Peter Leys



Inhoud blog
  • KENNISMAKING MET EEN VLAAMS PIANOCOMPONIST
  • Peter Welffens
  • Kristiaan Van Ingelgem overleden
  • Armand Preud'homme 120 jaar geleden geboren
  • Jubileumconcert
  • Nieuwjaar
  • Kerstmis
  • Kerstmis
  • Kerstnacht
  • Kerstleyse van Leys.....
  • Voces capituli zingen Jef Tinel
  • Kerstmis
  • Kerstmis
  • Kerstmuziek
  • Op weg naar Kerstmis
  • Op weg naar Kerstmis
  • kerstmis met muziek van Jef TINEL
  • SINAAI BELEEFT WERELDPRIMEUR
  • Renaat Veremans
  • Klaviermuziek van Jef TINEL gebundeld
  • Te ontdekken....
  • Orgelconcert in Nieuwpoort met Vlaamse orgelmuziek
  • 'AANBIDDING' voor orgel (Jef Tinel) door Fred Mellink
  • Ad Van de Wege speelt Vlaamse orgelmuziek
  • Orgelconcert met Vlaamse muziek
  • 11 juli
  • Orgelcomposities van Jef Tinel
  • Mgr. Jules Van Nuffel
  • 25 mei
  • Liturgische orgelmuziek van Jef Tinel:
  • 11 mei
  • Dansen voor piano
  • 8 mei
  • Introspectie
  • Pianomuziek van Jef Tinel
  • Pasen
  • Orgelmuziek van Jef Tinel
  • Orgelmuziek van Jef Tinel
  • Liturgische orgelmuziek
  • Orgelflorilegium
  • Orgelalbum Jef Tinel
  • Week van de Belgische muziek
  • week van de Belgische muziek
  • 3 orgelwerken
  • Week van de Belgische muziek
  • In exitu
  • 's Avonds als ik slapen ga
  • Wil mij indachtig zijn
  • Wat zijt ge schoon
  • PROCESSIE een orgelwerk van Jef TINEL
  • 'Fantasia' van Jef Tinel voor orgel
  • In exitu
  • Gij frissche lelie op het veld
  • Hymne voor orgel van Jef TINEL
  • ERNEST VAN DER EYKEN
  • 3 stille pianostukjes
  • Kerstmis
  • Kerstmis
  • Kerstmis
  • Kerstmis
  • Kerstmis
  • Onbevlekte Maagd
  • Vlaamse polyfonisten in Sinaai
  • 11 november
  • Klankdomein '22
  • Jef Tinel op beiaard
  • Heere God van hemelrijken
  • 15 augustus
  • 15 augustus
  • Jubilate
  • Orgelwerk bewerkt voor strijkorkest
  • 2 zomerse melodietjes....
  • Vakantie
  • 11 juli
  • 11 juli
  • Zomer
  • Moderato voor orgel
  • Jef TINEL 50 jaar overleden
  • Jef TINEL herdacht
  • Jef Tinel 50 jaar overleden
  • Fernand Van Durme
  • Jef Van Hoof
  • Robert Herberigs
  • Emma Coeckelbergh - Tinel, de echtgenote van Edgar
  • Willem Kersters
  • 'Sortie' voor orgel van Jef Tinel
  • Muziek van Jef TINEL op YouTube
  • 160 jaar geleden werd Leo Moeremans geboren: componist, pedagoog, uitgever, instrumentenbouwer
  • Maria Matthyssens: 160 jaar geleden geboren
  • Willem Pelemans: 120 jaar geleden geboren en 30 jaar geleden overleden
  • Marcel Poot 120 jaar geleden geboren
  • Staf Nees 120 jaar geleden geboren
  • Wies Pee (1911 - 1990)
  • André Laporte wordt 90 jaar
  • Harpmuziek
  • Juliaan Wilmots (1936-2000)
  • Vic Nees zou vandaag 85 jaar worden
  • Mazurka van Jef Tinel
  • Ludo Claesen 65
  • Jan Van der Roost 65
  • Lieven Duvosel 65 jaar geleden overleden
  • Alfons Moortgat 140 jaar
  • Peter Ritzen 65 jaar
  • Lode Dieltiens
  • Ecce homo, een oratorium van Raoul De Smet
  • Raoul De Smet
  • Marcel De Boeck (1921-2019)
  • Hilmer Verdin
  • Pianomuziek van Jef Tinel op YouTube
  • Pianomuziek van Jef Tinel
  • Suite 'Gregoriana'
  • Drie koningen
  • Muzikale verjaardagen in 2021
  • Kerstmis
  • Kerstmis
  • Orgelmuziek voor Kerstmis (2)
  • Orgelmuziek voor Kerstmis
  • Orgelmuziek van André Laporte
  • Herdenking WO I
  • In memoriam Frederik Devreese (1929-2020)
  • Fantasia voor trompet en orkest
  • Raf Belmans 100
  • Prettige nationale feestdag van 11 juli
  • Een vleugje muziek voor 11 juli
  • Mariamuziek van Jef Tinel (1885-1972)
  • Vlaamse (toon)dichters bezingen Maria
  • Marialiederen op Gezelleteksten
  • Wees gegroet, Maria
  • Ave Maria
  • 11 MEI
  • Moederdag
  • Tu es sacerdos
  • 83ste Vlaams Nationaal Zangfeest
  • Ballingschap...
  • Lente!
  • Corona velt 83ste Vlaams Nationaal Zangfeest
  • Herdenking Peter Benoit en uitreiking Prijs Peter Benoit 2020
  • Ryelandtfestival in Brugge schitterend ingezet
  • 150 jaar Joseph Ryelandt
  • Zangavond Grimbergen
  • Beste wensen
  • MUZIKALE VERJAARDAGEN IN 2020....
  • TINEL EN TIJDGENOTEN in Sinaai
  • Roetskalender 2020
  • MOOI LIEDERENRECITAL
  • MOOI CONCERT MET BENOIT, DE BOECK EN BLOCKX
  • Componist Jos Mertens overleden
  • En nog wat orgelklanken
  • Ook wij zijn bezeten van het orgel.....
  • Seizoen van orgelconcerten...
  • Ode aan Jef Tinel op het orgel
  • Pinksteren met Staf Nees
  • Kristiaan Van Ingelgem 75
  • Renaat Veremans 50 jaar overleden
  • Frédéric Devreese 90
  • En 's avonds is het goed
  • Pianomuziek van Jef Tinel opgenomen
  • Vlaamse zangavond
  • ORGELMUZIEK VAN FLOR PEETERS IN TURIJN
  • folKK
  • Orgelmuziek beluisteren via Youtube
  • Muzikale nieuwjaarsgroet
  • Jarige componisten in 2019
  • Muziek laat leven
  • PETER BENOIT EN KERSTMIS
  • Een filmpje met variaties op een oud-Vlaams kerstlied....
  • Op zoek naar stemmige kerstmuziek?.....
  • Kerstconcert in Sinaai
  • Facebook
  • Jef Tinel in Sinaai
  • Huldeconcert Frits Celis
  • Advent
  • Klankbeeld orgelconcert
  • Herdenkingsconcert 14 - 18
  • 11 november
  • Orgelmuziek van Jef Tinel (live - opnames) te beluisteren op het net
  • Vlaamse muziek op 11 juli
  • 11 juli op Klara
  • Lofzang voor de zwarte Madonna van Halle
  • cd Kamerkoor Terpander zingt Tinel en tijdgenoten
  • Museum August De Boeck
  • Een orgelstukje voor Pasen
  • Kamermuziek voor strijkers van Jef Tinel
  • Aswoensdag - Dies cinerum
  • Orgelmuziek
  • NIEUWE PHAEDRA – CD, IN FLANDERS’ FIELDS 97
  • A SYMPHONY OF TREES OP EEN PHAEDRA CD
  • Laudamus te - Benedicimus te - Adoramus te -Glorificamus te - Gratias agimus tibi
  • Op de eerste dag van het nieuwe jaar....
  • Bijna Nieuwjaar....
  • Kerstconcert door Gaudeamus in Sinaai
  • Vlaamse kerstmuziek op Youtube
  • Op naar Kerstmis
  • Op naar Kerstmis
  • Kerstmis
  • Een kerstliedje voor deze dagen.....
  • Melodie in de dorische toon
  • Klara's Top 100
  • Feestelijke orgelmuziek van Jef Tinel
  • Tinel versus Tinel en tijdgenoten

    Archief
  • Alle berichten

    07-04-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Organist Marc Van Driessen (52) overleden
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Hij was ruim 10 jaar ondervoorzitter van Orgekunst vzw en eindredacteur van het tijdschrift. Voordien maakte hij reeds deel uit van de redactie. Samen met de raad van bestuur en de redactie heeft hij het tijdschrift een nieuw elan gegeven.

    Marc Van Driessen studeerde Germaanse filologie aan de Universiteit Gent en musicologie aan de KU Leuven. Hij combineerde dit met een orgelopleiding aan de Academie voor Muziek, Woord en Dans bij Edward De Geest te Gent. Daarna zette hij zijn orgelstudies verder aan het Koninklijk Conservatorium te Antwerpen bij Stanislas Deriemaeker. Zomercursussen volgde hij bij Bernard Winsemius, Guy Bovet en Louis Robilliard. Aan de Hochschule der Künste Berlin behaalde hij bovendien nog het Konzertdiplom bij Leo van Doeselaar.

    Hij was actief als orgelleraar aan de academies van Ekeren, Antwerpen en Berchem. Hij was ruim 20 jaar als organist verbonden aan de Sint-Antoniuskerk te Brasschaat. In juni 2014 ging een nieuwe droom in vervulling als organist van het Merklin-Schutze-orgel in de Sint-Joriskerk te Antwerpen: een uitdaging waar hij zo naar uitkeek.

    Geregeld was hij te horen op concerten, dit zowel solistisch als met diverse solisten (o.m. Rachel Fabry, Ilse Barbaix, Els en An Van Laethem, Veronica Joris, Jef Van Boven) als koren en orkesten.

    Marc realiseerde op het Vermeersch-orgel van de Sint-Antoniuskerk te Brasschaat een CD 'muzikaal Europa' m.m.v. zangeres Rachel Fabry. Voor Orgelkunst realiseerde hij in 2006 een opname op het orgel van de Sint-Joriskerk te Antwerpen.

    (Bron: 'Orgelkunst')


    19-03-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het orgel in Vlaanderen herdenkt Jef Tinel
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    De vereniging 'Het orgel in Vlaanderen' herdenkt de 130ste geboortedag van Jef Tinel.
    In het maartnummer wordt aandacht besteed aan het werk van deze componist die leefde van 1885 tot 1972.
    Hij was ondermeer organist in Maldegem, Sint-Amandsberg en Gent.


    17-03-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Organist Jozef Sluys overleden

    Jozef Sluys (22.10.1936-15.03.2015)

    Jozef Sluys werd als 19-jarige laureaat van het Lemmensinstituut en nadien van het Koninklijk Muziekconservatorium van Brussel. In 1958 was hij organist van de Civitas Dei-kerk op de Wereldtentoonstelling te Brussel, daarna van de St-Pieterskerk te Jette (Brussel) en sinds 1971 was hij organist-titularis van de St-Michiels- en St-Goedelekathedraal te Brussel. 

    - Meer info: http://www.muziekcentrum.be


    07-02-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Jo De Vos overleden
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    We vernemen tot onze droefheid het overlijden van de heer Jo De Vos (midden op de foto).
    Hij werd geboren in 1942.
    Jo De Vos was gewezen docent aan de HUB.
    Wij herinneren ons hem vooral als gedreven bezieler van het Edgar Tinelcomité in Sinaai.
    Onder zijn impuls vonden heel wat concerten en ontmoetingen plaats rond de figuur van de componist Edgar Tinel (1854-1912).
    Hij publiceerde het tijdschrift van het Tinelcomité en bouwde mee het Edgar Tinelmuseum uit in Sinaai.
    Geen inspanning was hem te veel om het werk van Edgar Tinel te promoten.
    De Vos kende het leven en werk van Tinel door en door.
    Hij kende zelfs de nazaten van Edgar Tinel en diens broer Oscar Tinel beter dan de familieleden zelf. 

    Een groot verlies!
    We bieden de familie De Vos onze deelneming aan.


    21-01-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Gust Teugels

    We vernemen het overlijden van Gust Teugels.
    Gust was onderwijzer, maar vooral zanger en dirigent.
    We herinneren hem ons in de eerste plaats als leider van zangavonden waar in - een hertekend spoor van Willem Demeyer - het betere Vlaamse volkslied een ereplaats kreeg.
    Gust was te horen in verschillende opnames met Vlaamse liederen.
    We hoorden hem meermaals als solist en aantrekker van de samenzang tijdens Vlaams-Nationale Zangfeesten.
    Op de IJzerbedevaart en later de IJzerwake trad hij op als samenzangdirigent.
    Zijn koor Kantiek was een voorbeeld in het programmeren van koormuziek van eigen toondichters.
    In de toenmalige koorfederatie van het ANZ was Gust de duivel-doet-al tijdens de koorweken in Lummen. 
    Nijvere inzet en ongedwongen humor gingen bij hem hand in hand.
    Zijn overlijden betekent een groot verlies voor de Vlaamse koor- en liedwereld.

    Klik op de link om Gust te horen in 'Ik ken een lied' van Willem De Mol.

    Hij kende (en zong) er niet één, maar enorm veel....





    Bijlagen:
    https://www.youtube.com/watch?v=XKA7pgQkWKQ   


    10-01-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Muzikale verjaardagen in 2015

    Dit jaar - 2015 -  vieren en herdenken we een aantal Vlaamse componisten.
    Hier een beperkte selectie (meer info op de site van het Studiecentrum voor Vlaamse muziek):

    Herdenkingen 2015

    1865
    August De Boeck (° 09/05/1865)

    Paul Gilson (° 15/06/1865)

    1885
    Henri-Georges d'Hoedt (° 28/06/1885)
    Jef Tinel (° 11/05/1885)

    1890
    André Devaere (° 27/08/1890)
    Maurice Schoemaker (° 27/12/1890)

    1915
    Steven Candael (° 26/09/1915)
    Vic Legley (° 18/06/1915)
    David Van de Woestijne (° 18/02/1915)

    1940
    Ernest Brengier (+ 25/07/1940)
    Arthur De Greef (+ 29/08/1940)

    1965
    Emiel Hullebroeck (+28/03/1965)
    Herman Meulemans (+ 05/01/1965)
    Staf Nees (+ 25/01/1965)
    Joseph Ryelandt (+ 29/06/1965)
    Jef Van Durme (+ 28/01/1965)

    1975
    Marc Liebrecht (+ 31/07/1975)

    Norbert Rosseau (+ 01/11/1975)

    1985
    Jos Moerenhout (+ 18/01/1985)

    Herman Roelstraete (+ 01/04/1985)
    Jozef Schampaert (+11/01/1985)
    Achiel Van Beveren (+ 11/12/1985)

    1995
    Jules Bouquet (+ 25/07/1995)
    Jan Decadt (+ 05/06/1995)

    Hopelijk krijgen we van al deze toondichters iets te horen dit jaar!


    03-01-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Welkom 2015!

    Aan iedereen van harte een gelukkig 2015 gewenst.

    Daar past een stukje muziek bij....







    Bijlagen:
    https://www.youtube.com/watch?v=0pAIlsEOwOE&feature=youtu.be   


    30-12-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Afscheid van 2014
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    De eindejaarsfeesten hebben een dubbel aspect: enerzijds de vreugde om het nieuwe, maar anderzijds wat nostalgie om wat voorbij is.

    Dat zie je in dit filmpje....

    Bijlagen:
    https://www.youtube.com/watch?v=yIO-bXsDf4c   


    01-11-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Nooit meer oorlog
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Denkend aan het zinloze oorlogsgeweld dat 100 jaar geleden in onze contreien woedde en geïnspireerd door de stilte van Allerzielen dit bescheiden orgelstukje: Stilte bij het graf.....

    Bijlagen:
    https://www.youtube.com/watch?v=mb9Sl6p2NNc&feature=youtu.be   


    31-10-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.2015 herdenkt Jef Tinel

    Beste musicus
    Beste dirigent, uitvoerder, organisator, publicist....

     
    Op 11 mei 2015 zal het precies 130 jaar geleden zijn dat de Vlaamse componist, organist, pianist, dirigent en muziekpedagoog Jef TINEL geboren werd.

    Jef Tinel was laureaat van het Lemmensinstituut voor orgel, harmonie, contrapunt en fuga. Eén van zijn leraars was niemand minder dan Edgar Tinel.
    Bij de befaamde muziekpedagoog Leo Moeremans bekwaamde hij zich verder in compositie.
    Studiegenoten waren o.a. Arthur Meulemans, Robert Herberigs en Henri-Georges D'Hoedt.

    Gedurende zijn lang leven (tot 25 mei 1972) was hij organist in o.a. Maldegem, Zele, Sint-Amandsberg en Gent.
    Hij dirigeerde koren, fanfares en harmonieën in heel het Vlaamse land.
    Aan de Maldegemse muziekschool was hij leraar en directeur. 

    Hij componeerde in een laat-romantische traditie.
    Uit brieven en commentaren over zijn werk blijken de bewondering en het respect van o.a. Mgr. Jules Van Nuffel, Alfons Moortgat, Emiel Hullebroeck, Lieven Duvosel en Arthur Wilford. 

    Enige tijd geleden startten we een blog waarop we partituren van Jef Tinel willen openbaar maken.  (http://blog.seniorennet.be/tinel_jef/ )
    Zo digitaliseerden we reeds heel wat liederen, koorwerken, religieuze muziek, orgel- en pianomuziek en orkestwerken.

    Ook de internationale site IMSLP publiceert werken van Jef Tinel. ( http://imslp.org/wiki/Category:Tinel,_Jef )

    Het zijn scans van de originele handschriften of nieuwe transcripties rechtstreeks vanuit de manuscripten.

    Op YOUTUBE plaatsten we enkele muziekfragmenten. Geen grote opnames, maar bescheiden fragmenten om het werk te leren kennen.

    Tot onze tevredenheid mochten we van enkele uitvoerders -zelfs in het buitenland - positieve reacties ontvangen.
    Enkele uitvoerders programmeerden onlangs werk van Jef Tinel op het orgel, in hun koor of ensemble. Voor volgend jaar kregen we al enkele positieve reacties. 

    Toch hopen we dat deze vergeten toondichter nog meer de verdiende aandacht mag krijgen.
    Helaas beperkt de kennis van velen zich tot het feit dat Jef Tinel schreef en dirigeerde voor het Zangfeest en de IJzerbedevaart.
    Zijn oeuvre en activiteiten waren echter veel rijker en uitgebreider.
     

    Hopelijk is de 130ste verjaardag een aanleiding om het werk van Jef Tinel aan het publiek te laten horen.
    U
    itvoeringen, artikels, opnames..... zouden een mooie en originele aanvulling bij het bestaande aanbod aan Vlaamse muziek zijn.
    Radio en tv beschikken over weinig of geen opnames en daardoor geraakt het werk niet bekend bij uitvoerders en publiek. En opnieuw daardoor worden geen opnames gemaakt.... Een vicieuze cirkel die hopelijk doorbroken kan worden.

    Mag ik u daarom beleefd vragen om via de blog of de site IMSLP een blik te werpen op de (voorlopige reeks) werken en er enkele van te programmeren in uw optredens.

    Uiteraard zullen wij alle initiatieven bekend maken via onze blog.
    Voor alle info en verdere gegevens rond partituren sta ik steeds ter beschikking.

    Met oprechte en muzikale groeten en uitkijkend naar uw (positieve) reactie

      

    Peter Leys
    (Kleinzoon van Jef Tinel en beheerder van de blog)
    L.A. Schockaertstraat 33
    1600  Sint-Pieters-Leeuw
    02 331 03 19
    p.leys@telenet.be


    19-10-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Jos Mertens 90!
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    In de Egidiuskerk van Groot-Bijgaarden ging de 90ste verjaardag van organist-componist Jos Mertens niet ongemerkt voorbij.
    Terecht, want Jos is er sinds mensenheugenis de vaste muzikale bezieler en begeleider van de vieringen.
    Jarenlang ondersteunde hij het parochiaal Egidwinakoor met raad en daad.
    Jaarlijks organiseert hij er de zomerse cyclus 'Muziek op zondag'.

    Op 17 oktober 1924 zag Jos Mertens het levenslicht in Ternat.
    Zijn droom om professioneel musicus te worden ging omwille van de oorlog niet door.
    Hij werd bankbediende en bankdirecteur.

    Toch liet de muziek hem niet los, en omgekeerd.
    Als autodidact legde hij zich toe op de muziektheorie, notenleer, harmonie, compositie en het orgelspel. Hij legde examens af voor de jury van het Belgisch Muziekcollege waarin o.a. Lodewijk Mortelmans, Emiel Bosquet en Lodewijk De Vocht zetelden.
    Daarnaast studeerde hij piano aan de muziekacademie van Asse, harmonie in Aalst en als leerling van Leopold Sluys in Halle behaalde hij de regeringsmedaille voor orgel.

    Als uitvoerend artiest begeleidde hij tal van koren en solisten en speelde hij orgel of piano tijdens talloze concerten - al dan niet - rond het Vlaamse lied, het Vlaams-Nationaal Zangfeest en religieuze vieringen.

    In de traditie van Emiel Hullebroeck, Jef Tinel, Renaat Veremans, Armand Preud'homme en Gaston Feremans componeerde hij heel wat volksliederen zoals Schachtenliefde, Ik ken een blond Marleentje, Kerstwiegeliedje en het zeer populaire Avondliedje.
    Voor koor bewerkte hij heel wat volks- en kerkliederen. Hij componeerde ook originele koormuziek zoals een Boerencharleston, Jubilate Deo, een 4-stemmige Nederlandse volksmis, O Jesu Christe voor gemengd koor en sopraansolo...
    Zijn cantate Kringen van tijd voor koor, soli en orkest kende verschillende succesvolle uitvoeringen.
    Uiteraard schreef Jos Mertens ook muziek voor piano, orgel, strijkersensemble en andere bezettingen.
    Tijdens het jongste Vlaams-Nationaal Zangfeest werd nog een nagelnieuwe compositie voor orkest gecreëerd.

    Enkele jaren geleden riep de gemeente Dilbeek Jos Mertens uit tot ereburger. Voor die gelegenheid componeerde hij een Dilbeeks volkslied 'Hier voel ik mij thuis'.

    Jos Mertens blaakt van gezondheid.
    Zijn creativiteit is nog niet uitgeput.
    We wensen hem langs deze weg nog een ad multos felices annos....


    11-10-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Gedachten

    Vlot en onbezorgd pianostukje om je 'gedachten' te verzetten....

    Bijlagen:
    https://www.youtube.com/watch?v=IyDgkoHIf4U   


    06-10-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Genese

    Een orgelstukje dat uit het niets ontstaat en uitgroeit tot een schepping.

    Bijlagen:
    Genese (orgelversie)_video.mp4 (7.3 MB)   


    31-08-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Waarom vliegt de tijd zo snel?
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Deze vraag stelt men zich in het filmpje ook....

    Een kort pianostukje met een open onbeantwoorde vraag.

    Bijlagen:
    https://www.youtube.com/watch?v=fF0gkCaDkHs&list=UUQQJzfSKjpFxmdB85h-K-Pw   


    22-07-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Ave Maria
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Met het oog op het nakend feest van O.L. Vrouw Hemelvaart een kleine Ave Maria.
    Eenstemmig met een eenvoudige orgelbegeleiding.

    Bijlagen:
    Ave Maria.mid (4.1 KB)   
    Ave Maria.pdf (38.9 KB)   


    21-07-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Oorlog en vrede

    De tijden zijn troebel.
    Op vele plaatsen dreigt en woedt oorlogsgeweld.

    Jef Tinel schreef een kort pianostukje: Le sang versé pour la patrie. Wellicht doelde hij op WO I.
    Het blijft echter actueel...

    Opgedragen aan alle slachtoffers van geweld.

    Bijlagen:
    Le sang versé pour la patrie.mid (3.7 KB)   


    16-07-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Bas Dirk Snellings overleden

    Vandaag vernomen tijdens de uitvaart van Lode Dieltiens. En gelezen bij 'deredactie'.

    De klassieke zanger en muzikant Dirk Snellings is overleden aan de gevolgen van een slepende ziekte. De in 1959 geboren Snellings was de medestichter en de artistiek directeur van het kwartet Capilla Flamenca.

    Dirk Snellings is vooral bekend als solist van muziek uit de polyfonie en de barok. Hij doceerde ook zang en geschiedenis van de oude muziek aan het Lemmensinstituut in Leuven.

    VRT

    Snellings zong met verschillende koren en ensembles en was actief in binnen- en buitenland, onder meer met La Petite Bande, Ex Tempore en Le Parlement de Musique. Eind vorig jaar doekte Snellings Capilla Flamenca op.


