In het Jaar een duizend acht honderd een-en-twintig, den drieentwintigsten dag der Maand Juny des middags ten vier uren voor ons Burgemeester der Stad ’s Hertogenbosch, gecommitteerd tot Beambte van den Burgerlijken Stand, geadsisteerd met een der Stads Secretarissen, is verschenen de Heer Meester Gerardus Martinus van der Ven practiserend advokaat oud acht en twintig jaren wonende in de Kerkstraat Wijk E numero honderd een welke ons heeft vertoond een Kind van het mannelijk geslacht, het welk hij verklaarde te zijn geboren heden om halftien ure des morgens en te zijn van hem comparant en van Mevrouw Jacoba van Reuth, oud ongeveer dertig jaren, zijne Huisvrouw en heeft denzelve verklaard, aan dat Kind te willen geven de voornamen van Emmanuel, Adrianus, Henricus welke vertooning en verklaring is gedaan in tegenwoordigheid van Samuel Johan Versfelt Procureur, oud negen en dertig jaren, wonende binnen deze Stad, Wijk E n° honderd en van Hendrikus Roovers, fabrikant oud negen en vijftig jaren, mede alhier woonachtig, Wijk E n° zeven en veertig die, naar voorlezing, deze, beneffens de Comparant, met ons hebben geteekend.
|