Beste Jan Peter,
Ik heb tien dagen kunnen nadenken over deze bizarre situatie. Jij vertelde me geen boeken van mij in één van jouw winkels te willen hebben, omdat ik ook zaken doe met de BRUNA boekwinkels. Verbijstering alom, dat zul je begrijpen. In die tien dagen hebben kennissen van mij toch geprobeerd het boek Tomatenblues bij jou te kopen of te bestellen. Het antwoord van de medewerkers luidde: Wij weten niet van het bestaan van Tomatenblues. Bij Jacqueline, jouw lieve vrouw, ging het nog wat verder: Die meneer heeft geen principes. Daar doen we geen zaken mee, klonk het dan snibbig. Nu is het vreemde aan de hele zaak, dat andere Westlandse schrijvers wel bij Vingerling vertegenwoordigt zijn, terwijl hun boeken toch ook bij de BRUNA boekwinkels liggen. Hoe kan dat? Ik ben op zoek gegaan naar de oorzaak en denk deze, hoe bizar ook, te hebben gevonden. Schipperen naast God liep ongekend goed in het Westland. Bij Vingerling zijn er vanaf 2006 minimaal 3200 stuks over de toonbank gegaan. Ik kan daarom de brutowinst voor dit boek met zekerheid vaststellen op 30.000,- Voor Vingerling Boekhandel, niet voor mij. Bij het tweede boek De Succulentenkweker belde ik jou, alvorens te bestellen. Tenslotte ben jij de algemeen directeur bij Vingerling. Jij vroeg me om 800 boeken. Die raakte je in no time kwijt, wist je. O ja. Doe er ook nog maar 300 stuks Schipperen naast God bij , hoorde ik nog net bij het verlaten van het pand. Vier maanden later kreeg ik een email van Jacqueline, ik moest de helft terughalen, het boek liep niet. Nu moet ik sinds een jaar of vier niets meer, maar ik besloot je toch te bellen: hier moesten we zien uit te komen. Met een krijsende Jacqueline op de achtergrond, nodigde je me op gedempte stem uit om een keer te komen praten. Dat klonk al veel beter en een maand later ik was in Nederland wipte ik even aan. Ondernemer als ik ben, had ik berekend dat het bruto verlies op het boek De Succulentenkweker maximaal 3000,- en minimaal 0,- was. We kwamen er zeker uit, wist ik. Weer was het Jacqueline die me met overslaande stem liet weten dat ik de boeken moest terugnemen. Ik had ze ook in andere winkels liggen en dat was niet de afspraak, zei ze. Had jij dat haar verteld, Jan Peter? Dat jullie, als Vingerling Boekhandel, de alleenverkoop hadden? Moet je je, voor al je dagelijkse beslissingen op die manier verantwoorden? Rare smoes trouwens, want het boek Schipperen naast God lag ook in diverse andere winkels. Jij trok me stilletjes mee naar een aftands kantoortje op de eerste verdieping. We moeten het nog maar even aankijken, fluisterde je. Er komen in augustus nog een aantal festiviteiten, zoals Braderieën en dergelijke. Daar kan ik ze altijd nog tegen een klein prijsje proberen te verkopen." Hier moet het zijn misgegaan. Mijn conclusie is dat dit niet is gelukt en dat je dus met een aantal boeken bent blijven zitten. Wetende hoe jouw vrouw Jacqueline kan reageren, neem ik aan dat ze je alle hoeken van de winkel heeft laten zien.
Beste Jan Peter. Hoe moet ik dit nu duiden? Ik kan alleen maar concluderen dat je eigenlijk niet de directeur bent van Vingerling, maar een ordinaire zetbaas. Een directeur van krattenhout, maar dan ook nog zonder inhoud. xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Je begrijpt, ik heb nog maar één doel. Vingerling.
Paul Waterman
|