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Uitvaart Lode Dieltiens
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    In een bomvole kerk van Berlaar namen we deze middag afscheid van Lode Dieltiens (1926-2014).
    De verrijzenisviering duurde ruim 2 uren.
    Een bezielde voorganger en begenadigde musici gaven de viering de nodige luister.
    We konden mooie werken van Lode beluisteren en meezingen.
    Mij greep vooral de 'Pie Jesu' en 'Ave Maria' aan.De samenzang van 'Nachtegaaltje' en 'Lied van mijn land' waren ontroerend.

    Het kruim van Vlaamse cultuur- en muziekverenigingen tekende present (ANZ, Koor en Stem, Lemmens Instituut en Antwerps conservatorium...).

    Een beklijvend moment en mooie hulde voor een groot mens en kunstenaar.


    12-07-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Lode Dieltiens overleden
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    We vernemen het overlijden van componist-organist-pedagoog-dirigent Lode Dieltiens.
    In maart woonde hij nog het Vlaams Nationaal Zangfeest bij.

    Lode Dieltiens werd op 18 september 1926 in Wijnegem geboren.

    Hij studeerde aan het Koninklijk Vlaams Conservatorium van Antwerpen en het Lemmensinstituut (toen nog) in Mechelen. Hij bekwaamde zich er in de theoretische vakken, fuga en compositie.

    Hij doorliep een succesvolle carrière als leraar en docent aan de Land- en Tuinbouwhuishoudschool in Berlaar, het Antwerpse Muziekconservatorium en het Lemmensinstituut. Ontelbaar zijn de Vlaamse (amateur-)musici die bij Lode hun notenleer en didactiek geleerd hebben. Hun getuigenissen spreken van een vaderlijke leraar met eindeloos geduld die de saaie theorie boeiend en prettig kon maken.

    Hij dirigeerde verschillende koren (o.a. het dameskoor Cantate en het mannenkoor Alma Musica). Tot 2000 was hij organist en kantor in de St.-Pieterskerk van Berlaar.

    Van 1956 tot 2001 trad Lode jaarlijks op als dirigent op het Vlaams Nationaal Zangfeest. Lode Dieltiens is de laatste dirigent-componist die op het zangfeest zijn eigen liederen kwam dirigeren. Daarmee sluit hij de indrukwekkende rij af van Lodewijk Mortelmans over Karel Candael, Ernest Brengier, Lieven Duvosel, Emiel Hullebroeck, Arthur Meulemans, Jef Tinel, Jef Van Hoof, Ivo Mortelmans, Renaat Veremans, Staf Nees, Fons Bervoets, Gaston Feremans, Marc Liebrecht tot Armand Preud’homme. 

    Tijdens de slotconcerten van de Dagen van het Vlaamse Lied leidde hij jarenlang de samenzang, samen met Jos Mertens (1924).

    Ook als componist heeft Lode Dieltiens zijn sporen verdiend.

    Hij componeerde religieuze muziek. Bijvoorbeeld een Nederlandse volksmis waarin koor- en samenzang gecombineerd worden. Hij componeerde het motet Benedicat Vobis. Trouw aan de traditie en tegelijk aangepast aan de hedendaagse tonaliteit sluit dit werk naadloos aan bij de grootse Lemmenstraditie gaande van Van Nuffel over Staf Nees tot Ludo Claesen vandaag.

    In het spoor van Hullebroeck en Preud’homme en aangespoord door de bard Willem Demeyer schreef hij talloze volksliederen. De bekendste zijn Nachtegaaltje, De gewijden, Het Blonde Leentje, Idylle, Nu kan de lente komen, Soldatenklacht en Dank u, tot wederziens. Tijdens het zangfeest van 1957 werd zijn lied Opstanding (tekst van Clem De Ridder) gecreëerd. Het zou een vaste waarde blijven tot in de jaren ’60. In 2003 zong het zangfeestkoor Boerenbal.

    Lode bewerkte daarnaast heel wat volks- en kerstliederen voor allerlei koorformaties. Uit Zingt Jubilate voorzag hij enkele liederen van een passende begeleiding en koorzetting (vb. Aan uw stam, o kruis, een lied van Jef Van Hoof).

    Bij het ANZ zijn verschillende cd’s te koop met werken en bewerkingen  van zijn hand.

    De Vlaamse liedbeweging bracht tijdens het 74ste Vlaams Nationaal Zangfeest terecht en zeer dankbaar hulde aan deze 85-jarige verdienstelijke, minzame en (té) bescheiden musicus. Het Nachtegaaltje klonk fris en schetterde luid in de nokvolle Lotto-Arena. De Gewijden, vertolkt door koor en solist o.l.v. Peter Leys en met pianist Wim Berteloot klonk plechtig en verheven. 

    Wij eren hem en blijven zijn liederen zingen....

    Bijlagen:
    Stekebees Meisjes in Vlaanderen.mp3 (1 MB)   


    10-07-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.11 juli
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    We vieren weer 11 juli.

    Daarom de link naar enkele krachtige gulden sporenliederen.... 

    Een fijne feestdag!

    Bijlagen:
    http://www.youtube.com/watch?v=K9LCNw-tjYc   
    http://www.youtube.com/watch?v=P01hpIw6pS4   


    17-06-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Open brief: Koorleven in 2030
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Componist en koorleider Kurt Bikkembergs (gesteund door enkele collega's) stuurde ons deze open brief waarin hij een duidelijk eisenpakket formuleert om het Vlaamse koorleven te laten overleven tot 2030 en later.

    We laten u graag meelezen.

    Bijlagen:
    Het koorleven in 2030.pdf (161.9 KB)   


    01-06-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Waelrant
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Proficiat aan het Antwerpse jeugdkoor Waelrant (o.l.v. Marleen de Bo) bij de overwinning in de Cobra-koorwedstrijd! 


    30-05-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Organist Gabriël Verschraegen
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

     

    Uitgave verzameld orgelwerk Gabriël   Verschraegen

     

    Orgelkunst heeft ruim anderhalf jaar   gewerkt aan een eerste uitgave van het integrale orgelwerk van de Gentse   componist en organist Gabriël Verschraegen (1919-1981).

    Nadat eind 2012 alle orgelwerken (samen met een historische   opname van zijn concerto voor orgel, strijkers en pauken) in een 2cd-box als   bonus bij het decembernummer van het tijdschrift Orgelkunst werden gevoegd, is zopas het   orgelwerk uitgegeven in twee volumes.

    Verschraegens eerste orgelcompositie dateert van 1945, zijn   laatste van 1974. In een eerste band zijn de liedgebonden orgelwerken   opgenomen. Het tweede volume bevat de vrije orgelwerken. De achttien   orgelcomposities zijn per band chronologisch geordend.

    De twee delen samen bevatten 158 bladzijden muziek. Elk deel   wordt voorafgegaan door een uitvoerig voorwoord in het Nederlands en het   Engels. Het voorwoord bevat een biografie, een beschrijving van elke   compositie met bronvermelding en de dispositie van het Klais-orgel van de   Sint-Baafskathedraal te Gent waar Verschraegen organist was. Mogelijke varianten   en fouten zijn onderaan in de partituur vermeld. Van de Litanie zijn twee   versies gepubliceerd: een versie die teruggaat op het autograaf en een versie   gebaseerd op de eerste druk van het Gentse Orgelcentrum.

    De uitgave kost 48€ (Europa: 55€) en kan besteld worden bij Orgelkunst via   overschrijving op bankrekeningnummer BE09 4366 2049 9157 (BIC: KREDBEBB) met   vermelding 'uitgave Verschraegen'.

    Publicatiedatum: 1 juni 2014

     


    29-05-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Rerum Novarum
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Het hoogfeest van Hemelvaart is elk jaar ook het feest van Rerum Novarum.
    De herdenkingsdag van de sociale encycliek van Paus Leo XIII uit 1891.

    Wij vonden in ons archief een orgelstukje van onbekende makelij met als titel: Rerum Novarum.

    Een zalige hoogdag! 

    Bijlagen:
    RERUM NOVARUM.mid (5.8 KB)   


    09-02-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.In memoriam Gaston FEREMANS

    IN MEMORIAM GASTON FEREMANS

    't Oud Conservatorium, Wollemarkt, Mechelen - dinsdag 11 februari 2014, 19u30

     

    Op 11 februari 2014 is het 50 jaar geleden dat Gaston Feremans overleed. Deze talentrijke Mechelse muzikant en componist realiseerde een mooi oeuvre ondanks tegenwerking vanwege zijn Vlaamse idealen en een zwakke gezondheid.

    Marnixring Gaston Feremans Mechelen zal hem dit jaar in de aandacht brengen. De herdenking op 11 februari is de start van het Gaston Feremansjaar.

    Er wordt verzamelen geblazen om 19u30 bij de gedenkplaat aan 't Oud Conservatorium, Wollemarkt te Mechelen.

     

    Gaston Feremans wordt herdacht door sprekers en samenzang. Marc Hendrickx, eerste schepen van de stad Mechelen en Toon Pans, voorzitter van Marnixring Gaston Feremans Mechelen heten welkom. Jurgen De Pillecyn, componist en docent, spreekt het in memoriam uit.

    De samenzang wordt geleid door Urbain Van Asch, laureaat van de vijfde Gaston Feremansprijs.

     

    Na afloop verbroederen we in 't Oud Conservatorium.

     

     

    Ik hoop van hart u komende dinsdag te mogen begroeten! 

     

    Met vriendelijke groeten

     

    Toon Pans

    Voorzitter Marnixring Gaston Feremans Mechelen






    08-02-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Sebastiaan Van Steenberge

    IN PACE FRIVOLA             SEBASTIAAN VAN STEENBERGE

     

    Montefagorum stelt met plezier haar volgende realisatie voor: het oratorium In Pace Frivola van de hand van Kapelmeester S. van Steenberge weergaloos vertolkt door het Leuvense Kamerkoor Musa Horti o.l.v. Peter Dejans.

     

    In Pace Frivola is het Gesammtwerk van vijf dichters, F.L. Bastet (=), Lenze L. Bouwers, Dirk Hanssens osb, Hedwig Speliers en Jos Stroobants, die zich verlustigen in kloosterhofjes, kapitelen en gewelven, en in hun verzen blijk geven van een opmerkelijke vertrouwdheid met de spirituele beleving in abdijen vroeger en nu. Dit poëtische libretto werd samengesteld voor de vijfde verjaardag (eind 2012) van De Kovel, monastiek tijdschrift voor Vlaanderen en Nederland.

     

    Het koorwerk is onderverdeeld in zelfstandige motetten voor een steeds variërende koorbezetting. De compositie sluit aan bij grote koortradities. Elk onderdeel van In Pace Frivola werpt een knipoog naar belangrijke tendensen in de Europese vocale geschiedenis: Hildegard von Bingen, Grieks-orthodoxe gezangen, gregoriaans, Olivier Messiaen, Benjamin Britten, Francis Poulenc, Arvo Pärt, John Tavener en Vic Nees. In Pace Frivola is bovendien een unicum binnen het vocale oeuvre van Sebastiaan van Steenberge: geen compromissen naar het niveau van de uitvoerders toe, maar wel een compositie voor topkoren.

     

    U kunt deze CD bestellen, door € 19,50 (alles incl.) over te maken op IBAN BE79 7512 0364 1133 met BIC AXABBE22, van MONTEFAGORUM, met vermelding van “In Pace Frivola”. De CD wordt u zo snel mogelijk opgestuurd.






    26-01-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.André Laporte wint KLARA-prijs
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Proficiat voor André Laporte!

    Dit jaar gaat de Klara Carrièreprijs naar André Laporte (°1931).

    André Laporte is componist, organist, pianist, musicoloog, filosoof. Hij studeerde bij Flor Peeters, Marinus de Jong en Karlheinz Stockhausen.

    Lees meer bij Klara!


    21-01-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Monique Lesenne overleden
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Via Koor en Stem vernemen we dat Monique Lesenne op 76-jarige leeftijd overleden is in Gent.
    Monique Lesenne was archeologe, maar was vooral gekend als oprichtster en duivel-doet-al in de Vlaamse Federatie voor Jonge Koren.
    Later werkte ze mee in de koorfederatie Koor en Stem.

    Op de site van Koor en Stem vindt u een uitgebreid In Memoriam.

    Wie lieten aan de koorfederatie onze blijken van deelneming weten:

    Wij bieden onze oprechte deelneming aan bij het overlijden van Monique.

    We kenden haar eerst in Gent als gedreven organisator en secretaresse van de VFJK en als onafscheidelijke rechterhand van dr. Gilbert Martens.

    Geen koorwedstrijd of concert waar ze niet was, als organisator of als kritische en vakkundige toehoorster.

    Later leerden we haar meer persoonlijk kennen in de redactie van Stemband.

    Een vrouw die wist wat ze wilde en die heel de nationale en internationale koorwereld kende, van basis tot top. En die daar ook gekend en gerespecteerd was.

    Rechtlijnig en niet altijd gemakkelijk, maar wel met het ene goede doel voor ogen: de koorwereld doen bloeien.

    Inderdaad, zoals u schrijft, een monument is heengegaan.


    16-01-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.August De Boeck

    in klank, woord en beeld.

    Zie bijlagen

    Bijlagen:
    De Boeck 1.pdf (590.7 KB)   
    De Boeck 2.pdf (581.1 KB)   


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Interessante verjaardagen in 2014

    180 jaar geleden geboren

    • Peter Benoit (° 17/08/1834)


    160 jaar geleden geboren

    • Edgar Tinel (° 27/03/1854)


    150 jaar geleden geboren

    • Alfons Desmet (° 01/01/1864)
    • Oscar Roels (° 02/11/1864)


    130 jaar geleden geboren

    • Arthur Meulemans (° 19/05/1884)


    100 jaar geleden geboren / gestorven

    • Francis Bay (° 17/12/1914)
    • Jan Decadt (° 21/06/1914)
    • Jean Louel (° 03/01/1914)
    • Leo Van Gheluwe (+ 20/07/1914)
    • Carlo Van Neste (° 01/04/1914)


    50 jaar geleden gestorven

    • Théodore Dejoncker (+ 12/07/1964)
    • Alex De Vries (+ 22(23)/05/1964)
    • Gaston Feremans (+ 11/02/1964)
    • Remi Ghesquière (+ 10/08/1964)
    • Maurits Schoemaeker (+ 24/08/1964)
    • Prosper Van Eechaute (+ 26/06/1964)
    • Maurits Veremans (+ 28/04/1964)


    40 jaar geleden gestorven

    • Robert Herberigs (+ 20/09/1974)


    30 jaar geleden gestorven

    • Marinus De Jong (+ 13/07/1984)
    • Karel De Brabander (+ 20/11/1984)

    Vergeten we ook niet dat organist-componist Jos Mertens dit jaar 90 wordt.
    Dirigent-componist Frits CELIS viert dit jaar zijn 85ste verjaardag.
    Jan Coeck wordt dit jaar 70.
    De jonge pianist, dirigent en componist Johan Sluys viert in 2014 zijn  50 lentes.

    Hopelijk besteden koren, solisten en orkesten wat aandacht aan deze figuren.


    11-01-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Ook eens eigen werkje....

    Als muziekliefhebber luister je veel naar muziek.
    Als koordirigent doorsnuister je veel partituren.
    Als beheerder van een muziekblog zie en hoor je veel muziek.
    Dan bekruipt je soms het verlangen om zelf ook eens iets te proberen schrijven.
    Bijvoorbeeld dit Lento' voor orgel. 

    Bijlagen:
    LENTO.pdf (24.8 KB)   
    Lento_video.mp4 (6.6 MB)   


    10-01-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Pianomuziek

    Alweer hebben we een filmpje op Youtube gevonden met pianomuziek van Jef Tinel.

    Het betreft een 'Ballade' uit december 1929.

    Kijk hier en surf eens naar Youtube zelf....

    Bijlagen:
    Ballade_video.mp4 (8 MB)   


    05-01-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Vlaamse pianomuziek op Youtube

    Sinds kort staan op Youtube nieuwe video's met pianomuziek van Jef Tinel (1885-1972).

    Kijk met ons mee, luister en geniet...
    Stel met ons mee vast dat deze muziek niet misstaat naast die van tijdgenoten zoals De Vocht, Van Hoof....

    De 'Mazurka' dateert uit 1928; de 'Elfendans' uit 1932.
    Het 'Zoete lief herderinneke' werd geschreven in 1931.
    Het frisse met klokkengebeier overgoten 'Zondagmorgen' ontstond op 13 april 1932.

    Op Youtube vind je nog meer.

    Bijlagen:
    Elfendans_video.mp4 (8 MB)   
    Mazurka_video.mp4 (8 MB)   
    Mijn zoete lief herderinneke_video.mp4 (6.4 MB)   
    Zondagmorgen_video.mp4 (7.8 MB)   


    14-12-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Vlaamse kerstliederen op youtube
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Op zoek naar opnames van Vlaamse kerstliederen?

    Op youtube - onder de titel 'Jef Tinel' - kan je een 5-tal video's bekijken en beluisteren met Vlaamse kerstliederen in een koorbewerking van Jef Tinel (1885-1972).
    Zo zijn er: Het viel eens hemels douwe, Stil nu 't kindje slapen wil, Herders Hij is geboren, Kerstlied en Kerstliedje.

    Alle liederen worden uitgevoerd door het vocaal ensemble T'Andernaken uit Halle.

    Te bekijken en beluisteren waard.


    08-12-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Jef Tinel op youtube

    Op youtube werden enkele video's met muziek van Jef Tinel geplaatst.

    Het betreft 6 liederen voor gemengd koor op teksten van Guido Gezelle.
    Ze worden uitgevoerd door het vocaal ensemble T'Andernaken uit Halle.
    Het is een concertopname uit 2002, toen Jef Tinel herdacht werd n.a.v. zijn 30-jarig overlijden.

    Je hoeft enkel 'Jef Tinel' in te typen en je komt er terecht.

    Er is ook een video geplaatst met de uitvoering van 'Wij zijn bereid' op het zangfeest van 2012.

    Alle uitvoeringen worden gedirigeerd door Tinels kleinzoon Peter Leys.


    12-11-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Kristiaan Van Ingelgem krijgt Gaston Feremansprijs
    Geachte mevrouw, meneer, 
    Beste cultuursympathisant 

    We nodigen u bij deze graag uit op de plechtige uitreiking van de 7de Gaston Feremansprijs op zondag 17 november 2013 om 10u30 in het de Keldermanszaal van het stadhuis van Mechelen. 

    De laureaat is Kristiaan Van Ingelgem, een verdienstelijk Vlaams organist, beiaardier, koorbegeleider en componist, die deze tweejaarlijkse prijs krijgt omwille van zijn jarenlange bijdrage tot de promotie van de Vlaamse muziek. 

    Het programma: 
    - 10u30 Verwelkoming 
     o Muzikaal intermezzo door Lorin Lara (Viool) en Willy Appermont (piano) 
    - Laudatio door Ludwig Van Mechelen, Klassiek Centraal 
    - Plechtige uitreiking van de 7de Gaston Feremansprijs aan de heer Kristiaan Van Ingelgem 
    - Dankwoord van de laureaat 
    o Muzikaal intermezzo 
    - Slotwoord door de voorzitter 
    o Muzikaal intermezzo) 
    - Samenzang 
    - 11u45 Feestelijke receptie in Salons Van Dijck 

    Ter info: de Gaston Feremansprijs De Gaston Feremansprijs is een tweejaarlijkse prijs die in 2001 in het leven werd geroepen door het Gaston Feremansfonds. Sinds het ontbinden van het Gaston Feremansfonds in 2008 wordt de prijs toegekend en uitgereikt door Marnixring Gaston Feremans. De Gaston Feremansprijs maakt deel uit van het project van Marnixring Mechelen Gaston Feremans om de componist Gaston Feremans en zijn oeuvre te promoten door het te laten uitvoeren en het in de belangstelling te houden van alle muziekliefhebbers. We willen tevens de mens Gaston Feremans herdenken, die uitermate getalenteerd was, maar verhinderd werd om op het voorplan te treden door de politieke en maatschappelijke omstandigheden (en de daaruit volgende tegenwerking). De prijs wordt toegekend aan een verdienstelijke persoon uit de sociale, culturele, politieke of wetenschappelijke wereld.


    09-11-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Op zoek naar mooie kerstliederen voor koor?

    Stilaan beginnen de koren aan hun programmatie voor de kersttijd.
    Kerstconcerten, nachtmissen en kerstvieringen blijven hoogtepunten voor een koor.
    Wil je eens uitpakken met -weliswaar- traditionele kerstmuziek maar in een andere verpakking dan anders?
    Dan bieden wij een oplossing.
    Oud-Vlaamse kerstliederen in een koorbewerking van Jef TINEL.
    Een dubbele garantie op degelijkheid: de oude liederen hebben reeds eeuwen hun waarde bewezen en Jef Tinel staat borg voor een zeer goed en zingbare bewerking.
    Meer dan het proberen waard.
    Er zijn ook enkele originele composities bij.
    Op deze blog vind je bovenaan heel wat kerstmuziek van Tinel.
    Wij geven hier ook enkele partituren mee...

    Laat de kersttijd maar komen!

    Bijlagen:
    Jef Tinel _ Adeste fideles.pdf (381.3 KB)   
    Jef Tinel _ Br. Dorothé _ Drie koningen (gemengd koor + klavier ad libitum).pdf (20.9 KB)   
    Jef Tinel _ Br. Dorothé_ Kerstliedje.pdf (67.2 KB)   
    Jef Tinel _ De drie coninghen (SATB).pdf (52.4 KB)   
    Jef Tinel _ Het viel eens hemels douwe.pdf (116.8 KB)   
    Jef Tinel _ Oud Vlaamse kerstliederen _ 1. Maria die zoude.pdf (29.4 KB)   
    Jef Tinel _ Oud Vlaamse kerstliederen _ 2. Herders, Hij is geboren.pdf (30.4 KB)   
    Jef Tinel _ Oud Vlaamse kerstliederen _ 3. Ons is geboren een kindekijn.pdf (26.5 KB)   
    Jef Tinel _ Oud Vlaamse kerstliederen _ 4. De herdertjes lagen bij nachte.pdf (33.4 KB)   
    Jef Tinel _ René De Clercq _ Adeste-liedje.pdf (69.7 KB)   
    Jef Tinel _ Stil nu 't kindje slapen wil.pdf (56.1 KB)   


    31-10-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Clem De Ridder overleden
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Gisteren, 30 oktober 2013, overleed in Bertem de 93-jarige dichter en Vlaams voorman Clem De Ridder. Hij werd in Opwijk geboren in 1920.

    We herinneren ons De Ridder uiteraard als degelijk voorzitter van het Davidsfonds met belangstelling voor cultuur en geschiedenis van Vlaanderen, als consequent en trouw lid van het IJzerbedevaartcomité, als leider van het Egmontcomité, als spreker op de IJzerwake, als publicist en auteur.

    Op deze blog herinneren we ons Clem De Ridder vooral als tekstdichter voor manifestaties als de IJzerbedevaart en het Vlaams-Nationaal Zangfeest.
    Hij publiceerde een bundel 'Zingen wij ons eigen lied' met een rijke keuze aan stap-, strijd, heimat- en religieuze liederen uit de Vlaamse liederenschat van o.a. Peter Benoit, Lodewijk Mortelmans, Emiel Hullebroeck, Jef Tinel, Renaat Veremans, Armand Preud'homme, Ignace De Sutter, Lode Dieltiens en Jos Mertens.

    Emiel Hullebroeck schreef heel wat populaire liederen op teksten van De Ridder: Hoge Vrouwe in de hemel, Brabant, Zelfbestuur, Kerstliedje, Rodenbachlied...
    Ook Lode Dieltiens bediende zich van De Ridders teksten: De gewijden en Meetjesland. 

    Hopelijk blijft de dichter voortleven in zijn gezongen liederen.



    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Kristiaan Van Ingelgem
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    7de Gaston Feremansprijs 

    Zondag 17 november 2013 om 10.30 uur: plechtige uitreiking van de 7de Gaston Feremansprijs aan Kristiaan Van Ingelgem, organist, beiaardier en componist uit Aalst. 

    Laudatio door Ludwig Van Mechelen - Klassiek Centraal 

    Organsatie: Marnixring Gaston Feremans – Mechelen

    Van harte proficiat!


    30-10-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Louis Neefs
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    U wordt uitgenodigd op het concert "Mechelen zingt Louis Neefs" op zondag 17 november om 16 u. in het Sint-Romboutscollege, Veemarkt 56 te Mechelen. 
    Met dit feestelijke meezingconcert wil men Louis Neefs eer betonen. 

    De uitvoerders Connie Neefs, Paul Stok, Hannelore Candries (de dochter van Connie) en Gery's Big Band vertolken vele klassiekers van Louis Neefs. 
    De liederen en het leven van Louis Neefs worden geïllustreerd met behulp van een foto- en filmmontage. 

