De meeste lezers dezer Courant zullen voorzeker met belangstelling kennis hebben genomen van het oordeel der jury van deskundigen over de uit Leyden ingezondene voorwerpen op de Algemeene Nationale Tentoonstelling van Nijverheid te Haarlem; met gespannen verwachting werd dit oordeel door menig inzender tegemoet gezien, en, zooals doorgaans, zijn de verwachtingen van den een verwezenlijkt, terwijl de ander daarin werd teleur gesteld.
Moesten wij in der tijd de juistheid der klagt erkennen "wat zijn er weinige inzenders uit Leyden," toch meenden wij regt te hebben om zeggen, dat Leyden's industrie in menig opzigt waardiglijk op de Algemeene Nationale Tentoonstelling werd vertegenwoordigd; en thans wordt de waarheid dezer bewering door het oordeel der jury gestaafd.
Immers van 57 inzenders, aan wie eene 1e of zilveren medaille is toegewezen of aan wie deze zoude zijn toegekend, indien zij geene leden der jury waren geweest; zijn 5 leden van het Leydsche departement, waarvan 4, t.w. de heeren J. Scheltema, J.C. Zaalberg, W. Wolters en B.F. Kranz inwoners van Leyden, terwijl de vijfde, de heer J.M. van Kempen zijne belangrijke Fabriek in het naburige Voorschoten gevestigd heeft.
Elf tweede of bronzen medailles werden aan inzenders uit Leyden toegekend, namelijk aan de heeren P.L. Paters, Sanders & Co, J.H. Noortveen & Co, J. en A. le Poole, J.J. Hoogeboom & Zoon, Gebr. van Wijk & Co, Jan Zuurdeeg & Zoon, P. van der Meer & Zonen, H.A. Schmier, D. Sala & Zonen en A.W. Sythoff.
Eindelijk nog werd het fabriekaat van 7 inzenders uit Leyden, t.w. van de heeren F. Hakkaert, J.C. van Vuuren, L.H. Vervoort & Co, Gebs. ven Wijk & Co, J.E. Zirkzee, D. Noothoven van Goor en C.A. Emeis eene eervolle vermelding waardig gekeurd.
Voorwaar! wij mogen dit oordeel over de voortbrengselen van Leyden's industrie alleszins verblijdend noemen, wij mogen trotsch zijn op de inzenders uit Leyden, en hun dank weten, dat zij den naam en de eer onzer stad op de Haarlemsche Tentoonstelling naar eisch hebben gehandhaafd.
De onderscheiding, aan de meesten van hen te beurt gevallen, zij hun ten spoorslag, om voort te gaan met hunnen ijver en hunne krachten aan de ontwikkeling der nijverheid te wijden! Het is ons niet onbelangrijk voorgekomen, na te gaan hoe de verhouding der bekrooningen tot het aantal der inzenders hier en elders is.
Daartoe hebben wij uit de alphabetische naamlijst, achter den catalogus geplaatst, het aantal der inzenders uit verschillende plaatsen in ons vaderland opgemaakt en de uitkomsten van het oordeel der jury over het ingezondene uit die plaatsen, welke 10 of meer inzenders geleverd hebben, vergeleken.
Wij vertrouwen, dat wij den lezers dezer Courant geene ondienst doen door hen hiermede bekend te maken.
Leydse Courant 02-09-1861
|