Den derden November achttien honderd vier en zeventig, zijn voor ons, Ambtenaar van den burgerlijken stand te Breda, in het openbaar ten gemeentehuize alhier verschenen, ten einde hun voorgenomen huwelijk te voltrekken Joseph Louis Sala, oud vijf en dertig jaren, rijksambtenaar, geboren te ’s-Hertogenbosch, wonende te Sint-Oedenrode, weduwnaar van Antonia Boonhoff, meerderjarige zoon van wijlen Jean Baptiste Louis Sala en van Josepha Jacoba Muskeijn, zonder beroep, zijne echtgenoot, wonende te Sint-Oedenrode; En Antonia Catharina Oosterman, oud vier en dertig jaren, zonder beroep, geboren en wonende alhier, meerderjarige dochter van Johannes Hendrikus Oosterman, winkelier en van Pieternella Voeten, zonder beroep, echtelieden, wonende alhier. De afkondigingen van dit huwelijk hebben zonder stuiting plaats gehad alhier en te Sint-Oedenrode, op zondagen den achttienden en de vijf en twintigsten October dezes jaars. De aanstaande echtgenooten hebben aan ons overgelegd hunne geboorteacten, de overlijdensacte van de vorige echtgenoot van den bruidegom, en het bewijs der gedane huwelijksafkondigingen te Sint-Oedenrode. Vervolgens is door ons aan de comparanten afgevraagd, of zij elkander aannemen tot echtgenooten, en of zij getrouw al de pligten zullen vervullen, welke door de wet aan den huwelijken staat verbonden zijn, hetwelk door hen bevestigend is beantwoord, waarop wij in naam der wet hebben verklaard, dat zij door den echt aan elkander verbonden zijn. In tegenwoordigheid van Cornelis Oosterman, oud zeven en zestig jaren, zonder beroep, oom van de bruid; Rodolphe Deswert, oud vijf en twintig jaren, koopman, behuwd broeder van de bruid; beiden wonende alhier, Cornelis de Hoon, oud zeven en zestig jaren, kleermaker, oom van de bruid, wonende te Ginneken; en Emanuel van der Ven, oud twee en vijftig jaren, leeraar aan de hogere burgerschool, wonende te ’s-Hertogenbosch. Voorlezing dezer acte is door ons gedaan aan de comparanten en de getuigen, die met ons hebben onderteekend. |