Toen . . . . Onder de dennenboom nog witzand werd gestrooid om het af lekken van de waskaarsjes op de roodstenen vloer op te vangen ? Toen. . . . nog , op een versierde appelsienbak het stalleke kwam te staan , onder de boom . Een oud verkleurde afbeelding van het kerst gebeuren op versterkt ribkarton geplakt ; dat alles versierd met mastentoppen en zilverpapier , zilverpapier dat maanden was lang was plat gestreken en op gespaard , want toen was het wel zeldzaam één stuk chocolade was geen alledaags snoepje . . . .
Dit was onze kerststal , die de warmte moest brengen in de barre winterkoude . . . . .Zo heeft het Kerst gebeuren zich in mij vastgebeten en is het uit gegroeid tot een willen door geven van mijn Kerstvreugde . Op vele manieren wilde ik ieder laten mee genieten van de warmte .