijst (langkorrelrijst) 20 dl visfumet 2 eetlepels jenever (oud) 40 g kaas 1 cl olijfolie (extra vierge) 75 g boter (bakboter) 1 theelepel komijnzaad 10 druppels tabasco 1 potje saffraanpoeder peper zout
De visfumet, de tabasco, zout, olijfolie en jenever samen in een pan doen en aan de kook brengen.
Hierin de blokjes gesneden zeeduivelfilet zes minuten pocheren.
De visblokjes daarna met een schuimspaan uit het pocheervocht halen en goed laten uitlekken.
De rijst gaarkoken in het pocheervocht van de zeeduivel.
De gedroogde tomaten fijnsnijden en vijf minuten voor het einde van de bereiding aan de rijst toevoegen.
De gare rijst afgieten en vermengen met het komijnzaad, de gepocheerde zeeduivelblokjes, boter en saffraan.
Het geheel nog even opwarmen op een zacht vuurtje en verdelen over voorverwarmde diepe borden of kommetjes.
Serveren met een kommetje gemalen kaas apart erbij.
Kersentaart
Ingrediënten voor 4 personen
1 dl melk (halfvol) 1 ei 10 g gist 200 g bloem (tarwebloem) 30 g suiker zout 40 g boter (bakboter) 60 g suiker 2 eierdooiers 40 g bloem (tarwebloem) 1 stokje vanille 4 dl melk (halfvol) 10 g boter (bakboter) 250 g kersen (ontpit) 1 ei 3 eetlepels bessenconfituur
Om te beginnen een gistdeeg maken.
Hiervoor melk, 1 ei en gist al roerend met elkaar vermengen.
De helft van de bloem, een snuifje zout en 30 g suiker bijvoegen en kneden.
De rest van de bloem en 40 g boter bijvoegen en kneden tot een soepel deeg.
Vervolgens de banketbakkersroom bereiden.
De suiker met kleine hoeveelheden tegelijk vermengen met de eierdooiers en er vervolgens de bloem bijvoegen.
Het vanillestokje koken in de melk, het verwijderen en de kokende melk al roerend bij het mengsel dooiers-suiker-bloem voegen.
Terug op het vuur zetten en al roerend laten doorkoken.
De bekomen room laten afkoelen.
Om velvorming te voorkomen wat boter over het oppervlak uitstrijken.
Ten slotte de taart afwerken.
De oven voorverwarmen op 200 graden.
De taartvorm beleggen met klontjes boter en in de oven zetten.
Als de boter gesmolten is, de vorm uit de oven nemen en met draaiende bewegingen de boter over de bodem verdelen.
Het gistdeeg uitrollen tot een dikte van ongeveer 2,5 millimeter en daarmee de taartvorm bekleden.
10 minuten laten rusten.
De banketbakkersroom in de taartvorm gieten en daarop de (uitgelekte) vruchten leggen (in plaats van kersen kunnen ook krieken, abrikozen of perziken worden genomen).
De randen van de taart lichtjes bestrijken met opgeklopt ei.
Bakken in een oven van ongeveer 200 graden gedurende 20 tot 30 minuten.
De taart laten afkoelen.
Ondertussen de confituur met wat water verdunnen en opkoken.
Daarmee de taart doen glanzen.
|