    Het concert heeft plaats in de mooie, historische podiumzaal van het Sint-Romboutscollege. 
    Na afloop is er een gezellige receptie met muzikale omlijsting. 

    In bijlage vind je de affiche in elektronische vorm. 

    Mis dit unieke concert niet! 

    Inkomkaarten kosten in voorverkoop 12 euro (10 euro voor gepensioneerden en studenten). 
    Aan de kassa betaal je 15 euro (12 euro voor gepensioneerden en studenten). 
    Je kan inkomkaarten verkrijgen bij Verlinden Slaapcomfort, Onze-Lieve-Vrouwstraat 101, Mechelen - via e-mail: mechelenzingtneefs@gmail.com of telefonisch: 0478 / 05 86 46 

    Indien je telefonisch bestelt, geef dan duidelijk aan: naam, voornaam, e-mailadres (of postadres), aantal gewenste inkomkaarten: aantal gewone en/of aantal met korting.

    Bijlagen:
    Mechelen-zingt-Louis-Neefs.pdf (838.8 KB)   


    16-10-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Koorpartituren van Vlaamse componisten
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Beste koordirigent, koorcomponist, 

    Sinds begin van dit jaar zijn er op onze website www.koorpartituren.be met beschrijving van koorpartituren meer dan 700 titels bijgekomen van hedendaagse Vlaamse koorcomponisten. 
    In totaal staan er nu van onze componisten 6428 titels op de website. 
    We kunnen niet genoeg u aanbevelen werken van onze toondichters te programmeren. 
    Dirigenten die op zoek gaan naar werken voor de kerkelijke feesten (kerstmis, Pasen ....) kunnen via de zoekvelden van de kolommen zeer gemakkelijk de gewenste compositie opvragen. 

    Een klein voorbeeld: 
    typ in het zoekveld THEMA/kerstmis TIJDPERK/v 20-21 en men bekomt meer dan 700 composities van hedendaagse Vlaamse koorcomponisten voor kerstmis. 

    In de Abdij Van Affligem bevindt zich het archief van Dom Augustinus Verhaegen (1886-1965). Een minder bekende componist die zeker onze aandacht verdient. Vooral enkele missen en motetten zijn zeer mooi. In de bijlage stuur ik een voorbeeld: het motet O Oriens. 

    De komende maanden gaan we enkele mooie werken digitaliseren en via onze website bekend maken. 

    Twee jaar geleden hebben een aantal componisten in opdracht van de muziekacademie van Diksmuide 150 souterliedekens gecomponeerd naar een cantus firmus van Clemens non Papa. Al de liederen staan op onze website. 
    Typ in het zoekveld van de kolom BUNDEL/BOEK 150 nieuwe en u bekomt al de souterliedekens. Als u in de kolom DEMOPARTITUUR demo – academie voor muziek en woord Clemens non Papa-Diksmuide aanklikt komt men op de website met een pdf van al de partituren! 

    Componisten kunnen nog altijd de beschrijving van hun composities die nog niet op onze website staan opsturen. (Zie fiche in de bijlage)

    Met vriendelijke groeten. 
    Jaak Van den Borre veldstraat 4
    9900 Eeklo 
    tel: 09 377 32 42 
    E-mail: jaak.van.den.borre@telenet.be

    Bijlagen:
    1Fiche - kopie.doc (32.5 KB)   
    O Oriens.pdf (174.3 KB)   


    05-10-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Willy Ostijn 100
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    In 2013 zou Willy Ostijn 100 jaar geworden zijn.
    Hij werd in 1913 geboren in Kachtem en overleed in 1993 in Roeselare.
    Hij was leraar, organist, pianist en componist.
    Onder zijn leraars treffen we niet de minsten aan: Marinus De Jong, Flor Peeters, Staf Nees, (Lemmensinstituut), Lodewijk Mortelmans, Jef Van Hoof (privé) en Joseph Ryelandt (Gents conservatorium).
    Op Youtube (enkel "willy ostijn" intypen) vind je heel wat muziekfragmenten van deze interessante componist: orkestwerken, stukken voor solo-instrument en piano en zelfs een foxtrot.
    Ostijn schreef ook nog een frisse operette: Het meisje van Damme, een romantische cantate: Westland en werken voor orgel, piano....

    Op de internationale muzieksite IMSLP kan je heel wat partituren lezen en downloaden.


    28-09-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Kurt Bikkembergs 50
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    In 2013 viert Kurt Bikkembergs zijn ontmoeting met Abraham.
    We wensen hem ad multos annos!

    Graag wijzen we op 2 cd's met muziek van Kurt.

    'Water, water, babbelwater' en 'Prometheus'.

     Je kan de 2 cd's bestellen door € 30 te storten op het nummer IBAN BE79 7512 0364 1133 van BIC AXABBE22 of Montefagorum, met vermelding “Kurt 50”.


    23-09-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Boeck or not De Boeck
    Klik op de afbeelding om de link te volgen
    De gemeente Asse wil de naam van de bestaande muziekacademie 'August De Boeck' omvormen tot 'Academie voor muziek, woord, beeldende kunsten en dans.....'.
    Omdat de academie meer dan muzieklessen inricht, moet de naam van de componist De Boeck verdwijnen.
    Zo oordeelt men in Asse.

    Wij betreuren dat.
    De Boeck is immers in de regio Asse, Brussel, Merchtem.... een naam als een klok.
    De Boeck was een componist van internationaal niveau en met internationale erkenning.
    Een man om fier op te zijn, als Vlaming.

    Fier? Neen dus. Weg die naam!

    Net zoals in Gentbrugge de naam 'Emiel Hullebroeck' weg moest.
    Net zoals beelden, graven en plaketten van Vlaamse musici -om niet over partituren te spreken!- overal liggen en staan te verkommeren.
    Onze overheid toont weinig of geen respect voor onze eigen componisten.

    Heel wat Vlaamse prominente musici hebben al een protestbrief gestuurd naar het gemeentebestuur van Asse.
    Doet u mee?

    Dank!


    16-09-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Pianomuziek van Vlaamse toondichters
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Natuurlijk kennen we de pianomuziek van Peter Benoit, Edgar Tinel, Lodewijk Mortelmans, Jef Van Hoof, Marinus De Jong, Emmanuel Durlet, Peter Cabus, Piet Swerts ....

    Vaak gaan uitvoerders echter voorbij aan het werk van Jef Tinel.
    Ook hij componeerde nochtans heel wat muziek voor klavier.
    Korte (en minder korte) verhaaltjes, als het ware, zoals 'Kabouters', 'Sprookje', 'Lentefeest', 'Herfst', 'De kerels', maar ook mazurka's en walsen. Opgewekte stukken en intieme avondliedjes. We vonden in de manuscripten ook een klaviersuite bestaande uit 4 delen.
    Deze suite werkte Tinel later uit tot een orkestsuite.

    Op de site Tinel_jef (seniorennet) en bij IMSLP (zie rechts voor beide 'links') zijn onlangs een reeks pianowerken gepubliceerd. 
    Meer dan de aandacht waard.


    29-08-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Mgr. Jules Van Nuffel
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Gelezen bij Koor en stem: 

    Om tegemoet te komen aan de groeiende vraag ontwikkelde Koen Vits in overleg met de familie Van Nuffel een website rond de figuur en de muziek van Jules Van Nuffel (1883 - 1953). 

    Op termijn is het de bedoeling dat deze webstek kan uitgroeien tot een knooppunt waar dirigenten, koren en muziekliefhebbers informatie kunnen uitwisselen en terecht kunnen met al hun vragen over het leven en werk van Van Nuffel. 

    Thans bevat de website reeds een beknopte biografie, een discografie en een volledige catalogus van de composities met hun vindplaats. 

    Neem gerust eens een kijkje en laat je indrukken en suggesties achter op het contactformulier www.julesvannuffel.be. 

    Een goed initiatief waar nood aan was!


    26-07-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Vlaams heimatlied nog niet dood..
    Klik op de afbeelding om de link te volgen


    Uiteraard blijven Emiel Hullebroeck, Jef Van Hoof, Jef Tinel, Lodewijk De Vocht, Renaat Veremans, Armand Preud'homme, Gaston Feremans, Jos Mertens, Lode Dieltiens.... onze grote klassieke toondichters van heimatliederen, streekliederen, strijdliederen ... ter ere van Vlaanderen. Nooit kan en mag het ANZ hen vergeten en voorbijgaan bij het samenstellen van programma's van zangfeesten en andere liedprogramma's of bij hun digitaliseringsproject.

    Toch worden ook vandaag nog fijne 'volksliederen' geschreven.

    Een klassieker werd al Will Tura met zijn 'Omdat ik Vlaming ben' en 'Vlaanderen, mijn land'.
    Boudewijn De Groot scoorde een topper met 'Land van Maas en Wael', net zoals Rocco Granata met zijn 'Vlaanderen, mijn land'.
    Herman Elegast schreef een schitterend strijdlied op tekst van Anton Van Wilderode: 'Volk word(t) staat!'
    Ook Raymond van het Groenewoud schreef een mooi lied over zijn taal: 'Ik zing in de taal van mijn moeder'. Heel wat meer geslaagd dan zijn 'Vlaanderen boven' vind ik zelf.
    Tijdens de reeks Vlaanderen muziekland maakten we kennis met een nieuwe ode aan Vlaanderen en zijn taal. Nicole en Hugo zongen er 'Hier in m'n Vlaamse land'.
    Een rustig liefdeslied voor Vlaanderen en de Vlaamse taal.
    Een eenvoudige melodie die je meteen meezingt.

    Als je ziet hoe de verzamelde menigte dat lied (en uitvoerders) toejuicht en met leeuwenvlaggetjes zwaait, kan je alleen maar besluiten dat het Vlaamse heimatlied nog niet dood is.

    Bijlagen:
    Nicole & Hugo - Hier in m'n Vlaamse land.mp4 (8 MB)   


    23-07-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Noordzee
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Gestimuleerd door het voorbeeld van Nicole en Hugo en geïnspireerd door een verblijf aan de Vlaamse kust probeerde ikzelf ook eens een heimatliedje te schrijven.
    Over de Noordzee uiteraard, de zee van het Vlaamse land.
    Geen hoogstaande poëzie, maar eigen rijmende zinnen over zee en strand....
    Een volkse melodie met eenvoudige pianobegeleiding.

    Bijlagen:
    DE NOORDZEE.mid (13.6 KB)   
    DE NOORDZEE.pdf (71.9 KB)   


    20-07-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Alice Nahon 80 jaar geleden overleden

    80 jaar geleden overleed de dichteres Alice Nahon (1896-1933).
    Op haar gedicht 'Geloof' componeerde Jef Tinel in 1922 dit mooie lied.
    Let op de stuwende pianobegeleiding met wisselende triolen in beide handen.

    Bijlagen:
    Sololied_Geloof.pdf (54 KB)   
    ZO KLINKT_Sololied_Geloof.mid (7 KB)   


    11-07-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Vlaamse liederen
    Klik op de afbeelding om de link te volgen
    Op Klara niet veel Vlaamse muziek gehoord vandaag, hoewel we de Vlaamse feestdag vierden.

    We hebben nochtans schitterende muziek die in ons land geschreven is.
    Zo bijvoorbeeld het stemmige lied 'De dag nu sterven gaat' van Jef Tinel op tekst van Marcel Breyne.
    Hoor de avond vallen en de avondklok luiden.....

    Bijlagen:
    Sololied_De dag nu sterven gaat.pdf (55.6 KB)   
    ZO KLINKT_Sololied_De dag nu sterven gaat.mid (9.3 KB)   


    10-07-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Muzikale groet voor 11 juli
    Klik op de afbeelding om de link te volgen
    Ter gelegenheid van de Vlaamse feestdag van 11 juli publiceren we hier een lied.
    De tekst is de bekende 'Psalm' van Albrecht Rodenbach.
    Ondergetekende plaatste er een eenvoudige melodie op en voorzag die melodie van een al even  eenvoudige pianobegeleiding.

    'Vlaandren bovenal!'

    Bijlagen:
    PSALM (lied).mid (6.1 KB)   
    PSALM.pdf (39.6 KB)   


    02-06-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Miel Cools overleden
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Via de media vernamen we het overlijden van Miel Cools, de Vlaamse troubadour.
    We herinneren ons Miel als de fijne en sympathieke verteller en zanger met de gitaar.
    Hij vulde grote en kleine zalen en bracht de juiste sfeer in het Sportpaleis en de Lotto-Arena tijdens verschillende Vlaams-Nationale Zangfeesten.
    In maart was hij er nog eregast.
    Wij blijven zijn 'Soldaat', 'Houden van', 'Boer Bavo', 'Dit is de tijd'... zingen en koesteren.


    15-03-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Vic Nees overleden


    Gisteren vernamen we het overlijden van de Vlaamse componist-dirigent-pedagoog-causeur Vic NEES (1936-2013).

    Een pijnlijke verrassing.

    Temeer daar op 10 maart nog een passie van hem in première ging (zie een vorig bericht).


    Als in memoriam publiceren we het artikel dat we schreven n.a.v. zijn 75ste verjaardag in 2011.


     
    VIC NEES 75

     

     

    Vic Nees werd op 8 maart 1936 in Mechelen geboren.

    Zijn vader was de legendarische beiaardier, componist, organist en dirigent Staf Nees (1901-1965). Geen wonder dus dat zoon Vic ook de muzikale weg insloeg.

    Na een korte stap in de Letteren en Wijsbegeerte keerde hij zich spoedig tot de muziek. Hij studeerde harmonie, fuga, contrapunt en compositie aan het Koninklijk Vlaams Conservatorium van Antwerpen bij o.a. Flor Peeters en Marcel Andries. Aan de Hochschule für Musik in Hamburg bekwaamde hij zich in koordirectie bij Kurt Thomas. In 1964 werd hij laureaat van de Meisterkurs für Chorleitung. Het koorleven liet hem niet meer los en vice versa.

    Vic Nees werd in 1961 producer bij de BRT (nu VRT) voor koormuziek en van 1970 tot 1996 dirigeerde hij het omroepkoor.

    Hij dirigeerde daarnaast het Vokaal Ensemble Philippus de Monte in Mechelen en het Ter Kamerenkoor in Brussel.

    Als dirigent heeft Vic Nees steeds veel aandacht besteed aan de Vlaamse koormuziek. Zowel de romantische als de hedendaagse Vlaamse componisten kwamen in zijn dirigeeractiviteiten vaak en uitgebreid aan bod. Hij bezit een encyclopedische kennis van de koormuziek die in ons landsgedeelte geschreven is en moedigt elk (jong) talent aan.

    Hij was jarenlang muzikaal adviseur bij het ANZ en adviseert nu de koorfederatie Koor en Stem. Via jurywerk, cursussen, lezingen en artikels in muziektijdschriften timmert hij nog steeds aan de weg van het Vlaamse koorleven.

    Maar Vic Nees is veel meer dan een schitterend uitvoerend artiest en pedagoog.

    Hij componeerde kamermuziek, piano- en orgelwerken en liederen, maar vooral koorwerken van allerlei formaat en soort. Van eenvoudige eenstemmige (volks)liederen, volksliedbewerkingen tot sterk uitgewerkte motetten, cantates en oratoria.

    Zijn stijl is sterk beïnvloed door de Duitse koorvernieuwing halfweg vorige eeuw onder impuls van Hugo Distler. Typisch en herkenbaar zijn het spelen met en verschuiven van woordaccenten, clusters, syncopen en repetitieve frases. Tekstplaatsing en verstaanbaarheid zijn uiterst belangrijk en bepalen het hele ritme en de melodie. Hij zoekt tevens een hedendaagse aansluiting bij de renaissancemuziek en de polyfonie van Heinrich Schütz. Zo streeft hij naar soberheid en verinnerlijking. De zanglijnen zijn niet verticaal maar lineair en horizontaal gedacht. Elke partij heeft een eigen onafhankelijke melodie. De harmonie blijft echter wel tonaal. Soms gebruikt hij avant-gardistische technieken van spreekkoren en geluidenimitaties. Maar steeds met respect voor de klassieke traditie.

    Vic Nees werd bekroond met talrijke (inter)nationale prijzen. Het vandaag gelauwerde platenlabel Phaedra bracht verschillende werken van Vic Nees uit op cd.

    Onlangs verscheen ‘O song, portret van een koorcomponist’ over leven en werk van de 75-jarige componist. Boek en bijhorende cd kunnen besteld worden bij Koor en Stem. 

    Wandellied is een typisch voorbeeld van een eenstemmig lied, bedoeld als volkslied. Het munt uit door een frisse, eenvoudige en vlot meezingbare melodie. Wij zongen het tijdens het 74ste Vlaams Nationaal Zangfeest uit volle borst als hulde aan deze grote en verdienstelijke Vlaming.

    Tijdens de misviering van de Ijzerwake in augustus 2011 zingen we zijn Ik wandel door Gods seizoenen. Het kadert in dezelfde stijl als het wandellied.


    19-02-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.CD met muziek ter ere van Hendrik Conscience
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    In 2012 herdachten we de 200ste verjaardag van de schrijver uit Antwerpen die zijn volk leerde lezen.
    In het kader van dit herdenkingsjaar vond er in december in Schilde een concert plaats met muziek die ter ere van Conscience werd geschreven.
    Zo stond de Consciencecantate van August De Boeck op het programma net zoals de cantate Conscience herdacht van Peter Benoit. Daarnaast was er nog muziek te horen van o.a. Jef Van Hoof, Karel Candael, Lodewijk Mortelmans en Janpieter Biesemans. Uitvoerders waren het Helicon-ensemble en het orkest La Passione onder leiding van Geert Hendrix.

    Van dit concert is een cd-opname met infoboekje te koop.
    De stukprijs bedraagt 10 € + 2 € verzendingskosten, te betalen op rekening 733-0270098-80 op naam van de Gilde van Baas Gansendonck. 
    De bestelling wordt opgestuurd zodra de betaling is ontvangen.  


     
     


    13-01-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Markante verjaardagen in 2013
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Natuurlijk zijn er in 2013 opnieuw enkele componisten die perfect in de schijnwerper kunnen geplaatst worden omwille van een markante verjaardag.

    Zo gedenken we de 100ste verjaardag van:
    -Albert Delvaux;
    -Willy Ostijn;
    -Ernest Van Der Eyken.

    Precies 120 jaar geleden werden volgende componisten geboren
    -Emmanuel Durlet;
    -Herman Meulemans;
    -Godfried Devreese.

    Karel Candael zag 125 jaar geleden het levenslicht.

    Enkele componisten verlieten ons een opmerkelijk aantal jaren geleden:
    -65 jaar geleden: Karel Candael;
    -25 jaar geleden: Maurits Deroo en Marcel Poot;
    -20 jaar geleden: Karel Goeyvaerts, Willy Ostijn en Renier Van Der Velden;
    -15 jaar geleden: Willem Kersters;
    -10 jaar geleden: Peter Welffens.

    Gelukkig kunnen we ook enkele belangrijke nog levende toondichters in de bloemetjes zetten.
    Roland Coryn telt in 2013 precies 75 lentes en Raymond Schroyens mag 80 kaarsjes uitblazen.
    Aan hen beiden een ad multos annos!

    Hopelijk kunnen we van al deze (en andere) Vlaamse componisten dit jaar enkele werken horen. 



    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Blog voor Jef Tinel

    Bij seniorennet is een nieuwe blog gestart.
    Het is er de bedoeling de Vlaamse componist Jef Tinel (1885-1972) in de kijker te stellen via info over leven en werk en via partituren en luisterfragmenten.
    Het adres is eenvoudig: bij seniorennet: Tinel_Jef .

    Veel leesgenot.


    07-01-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.75 Vlaams Nationale Zangfeesten
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Enkele weken geleden woonden we in een zaaltje van de Lotto-Arena de voorstelling bij van het nieuwe boek 'Wij zingen Vlaanderen vrij' van Paul Cordy.
    Paul Cordy is de regisseur van het Vlaams-Nationaal Zangfeest en is al jaren nauw bij het zangfeest betrokken.
    Naar aanleiding van 75 zangfeesten op rij, schreef hij als historicus een monografie over de geschiedenis van het zangfeest. Een lees- en kijkboek.

    Binnenkort krijgt u hier een bespreking van dit boek.

    Tijdens de voorstelling konden we Cristel de Meulder horen in de uitvoering van enkele liederen van o.a. Peter Benoit, Lodewijk Mortelmans, Lodewijk Ontrop, Joseph Ryelandt en Ignace De Sutter.
    Auteur Cordy gaf een toelichting bij zijn boek net als musicoloog Jan Dewilde. Hij belichtte de muzikale betekenis van de zangfeesten.
    ANZ-voorzitter Erik Stoffelen wees op het belang van het ANZ en het boek in de Vlaamse muziekwereld en politiek.
    Een vertegenwoordigster van het Davidsfonds stelde als uitgever het boek voor.

    Een fijne receptie sloot de zitting af die door een 100-tal genodigden werd bijgewoond.

    En nu op naar de 76ste editie!
    Zondag 3 maart 2013 om 14.30 uur in de Antwerpse Lotto-Arena. Het programma belooft weer goed te zijn....

     


    27-12-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Tinel, Jef en Edgar

    In 2012 kan men speciale aandacht besteden aan de muziek van twee componisten met de naam Tinel.

    Edgar Tinel (1854-1912) overleed precies 100 jaar geleden.
    Hem voorstellen aan muziekliefhebbers is overbodig. Iedereen kent hem als directeur van het Lemmensinstituut en Brussels conservatorium, als muziekinspecteur en kapelmeester van het Hof.
    Edgar Tinel componeerde een massa kunstliederen, koorwerken voor a-capellakoor of met begeleiding, cantates, oratoria, piano- en orgelwerken en werken voor orkest.
    Hij was de grote collega en antipode van Peter Benoit. Waar Benoit begon met religieuze composities en eindigde als Vlaams nationalistisch toondichter begon Tinel als epigoon van Benoit met volkse cantates zoals Klokke Roeland en evolueerde hij tot groot religieus toondichter van werken als Godelieve, Franciscus, Te deum.....
    Gezelle was een van zijn geliefkoosde leveranciers van teksten. Hij was zelfs peter van een van Tinels zonen.



    Jef Tinel (1885-1972) was de neef en tevens petekind van Edgar Tinel.
    Hij studeerde o.a. aan het Lemmensinstituut bij Edgar Tinel en in Gent bij Leo Moeremans.
    Jef Tinel bouwde een rijke carri�re uit als organist, dirigent van koren en harmonie�n, dirigent op massamanifestaties zoals de IJzerbedevaart, 11-julivieringen en Vlaams-Nationale Zangfeesten. Hij was muziekleraar en directeur van de muziekschool in Maldegem.
    Hij componeerde kunst- en volksliederen, missen, koorwerken (met of zonder begeleiding), cantates, orkestwerken en werken voor orgel en piano.
    Op het zangfeest en de IJzerwake van 2012 zingt men uiteraard zijn strijdlied 'Wij zijn bereid'. Maar Jef Tinel betekent meer dan dat. Zijn andere werken verdienen een ruime aandacht.
    Voor liederen en koorwerken ging hij vaak te rade bij Gezelle, Rodenbach of Ren� De Clercq, maar ook bij eigentijdse dichters als Willem Gijssels, Jozef Simons en Anton Van Wilderode
    Hij kadert in de laat-romantiek naast figuren als Jef Van Hoof, Ivo Mortelmans, Arthur Verhoeven, Renaat Veremans en Lodewijk De Vocht. Hij werd door kenners als Jules Van Nuffel, Alfons Moortgat en Emiel Hullebroeck geprezen als een zeer getalenteerd componist met een eigen stijl. Vandaag stellen we vast dat ook buitenlandse koren interesse krijgen voor zijn werk. Dus mag Vlaanderen niet achterblijven.
    Jef Tinel overleed precies 40 jaar geleden.



    Koren en andere muziekenensembles kunnen een origineel programma uitbouwen rond de muziek van oom en neef Tinel.
    Partituren van Edgar Tinel zijn verspreid. Maar voor werken van Jef Tinel kan men bij de eigenaar van deze blog terecht, maar ook bij o.a. Koor en Stem, het ANZ en de WIMA-muziekpartiturensite, de site IMSLP of bij CPDL.

    Wil men een derde figuur erbij betrekken, dan is er steeds mogelijkheid om August De Boeck (1865-1937) te programmeren. Hij was een persoonlijke kennis van beide Tinels. De Boeck overleed precies 75 jaar geleden.

    We kijken uit naar originele concertprogramma's.......


    22-09-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Boeck herdacht in Merchtem
    Klik op de afbeelding om de link te volgen
    Op vrijdag 21 september sloot het De Boeckcomité in Merchtem de zomer én het jubeljaar August De Boeck af.
    Na een heel rijkgekleurd palet van  activiteiten werd de kers op de taart gezet.
    Het Nationaal Orkest van België o.l.v. Norbert Nozy bracht een avondvullend De Boeckconcert. Dat was, naar intendant Frank Teirlick vertelde, van 1939 geleden.

