In het jaar duizend acht honderd een en zestig, den vier en twintigsten der maand Augustus, is voor ons Willem van Reys, Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der gemeente Lith, provincie Noordbrabant, verschenen: Frederik Franz Ludwig, oud negen en dertig jaren, van beroep koopman, wonende te Lith, die verklaarde aangifte te doen, dat zijne echtgenoote Adriana Maria Frederica Josepha Sala, beroep zonder, wonende te Lith, op den drie en twintigsten der maand Augustus een duizend acht honderd een en zestig, om acht ure, des namiddags, in hunne woning staande alhier aan den Wijk B nummer twee en zeventig, bevallen is van een kind van het mannelijk geslacht, aan welk kind worden gegeven de voornamen van Fredericus Henricus Josephus. Deze aangifte is gedaan in tegenwoordigheid van Daniel van Kessel, oud drie en zestig jaren, van beroep …leer en van Machiel van Scheijndel, oud dertig jaren, van beroep werkbode, beide wonende binnen deze gemeente. En hebben wij hiervan opgemaakt deze akte, die, na aan de verschenen persoon en de getuigen te zijn voorgelezen, geteekend is door ons met hen.

In het jaar duizend acht honderd vier en zestig, den dertigsten der maand November, zijn voor ons, Antoon van Oss, Wethouder, Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der gemeente Lith, verschenen: Frederik Franz Ludwig, oud vier en veertig jaren, van beroep koopman, die verklaarden aangifte te doen, dat zijne echtgenoote Adriana Maria Frederica Josepha Sala, zonder beroep, wonende te Lith, op den negen en twintigsten der maand November een duizend acht honderd vier en zestig, om acht ure des voormiddags in hunne woning staande alhier aan de Varkensmarkt A nummer vijf en zestig, bevallen is van een kind van het mannelijk geslacht, aan welk kind worden gegeven de voornamen van Ernest Maria François. Deze aangifte is gedaan in tegenwoordigheid van Theodorus Schouten, oud drie en vijftig jaren, van beroep landbouwer en van Arnoldus Ro..ijnders, oud drie en vijftig jaren, van beroep landbouwer, beide wonende binnen deze gemeente. En hebben wij hiervan opgemaakt deze Akte, die, na aan de verschenen personen en de getuigen te zijn voorgelezen, geteekend is door ons met hen.

No. 10 In het jaar een duizend acht honderd acht en veertig, den acht en twintigsten der maand Februarij, is voor ons Wethouder, Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der gemeente Heusden, verschenen Gerardus Franciscus Matthias Spierenburgh, oud acht en dertig jaren, van beroep smid, wonende te Heusden, welke in tegenwoordigheid van Martinus Hendrikus Verhoeckx, oud vier en dertig jaren, van beroep timmerman, en van Johannes Adrianus Spierenburgh, oud vier en dertig jaren, van beroep smid, beide wonende in deze gemeente, ons heeft verklaard dat zijne huisvrouw Maria Louisa Josephina Sala, oud acht en twintig jaren, zonder beroep, wonende te Heusden, bevallen is van een kind van het mannelijk geslacht, geboren binnen deze gemeente, den zes en twintigsten der maand Februarij dezes jaars, om zes ure des namiddags, welk kind zal genaamd worden Josephus Marinus.
Waarvan wij de tegenwoordige akte hebben opgemaakt, en na voorlezing, door ons en de comparanten is geteekend

In het jaar een duizend acht honderd zes en zestig, den dertienden dag der maand November, is voor ons, Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der gemeente ’s-Hertogenbosch, verschenen: Emanuel Adrianus Henrikus van der Ven, Onderwijzer aan de Koninklijke Tekenschool, oud vijf en veertig jaren, wonende alhier, welke in tegenwoordigheid van twee getuigen, als van Johannes Peeters, Commies van den Burgerlijken Stand, oud zes en veertig jaren en Johannes Borsten, Adjunct Commies van den Burgerlijken Stand, oud acht en dertig jaren, beiden wonende binnen deze gemeente, ons heeft verklaard dat zijne huisvrouw Maria Louisa Nathalie Sala, zonder beroep, bevallen is van een kind van het mannelijk geslacht, gisteren om zeven ure des morgens in hunne woning staande in de Sint-Jorisstraat Wijk G honderd zeven en tachtig, welk kind zal genaamd worden Emmanuel Ernest Gerardus, van welke verklaring wij de tegenwoordige Akte hebben opgemaakt, die, na voorlezing, is geteekend door ons, de comparant en de getuigen.

