No. 17
Op heden den twaalfden der maand October een duizend acht honderd vijf en veertig, zijn voor ons ambtenaar van den burgerlijken stand te Middelharnis, in het huis der gemeente verschenen, ten einde een huwelijk aan te gaan: Jacobus Sala van beroep Visscher, oud achttien jaren, geboren te Sommelsdijk en wonende te Middelharnis, minderjarige zoon van Petronella Sala, zonder beroep wonende te Middelharnis, alhier tegenwoordig en tot de voltrekking van het in deze bedoelde huwelijk deszelfs toestemming gevende. En Maria van der Schild, van beroep zonder, oud achttien jaren, geboren te Middelharnis en wonende te Middelharnis, minderjarige dochter van Job van der Schild overleden en van Hendrikje Hartog, zonder beroep wonende te Middelharnis, alhier tegenwoordig en tot de voltrekking van het in deze bedoelde huwelijk deszelfs toestemming gevende. en hebben zij tot dat einde aan ons overgelegd vooreerst: De acte waaruit blijkt dat de afkondigingen van dit huwelijk alhier zonder stuiting hebben plaatsgehad op zondagen den zevenden en veertienden der maand September laatstleden. Ten tweeden, Hunne geboorte acten. Ten derden , Acte van overlijden van den vader der bruid. Ten vierden, Vervolgens verklaarden ons de bruidegom en de bruid bij deze te erkennen het kind genaamd Job, geboren te Middelharnis den achttienden September achttien honderd vijf en veertig waarvan de geboorte acte hierbij is overgelegd. Waarna wij hun in het openbaar hebben afgevraagd of zij elkander aannemen tot echtgenoten, en getrouwelijk alle de pligten zullen vervullen, welke door de wet aan den huwelijken staat verbonden zijn, hetwelk door hen met ja beantwoord zijnde, hebben wij in naam der wet uitspraak gedaan, dat zij door den echt aan elkander zijn verbonden. Hetwelk is geschied in tegenwoordigheid van Adrianus van der Schild oud negen en zestig jaren, van beroep arbeider, grootvader der bruid, Leendert Koster, oud veertig jaren van beroep vrachtrijder, oom van de bruid, Jan Razenberg, oud twee en veertig jaren van beroep bouwknecht en Jan van der Sloot, oud vier en twintig jaren van beroep schoenmaker, allen te Middelharnis woonachtig, verklarende de beide laatst gemelde getuigen den bruidegom of de bruid in geen bloedverwantschap te bestaan. En is hiervan door ons opgemaakt deze akte, welke na voorlezing door ons en de getuigen is geteekend, verklarende, de bruidegom, de bruid en derzelver moeder niet te kunnen schrijven of teekenen als hebbende zulks niet geleerd.
|