    Een nagenoeg volle kerk luisterde geboeid naar:
    -Dahomese rapsodie;
    -Pianoconcerto;
    -Orkestsuite Francesca;
    -Symfonie in sol.

    De élan van het orkest groeide naar het einde toe.
    De Dahomese rapsodie mocht wat virtuoser en spitanter. In het pianoconcerto leek het orkest me wat log. Pianist Jozef De Beenhouwer -die het concerto voor Hansklavier omzette naar piano - vertolkte de partituur met gloed.
    Frits Celis' bewerking van Francesca was een pareltje orkestmuziek. Louterend en hartstochtelijk.
    De symfonie was een werkelijke apotheose. Fantastisch georkestreerd. Deskundig gespeeld met het leidmotief. Verrassend fris, melodieus, romantisch met wat impressionistische trekjes. Verstilde passages en uitbundige momenten wisselen elkaar spontaan en natuurlijk af. Het orkest en dirigent lieten zich ten volle meegaan op de muziek.

    Het publiek - we herkenden o.a. componist Vic Nees, dirigent en ereconservatoriumdirecteur Michaël Scheck, Phaedrabezieler Luc Famaey, vertegenwoordigers van muziekkringen zoals de Servaiskring in Halle en het Edgar Tinelcomité in Sinaai - was heel opgetogen over de mooie avond.
    Het glaasje De Boeckwijn na afloop kon de sfeer alleen maar bevestigen....
     


    18-09-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Ereburgers van Grimbergen

    We vernemen dat Grimbergen 2 ereburgers (bij) heeft.
    Organist Kamiel D'Hooghe  en koorcomponist en dirigent Vic Nees werden uitgeroepen tot ereburger van hun stad.
    We feliciteren hen en zijn blij dat klassieke Vlaamse musici deze eer krijgen.






    12-07-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hullebroeck
    Proficiat aan zanger Paul Claus en pianiste Ellen Lampo.Hun optreden gisteren met liederen van Hullebroeck in het Casinocursaal van Oostende was schitterend.

    Mooie liederen, stijlvol gebracht.

    Nog van dat!!!


    10-06-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Muziek van Jef Tinel in de Brusselse kathedraal

    Ter gelegenheid van sacramentszondag voerde het Brussels Kathedraalkoor o.l.v. Kurt Bikkembergs de Missa in honorem sacratissimi Sacramenti van Jef Tinel uit. Organist Bart Jacobs begeleidde.
    Passender kon het niet.
    Deze mis voor gemengd koor en orgel werd geschreven in 1915. Ze is vol(laat)romantisch en ademt de sfeer van het Lemmensinstituut, waar Tinel zijn opleiding genoot.

    We hoorden de kleine delen: Kyrie, Sanctus-Benedictus en Agnus Dei.
    De compositie is sterk thematisch uitgebouwd en bevat mooie fugatische gedeelten. Ze is erg melodieus en contrastrijk. Klasssiek opgebouwd.
    Sprekend is de tekstuitbeelding. Het orgel krijgt in deze partituur een interessant aandeel.

    Het koor trad op in een beperkte bezetting, maar toch werd een volle klank gerealiseerd. De uitvoering was partituurgetrouw en genuanceerd. Intiem en ingetogen. De uitbundige stukken klonken opgewekt zoals voorgeschreven. Koor en orgel vloeiden naadloos in elkaar over.
    De goed gevulde kathedraal luisterde aandachtig en beloonde het koor met een spontaan applaus.

    Naast Jef Tinel kregen ook de Vlamingen Peter Pieters, August De Boeck en Jaak-Nicolaas Lemmens een plaatsje in het programma.

    We kijken hoopvol en vol verwachting uit naar de uitgave en uitvoering van deze Sacramentsmis waarbij ook het Gloria en Credo aan bod kunnen komen. Wie weet een cd-opname? Samen met Tinels 'O salutaris hostia'?
    Alvast oprechte dank en felicitaties aan dirigent en uitvoerders!




         Kurt Bikkembergs                                Jef Tinel






               Bart Jacobs


    16-05-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Jef Tinel op Wikipedia

    Deze namiddag werd het artikel 'Jef Tinel' op de site van Wikipedia definitief behouden.
    Het artikel geeft een beeld over de opleiding, de loopbaan en de composities van deze Vlaamse componist, organist, dirigent en pedagoog. Er is ook een bronnenlijst opgenomen.
    Neem er eens een kijkje.
    Heel wat andere Vlaamse componisten hebben er ook hun pagina (Peter Benoit, Jan Blockx, Edgar Tinel, Renaat Veremans, Marinus De Jong, Jef Van Hoof, Lodewijk De Vocht, Johan Duijck ...).


    29-04-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Peter Benoit

    Warm aanbevolen...

    A propos Peter Benoit - Op stap met een groot Antwerpenaar
    Patrick Verhoeven
    Peter Benoit werd voor de muziek wat Hendrik Conscience voor de literatuur betekende: de man die zijn volk leerde zingen. Maar Benoits betekenis is in Vlaanderen nauwelijks nog bekend. De gids A Propos Peter Benoit wil hierin verandering brengen. Auteur Patrick Verhoeven neemt u in de voetsporen van Benoit mee door Antwerpen, de stad waar de toondichter zijn grootste muzikale triomfen kende, maar ook bittere tegenslagen en ontgoochelingen te incasseren had. De hedendaagse beleving van Benoit wordt niet vergeten en er wordt kritisch gekeken naar de manier waarop vandaag in de stad met zijn erfgoed wordt omgegaan. De rijk geillustreerde wandelgids neemt de lezer tenslotte mee op uitstapjes naar de Antwerpse Kempen, de Leiestreek, Brussel en Parijs, plaatsen die ook een belangrijke rol hebben gespeeld in het leven van Benoit.


    Uitgeverij: Pandora
    Referentie: ANZ 535

    Prijs: 14 Euro


    13-03-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Jan Haderman 60!

    Een formidabel concert! Zeker niet te missen  voor liefhebbers van harmonie en fanfare:

    Jan Hadermann, componist en gastdocent Harmonie- en fanfaredirectie, wordt 60 !

     

     

     

     

    Jan Hadermann is laureaat compositie en muziekopvoeding van het Lemmensinstituut te Leuven. Achteraf bekwaamde hij zich verder aan het conservatorium van Antwerpen bij Willem Kersters, wat resulteerde in een Eerste Prijs compositie. In 1993 mocht hij de vierjaarlijkse SABAM-prijs voor hafabra in ontvangst nemen. Sedert 1973 is hij docent contrapunt, fuga en compositie aan het Lemmensinstituut en sinds 1994 gastdocent hafadirectie aan het conservatorium van Antwerpen. Zijn oeuvre omvat werken voor symfonisch orkest, koor, piano, kamermuziek en elektronische muziek. Voor dit huldeconcert werd gekozen voor kamermuziek door studenten, alumni en docenten koperblazers en werken voor harmonieorkest.

     

    Naar aanleiding van Hadermanns 60ste verjaardag organiseren de afdelingen koperblazers en hafa-orkestdirectie o.l.v. Dirk De Caluwe van het Koninklijk Conservatorium Antwerpen met veel enthousiasme dit huldeconcert.

     

    Op het programma staan o.a. het virtuoze Wicker-work voor trompet en tape door Alain De Rudder, de Introductie en Inventie voor trombone en tape door Jan Smets en Faits Divers, door Alain De Rudder, Steven Verhaert (trompet), Rik Vercruysse (hoorn), Jan Smets (trombone) en Bernd Van Echelpoel (bastuba).

     

    Het Harmonieorkest Conservatorium Antwerpen o.l.v. Dirk De Caluwe met als solist Ivo Hadermann brengt het geheel nog meer luister bij met het Concerto per corno e orchestra, bewerkt voor harmonieorkest door 3 studenten uit de masteropleiding voor hafadirectie: Sam Gevers, Tijl Verhaeghe en Hannes Van Lancker. In deze bewerking beleeft dit concerto, geschreven in 1982, een wereldpremière.

     

    Het iets lichtere genre komt aan bod door Steven Verhaert als solist in de Ballad voor flugel en harmonieorkest. Het huldeconcert wordt feestelijk afgesloten met het recente en imposante Refraction, uiteraard ook voor harmonieorkest.

     

     

     

    Praktisch:

     

    Huldeconcert Jan Hadermann

    13 maart 2012, 20u

    Blauwe Zaal, deSingel

    Toegang: 6/4 euro –

     

    Gratis en zonder reservatie voor leden vzw Vrienden Conservatorium Antwerpen!

     


    10-11-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Vlaamse koormuziek gebundeld

    Gelezen bij Koor en Stem:

     
    Mi lanct na di

    nieuwe liedbundel voor basiskoor


    Mi lanct na di bundelt hedendaagse koormuziek uit Vlaanderen voor gemengd basiskoor met 1 mannenstem. Verkrijgbaar vanaf 14 juni.

    Eenvoudige hedendaagse koormuziek voor driestemmig basiskoor, een contradictio in terminis? Wij vinden van niet. Koor&Stem stelde een bundel samen én ontwikkelde een speciaal traject rond hedendaagse koormuziek uit Vlaanderen. Vanaf half juni kan je de bundels aanschaffen, in september en oktober bieden we in Leuven, Overpelt, Kortrijk en Sint-Niklaas ateliers aan en op de Dag van de Vlaamse Koormuziek kan je samen met een hoop andere koren en onder de deskundige leiding van Ludo Claesen en Ignace Thevelein het repertoire doorzingen onder begeleiding van I Solisti del Vento. Met profaan en religieus werk voor driestemmig koor van Vic Nees, Lode Dieltiens, Joost Termont, Kurt Bikkembergs, Noor Sommereyns, Ludo Claesen e.a.

    Bundel en traject: 15 euro/persoon

    Voor meer info: www.dagvandevlaamsekoormuziek.be


    11-10-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dag van de Vlaamse koormuziek


    Op 16 oktober organiseert Koor en Stem de dag van de Vlaamse koormuziek.
    Op de site koorenstem.be vind je alle informatie.
    Toch hier een overzicht van het meer dan interessante aangeboden repertoire

    APERITIEFCONCERT

    11:00>12:15: Jan Dewilde loodst u door de geschiedenis van de Vlaamse Koormuziek sinds 1830. Helicon o.l.v. Geert Hendrix zorgt voor live-luisterfragmenten.

     

    WORKSHOP VOCALE IMPROVISATIE VOOR KINDEREN EN KINDERKOOR

    11:00>12:00 (onthaal vanaf 10:30): Componiste Hanne Deneire en muzikante Ruth Verberckmoes experimenteren met de evidente klanken en minder evidente geluiden van je stem. Treed binnen in het labo van deze dames en ontdek het rijk van de vocale improvisatie. Zowel individuen als kinderkoren kunnen hier gratis aan deelnemen. Inschrijving wel vereist.

     

    WORKSHOP SAB

    Eenvoudige hedendaagse koormuziek voor driestemmig basiskoor, een contradictio in terminis? Wij vinden van niet. Daarom bieden we basiskoren een speciaal traject rond hedendaagse koormuziek uit Vlaanderen aan. Onder de deskundige leiding van Ludo Claesen en Ignace Thevelein kan iedereen proeven van eenvoudig hedendaags profaan en religieus repertoire voor driestemmig gemengd koor van Vic Nees, Lode Dieltiens, Joost Termont, Kurt Bikkembergs, Noor Sommereyns, Ludo Claesen e.a.. Het aanleren verloopt in verschillende stappen:
     

    1. Eind mei zijn de partituren beschikbaar voor eventuele zelfstudie door de koren.
      Via deze link kan je alvast een deel van de partituren bekijken.
       
    2. In september organiseert Koor&Stem een viertal voorbereidende ateliers van Limburg tot West-Vlaanderen.

      - 10 september: workshop in Leuven
      - 17 september: workshop tijdens Koor- en Dirigentendag in Overpelt
      - 1 oktober: workshop in Sint-Niklaas
      - 8 oktober: workshop tijdens Koor- en Dirigentendag in Kortrijk

       
    3. Op 16 oktober in deSingel loodsen Ludo Claesen en Ignace Thevelein de koren door het nieuwe repertoire. Speciaal voor die dag zorgt het blazersensemble I solisti del Vento voor een feestelijke instrumentale ondersteuning. 


    WORKSHOP SATB

    Kurt Bikkembergs loodst je koor door 4-stemmig repertoire van Frans Geysen, August De Boeck, Jules Van Nuffel, Jef Tinel en Vic Nees.

    13:30>16:30


     
    WORKSHOP VROUWENKOOR

    meer info volgt

     13:30>16:30

     

    WORKSHOP JEUGDKOOR

    Vlaams hedendaags werk voor gemengd koor vinden is niet eenvoudig. Marleen De Boo werkt met de jeugdkoren aan composities van o.a. Kersters, Steegmans, Van Steenberghe, Vancraeynest. Tevens wordt het verloop en resultaat van het traject Componist te gast voorgesteld. Hans Helsen schreef een compositie voor gemengd jeugdkoor Waelrant, Simon De Poorter schreef een werk voor gelijkstemmig jeugdkoor Amaranthe.

     

     

    11:00>16:30 met lunchpauze van een uur en koffiepauze van een half uur.

     

    WORKSHOP IS BETER NOG VER? VOOR KINDEREN EN KINDERKOOR

    In augustus 2010 verscheen het luisterverhaal met muzische opdrachten Is beter nog ver? Tien kunstwerken van hedendaagse Belgische topkunstenaars vormen de basis voor het verhaal van Vrouwtje, die samen met haar hond Fala op zoek is naar Beter. Op de luister-cd brengen o.a. Warre Borgmans en Johan Heldenbergh het verhaal van Wally De Doncker en de liedjes van Jan Coeck. De liedjes en muzische opdrachten stimuleren om muzikaal aan de slag te gaan op basis van de kunstwerken.
    Tijdens deze workshop werkt Jan Coeck rond de kinderkoorberwerkingen van de liedjes uit Is beter nog ver? met kinderen tussen 6 en 12. Mieke Segers zorgt voor afwisselende muzische opdrachten bij de kunstwerken.


    12-07-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.André Laporte 80


    Vandaag wordt de bekende en belangrijke Vlaamse componist André Laporte 80!

    Hij componeerde talloze werken voor koor, orkest en andere ensembles.
    Jarenlang was hij programmator bij de radio (BRT 3).
    Als componist was (is) hij zeker een modernist, maar met toch genietbare muziek voor de gewone luisteraar.

    Een verdiend proficiat en een gemeend ad multos annos!

    Op de site van het muziekcentrum.be vindt u een uitgebreide bio....

    Componist André Laporte wordt 80!

    Wie de hedendaagse muziekgeschiedenis van België bestudeert merkt het al gauw dat André Laporte daarin een grote rol heeft gespeeld en dat bovendien nog steeds doet.


    André Laporte werd geboren in Oplinter op 12 juli 1931.Op muzikaal vlak was hij aanvankelijk autodidact en maakte hij zich snel het piano-, klarinet- en orgelspel eigen, terwijl hij gretig kennis nam van de nieuwe muziek via de radioprogramma's van Paul Collaer, Louis De Meester, Vic Legley en David Van de Woestijne, net als zijn generatiegenoot Karel Goeyvaerts.

    Later studeerde hij muziek aan het Lemmensinstituut te Mechelen, wijsbegeerte en musicologie aan de K.U.Leuven.


    .....

    André Laporte


    03-06-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Emiel Hullebroeck

    Tot onze verbazing en met onbegrip lazen we op de blog van het Hullebroeckkoor dat het Gentse stadsbestuur beslist heeft de naam van de Gentse muziekacademie te veranderen.
    Tot vandaag heet die school de muziekacademie Emiel Hullebroeck.
    Een eerbetoon aan de Gentse componist-dirigent-zanger-causeur Emiel Hullebroeck (1878-1965).
    Hullebroeck leefde en werkte in Gent (als hij niet op concertreis was).
    Hij schonk de artiesten een inkomen door de oprichting van NAVEA, de voorloper van SABAM.

    Vanaf september moet de school 'de Kunstbrug' heten.

    Waarom?
    Omdat de naam Hullebroeck niet meer hip is.
    Omdat Hullebroeck in WO 2 een collaborateur zou geweest zijn.

    Hopelijk ziet Gent de stommiteit van haar beslissing in en herroept ze die.
    Bewaren van eigen erfgoed, nooit van gehoord?


    07-05-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Moederdag

    Een fijne moederdag aan alle moeders van Vlaanderen!

    Ge hebt mij, o moeder, 't verlangen gegeven
    om minzaam en mild tot de mensen te gaan:
    ge weest me de weg door uw simpele leven.
    Hoe zou dan mijn liefde naar Vlaanderen niet gaan?
    Moeders van Vlaanderen, groot is uw hart;
    vol van erbarmen door weedom gehard.
    Goudene harten, harten van staal,
    blinkende blijft ge Vlaanderens praal!

    (C. De Ridder - E. Hullebroeck)



    23-04-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Lode Dieltiens 85

    LODE DIELTIENS 85

     

     

    Lode Dieltiens werd op 18 september 1926 in Wijnegem geboren.

    Hij studeerde aan het Koninklijk Vlaams Conservatorium van Antwerpen en het Lemmensinstituut (toen nog) in Mechelen. Hij bekwaamde zich er in de theoretische vakken, fuga en compositie.

    Hij doorliep een succesvolle carrière als leraar en docent aan de Land- en Tuinbouwhuishoudschool in Berlaar, het Antwerpse Muziekconservatorium en het Lemmensinstituut. Ontelbaar zijn de Vlaamse (amateur-)musici die bij Lode hun notenleer en didactiek geleerd hebben. Hun getuigenissen spreken van een vaderlijke leraar met eindeloos geduld die de saaie theorie boeiend en prettig kon maken.

    Hij dirigeerde verschillende koren (o.a. het dameskoor Cantate en het mannenkoor Alma Musica). Tot 2000 was hij organist en kantor in de St.-Pieterskerk van Berlaar.

    Van 1956 tot 2001 trad Lode jaarlijks op als dirigent op het Vlaams Nationaal Zangfeest. Lode Dieltiens is de laatste dirigent-componist die op het zangfeest zijn eigen liederen kwam dirigeren. Daarmee sluit hij de indrukwekkende rij af van Lodewijk Mortelmans over Karel Candael, Ernest Brengier, Lieven Duvosel, Emiel Hullebroeck, Arthur Meulemans, Jef Tinel, Jef Van Hoof, Ivo Mortelmans, Renaat Veremans, Staf Nees, Fons Bervoets, Gaston Feremans, Marc Liebrecht tot Armand Preud’homme. 

    Tijdens de slotconcerten van de Dagen van het Vlaamse Lied leidde hij jarenlang de samenzang, samen met Jos Mertens (1924).

    Ook als componist heeft Lode Dieltiens zijn sporen verdiend.

    Hij componeerde religieuze muziek. Bijvoorbeeld een Nederlandse volksmis waarin koor- en samenzang gecombineerd worden. Hij componeerde het motet Benedicat Vobis. Trouw aan de traditie en tegelijk aangepast aan de hedendaagse tonaliteit sluit dit werk naadloos aan bij de grootse Lemmenstraditie gaande van Van Nuffel over Staf Nees tot Ludo Claesen vandaag.

    In het spoor van Hullebroeck en Preud’homme en aangespoord door de bard Willem Demeyer schreef hij talloze volksliederen. De bekendste zijn Nachtegaaltje, De gewijden, Het Blonde Leentje, Idylle, Nu kan de lente komen, Soldatenklacht en Dank u, tot wederziens. Tijdens het zangfeest van 1957 werd zijn lied Opstanding (tekst van Clem De Ridder) gecreëerd. Het zou een vaste waarde blijven tot in de jaren ’60. In 2003 zong het zangfeestkoor Boerenbal.

    Lode bewerkte daarnaast heel wat volks- en kerstliederen voor allerlei koorformaties. Uit Zingt Jubilate voorzag hij enkele liederen van een passende begeleiding en koorzetting (vb. Aan uw stam, o kruis, een lied van Jef Van Hoof).

    Bij het ANZ zijn verschillende cd’s te koop met werken en bewerkingen  van zijn hand.

    De Vlaamse liedbeweging bracht tijdens het 74ste Vlaams Nationaal Zangfeest terecht en zeer dankbaar hulde aan deze 85-jarige verdienstelijke, minzame en (té) bescheiden musicus. Het Nachtegaaltje klonk fris en schetterde luid in de nokvolle Lotto-Arena. De Gewijden, vertolkt door koor en solist o.l.v. Peter Leys en met pianist Wim Berteloot klonk plechtig en verheven. 


    26-03-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Jef Tinel en andere Vlaamse componisten

    Gisteren woonden we een uniek concert bij. De titel luidde: Musica Flandria.
    De Davidsfondsafdeling van Maldegem vierde haar 100-jarig bestaan met een concert in de Sint-Barbarakerk.
    Centraal stond de componist Jef Tinel (1885-1972) die jarenlang koster-organist was in Maldegem alsook muziekleraar en directeur van de plaatselijke muziekschool.
    Het concert vond dus plaats in de werkplek van Tinel.
    Jef Tinel was in 1911 één van de medestichters van de plaatselijke afdeling van het DF.

    Alt Anita Dur zong overtuigend liederen van Peter Benoit, Lodewijk Mortelmans, Frans D'Hayer, Peter Aerts en Emiel Hullebroeck.
    Ze werd op het orgel begeleid door Ad Van de Wege die ook soleerde in werk van Nicolaas Lemens en Joseph Jongen. Hij speelde ook het Andante-moderato van Jef Tinel. Jammer dat dit niet in het programmaboekje vermeld was.

    De 16-jarige harpiste Sarah Meire vertolkte stemmig werk van Nicolas-Charles Bochsa en I. Frimout-Hei.

    Centraal stonden echter de kooroptredens van het Maldegemse koor Thaleia en het koor Kaleo uit Knokke-Heist, beide onder leiding van de begeesterende, jonge en dynamische Kristof Allaert.
    Vol respect voor de eigen stijl en verfijnd zongen ze werk van Kurt Bikkembergs, Joost Termont, Jetse Bremer, Vic Nees en Raymond Schroyens.
    De rode draad doorheen het hele concert was de bewerking van de middeleeuwse ballade 'Meneerken van Maldegem' door Jaak Van den Borre en Lode Dumon.
    Onze meeste aandacht ging echter naar de uitvoering van 3 (van de 6) Gezelleliederen van Jef Tinel.
    O Jesu vol genaden; O moedermaagd en Alle dagen klonken zeer mooi. Ze verhieven het niveau van het concert tot een hoger peil.
    De (ongekende) muziek van Jef Tinel verdient ruimere bekendheid, zo bleek duidelijk, en misstaat helemaal niet in een concert naast de andere gevestigde waarden. Integendeel.

    Daarom: dank aan het DF om extra aandacht te hebben voor hun plaatselijke figuur Jef Tinel.
    Al hadden we natuurlijk graag wat meer uit het oeuvre van Tinel gehoord (hij schreef heel wat meer liederen, koorwerken en  orgelmuziek...) toch zijn we dankbaar en blij om de aandacht die hij kreeg. Op de affiche, de toegangskaarten en in het programmaboekje prijkte zijn foto en in het boekje stond een beknopte levensschets afgedrukt.
    Een mooie attentie.
    En een terechte hulde aan een interessante en belangrijke figuur uit het Vlaamse muziek- en cultuurleven.
    Een voorbeeld voor andere afdelingen!

    DF Maldegem: ad multos annos ....



    In de bijlage het programmaboekje van het concert.

    Bijlagen:
    Programmaboekje concert Davidsfonds Maldegem.pdf (1009.3 KB)   


    24-03-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Vic Nees 75

    Gisteren beluisterden we in deSingel een heerlijk concert.
    De jaarlijkse Benoitherdenking stond volledig in het teken van de 75ste verjaardag van Vic Nees.
    Het Conservatoriumkoor versterkt door de koren Cantando en Helicon o.l.v. Luc Anthonis en Geert Hendrickx vertolkten boeiende en interessante koormuziek van de jarige toondichter.
    Studenten van het conservatorium zorgden voor de instrumentale begeleiding.
    Alles werd fijn en keurig vertolkt.
    Veni sancte spiritus; Liedjes voor slapelozen, Magnificat, Regina Caeli - Blue be it e.a. klonken buitengewoon fris, hedendaags boeiend en toch respectvol voor de tonale vocale traditie. Niet voor niets opende Pascale De Groote de avond met Vic Nees op dezelfde lijn van Benoit te plaatsen met de boutade: hij leerde zijn volk zingen.

    Eredirecteur Michaël Scheck sprak de laudatio uit.

    Al hadden we graag wat Benoit gehoord op zijn sterfdag, toch genoten we volop van deze avond.
    Een traditie die hopelijk nog lang kan duren: (jonge) Vlaamse musici vertolken Vlaamse muziek.


     


    22-12-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Jef Tinel in de Antwerpse kathedraal

    Kerstnachtviering in de kathedraal van Antwerpen

    Van harte welkom!