Akte n°45
In het Jaar een duizend acht honderd zes-en-vijftig, den eersten dag der maand  September is voor ons, Ambtenaar van den Burgerlijken Stand, der gemeente Heusden provincie Noord Brabant, verschenen: Gerardus Franciscus Mathias Spierenburgh, van beroep smid, oud zes en veertig jaren, wonende te Heusden, welke in tegenwoordigheid van twee getuigen, als van Cornelis Nagels, van beroep veearts, oud vijftig jaren, wonende aldaar  en Leendert van de Wiel, van beroep smidsknecht, oud twee en dertig jaren, wonende aldaar, ons heeft verklaard dat zijne huisvrouw Maria Louisa Josephine Sala, oud zes en dertig jaren, van beroep zonder, wonende aldaar, bevallen is van een kind van het mannelijk geslacht, geboren den een en dertigsten der maand Augustus een duizend acht honderd zes-en-vijftig, om elf ure des voormiddags, en aan dat kind te willen geven de voornamen van Franciscus Jacobus, van welke verklaring wij de tegenwoordige Akte hebben opgemaakt, die, na voorlezing, is geteekend door ons de comparant en de getuigen.

Akte n°65

In het jaar een duizend acht honderd drie en vijftig, den zeven en twintigsten der maand December, is voor ons lid van den raad, Ambtenaar van den Burgerlijken Stand, der gemeente Heusden, verschenen: Gerardus Franciscus Mathias Spierenburgh, oud drie en veertig jaren, van beroep hoefsmid, wonende te Heusden, welke in tegenwoordigheid van Adrianus Spierenburgh, oud vijftig jaren, van beroep hoefsmid en van Henrick Philip Theodor Deijmon, oud acht en veertig jaren, van beroep herbergier, beide wonende in deze gemeente, ons heeft verklaard dat zijne huisvrouw Maria Louisa Josephina Sala, oud drie en dertig jaren, van beroep zonder, wonende te Heusden, is bevallen van een kind van het vrouwelijk geslacht, geboren binnen deze gemeente, de vijf en twintigsten der maand December dezes jaars, om tien ure des voormiddags welk kind zal genaamd worden Anna Maria Spierenburgh. Waarvan wij de tegenwoordige akte hebben opgemaakt, die, na voorlezing, door den comparant, de getuigen en ons is geteekend.

Akte n°33

In het Jaar een duizend acht honderd negen-en-vijftig, den twintigsten der maand Juny, is voor ons Ambtenaar van den Burgerlijken Stand, der gemeente Heusden, provincie Noord-Brabant, verschenen Gerardus Franciscus Mathias Spierenburgh, van beroep grofsmid, oud negen en veertig jaren, wonende te Heusden welke in tegenwoordigheid van twee getuigen, als van Cornelis Nagels, van beroep veearts, oud drie en vijftig jaren wonende aldaar en Johannes Spierenburgh, van beroep grofsmid, oud zes en veertig jaren, wonende aldaar, ons heeft verklaard dat zijne huisvrouw Maria Louisa Josephina Sala, oud negen en dertig jaren, van beroep zonder, wonende te Heusden in het woonhuis gemerkt Wijk Letter W nummer honderd zes, nabij de Wijksche Poort, alhier bevallen is van een kind van het mannelijk geslacht, geboren op zaterdag den achtienden der maand Juny een duizend acht honderd negen-en- vijftig om zeven ure des avonds, en aan dat kind te geven de voornamen van Gerardus Franciscus , van welke verklaring wij de tegenwoordige Akte hebben opgemaakt, die, na voorlezing, is geteekend door ons, de comparant en de getuigen.

Akte n°75
In het Jaar een duizend acht honderd vijftig, den vier en twintigsten der maand December, is voor ons Wethouder, Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der gemeente Heusden, verschenen: Gerardus Franciscus Mathias Spierenburgh, oud veertig jaren, van beroep smid, wonende in Heusden, welke in aanwezigheid van Adrianus Spierenburgh, oud acht en veertig jaren, van beroep smid en van Johannes Adrianus Spierenburgh, oud zeven en dertig jaren, van beroep smid, beide wonende in deze gemeente, ons heeft verklaard dat zijne huisvrouw Maria Louisa Josephina Sala, oud negen en twintig jaren, zonder beroep, wonende te Heusden, bevallen is van een kind van het vrouwelijke geslacht, geboren binnen deze gemeente, den drie en twintigsten van de maand December dezes jaars, om vijf ure des voormiddags, welk kind zal genaamd worden Maria Anna Josephina. Waarvan wij de tegenwoordige Akte hebben opgemaakt, die, na voorlezing, door ons en de comparanten is getekend.

