2.1 Vermeerdering door deling:

Wat is delen: Delen is de plant met een mes of spade in verschillende stukken te delen en waarna dan de gedeelde stukken afzonderlijk worden geplant. Dit is een methode die weinig wordt toegepast bij de teelt van Pelargoniums. Deze methopde kan enkel worden toegepast bij Pelargoniums die meerdere gewortelde scheuten bezitten vandaar dat deze methode bij ons nooit of zelden gebeurt. 

2.2 Vermeerdering door stekken:

Dit is één van de eenvoudigste methodes die door vele liefhebbers wordt toegepast; en is tevens één van de betrouwbaarste methodes om hetzelfde ras te behouden. Zorg er echter steeds voor wanneer we stekken nemen, dat deze altijd afkomstig zijn van een gezonde geselecteerde moederplant. Bij Pelargonium gebruikt men kopstekken. 

Hoe gaat men te werk: men gaat de moederplanten voor het nemen van de stekken voldoende water geven, zodat de stekjes op het moment van het snijden niet te slap zijn. Wanneer de moederplant een grote reserve aan water heeft opgenomen kunnen we de stekjes nemen. Men snijdt met een ontsmet mesje stukjes van ongeveer 5 a 7 cm aan het eind van de stengel af, verwijder de onderste blaadjes maar laat de topblaadjes zitten. Wanneer de stekjes gesneden zijn steekt men deze in een goed stekgrondmengsel, nadat deze gestoken zijn gaat men de grond voldoende besproeien en geven opnieuw water wanneer de grond droog aanvoelt. Meestal zijn de stekjes na een tweetal weken geworteld waarna we deze kunnen overzetten in potjes met potgrond. Plaats de stekken mooi in het midden van de pot en druk de potgrond lichtjes aan. Plaats de stekjes op een zeer lichtrijke plaats bij een temperatuur van ongeveer 18 a 20°C.

2.3 Vermeerdering door zaad:

Het zaaitijdstip moet zo gekozen worden, dat de Pelargonium op het gewenste tijdstip gaan bloeien. Voor het zaaien kan er gebruik gemaakt worden van diverse kistjes of bakjes. De hoofdzaak is dat de kistjes gereinigd zijn om ziekten te voorkomen en dat er onderaan de kistjes gaten zitten waardoor het overtoliige water kan wegvloeien.

3. Inpotten.

Wanneer de stekken voldoende beworteld zijn hebben ze een voedzamere grond en een grotere pot nodig. Zorg ervoor dat je de nodige potten en potgrond bij de hand hebt. De dag voordat men de gewortelde stekken gaat verpotten geven we deze nog eens extra water, zodat de potkluit niet als droog zand wegloopt als u het plantje uit de pot neemt.

Als u de jonge plant overplaatst in een grotere pot met verse potgrond, zorg er dan steeds voor dat de potgrond niet te stevig wordt aangedrukt, gebeurt dit niet is de kans vrij groot dat de nog jonge wortels kunnen afbreken.