    Hoogfeest van Kerstmis: middernachtmis.

    Pontificale viering: Mgr. Bonny en de nuntius in België Mgr. Berloco gaan voor in de middernachtviering in de Antwerpse kathedraal, in concelebratie met de vicarissen en het kapittel.

    U bent welkom vanaf 23.30 u voor het voorprogramma, de viering start om 23.55 u.

    Muziek: Titularis organist Peter Van de Velde bespeelt het Schyvenorgel met op het programma:
    Voor de mis: Variations on "Adeste fidelis": M. Dupré (1886-1971).
    Offerande: Christmas Carol varied as a Rondo: C. Wesley.
    Communie: In stille Aanbidding: Jef Tinel.
    Slot: Toccata (uit "Symphonie V") Ch. M. Widor (1844-1937).

    Live uitzending op VRT/Radio Klara
    Het knapenkoor en de meisjescantorij luisteren de Pontificale Nachtmis op, zij brengen:
    - Missa Brevis (Leopold Mozart)
    - On the twelve days of Christmas (John Rutter)


    17-12-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Jozef De Beenhouwer, proficiat!
    (bron: deredactie)

    De Klara's zijn een bekroning van de sector van de klassieke muziek. Klara, de klassieke muziekzender van de VRT, en Muziekcentrum Vlaanderen stellen een brede longlist samen.

    Een jury van kenners kiest daaruit drie genomineerden. Wie van de drie de uiteindelijke laureaat wordt, wordt beslist na een stemmingsronde waaraan de hele sector deelneemt. Enkel de Klara Carrièreprijs wordt gekozen door Klara zelf. Dit zijn de laureaten:

    jonge belofte: cellist en componist Benjamin Glorieux

    muziekevenement van het jaar: Transit Festival voor nieuwe muziek in Leuven

    beste Vlaamse cd van het jaar: "Bachs Cellosuites" van Roel Dieltiens

    muziekpersoonlijkheid van het jaar: Jan Caeyers, auteur van een Beethoven-biografie en oprichter van het Orchestre Olympique

    musicus van het jaar: pianist Jan Vermeulen

    Klara Carrièreprijs: pianist en Schumann-specialist Jozef De Beenhouwer

    De winnaars, in het bijzonder Jozef De Beenhouwer, die geroemd wordt als een "excellente pianist", worden op 15 januari nog eens extra in de bloemetjes gezet tijdens Klara in het Paleis.

    Bekijk de afbeelding op ware grootte


    23-10-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Florimond Van Duyse 100 jaar overleden ....

     



    Er zijn weinig koren in Vlaanderen die het eenvoudige ‘Het was er te nacht’ niet op hun repertoire hebben. Elk koor laat wel eens die fiere nachtegaal zijn lied aanheffen met zijn wilder tongen.

    Dit Oudnederlandse volkslied, een minneklacht van 2 geliefden, werd schitterend, stemmig en sfeervol bewerkt door Florimond Van Duyse.

    Maar wie was deze componist van wie we misschien ook nog zijn bewerking van ‘Het waren twee conincxkinderen’ en ‘Jan de mulder’ kennen? Veel verder reikt onze kennis wellicht niet.

    Welnu, Florimond Van Duyse was de zoon van de dichter Prudens Van Duyse.

    Hij werd in Gent geboren op 4 augustus 1843.

    Zijn secundaire studies deed hij aan het college van Veurne en het Genste Koninklijk Atheneum.

    Aan de Gentse universiteit studeerde hij rechten (1867) en werd daarna advocaat en krijgsauditeur in Antwerpen, Bergen en Gent (1882).

    Maar zijn eerste liefde was de muziek.

    Als zevenjarige studeerde hij viool en in 1853 studeerde hij al aan het Gentse conservatorium bij Karel Miry, de toondichter van o.a. ons Vlaams Nationaal volkslied en op dat ogenblik dirigent van de Gentse opera. Hij behaalde er prijzen voor harmonie (1859) en contrapunt (1861 en 1862). Op zijn 15de begon hij te componeren. Hij schreef een tiental opera’s, operettes, koorwerken, cantates, twee suites voor orkest en talrijke liederen en volksliedbewerkingen. In 1873 behaalde hij een tweede Prijs van Rome met de cantate ‘Torquato Tasso’s dood’.

    Maar naast de compositie besteedde hij veel tijd aan studiewerk.

    Tijdens zijn verblijf in Antwerpen van 1876 tot 1879 kwam hij in contact met de ideeën van Peter Benoit. Hij liet de muziekopleiding beginnen bij het aanleren van het volkslied. Dat betekende meteen de start voor veel opzoekwerk naar het Oudnederlands volkslied.

    Van Duyse bestudeerde ondermeer de Souterliedekens, Geuzenliederen, liederen uit het Gruuthuse-handschrift en het Antwerps liedboek. Daarbij bestudeerde hij eerder studiewerk van o.a. Jan Bols, Edmond De Coussemaker en Jan-Frans Willems. Deze laatste verweet hij echter eigenhandig wijzigingen aan teksten en melodieën aangebracht te hebben of van bepaalde wijzigingen de bronnen niet vermeld te hebben. Iets wat Hoffmann Von Fallersleben wel deed.

    Van Duyse maakte er in zijn werk een punt van om alle versies en bronnen van de volksliederen te vermelden.

    Zo publiceerde Van Duyse o.a. in 1896 ‘Het eenstemmig Frans en Nederlands wereldlijk lied in de Belgische gewesten’, in 1902 ‘De melodie van het Nederlandse lied en hare rhythmische vormen’ en van 1903 tot 1908 publiceerde hij het driedelig werk ‘Het Oude Nederlandse lied’. In dat werk behandelde hij 714 liederen betreffende tekst en melodie. Hij werd meermaals bekroond voor zijn musicologisch werk door de Koninklijke Academie en werd in 1905 zelf lid van de Academie.

    In 1903 richtte hij de ‘Liederavonden voor het volk’ op in de geest van Peter Benoit.

    Van 1895 tot zijn dood was hij secretaris van de bestuurlijke commissie van het Genste conservatorium. Benoit en Van Duyse gingen onderling soms in de clinch. Benoit verweet Van Duyse te weinig de klemtoon te leggen op het Vlaamse lied en Van Duyse verweet Benoit een slecht bestuurder van de muziekschool te zijn. Maar ze deelden wel de passie voor het zingen van het eigen volks(e) lied.

    Op 18 mei 1910 –precies 100 jaren geleden- overleed Van Duyse in zijn geboortestad, Gent.

    Zijn belang als muziektheoreticus kan nauwelijks overschat worden. Dat staat buiten kijf.

    Maar zijn composities zijn vandaag de dag zeer miskend, op enkele koorwerkjes na.

    Daarom is het de plicht van onze koren om –elk op zijn plaats en niveau- wat aandacht te schenken aan de koorwerken van Van Duyse.

    We vermeldden reeds zijn ‘Het was er te nacht’. Zeer eenvoudig, melodieus en stemmingsvol. Het is een strofisch lied met refrein. De zetting volgt volledig de originele melodie. Er is een afwisseling van eenstemmigheid en meerstemmigheid.

    De partituur is opgenomen in het Vlaams Romantisch Koorboek van het ANZ.

    We verwijzen ook naar de bundel ‘6 Oude Nederlandse liederen’ in een bewerking van Van Duyse. Naast ‘Het was er te nacht’ vind je er ook ‘Heer Halewijn’, ‘Het daghet in den Oosten’, ‘Er was een maegdetje’ (voor dameskoor), ‘T’wijl in de nacht’ en ‘Willen wij ’t haesken jagen’ (voor mannenkoor) met telkens een harmoniumbegeleiding.

    Deze suite is gratis te downloaden op de WIMA-site: icking-music-archive.org .

    Veel zingplezier!


    06-09-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Jef Tinel op KLARA



    Dinsdag 7 september programmeert 'Brede Opklaringen' tussen 9 en 11 het koorwerk 'Fantasia' van Jef Tinel.
    De tekst is een gedicht van Rodenbach en beschrijft een jongeling die naar de voorbijdrijvende "watten wolkskens"  staart en daarbij aan het dromen gaat. Onbewust elk wolkske na drijft zachtjes een fantasia....
    Jef Tinel componeerde de muziek in een laat-romantische klankkleur met een vleugje impressionisme. Dromerig afgewisseld met levendigere fantasierijke momenten.
    Ignace Thevelein dirigeerde het Beauvarletkoor in een zeer zuivere en sobere uitvoering.
    Meer dan het beluisteren waard.



     


    20-08-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Vlaamse componisten bij KLARA

    Volgende week bij Brede Opklaringen:

     WEEK VAN 23 TOT 27 AUGUSTUS

    Lodewijk Mortelmans (1868-1952) …

    gold als vernieuwer van de Vlaamse muziek. Als geen ander kon hij tekst en muziek tot een eenheid laten versmelten.
    In 1893 won hij met zijn cantate Lady Macbeth de Eerste Prijs van Rome. In het begin van de 20ste eeuw ging hij lesgeven aan het Koninklijk (Vlaams) Conservatorium van Antwerpen, waarvan hij het nadien ook tot directeur schopte.
    Buiten zijn dagelijkse bezigheden maakte hij deel uit van de raad van bestuur van de Muziekstichting Koningin Elisabeth, die de fundamenten legden voor de huidige muziekwedstrijd. Tot op hoge leeftijd bleef Mortelmans stukken schrijven voor diverse instrumenten.






    Jozef Ryelandt (1870-1965)...

    Baron Joseph R. behoorde tot de Franssprekende bourgeoisie van Brugge. Hij vond dat hij met zijn muziek maar één iemand moest behagen, de goddelijke persoon, die hem zijn talent gaf. Zijn overwegend religieuze muziek vervalt niet in zoeterige neotaal maar is geschreven in een gedegen eigen polyfoon romantische taal.
    In 1924 werd hij directeur van het conservatorium te Brugge. Ryelandt volgde onverbiddelijk zijn eigen weg, wars van de evolutie binnen de muziektaal. "Het enige waar het op aankomt is ware schoonheid te scheppen, iets te zeggen te hebben. Heeft Bach de nieuwe stroming van zijn tijd gevolgd? Neen. Maar het scheelt ons weinig: hij is van alle tijden". Dit was zijn oordeel en credo.
    Jozef Ryelandt componeerde heel veel liederen zowel op Franse als Vlaamse teksten, van Verlaine tot Gezelle; kamermuziek, orkestwerken en heel veel religieus werk.


    Edgar Tinel (1854-1912) …
    was al op jonge leeftijd bijzonder actief in de muziekwereld. Nog voor hij zelf ging studeren, gaf hij al pianoles aan aspirant-muzikanten. Tinel genoot onderricht in harmonie, compositie en contrapunt. Zijn orgel- en pianospel zou hij verfijnen dankzij Louis Brassin en Alphonse Mailly. Na een succesvol examen in Brussel, ontpopte hij zich als een klaviervirtuoos die concerten in binnen- en buitenland gaf. Met zijn cantate Klokke Roeland behaalde hij de Prijs van Rome.
    Toen hij tweede dirigent van het Hoger Interdiocesaan Instituut voor Kerkmuziek in Mechelen werd, stopte hij met professioneel pianospelen. Op 55-jarige leeftijd werd hij directeur van het Koninklijk Conservatorium van Brussel, waar hij eerder leraar contrapunt en fuga was. Op het einde van zijn leven was hij kapelmeester aan het Belgisch hof.



    Paul Gilson (1865-1942) …

    was een belangrijk Vlaams componist en pionier van de Belgische blaasmuziek. Zowat de hele Belgische componistengeneratie van het interbellum is bij hem in de leer geweest. Hij richtte de Revue Musicale Belge op waarvan hij hoofdredacteur was. Hij was ook inspecteur van het muziekonderwijs in België.
    Paul Gilson liet een uitgebreid oeuvre na dat zowat alle genres omvat: symfonische stukken, cantaten, stukken voor harmonie en fanfare, koormuziek, opera’s, kamermuziek en liederen. Zijn latere werken zijn soms een tikje academisch.
    Hij schreef ook enkele theoretische werken en gaf het boek Notes de musique et souvenirs uit.


    Daniel Sternefeld (1905-1986) …

    was een veelzijdige componist en dirigent. Hij studeerde fluit, harmonie, muziekschriftuur, orkestratie en compositie. Hij was fluitist in het orkest van de Koninklijke Vlaamse Opera en componeerde toneelmuziek voor de Koninklijke Nederlandse Schouwburg (nu Het Toneelhuis). Als jood moest hij tijdens de oorlog onderduiken en schreef hij zijn Symfonie in C.
    Na de oorlog kon hij aan de slag bij het NIR, waar hij het tot chef-dirigent van het Symfonieorkest schopte. Na zijn pensioen kon hij zich terug volop aan het componeren wijden. In de jaren 70 verschenen ondermeer het ballet Salve Anverpia – Zang en dans aan het hof van Maria van Bourgondië en het oratoriumballet Heer Halewijn. De laatste compositie van zijn hand was Symfonie nr. 2, geïnspireerd door werk van Pieter Bruegel.


    15-08-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.PROFICIAT LUDO CLAESEN

    Een hartelijke proficiat aan Ludo Claesen en zijn medewerkers.
    Tijdens de tv-mis deze morgen vanuit de Hasseltse kathedraal konden we kjjken en luisteren naar de creatie van een nieuwe mis van de hand van Ludo Claesen.
    Onder zijn eigen leiding zongen en speelden het kathedraalkoor, organist Paul Steegmans en een instrumentaal ensemble zijn nieuwe mis in eurovisie.
    Een mooie mengeling van moderne koormuziek met inbreng van het publiek in gregoriaanse responsoria.

    Mooi en sfeervol!   


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.KLARA BLIJFT DE GOEDE MUZIEK PROMOTEN

    BREDE OPKLARINGEN DEZE WEEK ....

    WEEK VAN 16 TOT 20 AUGUSTUS

    Norbert Rosseau (1907-1975) …

    debuteerde als dirigent toen hij 12 was. Rosseau had op dat moment ook al muziek voor viool en piano op zijn conto staan. Hij was een wonderkind. En meer nog, hij was een ambitieus wonderkind, want later zou hij ook nog eens orgel leren spelen.
    Vanaf 1932 trad hij afwisselend in België en Italië op, maar in 1940 moest hij na een kwetsuur noodgedwongen de viool aan de haak hangen.
    Rosseau, altijd bereid om bij te leren, ging in 1962 naar Darmstadt om zich onder te dompelen in de “nieuwe muziek”. Op het einde van zijn leven doceerde hij aan het Koninklijk Conservatorium van Gent.







    August De Boeck (1865-1937)….
    was een van de belangrijkste Vlaamse componisten van zijn generatie. Zijn muziek is lyrisch, spontaan en ietwat ironisch.
    Hij werd organist in Merchtem, later organist in verschillende kerken zoals de Karmelietenkerk in Brussel. Hij was directeur van het conservatorium van Mechelen en later doceerde hij aan de conservatoria van Antwerpen en Brussel.
    August De Boeck werd beïnvloed door de grote Russische componisten, vooral door Rimski-Korsakov en introduceerde het Impressionisme in Vlaanderen.


    Marinus De Jong (1891-1984) ….
    werd geboren in Nederland maar kwam in Vlaanderen wonen en kreeg de Belgische nationaliteit. Als pianovirtuoos toerde hij door Europa en de VS.
    Hij werd professor piano, contrapunt en fuga aan het Antwerps Conservatorium maar gaf ook les aan het Lemmensinstituut in Mechelen.
    Marinus De Jong maakte knappe en gevarieerde muziek Het is duidelijk dat hij de techniek prima onder de knie had. Hij was weinig flexibel en het is dan ook niet te verwonderen dat hij zich niet op sleeptouw liet nemen door modeverschijnselen. Hij ging zijn eigen weg in het grensgebied tussen oud en nieuw, tussen romantiek en modernisme.


     

     

     

    Peter Benoit (1834-1901) …
    wou vooral het Vlaamse muziekleven naar het Europese niveau van toen tillen.
    In 1867 richtte hij in Antwerpen de eerste Vlaamse Muziekschool op waarvan hij zelf directeur was. Op korte tijd werd de school heel belangrijk in de moeilijke strijd voor Vlaams muziekonderwijs en voor de culturele ontwikkeling van de Vlamingen. Zijn inspanningen werden beloond door de Belgische Overheid die de school niet alleen erkende maar ze in 1898 ook de status van Koninklijk Vlaams Conservatorium gaf, met dezelfde rechten als de Franstalige conservatoria in Belgiê.
    Peter Benoit was een leraar met internationale allure. Zijn conservatorium was in die tijd erg progressief. Hij wou niet in de eerste plaats virtuozen vormen maar wel “denkende” mannen en vrouwen die midden het volk staan. Hij voerde gemengd onderwijs in.
    Benoit voelde ook aan dat er een Vlaams Muziektheater nodig was en richtte in Antwerpen het Nederlands Lyrisch Toneel op dat later de Vlaamse Opera werd. Zijn ideeën en structuren blijven


    Henry G. D’Hoedt (1885-1936) …
    was amper 14 toen hij aan het Koninklijk Conservatorium van Gent ging studeren. Na een intermezzo als fagottist bij verschillende orkesten in Frankrijk, keerde hij terug naar zijn Gentse leerschool. Hij werkte er als repetitor notenleer en adjunct-leraar harmonie. Buiten deze verplichtingen dirigeerde hij ook het mannenkoor Zang en Vermaak en organiseerde hij de jaarlijkse conservatoriumconcerten in Leuven.
    Zijn laat-romantische composities zijn duidelijk geïnspireerd door het impressionisme en het expressionisme. Hij componeerde veel, zowel symfonische gedichten als orkestmuziek, kamermuziek, koormuziek en liederen.
    Tot aan zijn dood was hij directeur van het Stedelijk Muziekconservatorium van Leuven.


    06-08-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Brede Opklaringen bij KLARA volgende week

    WEEK VAN 9 TOT 13 AUGUSTUS

    Paul Gilson (1865-1942) …

    was een belangrijk Vlaams componist en pionier van de Belgische blaasmuziek. Zowat de hele Belgische componistengeneratie van het interbellum is bij hem in de leer geweest. Hij richtte de Revue Musicale Belge op waarvan hij hoofdredacteur was. Hij was ook inspecteur van het muziekonderwijs in België.
    Paul Gilson liet een uitgebreid oeuvre na dat zowat alle genres omvat: symfonische stukken, cantaten, stukken voor harmonie en fanfare, koormuziek, opera’s, kamermuziek en liederen. Zijn latere werken zijn soms een tikje academisch.
    Hij schreef ook enkele theoretische werken en gaf het boek Notes de musique et souvenirs uit.

    Joseph Ryelandt (1870-1965)...
    Baron Joseph R. behoorde tot de Franssprekende bourgeoisie van Brugge. Hij vond dat hij met zijn muziek maar één iemand moest behagen, de goddelijke persoon, die hem zijn talent gaf. Zijn overwegend religieuze muziek vervalt niet in zoeterige neotaal maar is geschreven in een gedegen eigen polyfoon romantische taal.
    In 1924 werd hij directeur van het conservatorium te Brugge. Ryelandt volgde onverbiddelijk zijn eigen weg, wars van de evolutie binnen de muziektaal. "Het enige waar het op aankomt is ware schoonheid te scheppen, iets te zeggen te hebben. Heeft Bach de nieuwe stroming van zijn tijd gevolgd? Neen. Maar het scheelt ons weinig: hij is van alle tijden". Dit was zijn oordeel en credo.
    Jozef Ryelandt componeerde heel veel liederen zowel op Franse als Vlaamse teksten, van Verlaine tot Gezelle; kamermuziek, orkestwerken en heel veel religieus werk.

    Jef Van Hoof (1886-1959) …

    was een bijzonder populaire toondichter van Vlaamse kunstliederen. Jef was een multi-instrumentalist en beheerste ondermeer orgel, piano en fuga. Zijn oeuvre omvat zowat alle genres. Hij schreef een eigen strijdlied, Groeninghe, dat door sommigen de Vlaamse Marseillaise werd genoemd. Van Groeningerwacht, de vereniging die hij zelf oprichtte, dirigeerde hij het mannenkoor.
    Jef Van Hoof was ambitieus en bijzonder actief : hij was medestichter van de muziekuitgeverij De Crans, van het Genootschap van Vlaamse componisten, van de Vlaamse concerten en van de Nationale Vlaamse fanfare. De driejaarlijkse prijs Jef Van Hoof werd naar hem genoemd.

    Arthur Meulemans (1884-1966) …
    zong als jonge snaak in het kerkkoor en speelde piccolo, viool, piano en orgel. Hij studeerde onder Edgar Tinel en Oscar Depuydt en behaalde het hoogste diploma aan het École de Musique Réligieuse (het huidige Lemmensinstituut) in Mechelen. Hij mocht er meteen blijven als leraar harmonie en bleef dat tot 1914. Ook in zijn thuisstad Aarschot en in Tongeren zou hij muziekles geven. De talenten van Meulemans gingen niet onopgemerkt voorbij : het NIR lijfde hem maar wat graag in als dirigent en later directeur van het Groot Radio-Orkest. Na zijn professionele loopbaan stortte hij zich op het componeren. Talrijke onderscheidingen waren zijn deel en in 1956 werd het Arthur Meulemans Fonds gesticht, dat menig compositie van zijn hand heeft uitgebracht.

    Jan Blockx (1851-1912) …
    was een van de eerste leerlingen van Peter Benoit. In zijn jeugdjaren was Blockx bekend onder zijn schuilnaam Scolbini. Na zijn studies verkaste hij samen met Frank Van der Stucken naar Italië. Na zijn terugkeer inspireerde “de man die zijn volk leerde lezen” Blockx tot het schrijven van de Hulde aan Conscience, alsook een Conscience-mars.
    Jan Blockx volgde zijn leermeester Benoit op als leider van de Vlaamse muziekbeweging. Zo ontpopte hij zich tot de belangrijkste Vlaamse operacomponist van het einde van de 19e eeuw. Hij pende een indrukwekkend oeuvre bijeen, waarbij hij beïnvloed werd door Benoit, Bizet, Mascagni en Wagner. Op zijn beurt inspireerde hij menig musicus.


     


    03-08-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Brede Opklaringen deze week

    WEEK VAN 2 TOT 6 AUGUSTUS

    Lodewijk De Vocht (1887-1977) …

    was een belangrijke pion in de Belgische laatromantiek, voornamelijk door zijn werklust. Zijn omvangrijke oeuvre omvat symfonische gedichten, kamermuziek, instrumentale solowerken en veel meer. Vandaag is zijn naam synoniem met vocale muziek, waaronder veel religieuze muziek en liederen.
    Hij was 15 toen hij als musicus aan de slag ging. Groeninghe, zijn eerste cantate, volgde hij op met het symfonisch gedicht Avondschemering en het volkslied O Jesu, allerliefste Kind. Hij beperkte zich echter niet tot het schrijven van muziek : als violist scheerde hij hoge toppen in het orkest van de Maatschappij der Nieuwe Concerten.
    Maar vooral als dirigent ontgon hij nieuw terrein. Zijn uitvoeringen van Kodály, Caplet, Milhaud (Les Euménides), Roussel en Stravinsky werden ook internationaal gewaardeerd.


    François-Auguste Gevaert (1828-1908) …
    was de medestichter van de muziekuitgeverij Gevaert. Zijn broer Vitus startte in het Gentse met een winkel die piano’s van Gevaert verkocht. Het ondernemerschap zat de Gevaerts in het bloed, maar François-Auguste blijft toch vooral bekend als begenadigd componist en pianist.
    België was al snel te klein voor hem : in 1853 vestigde hij zich in Parijs, waar hij zich enkele jaren later tot koordirecteur van de Grand Opéra kon opwerken. Oorlogsperikelen dwongen hem naar zijn vaderland terug te keren, waar zich volledig wijdt aan pedagogische taken. In 1871 volgt hij F-J Fétis op als directeur van het Brusselse Conservatorium.
    Hierdoor kon hij minder componeren, maar professioneel ging het hem in de herfst van zijn carrière meer dan ooit voor de wind : hij stichtte ook nog de Société des Concerts du Conservatoire en werd kapelmeester aan het koninklijk hof.

    Peter Benoit (1834-1901) …
    wou vooral het Vlaamse muziekleven naar het Europese niveau van toen tillen.
    In 1867 richtte hij in Antwerpen de eerste Vlaamse Muziekschool op waarvan hij zelf directeur was. Op korte tijd werd de school heel belangrijk in de moeilijke strijd voor Vlaams muziekonderwijs en voor de culturele ontwikkeling van de Vlamingen. Zijn inspanningen werden beloond door de Belgische Overheid die de school niet alleen erkende maar ze in 1898 ook de status van Koninklijk Vlaams Conservatorium gaf, met dezelfde rechten als de Franstalige conservatoria in België.
    Peter Benoit was een leraar met internationale allure. Zijn conservatorium was in die tijd erg progressief. Hij wou niet in de eerste plaats virtuozen vormen maar wel “denkende” mannen en vrouwen die midden het volk staan. Hij voerde gemengd onderwijs in.
    Benoit voelde ook aan dat er een Vlaams Muziektheater nodig was en richtte in Antwerpen het Nederlands Lyrisch Toneel op dat later de Vlaamse Opera werd. Zijn ideeën en structuren blijven.