Akte n°108
In het Jaar een duizend achthond een en vijftig, den een en twintigsten Augustus, verscheen voor ons Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der gemeente Roosendaal: Hugo Matheus Josephus van Welij, oud dertig jaren, zaakwaarnemer, wonende alhier, dewelke ons heeft aangegeven dat, op den negentiende Augustus dezes jaars om elf ure des avonds, binnen deze gemeente, Wijk letter B nummer acht en dertig, een kind is geboren van de vrouwelijke kunne van hem comparant en van Johanna Maria Rubert, zonder beroep, wonende alhier en aan hetwelk hij verklaard heeft te geven de voornamen van Justina Johanna Petronella Jocoba. Welke aangifte en verklaring is geschied in tegenwoordigheid van Pieter Jongenelen, oud twee en veertig jaren, winkelier en van Hermanus Henricus Posthumus, oud zeven en dertig jaren, klerk, beide wonende binnen deze gemeente, als getuigen hiertoe door de aangever gekozen. Waarvan akte, welke wij dadelijk in dubbel hebben opgemaakt, en na door ons aan de comparant en de getuigen te zijn voorgelezen, met dezelven geteekend hebben.

Akte n°26
Op heden den tweeëntwintigsten der maand November achttienhonderd vijftig, is voor ons, ambtenaar van den burgerlijken stand te Reek, in het huis der gemeente, verschenen: Louis Joseph Sala, van beroep ontvanger der directe belasting, oud zevenentwintig jaren, wonende te Reek, welke ons heeft verklaard dat op heden des namiddags ten een ure, binnen deze gemeente is geboren een kind van het mannelijk geslacht uit Louis Joseph Sala voornoemd en uit Helena Allegonda Boeracker zijne huisvrouw, zonder beroep, welk kind zal genaamd worden Sebaldus Josephus Johannes; van welke verklaring wij deze acte hebben opgemaakt in tegenwoordigheid van Henricus van Wees, van beroep schoenmaker, oud zesenveertig jaren, wonende te Reek en van Leonardus Verkuilen, van beroep hoefsmid, oud drieënzestig jaren, wonende te Reek. En is deze acte na voorlezing door ons gezamentlijk geteekend.

Akte n°34
In het Jaar een duizend acht honderd twee-en-zestig, den dertigsten der maand April, is voor ons Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der gemeente Heusden, provincie Noord Brabant, verschenen: Gerardus Franciscus Mathias Spierenburgh, oud twee en vijftig jaren, van beroep ijzersmid, wonende te Heusden, die verklaarde aangifte te doen, dat zijne huisvrouw Maria Louisa Josephina, oud twee en veertig jaren, van beroep zonder, wonende te Heusden, op den negen en twintigsten der maand April een duizend acht honderd twee-en-zestig, om acht ure des morgens ter hunner woonhuis staand aan het Wijksche eind alhier, bevallen is van een kind van het mannelijk geslacht, aan hetwelk worden gegeven de voornamen van Adrianus Stephanus. Deze aangifte is gedaan in aanwezigheid van Johannes Adrianus Spierenburgh, oud negen en veertig jaren en Johannes Hermanus Spierenburgh, oud dertig jaren, van beroep ijzersmid, beide wonende binnen deze gemeente. En hebben wij hiervan opgemaakt deze akte, die aan den verschenen persoon en de getuigen voorgelezen, en geteekend is door ons, den comparant en de getuigen.

In het jaar een duizend acht honderd negen en tachtig, den dertigsten January, is voor ons ondergeteekende Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der gemeente ’s-Hertogenbosch, verschenen Christianus Johannes Franciscus de Wijs, koopman, oud twee en dertig jaren, wonende alhier, welke in tegenwoordigheid van twee getuigen, als van Franciscus Xaverius Luijkx, collecteur der Staatsloterij, oud vijf en zestig jaren, en Theodoor van Guliek, zonder beroep, oud vier en twintig jaren, wonende binnen deze gemeente, ons heeft verklaard, dat zijne huisvrouwe Maria Henrica Nicolaasina  Cornelia Mursay, zonder beroep, bevallen is van een kind van het vrouwelijk geslacht, geboren den dertigsten dezer maand, om vijf ure des morgens, in hunne woning op den hoogensteenweg Wijk C, vier honderd drie en veertig, welk kind zal genaamd worden Johanna Maria Cornelia, van welke verklaring wij de tegenwoordige akte hebben opgemaakt, die, na voorlezing, is geteekend door ons, den comparant en de getuigen.

In het Jaar een duizend acht honderd twee-en-veertig, den veertienden April voor ons Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der gemeente Heusden, is verschenen: Jan Marijnen, oud zes en veertig jaren, van beroep bouwman, wonende te Heusden, welke ons heeft aangegeven, dat op Donderdag den veertienden April om vier uren des voormiddags, ten zijne huize in deze stad is geboren een Kind van het vrouwelijk geslacht, dochter van den aangever en van zijn huisvrouw Antonia van den Broek, oud een en veertig jaren, wonende te Heusden, en aan hetwelk is gegeven de voornaam van Geertruij, waarvan deze akte is opgemaakt in tegenwoordigheid van Adrianus van Oudheusden, oud acht en twintig jaren, hovenier, wonende te Heusden en van Hendrikus van Holvoort, oud twee en dertig jaren, wagenmaker, wonende te Heusden, en is deze na voorlezing geteekend door ons en de comparanten.