    August De Boeck (1865-1937)….
    was een van de belangrijkste Vlaamse componisten van zijn generatie. Zijn muziek is lyrisch, spontaan en ietwat ironisch.
    Hij werd organist in Merchtem, later organist in verschillende kerken zoals de Karmelietenkerk in Brussel. Hij was directeur van het conservatorium van Mechelen en later doceerde hij aan de conservatoria van Antwerpen en Brussel.
    August De Boeck werd beïnvloed door de grote Russische componisten, vooral door Rimski-Korsakov en introduceerde het Impressionisme in Vlaanderen.

    Lodewijk Mortelmans (1868-1952) …
    gold als vernieuwer van de Vlaamse muziek. Als geen ander kon hij tekst en muziek tot een eenheid laten versmelten.
    In 1893 won hij met zijn cantate Lady Macbeth de Eerste Prijs van Rome. In het begin van de 20ste eeuw ging hij lesgeven aan het Koninklijk (Vlaams) Conservatorium van Antwerpen, waarvan hij het nadien ook tot directeur schopte.
    Buiten zijn dagelijkse bezigheden maakte hij deel uit van de raad van bestuur van de Muziekstichting Koningin Elisabeth, die de fundamenten legden voor de huidige muziekwedstrijd. Tot op hoge leeftijd bleef Mortelmans stukken schrijven voor diverse instrumenten.


    22-07-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Brede opklaringen bij KLARA

    Volgende week:

    De Ronde van Vlaanderen in 40 etappes

    Deze zomer laat Brede Opklaringen u 40 Vlaamse meesterwerken horen en koppelt die aan muziek die er van ver of van dichtbij mee te maken heeft.

    WEEK VAN 26 TOT 30 JULI

    Jef Van Hoof (1886-1959) …
    was een bijzonder populaire toondichter van Vlaamse kunstliederen. Jef was een multi-instrumentalist en beheerste ondermeer orgel, piano en fuga. Zijn oeuvre omvat zowat alle genres. Hij schreef een eigen strijdlied, Groeninghe, dat door sommigen de Vlaamse Marseillaise werd genoemd. Van Groeningerwacht, de vereniging die hij zelf oprichtte, dirigeerde hij het mannenkoor.
    Jef Van Hoof was ambitieus en bijzonder actief : hij was medestichter van de muziekuitgeverij De Crans, van het Genootschap van Vlaamse componisten, van de Vlaamse concerten en van de Nationale Vlaamse fanfare. De driejaarlijkse prijs Jef Van Hoof werd naar hem genoemd.




    Edgar Tinel (1854-1912) …
    was al op jonge leeftijd bijzonder actief in de muziekwereld. Nog voor hij zelf ging studeren, gaf hij al pianoles aan aspirant-muzikanten. Tinel genoot onderricht in harmonie, compositie en contrapunt. Zijn orgel- en pianospel zou hij verfijnen dankzij Louis Brassin en Alphonse Mailly. Na een succesvol examen in Brussel, ontpopte hij zich als een klaviervirtuoos die concerten in binnen- en buitenland gaf. Met zijn cantate Klokke Roeland behaalde hij de Prijs van Rome.
    Toen hij tweede dirigent van het Hoger Interdiocesaan Instituut voor Kerkmuziek in Mechelen werd, stopte hij met professioneel pianospelen. Op 55-jarige leeftijd werd hij directeur van het Koninklijk Conservatorium van Brussel, waar hij eerder leraar contrapunt en fuga was. Op het einde van zijn leven was hij kapelmeester aan het Belgisch hof.

    Lodewijk Mortelmans (1868-1952) …

    studeerde orgel, harmonie, contrapunt, fuga, compositie en orkestratie en zou later naam maken als componist van orkestwerk, impressionistische pianowerken, koormuziek en liederen.
    Mortelmans gold als vernieuwer van de Vlaamse muziek. In 1893 won hij met zijn cantate Lady Macbeth de Eerste Prijs van Rome. In het begin van de 20ste eeuw ging hij lesgeven aan het Koninklijk (Vlaams) Conservatorium van Antwerpen, waarvan hij het nadien ook tot directeur schopte.
    Buiten zijn dagelijkse bezigheden maakte hij deel uit van de raad van bestuur van de Muziekstichting Koningin Elisabeth, die de fundamenten legden voor de huidige muziekwedstrijd. Tot op hoge leeftijd bleef Mortelmans stukken schrijven voor diverse instrumenten.

    Charles-Auguste de Bériot (1802-1870) …
    was een vioolvirtuoos, docent en componist. Op jeugdige leeftijd gaf hij blijk van een enorme finesse voor viool, waarna hij op aanraden van André Robberechts naar het conservatorium van Parijs ging om zich te bekwamen. In 1824 werd hij achtereenvolgens hofviolist van koning Charles I van Engeland en kamerviolist van koning Willem I der Nederlanden.
    Met zijn partner, de beroemde mezzosopraan Maria de la Felicidad García (Maria Malibran), vestigde hij zich in Parijs en later Brussel. Na haar plotse overlijden wijdde hij zich aan de opvoeding van zijn kinderen. Met de uitzondering van enkele concerten in Duitsland en Oostenrijk werd hij fulltime leerkracht en stampte de Belgische vioolschool uit de grond. In de latere jaren van zijn leven werd hij blind, maar zijn vioolspel bleef onverwoestbaar overeind.

    Arthur Meulemans (1884-1966) …

    zong als jonge snaak in het kerkkoor en speelde piccolo, viool, piano en orgel. Hij studeerde onder Edgar Tinel en Oscar Depuydt en behaalde het hoogste diploma aan het École de Musique Réligieuse (het huidige Lemmensinstituut) in Mechelen. Hij mocht er meteen blijven als leraar harmonie en bleef dat tot 1914. Ook in zijn thuisstad Aarschot en in Tongeren zou hij muziekles geven. De talenten van Meulemans gingen niet onopgemerkt voorbij : het NIR lijfde hem maar wat graag in als dirigent en later directeur van het Groot Radio-Orkest. Na zijn professionele loopbaan stortte hij zich op het componeren. Talrijke onderscheidingen waren zijn deel en in 1956 werd het Arthur Meulemans Fonds gesticht, dat menig compositie van zijn hand heeft uitgebracht.

     


    18-07-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.O.L.Vrouw van Vlaanderen 'verkracht'
    Vandaag gekeken naar de tv-mis vanuit de Brusselse Goede Bijstandskerk.
    Een mooi verzorgde viering, niets van te zeggen.
    Alleen bij het slotlied kreeg ik het hard te verduren.
    Men zong het lied van De Vocht 'O.L. Vrouw van Vlaanderen' of 'Liefde gaf u duizend namen.
    Het zou fantastisch geweest zijn: O.L.Vrouw van Vlaanderen vanuit hartje Brussel.
    Maar helaas had men voor een 'aangepaste' tekst gezorgd.
    Niks Vlaanderen of Vlaams.
    "Waar men gaat langs pleinen en wegen", zo begon de wansmakelijke tekst van het lied.
    Geen enkele verwijzing naaar de Vlaamse wegen of de beste moeder die troont in elk Vlaamse huisgezin.
    Geen vermelding van O.L.Vrouw van Vlaanderen maar wel 'blank of bruin of zwart, Lieve Vrouwe van ons hart'.

    Jammer. De melodie is zo verknocht aan de tekst van pastoor Cuppens. Het lied is door zijn tekst en melodie een echt stuk erfgoed van de Vlaamse cultuur geworden.
    Bovendien is het zelfs strafbaar om de melodie van De Vocht (auteursrechterlijk beschermd) zo te verknoeien met een draak van een tekst. Om dan nog niet te spreken van de lafheid en het bedenkelijke niveau (?) van de tekst..
    Is er dan niemand in de Vlaamse gemeenschap rond de Bijstandskerk met wat fijngevoeligheid die zich kon verzetten tegen dergelijke verkrachting van dit lied?

    Helaas!
    Zeker in het jaar waarin we precies de 100ste verjaardag van dit lied hebben gevierd.



    02-05-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Frans Verhaaren

    Het archief van Frans Verhaaren ontsloten

    Frans Verhaaren

    Het archief van de Antwerpse componist en dirigent Frans Verhaaren (1866-1926) werd onlangs geïnventariseerd door Joanne Similox.

    inleiding

    Op het einde van de jaren negentig werden door een kleinzoon van Frans Verhaaren enkele dozen met muziekpartituren geschonken aan de administratie van Cultuur. Het bestand werd in 2005 overgebracht naar Resonant en werd datzelfde jaar een eerste maal beschreven. Dankzij de medewerking van een vrijwillige medewerker kon het archief van de componist geïnventariseerd worden.

    Lees meer op de site van Muzikaal erfgoed Vlaanderen (resonant)


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Geen Vlaamse dirigenten beschikbaar?

    We lazen deze mededeling (Vlaams muziekcentrum).
    Zijn er geen Vlamingen die kunnen dirigeren op niveau?

    Nieuwe chef voor het Symfonieorkest Vlaanderen

    Het Symfonieorkest Vlaanderen stelt zijn nieuwe chef-dirigent voor.
    De Japanse dirigent Seikyo Kim zal de functie van chef-dirigent vanaf november 2010 op zich nemen en tekende een contract voor minstens drie jaar.
    Hij volgt Etienne Siebens op die zes jaar aan het roer van het Symfonieorkest Vlaanderen stond.


    28-04-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dan mocht de beiaard spelen
     
    Gent gaat op zoek naar een oplossing voor de zware Mathildisklok van 10 ton. De klok is een cadeau van de Gentse Beiaardkring aan de stad, maar blijkt voorlopig te zwaar om op te hangen in het Belfort.

    De Mathildisklok zou normaal in de plaats komen van de bekende Klokke Roeland. De kring is teleurgesteld, maar de stad is wel op zoek naar een oplossing.

    "Het is de inhoudelijke discussie waaruit we moeten geraken", zegt schepen van Cultuur Lieven Decaluwe (SP.A). "Als ze vanuit Monumentenzorg blijven zeggen dat het totaal ondenkbaar is dat de klok er komt, dan vrees ik dat we daar naar moeten luisteren. Maar als wij hen kunnen overtuigen met argumenten, dan moet het op lange termijn toch haalbaar zijn."

    (zie verder: VRT: deredactie)

    Mathildisklok


    02-03-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Ernest Van der Eyken
    Gisteren tijdens de Benoithulde in deSingel vernamen we dat de 97jarige componist Ernest Van der Eyken in februari gestorven is.
    Weinig van gehoord of gezien in de media.

    Van der Eyken werd geboren in 1913 en overleed dus in 2010.
    Hij was altviolist en studeerde compositievakken bij o.a. Paul Gilson en August De Boeck. ook Karel Candael behoorde tot zijn leraars.
    Bij Lodewijk De Vocht en in Oostenrijk studeerde hij orkestdirectie.
    In Vlaanderen dirigeerde hij o.a. de Antwerpse Filharmonie en in de Antwerpse opera.
    Deze Antwerpse componist schreef  knappe symmfonische muziek zoals zijn Refereynen en liedekens, een Elegie voor Bieke; een Opera Buffa, .....
    Ook de lichte muziek kende voor hem geen geheimen. Zo kennen we hem als de voorzitter van de legendarische canzonissimajury's.

    Een belangrijke figuur ging heen..... 

    EYKEN, Ernest van der


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Benoit herdacht
    Gisteren een schitterende Benoithulde meegemaakt in deSingel.

    Naast fragmenten uit Benoits strijkkwartet door het Blindmankwartet hoorden we koormuziek van o.a. Joseph Ryelandt, Jef Van Hoof, Flor Peeters, Peter Benoit, Gaston Feremans en Florimond Van Duyse. Dirigent Van Asch leidde het koor feilloos doorheen de partituren van het Vlaams Romantisch Koorboek.
    Verder was er de stemmige 'Poème' van Robert Herberigs voor piano en strijkerstrio.
    Jozef De Beenhouwer vertolkte stemmige pianostukjes van Marinus De Jong, August De Boeck en Joseph Ryelandt.
    Een hoogdag voor de betere Vlaamse muziek.
    Tussendoor kreeg het Studiecentrum voor de Vlaamase Muziek zeer terecht nog de Neerlandia-Visserprijs.

    Nog van dat, aub!


     


    22-01-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Lucienne Van Deyck
    Meer informatie bij: MuziekcentrumVlaanderen

    Lucienne Van Deyck krijgt de carrièreprijs uitgereikt tijdens Klara in het Paleis

    Zaterdag werden de Klara Muziekprijzen 2009 uitgereikt tijdens Klara in het Paleis en werd Lucienne Van Deyck gelauwerd met de carrièreprijs, een prijs voor een uitvoerend musicus die zich op heel bijzondere manier verdienstelijk heeft gemaakt.

    Nu al voor de negende keer reikt Klara de Klara Carrièreprijs uit. Lucienne Van Deyck is de uitverkorene geworden. De voorbije edities lauwerde Klara klarinettist Walter Boeykens, mezzo-sopraan Rita Gorr, Wannes Van de Velde, het boegbeeld van de volkszang in Vlaanderen, componist en dirigent Vic Nees, Paul Van Nevel, pionier onder de pioniers van de Franco-Vlaamse polyfonie, de bekendste Belgische filmcomponist en dirigent Frédéric Devreese, jazzicoon Toots Thielemans en vorig jaar contratenor en dirigent René Jacobs.


    18-01-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Muziekfragmenten Edgar Tinel
    Luister mee

    Bijlagen:
    Edgar Tinel _ 't Pardoent.htm (98 KB)   
    EDGAR TINEL.htm (99.5 KB)   


    15-12-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Proficiat Lucienne Van Deyck

    Klara Carrièreprijs 2009 voor Lucienne Van Deyck

    Lucienne Van Deyck
    Met de Klara Carrièreprijs lauwert Klara elk jaar een uitvoerend musicus die zich op een heel bijzondere manier verdienstelijk heeft gemaakt. De Vlaamse mezzo en alt Lucienne Van Deyck wordt gelauwerd om haar indrukwekkende professionaliteit, haar rol in het artistiek verdedigen van de Vlaamse muziek en omwille van de onuitwisbare indruk die ze op haar talrijke leerlingen maakte.

    Meer uitleg bij het Muziekcentrum Vlaanderen !


    25-10-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Schitterend concert ter ere van Chris Dubois

    Deze namiddag woonden we in de Mechelse St.-Romboutskathedraal het huldeconcert Chris Dubois bij. De 75-jarige organist-componist was zelf van de partij evenals componist-dirigent Vic Nees en dirigent Urbain Van Asch.
    We hoorden het Mechels kathedraalkoor, het Brugs Mannenkoor en het dameskoor Persephone onder de algemene leiding van Jan Van Bouwelen. Aan het orgel zat Peter Pieters.
    Het programma was een rijke aaneenschakeling van Magnificats en Mariamotetten van Chris Dubois, Staf Nees, Flor Peeters, Lode Van Dessel en Joseph Ryelandt.
    Tussendoor wisselden orgelstukken van Flor Peeters en Chris Dubois het koorgedeelte af.
    De orgelmuziek van Dubois klonk groots en majestatisch. Vooral zijn fantasie op 'Zingt Jubilate' trof ons diep. De vergelijking met Max Reger is zeker niet onterecht.
    De muziek werd ook bijzonder goed gebracht.
    Dat geldt ook voor de koren.
    De verenigde mannenstemmen waren soms wat zwakker, vooral in Van Dessels 'Tota pulchra es'. Maar globaal genomen was het toch zeer mooi. De damesstemen klonken zeer fijn en raak.
    De koormuziek -meestal met orgelbegeleiding- klonk zeer overtuigend. Peeters, Van Dessel en Dubois ademen de geest en de sfeer van het Lemmensinstituut en komen niet volledig los van Van Nuffel. Maar dit is eerder een compliment dan een verwijt. Staf Nees' muziek klinkt wat intiemer en bescheidener, maar niet minder mooi.
    Het Magnificat van Dubois is een indrukwekkend werk. Vol afwisseling en toch één groot feest.
    Mijn persoonlijke voorkeur ging vooral uit naar de indrukwekkende orgelfantasie op 'Zingt Jubilate' van Dubois, het ingetogen 'Sub tuum praesidium' van Peeters en het hemelse slotkoor uit het 'Maria-oratorium' van Ryelandt. Een schitterende apotheose van een fantastisch werk. Wat hoog gegrepen voor het koor op sommige plaatsen, maar toch behoorlijk verdedigd. Ryelandt kan hier niet wegsteken dat hij een leerling van Edgar Tinel was. Het gebrachte stuk roept herinneringen op aan de finale van Tinels oratorium 'Franciscus'.

    Kortom: een schitterend programma met uitsluitend Vlaamse muziek, goede uitvoerders van bij ons en een behoorlijk gevulde kathedraal.
    Wat wil een mens nog meer op een doorsnee zondagnamiddag?
    Nog meer van dat!


    21-10-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Componist Ivo Mortelmans 25 jaar overleden



    Ivo Mortelmans, geboren in Antwerpen op 19 mei 1901, was de tweede oudste zoon van de grote toondichter Lodewijk Mortelmans. Tegen diens zin verkoos hij ook zijn leven aan de muziek te wijden.

    Hij studeerde aan het conservatorium van Antwerpen bij o.a. Arthur De Hovre (orgel), Edward Verheyden (harmonie) en Lodewijk Mortelmans (contrapunt). Verder volgde hij privaatlessen bij Paul Gilson in contrapunt, fuga en orkestratie. Aan het Brussels conservatorium was hij een tijdje student bij Paulin Marchand.

    In 1931 werd hij leraar notenleer en in 1953 begon hij harmonie te doceren aan het Antwerps conservatorium. Dat deed hij tot zijn op rust stelling in 1966. Hij was tegelijk nog muziekleraar aan secundaire scholen en muziekacademies in Deurne, Mortsel en Berchem. In het Nederlandse Eindhoven was hij een tijd lang actief als leraar, directeur van een muziekschool en operadirigent.

    Op het liefhebbersterrein was hij jarenlang dirigent van koren (Sint – Joris) en fanfares. Hij zetelde in het bestuur van het VNZ (voorloper van ons ANZ) en was jurylid in de provinciale koortornooien. Hij was tevens muziekrecensent voor de Gazet Van Antwerpen en leidde het koor van de Vlaamse Opera.

    Omwille van zijn optredens als dirigent op Vlaams-Nationale zangavonden en zangfeesten voor en tijdens de tweede wereldoorlog werd hij in 1944 15 maanden geïnterneerd.
    Toen in de na-oorlogse periode zijn cantate ‘Antwerpens Glorie’ (tekst van Anton Van de Velde) zou uitgevoerd worden, rees dit op verzet van oudstrijdersgroeperingen en werd de opvoering afgelast.

    Ivo Mortelmans overleed in 1984 te Wenduine in alle bescheidenheid zoals hij steeds geleefd had. Hij was van nature zeer terughoudend en had een des te diepere en doortastendere religieuze aard. Zelf zei Mortelmans dat heel zijn leven van kindsbeen af door 3 factoren was beïnvloed: de muziek, de godsdienst en de natuur.

    De composities van Ivo Mortelmans volgen een strikte vormopvatting en geven blijk van een beschouwende mystiek, poëtische ingesteldheid en ingekeerdheid en weerspiegelen een aanhankelijkheid aan de natuur. Zijn muziek –logisch voor zijn afkomst en werkomgeving- kadert in de laat-romantiek zoals bij zijn jaargenoot Staf Nees en vele anderen. De eerste pianowerkjes ademen tevens invloed van Ravel en Debussy. Zijn werken getuigen van een zeer gedegen vakmanschap. Wat niet te verwonderen is als men zijn leraars bekijkt.

    Voor orkest componeerde hij ‘Lentehymne’, Paasnocturne’, Kerstballade, ‘Koning Winters dood’ en de suite ‘Het dorp’. Dit laatste werk werd in 1939 gecreëerd door het orkest van het NIR o.l.v. Franz André. Maar net zoals zijn sprookjesopera’s ‘De krekel en de mier’ en ‘Antwerpens Glorie’, de cantates ‘Vlaanderens klokken’ en ‘De 4 seizoenen’ en het Lutgardisoratorium worden deze werken nooit nog uitgevoerd zodat de muziekliefhebber van vandaag geen voorstelling heeft van de klank en welluidendheid van deze werken. Dat geldt ook voor zijn openluchtspelen, opera, kamermuziekwerken en composities voor piano en orgel. Voor de in het Indische Florea spelende film ‘Amorira’ componeerde Mortelmans de muziek.

    Net zoals zijn vader was Ivo Mortelmans erg aangetrokken door de menselijke stem. Vandaar de talrijke werken voor koor en liederen.

    Via oude opnames –die dan zelden of nooit nog ten gehore gebracht worden- kunnen we vaststellen dat zijn koorwerken (vb. 4 adagioliederen op teksten van Timmermans) zeer innig, intiem en gedragen zijn. Ze weerspiegelen duidelijk de sfeer van de tekst en de gemoedsgesteldheid van de dichter. In het Vlaams Romantisch Koorboek werd ‘Gelijk de anemoon’ voor 4-stemmig gemengd koor opgenomen. Het werkje begint rustig gaande en beschrijft een anemoon die langzaam, nog zwaar van dauw en nacht wacht op de dageraad. Wanneer het licht met zijn trage gloed vermeld wordt, wordt de muziek langzaam aan wat sterker en meer bewogen. En zo komen we bij de figuur die met de anemoon vergeleken wordt. Het is de kleine maagd Maria die even nederig en klein als de anemoon het wonder van de Heer heeft volbracht. De muziek neemt een vlucht in de hoogte en gaat crescendo bij de woorden ‘zo rijst Gij op….’  Om dan in het tweede gedeelte weer te dalen, verzachten en vertragen bij de nieuwe verwijzing naar de nacht en de anemoon. De tekst van Albe wordt in dat koorwerk dus zeer getrouw gevolgd en uitgebeeld. De mineurtoonaard versterkt de gedragen, intieme en duistere sfeer van de verdreven nacht en gaat dan eventjes over naar de majeurtoonaard als hij verwijst naar de maagd ‘zo rijst Gij op … voor Zijn aangezicht’. Het slot is dan uiteraard weer mineur bij de nieuwe verwijzing naar de anemoon en de nacht. De aanwijzingstekens voor de uitvoering (crescendo, decrescendo, mezzopiano, mezzoforte, ritenuto, .. zijn bewust gekozen om de voordracht van de tekst perfect mogelijk te maken. In de laatste maten krijgen we een hemiool op ‘zijn wonder hebt volbracht’. Deze natuurlijke verbreding van de muziek, nog versterkt door een modulatie, laat duidelijk zien wat het belangrijkste van heel dit gedicht en koorwerk is: het wonder dat de Heer heeft laten verrichten door de Heilige maagd. Typisch romantisch is de wisselende stemming via modulaties.

    Talrijk zijn de bewerkingen voor koor van volksliederen.

    Hij schreef enkele zeer religieus doorvoelde missen: ‘Missa Jesu bone Pastor’, Missa Gregoriana’, ‘Missa dona nobis pacem’, Missa Benedicamus Domino’ en ‘Missa Deo gratias’. Op zijn opuslijst staan ook heel wat motetten (o.a. voor vrouwenkoor en orgel). Twee ervan (‘Te carioribus vocibus’ en ‘Beata es, Virgo’), geschreven in 1959, zijn uitgegeven door Euprint en te bekijken op de site van Euprint/collectio cathedralis.

    De liedcyclus ‘3 erotische gezangen’ ( ‘Uw anker’, ‘Uittocht’ en ‘Uw laatste’) klinkt eveneens zeer intimistisch en gesloten. Eerder zwaarmoedig. Men kenmerkt zijn liederen vaak met de term stemmingslyrisme als men verwijst naar ‘Elegische vreugden’ en ‘Reninca-liederen’.

    Volkser van toon en opgewekter klinken zijn liederen ‘Een lied van de zee’, ‘Te Hasselt langs de baan’, het geestdriftige ‘Zingend volk’ en het strijdlustige ‘Kom in ’t vendel’. 

    Met zijn composities won hij verschillende prijzen bij het VNZ en het Davidsfonds en de Prijs Henri Fester.

    Tot slot citeren we Hugo Heughebaert over Mortelmans’ muziek: “Zijn voornaamste kenmerken zijn: oprechtheid en zuiverheid in de poëtische verklanking, harmonische rijkdom en expressieve verwoording. Hij weert uit zijn scheppingen elk vooropgezet ‘isme’. Hij is noch voor noch tegen een bepaalde stroming, strekking of stijl in de muziek, maar gebruikt oordeelkundig en geniaal de middelen waarover hij beschikt”.



     

     

    Zeer recentelijk verscheen de CD ‘O sacrum convivium’.

    Hierop zingt de Capella Ss Michaelis et Gudulae, Brussels o.l.v. Kurt Bikkembergs met de organist Bart Jacobs religieuze muziek uit het romantische Vlaanderen. Naast orgelwerken van Lodewijk De Vocht en koorwerken van Staf Nees, August De Boeck, Jules Van Nuffel, Firmin Van de Velde en Emiel Wambach staan de 2 hoger vernoemde  motetten voor de Heilige Maagd Maria (voor vrouwenkoor en orgel) van Ivo Mortelmans op deze CD én de Missa Jesu bone pastor.


    20-10-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Ere wie ere toekomt
    Langs deze weg willen we de site van het muziekcentrum Vlaanderen feliciteren en bedanken voor hun interessante info waaruit we al vaak overgenomen hebben.

    Hun archief is een mijn van informatie over Vlaamse musici.
    Niet voor niets hebben we een link naar hun site gemaakt.

    Ere dus wie ere toekomt!


    Peter Leys


    19-10-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Sebastian Bradt 30 !

    Sebastian Bradt

    Bradt studeerde fagot bij Wim Van Volsem aan de Kunsthumaniora voor Muziek en Dans,Gent.
    Hij heeft een uitgesproken voorkeur voor het 20ste eeuwse repertoire en probeert allerhande alternatieve speelwijzen uit op dit instrument.
    Pianostudie deed hij bij Sabine Haenebalcke.
    Hij schreef zich in aan het Conservatorium van Gent voor compositie en orkestratie bij Lucien Posman en later bij Luc Brewaeys.
    Voorts volgde hij lessen en cursussen bij Dirk Brossé, Frank Nuyts, Claude Coppens en dr.Godfried-Willem Raes.
    Zijn Proefschrift Analyse 1 beha,delde Nacht - Stilte (1981van Luc Van Hove.
    In 2000 maakte Bradt de overstap naar de klas Algoritmische Kompositie en Eksperimentele Muziek van dr.Godfried-Willem Raes, sedertdien vaste mentor.
    In 2003 studeerde hij met onderscheiding af aan het Conservatorium als 'Meester in de Muziek'. 
    Als lid van het M&M ensemble en in opdracht van Stichting LOGOS schreef hij arrangementen van bestaande muziekstukken voor het Automaton Orchestra met als doel het exploreren van de sonore mogelijkheden van muzikale robots.
    In 2006 werd hij parttime medewerker van Stichting Logos als komponist, arrangeur, recycler - perfomer, technikus, zaalverantwoordelijke, Pr - contactman etc.

    Studaxe Studaxe (2008)
    21ste eeuw / hedendaags
    Player Piano
    Bradtpack 2006 Bradtpack 2006 (2006)
    20ste eeuw
    Machine Orchestra Machine Orchestra (2005)
    21ste eeuw / hedendaags


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hans Sluijs 40 !
     
    Hans Sluijs

     

    Na muziekacademiestudies studeerde Hans Sluijs aan de conservatoria van Antwerpen en Tilburg(Nl.), bij de heer Jacques de Tiege (piano).
    Daarna volgde hij tevens privélessen bij Steven Kemper, Lode Backx, Wonmi Kim en Jean-Paul vanden Driessche.
    Zijn repertorium is erg uitgebreid en omvat werken van de barok tot heden. In november 2002 werd zijn tweede werk, het strijkkwartet 'Weerspiegelingen', gecreëerd en bekroond met de 'Prijs van de stad Harelbeke' op de compositiewedstrijd van de Muizelhuisconcerten.
    Hans Sluijs won in 2005 de Sabam-prijs met zijn "I Quattro Elementi", het plichtwerk voor de halve finale van de Internationale Koningin Elisabethwedstrijd, sessie viool.
    Als pianist ligt zijn zwaartepunt in het romantische klavierrepertoire; hij speelt geregeld concerten in Belgie en Nederland, en is te horen op festivals in Italië(Pianorama Firenze, Araba Fenice Collescipoli..) en Duitsland (Neckargemundfestival).


    Beperkte werkenlijst:
    op.1 vier portretten (voor piano),
    op.2 Weerspiegelingen (voor strijkkwartet)
    op.3 I quattro elementi (trilogie voor viool en piano)


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Walter Hus 50 !

    Walter Hus (1959) is naast componist vooral uitvoerend pianist en improvisator.
    Vanaf zijn 10de trad hij op als concertpianist in binnen- en buitenland, vanaf 1979 als pianist-improvisator.
    Hus speelde in het Belgisch Pianokwartet en was verbonden aan Maximalist!, een muzikale groepering opgericht in 1984 die het midden hield tussen pop, rock, klassiek en avant-garde. De muzikant-componisten die zich in deze beweging verenigden (o.a. Vermeersch, Sleichim, De Mey en Hus), hadden elkaar een jaar voordien ontmoet in het kader van de eerste choreografie van Anne Teresa de Keersmaeker (Rosas danst Rosas.) Hun imago werd sterk bepaald door invloeden uit de populaire cultuur, een illustratie van een geestesgesteldheid zonder dat die hun muziek daarmee zonder meer buiten het klassieke veld plaatste. De muziek lijkt zich voornamelijk te situeren in het kader van de New Simplicity, gegroeid uit de minimal music. Een hoge graad aan repetitiviteit, een microscopisch gevarieerde ritmiek en dynamiek, de eenvoudige manipulatie en transformatie van motieven, een beperkte harmonische organisatie en zeer gelimiteerd uitgangsmateriaal zijn hiervan de belangrijkste kenmerken. Dit resulteerde meestal in muziek met een hoge consonantiegraad en directe toegankelijkheid. Daarnaast was vooral het functionele en disciplineoverschrijdende aspect bepalend voor Maximalist!: een opvallend groot percentage van de muziek die dit collectief schreef, is conceptueel verbonden met andere kunsten zoals dans, theater en film. Dit geldt ook voor de muziek van Hus na Maximalist!.
    Naast muziek voor modeshows (bvb. Five to Five voor Yamamoto ('84)), choreografieën (bvb. Muurwerk ('85) en Hic et Nunc ('91) voor Roxane Huilmand, en Devouring Muses ('97) voor Irène Stamou) en films (The Pillow Book van Greenaway en Suite 16 van Deruddere), zijn verscheidene van zijn composities tot stand gekomen in samenwerking met hedendaagse dichters of toneelschrijvers (zoals Stefan Hertmans (Francesco's paradox), Peter Verhelst (One day they appeared), Jan Decorte (Meneer, de zot en tkint) en Jan Lauwers van de Needcompany (Orfeo) ).
    Sinds '96 is Walter Hus werkzaam bij Limelight in Kortrijk, waar op dat moment het verfrissende festival en cd-label Happy New Ears werd opgericht.
    Momenteel werkt hij aan een cyclus van 24 preludes en fuga's voor verschillende instrumentaties.

    Walter Hus


    13-10-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Organist - componist Jos Mertens 85 !

    Dit weekend is Jos Mertens jarig.




    De man wordt 85.
    Hij oogt echter als een kwieke zestiger.
    Aan het orgel is hij nog steeds een virtuoos.
    Aan zijn werktafel componeert hij nog volop (zag je hem niet in 'Man bijt hond' met zijn tune voor geluidloze elektrische auto's?).
    Als causeur - met een Blonde Leffe in de hand - houdt hij je uren bezig.
    Wie zong nooit zijn 'Avondliedje'?
    Fris blijven zijn liederen klinken (vb. 'Ik ken een blond Marleentje' en 'Schachtenliefde'....).
    Zijn 4-stemmige Nederlandse mis en Onze Vader zijn door en door religieus.
    Zijn cantate 'Kringen van Tijd' vat zijn hele leven samen.
    Als pianist op Zangfeesten en Dagen van het Vlaamse Lied blijft hij onsterfelijk.

    Op zaterdag 17 oktober huldigt het koor Singet Scone hem in de kerk van Groot - Bijgaarden om 18 uur. Hij weet het echter nog niet. Houden zo!

    Jos, ad multos annos.....


    01-10-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Vlaams componist, dirigent en pedagoog overleden

    Componist Julien Mestdagh overleden

    annelies focquaert

    Op 26 september overleed in Zwijnaarde dirigent en componist Julien Mestdagh. Geboren in Gent op 21 november 1922, studeerde hij piano, orgel en compositie aan het Gentse Conservatorium. Later gaf hij er zelf les als begeleider en leraar notenleer, contrapunt en fuga. Ook aan het Lemmensinstituut en aan de Conservatoria van Brussel en Rotterdam was hij verbonden als leraar in verschillende theoretische vakken. Als pedagoog maakte hij verschillende studiereizen in opdracht van het Ministerie van Nederlandse Cultuur. Bij de Koninklijke Opera van Gent was hij gedurende 20 jaar gastdirigent en bij Studio Steurbaut was hij artistiek directeur. Naast didactische werken schreef hij ook verschillende liederen, koorwerken, piano- en orgelmuziek en muziek voor orkest. Zijn Cantate op het Hooglied van Salomon werd in 1992 in Brugge gecreëerd.



    De Gentenaar Julien Mestdagh (°21/11/1922) is op 26 september overleden. Mestdagh is twintig jaar gastdirigent geweest in de opera en veertig jaar leraar aan het Gentse conservatorium. Eerst gaf hij daar notenleer en daarna contrapunt en fuga of m.a.w. de technieken van de compositieleer. Diezelfde cursus gaf hij later ook in Brussel en daar was Maria Cogen zijn assistente. Ze werd later zijn levensgezellin. Zelf heeft Mestdagh de dirigentencursus van Von Karajan gestudeerd in Salzburg. Hij is ook opnameleider geweest bij Studio Steurbaut, waarover hij sappige anekdotes kon vertellen, o.a. over hoe hij eens heeft meegemaakt dat Rudolf Werthen een bepaald stuk niet onder de knie kreeg. Hij wordt begraven op donderdag 1 oktober om 10 uur in de parochiekerk Onze-Lieve-Vrouw van de Rozenkrans in de Van Goethemstraat te Merelbeke-Flora.

    Op de eerste plaats was Julien Mestdagh echter componist. Zijn eerste compositieopdracht kwam in 1966 van het Festival van Vlaanderen, een werk voor orgel dat rechtstreeks op televisie werd gecreëerd door Gabriël Verschraegen in de Sint-Baafskathedraal. Zijn grootste werken zijn een cantate op het Hooglied van Salomon (in 1992 in Brugge gecreëerd bij de Jezuïeten – omdat het in Sint-Baafs niet door de beugel kon – door het Nationaal Orkest van België gedirigeerd door hemzelf en met o.a. Mireille Capelle als soliste) en een musical op een libretto van Raymond Cogen, de broer van Maria. Peter Ritzen wil al lang zijn pianoconcerto creëren met het BRTN-orkest, maar dat heeft hij dus bij leven alvast niet mogen meemaken.
    Maria Cogen, ook wel bekend als de directrice van de muziekacademie van Gentbrugge, creëerde in 1994 een sonate voor klavecimbel die haar levensgezel in opdracht van de Stadsconcerten had gecomponeerd. Het was naar zijn eigen zeggen “een atonale compositie, die echter toch voldoende melodische structuur bezit, opdat men een dissonant toch van een valse noot zou kunnen onderscheiden.”
    “Ik heb nog atonale gehoorvorming gegeven aan het conservatorium van Brussel,” ging Julien verder, toen ik hem bij hem thuis ging interviewen voor Het Laatste Nieuws, “en dat aanleunen bij een sfeer van tonaliteit is typisch voor mijn muziek. Sommigen zeggen dat ze een synthese is van Boulez en Stravinsky, maar ik geloof daar niet in. En ‘t klinkt zeker niet zoals mijn favoriete componisten Richard Strauss en Gustav Mahler. Anderen zeggen gewoon: ‘t is Mestdagh! En dat vind ik ook.”
    “Via improviseren kom ik tot een thema en daarop heb ik dan voortgewerkt. Tot ze af is. En een compositie is bij mij altijd àf. Ik laat ze pas liggen als ik er tevreden over ben. Aan deze sonate van 17 minuten heb ik anderhalve maand geschreven. Ze is bedoeld voor een kopie van een barokinstrument en niet voor een modern clavecimbel, zoals dat bij het concerto van Frank Martin, dat Maria vóór de pauze zal vertolken, wél het geval is. Dat concerto stelt ook veel meer de virtuositeit op de voorgrond, al zegt Maria dat mijn sonate ook zeer moeilijk is om uit te voeren. Maar virtuositeit om de virtuositeit, dat zegt me niets.”
    De sonate viel in mijn smaak. Maar is dat een criterium “in de smaak vallen”?
    “Het is geen doel op zich, maar het doet wel plezier, ja.”
    Maria Cogen bevestigde trouwens dat er een heel groot verschil is tussen iets graag uitvoeren en iets graag horen. “Er zijn dingen die ik heel graag speel, maar waarnaar ikzelf niet zou gaan luisteren.”
    Maar dat was dus zeker niet het geval met het werk van Julien Mestdagh. De vraag is nu of zijn werk na zijn dood nu ook wat meer geapprecieerd gaat worden in ruimere kring.


    Musica Gandaviae: Organa, Artifices

    Musica Gandaviae: Organa, Artifices
    Type: album
    Formaat: cd
    Componist(en): Julien Mestdagh
    Adolph d'Hulst
    Gabriël Verschraegen
    Lucien Goethals
    Uitvoerder(s): Frank Heye

    Frank Heye aan het orgel van het Augustijnerklooster St. Stefanuskerk, de Onze-Lieve-Vrouw Sint Pieterskerk, en de Sint Jacobskerk
    Label(s): Senzanome
    Labelcode: 5411499 90052
    Copyrightdatum: 11.2007
    Beschikbaarheid: ter inzage in het Muziekcentrum Vlaanderen (op afspraak)
    Plaatsingsnummer: 001699
    Barcode: 0100000016992

    Info

    Orgelmuziek van Gentse componisten

    Track-info

    1-4. d'Hulst Adolph: Orgelsymfonie in e
    5-8. Verschraegen Gabriël: Sonata Da Chiesa
    9. Goethals Lucien: Klankstructuren
    10. Mestdagh Julien: Passacaglia en fuga in e op. 25


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Renaat Veremans

    Concert in de kijker : Stabat Mater van Renaat Veremans

     

    Op 25 oktober zal de Chorale Caecilia in Berchem het Stabat Mater van Renaat Veremans uitvoeren.
    Paul Dinneweth, die het werk zal dirigeren, schreef hierover:


    Zijn eerste lessen kreeg Renaat Veremans [1894>1969] van zijn vader. Hij studeerde verder aan het Lemmensinstituut te Mechelen en componeerde in die periode zijn beroemdste lied Vlaanderen, bekroond in de wedstrijd van de Maatschappij voor Taal en Volk. Later studeerde hij nog aan het Koninklijk Vlaams Conservatorium in Antwerpen, waar onder meer Oscar Depuydt, Arthur Meulemans, Aloïs de Smedt en August de Boeck zijn leraren waren.

    Het grootste deel van zijn leven was Veremans werkzaam te Antwerpen, respectievelijk als organist aan de St.-Pauluskerk (1914-1927), als operadirigent (1921-1943) en als docent notenleer aan het Conservatorium (1928-1959), waar hij honderden jonge Vlaamse musici vormde. Van 1943 tot 1952 was hij directeur van het Conservatorium te Brugge, waar hij het Renaat Veremans-koor oprichtte en het Brugse muziekleven een nieuwe impuls gaf.
    Hij overleed in juni 1969, slechts enkele dagen na het 32e Vlaams Nationaal Zangfeest, waar hij nog uitvoerig gehuldigd werd.

    Als componist van ruim 400 liederen, missen, motetten, psalmen en koorwerken, oratoria, drie symfonische gedichten, vier concerti, acht cantaten, vier opera’s, twee operettes, film- en toneelmuziek, beheerste hij de meest uiteenlopende genres. Zijn melodische vinding is het product van een spontane, impulsieve en emotionele natuur, van een persoonlijkheid die steeds zichzelf blijft. Respect voor de traditie was het credo van zijn creativiteit: “Musik als Ausdruck” heeft de toondichter dan ook steeds als zijn devies gekozen. Hij bleef afkerig van iedere neiging tot modernisme of atonaliteit. Spontaneïteit in de melodie en rijke harmonische kleuren (een chromatisch verglijdende tonaliteit) zijn de hoofdlijnen in zijn oeuvre. Ook zijn werkzaamheid als dirigent, gecombineerd met zijn bewondering voor het oeuvre van August De Boeck, hebben ongetwijfeld zijn inzicht in de orkestrale muziek beïnvloed.

    Het Stabat Mater, voltooid op 31 december 1964, straalt een diepe geloofsbelevenis uit, in een sfeer van eenvoud en wijding. Aan de basis ligt het beroemde dertiende-eeuwse gedicht van de Franciscaan Jacopone da Todi, dat de grote smart bezingt van een moeder die de marteldood van haar zoon moet meemaken. De tekst lag eveneens aan de basis van een gregoriaanse sequentia en heeft talrijke componisten geïnspireerd tot dikwijls aangrijpende composities. Ook Veremans’ voorliefde voor het Stabat Mater van Antonin Dvořák zal een invloed hebben uitgeoefend, wat hem echter niet belette om deze tekst op een eigen wijze te verklanken.

    Ik heb het werk gekozen op aandringen van Oscar Van Aerden en Magda Veremans, de schoonzoon en laatste nog in levende zijnde dochter van de componist. Oscar Van Aerden bezit het handschrift van de directiepartituur en toen ik dit bij hem thuis mocht doorlezen, viel mij meteen op dat dit een waardevol werk was, helemaal in die typische Vlaams-romantische stijl en uitvoerbaar door een (goed) amateurkoor. Voor mij kan deze compositie gerust de vergelijking doorstaan met het koorwerk van César Franck of Antonin Dvorak. Veremans gebruikt heel wat harmonische kleur naast een steeds zingbare melodische stemvoering. Bij de start van het repetitieproces konden we beschikken over partituren van CeBeDeM, helaas in een niet altijd makkelijk leesbaar kopie-handschrift (in een digitaal tijdperk!) en met toch nog enkele duidelijke fouten. Daar kwam enige weerstand op vanuit het koor. Ook de typische harmonische wendingen van Veremans liggen voor het koor niet altijd voor de hand. Toch denk ik dat de meeste zangers ondertussen gewonnen zijn voor deze compositie, met zijn steeds wisselende stemmingen, tonaliteiten, tempi en solistische interventies. Een zeer mooie passage is het Fac me tecum pie flere, waar de dames met de tenor-solo dialogeren. Een heel feestelijk Alleluia sluit, een tikkeltje triomfalistisch, deze compositie af.

    Om budgettaire redenen en omdat het werk een bredere uitvoerbaarheid zou krijgen, vroegen we aan Peter Van de Velde om een transcriptie voor orgel en strijkers te maken (oorspronkelijk is het opgevat voor tenor-solo, koor en orkest). De Chorale Caecilia is verheugd en vereerd om deze mooie compositie eindelijk, na 45 jaar, voor de eerste maal tot klinken te kunnen brengen.

    Op hetzelfde concert kan u overigens ook een transcriptie door Geert Vanderstraeten horen van twee Rückertliederen van Gustav Mahler, naast de versie voor kamerorkest van het Requiem van Duruflé.

    Paul Dinneweth, met dank aan Oscar Van Aerden.


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Canvas doet zijn plicht ....

    Canvas viert Vlaamse componisten

    hugo sledsens (producer VRT-televisie)

    In 2009 komen we niet alleen veel muziek van Haydn, Händel en Mendelssohn tegen. Er zijn ‘toevallig’ ook heel wat Vlaamse jubilarissen uit de twintigste eeuw te herdenken. Of laat ons zeggen: twintig jaar geleden zag de VRT het nog als haar opdracht om actieve initiatieven te nemen ten gunste van Vlaamse componisten. Wie toen zestig of zeventig was, wordt er dit jaar tachtig of negentig. Canvas Klassiek zag de kans om hen in oktober en november te eren met uitzendingen die we nog in ons archief hebben liggen. Opvallend veel van de jubilarissen komen uit de Antwerpse hoek. Toevallig is er een rode draad in deze werken: bezinning, oorlog en hunkering naar vrede, rouw en dood. De uitzendingen beginnen telkens om 12u00.

    Uitzenddatum: 25/10/09
    Ouderdomsdeken is August Verbesselt, die 90 wordt in oktober. Van hem zenden we Ares en Irene uit. Een werk dat de Vlaamse televisie zelf nog creëerde in 1989. Deze compositie voor koor en orkest is, zoals alle rijpe werken van Verbesselt, knap georkestreerd, en in navolging van Schönberg, gebouwd op een reeks van twaalf tonen. De inhoud gaat over de eeuwige en uitzichtloze strijd tussen oorlog en vrede, tussen goed en kwaad. Opmerkelijk is de behandeling van het koor. Dat laat overwegend onverstaanbare kreten horen. Geleidelijk worden woorden als ‘Morte’ en ‘Pace’ verstaanbaar. Op het einde horen we het Bach- koraal Ermuntere dich, mein schwacher Geist. Een poging van Verbesselt om een hoopvol perspectief te creëren. Tevens een groet van de dodecafonist aan de door hem hoog geachte contrapuntmeester, Johann Sebastian Bach. Het BRT- Filharmonisch orkest en – koor staan onder leiding van Silveer van den Broeck.

    Er zijn ook twee tachtigjarigen. Frédéric Devreese en Frits Celis :

    Uitzenddatum: 25/10/09
    Frédéric Devreese componeerde het ballet Gemini in 1980 voor de tiende verjaardag van het Ballet van Vlaanderen. Repetitieve elementen spelen een belangrijke rol. We horen de oorspronkelijke versie voor twee piano's, gespeeld door André De Groote en Robert Groslot. We zien de choreografie van Marc Bogaerts, zoals ze toen gecreëerd werd in de Opera van Gent. Met dansers als Tom Van Cauwenbergh, Karin Heyninck, Koen Onzia en Rudi van den Berghe. Het scenario werd geschreven door Chris Yperman. Er zijn drie grote scènes: De dans van de tweelingen, De Verleiding en Het gevecht. De tweeling heeft het moeilijk om zijn eigen identiteit te vinden. Pas als de ene zijn spiegelbeeld ontmoet, is hij volledig. Sterft één van de tweelingen, dan sterft automatisch ook de andere.

    Uitzenddatum: 08/11/09
    Frits Celis gebruikte voor Preludio e Narrazione het gedicht De ouders van Anton van Wilderode. Van Wilderode inspireerde zich op zijn beurt op ‘Het treurende ouderpaar’, het dubbelmonument van Käthe Kollwitz, nu te zien op het Duits soldatenkerkhof van Vladslo. Kollwitz wilde niet alleen haar eigen zoon herdenken. Die sneuvelde in 1914 als een van de allereerste aan het Ijzerfront. Het gebaar van machteloosheid dat door haar beelden uitgedrukt wordt geldt als een eerbewijs aan allen die de dood vinden in zinloze slachtingen als die aan de Ijzer. De muziek van Celis beschrijft de tragische zoektocht van de ouders naar het graf van hun gesneuvelde zoon. We horen de sopraansolo van Jacqueline van Quaille. Fernand Terby begeleidt met het BRT-Filharmonisch orkest. Raf Verpooten maakte een filmische evocatie. De soldatenkerkhoven uit de Eerste Wereldoorlog spelen hierin een grote rol.
    Dit programma krijgt een heruitzending op 11 november om 20u40 op Canvas+.

    Uitzenddatum: 04/10/09
    Ook Willem Kersters werd tachtig jaar geleden geboren. Maar hij overleed al in 1998. Van hem horen we zijn Tweede Symfonie. In 1961 werd hij tweede laureaat in de Koningin Elisabethwedstrijd voor compositie met het ballet De triomf van de geest. Twee jaar later won hij met zijn Tweede Symfonie de compositieprijs van de stad Trieste. Deze bekroningen maakten van hem een componist met internationale allure. De Tweede Symfonie is gebouwd op twee twaalftoon reeksen. Ze sluit bij Kersters een periode af van streng serieel denken, al blijkt dat nergens uit het klankresultaat. De symfonie heeft een onweerstaanbare emotionele zeggingskracht. Hans Rotman leidt het BRTN-Filharmonisch orkest. Uitvoering en opname vonden plaats in de Brusselse Magdalenazaal.

    Uitzenddatum: 08/11/09
    Er is ook nog Marinus de Jong [1891>1984]. De Hollandse Antwerpenaar, die 25 jaar geleden overleed, speelde als pianist, componist en theoreticus een opmerkelijke rol in het Conservatorium van Antwerpen. Pianist Jozef De Beenhouwer is een leerling van Lode Backx, die zelf nog gevormd werd door Marinus de Jong. De Beenhouwer speelt in het Antwerpse Delbekehuis de nocturne Schemeravond op Esschenhof opus 53 uit 1945 en de ballade Ex vita mea opus 3, uit 1917.

    Uitzenddatum: 22/11/09
    Tenslotte leiden al deze herdenkingen ons op weg naar het portret van Wim Henderickx. Deze vruchtbare Antwerpse componist van nog geen vijftig voelt zich als ‘een oosterling verdwaald in het Westen’. Wim Henderickx was een leerling van Willem Kersters aan het Antwerps Conservatorium, waar hij nu zelf een analyse- en compositieklas leidt. Hij leeft zich tot nog toe vooral uit in orkestwerk, kamermuziek en werken voor het muziektheater.

     


    24-09-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Jean-Paul Byloo 60

    Jean-Paul Byloo werd geboren in Veurne in 1949.
    Na zijn humaniorastudies te Veurne studeerde hij aan het Koninklijk Muziekconservatorium te Gent, waar hij de eerste prijzen notenleer (klas Gaston Van Damme), piano (klas Abel Matthys), harmonie (klas Jeanne Vignery), contrapunt (klas Roland Coryn) en fuga (klas Gery Bruneel) behaalde.
    Byloo studeerde koordirectie aan de Kurt Thomasstichting in Den Haag en moderne compositietechnieken bij Lucien Goethals.
    Hij besloot zijn muziekstudies aan het Koninklijk Muziekconservatorium te Brussel met een eerste prijs met onderscheiding voor compositie in de klas van André Laporte.
    Cantabile
    Van 1972 tot 1982 was Byloo leraar notenleer en piano aan de Stedelijke Muziekacademie van Veurne. Byloo dirigeerde het Beauvarlet Kamerkoor uit Nieuwpoort (1975-1985) en de Cantores Servadie uit Diepenbeek (1985-1988).
    Sedert 1982 is Byloo directeur van de Stedelijke Academie voor Muziek, Woord en Dans te Geel en leraar notenleer aan het Koninklijk Muziekconservatorium te Brussel.
    Sinds 1992 doceert hij vormanalyse en instrumentatie aan het Brusselse Conservatorium.
    Momenteel woont hij in Geel.

    Het werk van Byloo werd bekroond in compositiewedstrijden van o.a. Sabam, Cantabile, de Provincies West-Vlaanderen en Antwerpen en de Koninklijke Academie.
    Zijn composities werden in première gebracht op het Festival van Vlaanderen, Ars Musica Brussel, de Nacht van Radio 3 en de Belgisch-Nederlandse Muziekdagen.
    Byloo componeerde plichtwerken voor belangrijke muziekwedstrijden en kreeg talrijke compositie-opdrachten van vooraanstaande solisten, kamermuziekgroepen en orkesten.

    De nieuwe oogst. Nationale koorcompositie 2005Talrijke eenvoudige koorwerken en liedbewerkingen werden uitgegeven door ANZ Antwerpen en door uitgeverij De Noteboom.
    Er werden opnames gemaakt van koor-, kamer- en orkestwerken door de VRT.

    De werken van Byloo werden uitgevoerd in België, Nederland, Frankrijk, Duitsland, Zwitserland en Hongarije.

    Ad multos annos!


    23-09-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Proficiat!

    Muziekfestival Neerpelt krijgt een prijs

    Het Europees Muziekfestival voor de Jeugd in Neerpelt krijgt de Prijs van de Europese burger. Die prijs wordt uitgereikt door het Europees Parlement aan 37 personen en verenigingen die zich inzetten voor meer Europese integratie en samenwerking.

    "Het festival doet al sinds 1953 verwoede pogingen om de grensoverschrijdende contacten te bevorderen tussen de jeugd", zegt bestuurslid Leon Houben. "Daarom heeft Europees parlementslid Ivo Belet (CD&V) ons voorgedragen voor de prijs. Personen krijgen een medaille, verenigingen een gedenkplaat."

    De officiële overhandiging van de gedenkplaat volgt volgende week woensdag in het Hubertus-theater in Neerpelt. Eerder kreeg ook de federatie van het Oud Limburgs Schuttersfeest al de onderscheiding.


    27-06-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Vlaamse muziek promoten

    Afzonderlijk katern Vlaamse muziek bij GIG - International Arts Manag

    Naar aanleiding van het muziektheaterfestival Opera XXI nam Muziekcentrum Vlaanderen het initiatief om een extra katern rond de klassieke muziekscène in Vlaanderen te laten opnemen bij het tijdschrift GIG - International Arts Manager.


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Slecht nieuws

    Alvaro Celso Guimarães overleden

    Alvaro Guimarães, Belgisch componist van Braziliaanse afkomst, was verbonden aan de Hogeschool Gent, departement Muziek en was medestichter en artistiek leider van het KunstArbeiders Gezelschap. Alvaro Guimarães (°1956), studeerde aan het 'Conservatorium Mozarteum' in São Paulo bij o.a. Minininha Lobo, Maria Helena do Amaral en Oswaldo Lacerda. Hij voltooide verdere studies in compositie bij Hans-Joachim Koellreutter, Coriun Aharonian en Klaus Huber (Cursos Latino-Americano).

    In België specialiseerde hij zich in muzieksociologie bij professor Herman Sabbe aan de 'Rijksuniversiteit Gent'. Alvaro was gehuwd met pianist Katrijn Friant.
    Alvaro Guimarães was medestichter van de 'Núcleo Música Nova' in São Paulo, een vereniging voor hedendaagse muziek die actief was in de jaren '70 en '80, en die samenwerkte met o.a. Julio Estrada, John Cage, Klaus Huber. Hij was artistiek leider en medestichter van het 'Spectra Ensemble' in België en van het 'Festival música Nova' in Brazilië. Als producer was hij verantwoordelijk voor verschillende wereld- en Belgische premières van werken van o.a. Nicolaus A. Huber, Isabel Mundry, Jörg Birkenkotter, Ivo Nilssen, Gilberto Mendes and Kumiko Omura.

    Yasmine overleden

    Yasmine - Vandaag (het morgen van gisteren) [CD Scan]

    Zangeres en tv-presentatrice Hilde Rens, beter bekend als Yasmine, is vandaag overleden. Sinds de jaren '90 bracht ze heel wat (nederlandstalige) singles en albums uit. Op haar recentste plaat 'Licht Ontvlambaar' werkte ze samen met o.a. Kris De Bruyne, Thé Lau en Stef Kamil Carlens. Yasmine was ook bekend als presentatrice, o.a. bij Radio Donna en één. Dit jaar presenteerde ze nog de muziekshow 'Zo is er maar één' en het showbizzprogramma De Rode Loper. Yasmine stapte zelf uit het leven, ze werd 37.

    Eén opende een rouwregister om Yasmine te gedenken.


    21-06-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Mgr. Jules Vyverman 20 jaar geleden overleden.

    Vyverman zag op 6 januari 1900 het levenslicht in Mechelen.

    Muziek was meteen zijn grote passie. Als 13-jarige speelde hij reeds op het orgel van het Sint-Romboutscollege.

    Na collegestudies in zijn geboortestad ging hij naar het seminarie om priester te worden in 1923. Gedurende die seminarietijd werd hij enige tijd ziek en moest hij een tijdje het bed houden. In die periode componeerde hij een mis die hem meteen een toegangsticket tot het Lemmensinstituut opleverde. Zo werd hij leerling van o.a. Aloys Desmet, Oscar Depuydt, Jules Van Nuffel, Lodewijk Mortelmans, Flor Peeters en Marinus De Jong. In die periode componeerde hij verschillende liederen, een mis voor zes stemmen en orgel (Missa Beatae Virginis Mediatricis), motetten en de psalm ‘Domine non est exaltatum’.

    Hij gaf les aan het Berchemse Stanislascollege van 1926 tot 1935. Ook daar vond hij nog de nodige tijd om te componeren. Hij schreef er o.a. zijn oratorium ‘Pastor Bonus’ (1932) en verschillende cantates en symfonische werken. Hieruit bleek het grote symfonisch talent van de jonge priester.

    In 1935 werd hij aangesteld tot leraar gregoriaans, begeleiding en harmonie aan het Lemmensinstituut te Mechelen. Hij werd ook repetitor van het wereldbefaamde St.- Romboutskoor dat in 1916 was gesticht.

    In 1949 volgde hij Van Nuffel op als leraar muziekanalyse en koordirectie in het Lemmensinstituut en hij volgde tegelijkertijd zijn grootmeester op als dirigent van het St. – Romboutskoor. En in 1952 werd hij dan zelf directeur van het Lemmensinstituut. 10 jaren later, in 1962 werd hij benoemd tot inspecteur van het muziekonderwijs in het aartsbisdom.

    Tussendoor was hij nog geheim kamerheer van de paus, voorzitter van het verbond ‘Pueri Cantores’, hoofdredacteur van het muziektijdschrift ‘Musica Sacra’ en lid van de Vereniging voor Muziekgeschiedenis van Antwerpen. Hij zetelde in de beheerraad van de Nationale Discotheek van België en schreef samen met Felix Steylaerts het handboek ‘Muziek op school’.

    Tussendoor vond hii gelukkig nog de tijd om een Mariacantate, liederen en motetten te componeren.

    Vyverman hechtte zeer veel belang aan het doen zingen van kinderen. Dat zien we niet alleen in zijn activiteiten in het Mechelse St. – Romboutskoor en aan zijn voorzitterschap van ‘Pueri Cantores’. Hij schreef veel liederen, ook voor kinderen en hij was jurylid van de legendarische wedstrijden voor radioschoolkoren. Het was zijn ambitie om via het doen zingen van kinderen de jeugd en hun muzikaal niveau op te tillen.

    Als leerling en erfgenaam van Van Nuffel had Vyverman zeer veel interesse en waardering voor het gregoriaans. Als docent en redacteur droeg hij veel bij tot de herbronning van het gregoriaans en de begeleiding ervan. Met zijn knapenkoor wilde hij een heropstanding van het gregoriaans bewerkstelligen tegen de trends van vervlakking van die tijd in. Amateuristische kerkliederen en zogenaamde jeugdmissen waren aan hem niet besteed. Ook de polyfonie droeg hij hoog in zijn hart. Paus Paulus VI loofde zijn kamerheer voor zijn inspanningen om de schat van het gregoriaans en de polyfonie in ere te houden.

    Vyverman overleed in 1989.

    De rol van Vyverman als pedagoog en dirigent is niet te overschatten. Hij bracht het Mechels knapenkoor overal in de wereld en dwong overal ontzag en bewondering af. Hij vormde generaties musici en drukte zijn stempel op de koordirigenten en organisten. De revival van het gregoriaans en de polyfonie zijn voor een groot deel aan hem te danken.

    Als componist liet hij zeer romantische werken achter. Net zoals zijn idool Van Nuffel schreef hij psalmen en motetten voor grote bezettingen die in de kathedraal imponerend klinken. De triomferende kerk vierde hoogtij in zijn oeuvre. Op deze manier was hij kind van de Mechelse school en gaf hij voedsel aan zijn opvolgers tot vandaag. Zelfs de modernen van vandaag zoals Ludo Claesen, Kurt Bikkembergs en Peter Pieters zijn schatplichtig aan figuren als Van Nuffel en Vyverman. En ze geven dat ook graag toe. Het Lemmensinstituut ademt nog de sfeer van deze grote dagen.

    Net zoals bij Van Nuffel zijn de psalmen en motetten van Vyverman vaak gebaseerd op het gregoriaans. Zeer belangrijk is de tekstbeleving. De teksten worden uitbundig, statig en in een massieve constructie tot uitbeelding gebracht. Zijn werk wordt gekenmerkt door een expressieve lyriek. Als bewonderaar van Debussy verwerkte hij impressionistische trekjes in zijn werken en bij Grieg haalde hij zijn poëtisch lyrisme.

    Naast indrukwekkende psalmen en cantates schreef hij ook innige motetten zoals ‘O sacrum convivium’, ‘Virgo est lilium’, ‘Quasi arcus’, ‘O quam suavis’ en de ’Tria cantica ad laudes verspertinas’.

    Hij schreef ook liederen in de typisch Vlaamse volkse toon. Zeer populair werd zijn fris klinkend staplied ’Als de brem bloeit op de heide’. Samen met Armand Preud’homme nam hij deel aan een compositiewedstrijd van het Eerste Kempisch Landjuweel in Herentals in 1937 met dit lied. De versie van Preud’homme werd wellicht het bekendst, maar Vyverman won wel de eerste prijs. Terecht fier was hij dat hij de prins van het Vlaamse volkslied had verslagen. Het kon echter de verstandhouding tussen Vyverman en Preud’homme niet schaden. Enkele jaren geleden galmde het lied in de versie van Vyverman nog in het sportpaleis tijdens een Vlaams-Nationaal Zangfeest. Misschien moet het lied nog maar eens uit de kast gehaald worden. Het is een mooie illustratie van Vyvermans pogingen om de jeugd degelijke liederen te laten zingen. Andere liederen zijn o.a. ‘Lenteliedje’, ‘Zonsondergang’, Zon in ’t hart’, ‘Meisjes zijn bloemen’, ‘Hymne van trouw aan de Vlaamse haard’ en ‘Gans gereed om heen te varen’.



















    Precies dit jaar verscheen bij Eufoda de CD ‘Ad majorem Dei Gloriam met orgelmuziek en koorwerken van 5 directeurs van het Lemmensinstituut. Een schitterende CD vertolkt door het koor van het Lemmensinstituut o.l.v. Kurt Bikkembergs. Aan het orgel zat Peter Pieters. Naast muziek van Lemmens, Desmet, Tinel en Van Nuffel staat ook de grootse psalm 13O (Domine non est exaltatum) van Jules Vyverman, geschreven in 1926 voor 6 gemengde stemmen en orgel. Hier geeft de compopnist blijk van niet te moeten onderdoen voor zijn leermeester qua majestas en godsdienstige beleving.

    Zijn composities bewijzen het aristocratisch en toch volksgerichte karakter van Vyverman die steunend op een groot technisch kunnen muziek schreef die iedereen kan aanspreken –zonder schools of academisch te zijn- dankzij een lyrisch karakter.

    Citeren we Flor Peeters n.a.v. de creatie van Vyvermans cantate ‘Kamper Gods’ rond de figuur van Rumoldus: “Uit de muziek van Vyverman spreekt een warm-menselijke atmosfeer. Voorliefde tot rijke en gestoffeerde harmonisatie (hij houdt ongetwijfeld veel van de impressionisten), zin voor afwisseling in het uitbeelden van de tekst geven een warme toon en een voornaam karakter aan deze muziek. Er is verscheidenheid in het uitbouwen zijner muzikale plannen en, wat meer is, het is goed gecomponeerde muziek die in een goede vorm gegoten een logische ontwikkeling krijgt.” Peeters verwijst nog naar een verband met niemand minder dan Benoit qua conceptie en spontaneïteit der inventie en naar de inspiratie vanuit het gregoriaans met de oude modi. De musicoloog Paul Tinel sprak over Vyvermans werk in termen als ‘une intensité d’expression, une interiorité de sentiment, une suavité mystique…..’ Als laatste citaat verwijzen we naar  Dr. L. Goffinet: “zuiver lyrisch sentiment, impressionistisch uitgebeeld op streng klassieke grondslag en zich ontplooiend in een strikt persoonlijke atmosfeer.”


    18-06-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Beiaardier Eugeen Uten zou 90 geworden zijn



    Hij vertrok in 1944 naar de Koninklijke Beiaardschool te Mechelen en volgde er les bij Staf Nees (beiaard) en Jef Van Hoof (compositie en harmonie).
    Op 15 juli 1948 behaalde hij het uitgangsdiploma met grote onderscheiding. Slechts enkele maanden later, op 21 mei 1949, werd hij aangesteld als stadsbeiaardier te Brugge.
    In 1957 won hij een eerste prijs op de internationale compositiewedstrijd te Utrecht (Nederland).
    In 1958 werd hij laureaat in de Expo-compositiewedstrijd voor beiaardmuziek te Mechelen.
    In 1959 behaalde hij als eerste in de geschiedenis van de beiaardschool het virtuositeitsdiploma voor beiaard met grootste onderscheiding.

    In 1984 werd hij voor 35 jaar actieve dienst en als dank voor zijn waardevolle inzet voor de ontwikkeling van de Brugse beiaard en de beiaardmuziek in het algemeen bekroond met het Ridderkruis in de Kroonorde.

    Als een zeer gedreven en hard werkend musicus schreef hij ongeveer 120 eigen composities en zo’n 1000 bewerkingen die de Brugse beiaard optimaal lieten klinken


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Gabriël Verschraegen zou 90 geworden zijn.


    Gabriël Verschraegen studeerde aan het Lemmensinstituut te Mechelen en aan het Koninklijk Conservatorium te Gent ondermeer bij Flor Peeters (orgel), Marinus de Jong, Staf Nees, Jules Van Nuffel en Toussaint de Sutter.
    In 1944 werd hij benoemd tot organist aan de Sint-Baafskathedraal te Gent en in 1950 werd hij orgelleraar aan het Koninklijk Conservatorium aldaar.
    In 1962 werd hij benoemd tot directeur van de Academie voor Muziek en Woord te Lokeren en in 1968 werd hij directeur van het Conservatorium van Gent.
    Verschraegen was stichter-voorzitter van het Gentse orgelcentrum en genoot als organist internationale faam.
    Als componist schreef hij voornamelijjk voor orgel.


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Componist wordt 60

    Octaaf Van Geert

    Octaaf Van Geert werd geboren te Aalst op 4 februari 1949.
    Hij studeerde aan het Koninklijk Muziekconservatorium van Gent en Brussel, waar hij de eerste prijzen voor notenleer, harmonie, contrapunt, fuga en compositie behaalde. Zijn voornaamste leraars waren O. Van Puyvelde, J. Mestdagh, V. Legley en R. Coryn.
    Zijn composities werden meermaals bekroond:  in 1977 werd hem de provinciale prijs voor vocale muziek (Oost-Vlaanderen) toegekend, in 1984 ontving hij de prijs Belgische artistieke promotie in de nationale compositiewedstrijd Peter Benoit (Harelbeke) en kreeg hij de prijs Jef Denijn op de internationale compositiewedstrijd voor beiaard te Mechelen, en in 1986 ontving hij de nationale prijs Muzikon Koninklijk Muziekconservatorium Gent en de Muizelhuisprijs op de nationale compositiewedstrijd voor kamermuziek.
    Octaaf Van Geert was en is vooral in het onderwijs actief:  hij gaf notenleer aan de muziekacademie van Aalst en muzikale opvoeding aan de Hogeschool Gent K. Ledeganck van 1971 tot 1980. Sinds 1979 geeft hij harmonie aan het conservatorium van Brugge, en harmonie, contrapunt en fuga aan het Koninklijk Muziekconservatorium van Gent, waar hij sinds 1992 ook orkestratie, organologie en compositie doceert.
    Samen met Lucien Posman en Daniel Gistelinck vormt hij de zogenaamde “nieuwe Gentse school”: deze componisten zijn leerlingen van Roland Coryn.
    Zijn werken werden gecreëerd door onder meer het Hans Memling Trio, het Nieuw Vlaams Symfonieorkest onder leiding van P. Peire, het Koninklijk Filharmonisch Orkest van Vlaanderen onder leiding van M. Tang, het Ensor strijkkwartet, het pianoduo Kolacny en het VRT-orkest onder leiding van H. Rotman.
    Recente opdrachten en projecten (sinds 2001) omvatten onder meer het strijkkwartet nr. 2, de deelname aan het componistenfestival Van in de Rode Pomp te Gent en de cd-opname van zijn pianotrio door het Rachmaninovtrio.


    14-06-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Frederic Devreese 80 !
    Frédéric Devreese

    Frederic Devreese werd op 2 juni 1929 te Amsterdam in een zeer muzikale familie geboren.
    Zijn moeder speelde viool, net zoals zijn vader Godfried, die eveneens een bekende componist en dirigent was. Van hem kreeg de jonge Devreese ook zijn eerste lessen harmonie in het conservatorium van Mechelen.
    Later studeerde hij aan het Brusselse conservatorium bij Marcel Poot (compositie) en René Defossez (orkestdirectie).
    In 1949 won hij de compositieprijs van het internationaal pianoconcours van Oostende met zijn eerste pianoconcerto, dat bijgevolg als plichtwerk moest worden gespeeld. Hierdoor werd hij nationaal opgemerkt, waardoor hij beurzen kreeg om in Rome (compositie bij Ildebrando Pizzetti en directie bij Previtali) en Wenen (directie bij Hans Swarowski) te studeren.
    Deze studies rondde Fréderic Devreese in 1956 af, waarna hij terug naar België kwam.
    In 1958 werd hij televisierealisator voor de toenmalige BRT, waar hij later werkzaam werd als dirigent en producer. Op de BRT zou hij ook drie jaar lang films sonoriseren, wat de ideale leerschool voor het schrijven van filmmuziek was.
    Devreese had en heeft ook veel belangstelling voor jonge muzikanten, die hij wilde stimuleren en promoten door initiatieven zoals Tenuto (Belgische nationale muziekwedstrijd voor jong talent onder 25), Jong Tenuto (jong talent onder 17) en Procemus (centrum voor promotie en productie van jeugdig talent).
    Hij was ook chef-dirigent van het Belgische Jeugdorkest en directeur van de muziekacademie van Overijse.
    Devreese won verschillende prijzen met zijn werk, o.a. de Prix Italia (1963) voor zijn opera Willem van Saeftinghe, geschreven in opdracht van de BRTN, de Georges Delerue Award (1994) voor La Partie d'Echecs en twee maal de Joseph Plateau Prijs in 1988 en 1990 voor de filmmuziek van respectievelijk L'Oeuvre au Noir en Het Sacrament.


    09-06-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Jan Segers 80 !

    Jan Segers studeerde aan het Koninklijk Conservatorium Brussel en Antwerpen. Hij was jarenlang dirigent van verschillende militaire muziekkorpsen in België.

    In 1960 werd hij directeur van de Academie voor Muziek en Wooord van Willebroek? Hij was ook muziekregisseur bij de BRT. Hij is een veel gevraagd jurylid op nationale en internationale wedstrijden voor amateurskorpsen. Korte tijd leidde hij het BRT-kamerorkest.


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Walter Hus ook 50 !
    Walter Hus (1959) is naast componist vooral uitvoerend pianist en improvisator.
    Vanaf zijn 10de treedt hij op als concertpianist in binnen- en buitenland, vanaf 1979 als pianist-improvisator.
    Hus speelde in het Belgisch Pianokwartet en was verbonden aan Maximalist!, een muzikale groepering opgericht in 1984 die het midden hield tussen pop, rock, klassiek en avant-garde. De muzikant-componisten die zich in deze beweging verenigden (o.a. Vermeersch, Sleichim, De Mey en Hus), hadden elkaar een jaar voordien ontmoet in het kader van de eerste choreografie van Anne Teresa de Keersmaeker (Rosas danst Rosas.) Hun imago werd sterk bepaald door invloeden uit de populaire cultuur, een illustratie van een geestesgesteldheid zonder dat die hun muziek daarmee zonder meer buiten het klassieke veld plaatste.
    De muziek lijkt zich voornamelijk te situeren in het kader van de New Simplicity, gegroeid uit de minimal music. Een hoge graad aan repetitiviteit, een microscopisch gevarieerde ritmiek en dynamiek, de eenvoudige manipulatie en transformatie van motieven, een beperkte harmonische organisatie en zeer gelimiteerd uitgangsmateriaal zijn hiervan de belangrijkste kenmerken. Dit resulteerde meestal in muziek met een hoge consonantiegraad en directe toegankelijkheid.
    Daarnaast was vooral het functionele en disciplineoverschrijdende aspect bepalend voor Maximalist!: een opvallend groot percentage van de muziek die dit collectief schreef, is conceptueel verbonden met andere kunsten zoals dans, theater en film. Dit geldt ook voor de muziek van Hus na Maximalist!. Naast muziek voor modeshows (bvb. Five to Five voor Yamamoto ('84)), choreografieën (bvb. Muurwerk ('85) en Hic et Nunc ('91) voor Roxane Huilmand, en Devouring Muses ('97) voor Irène Stamou) en films (The Pillow Book van Greenaway en Suite 16 van Deruddere), zijn verscheidene van zijn composities tot stand gekomen in samenwerking met hedendaagse dichters of toneelschrijvers (zoals Stefan Hertmans (Francesco's paradox), Peter Verhelst (One day they appeared), Jan Decorte (Meneer, de zot en tkint) en Jan Lauwers van de Needcompany (Orfeo) ).
    Sinds '96 is Walter Hus werkzaam bij Limelight in Kortrijk, waar op dat moment het verfrissende festival en cd-label Happy New Ears werd opgericht.
    Momenteel werkt hij aan een cyclus van 24 preludes en fuga's voor verschillende instrumentaties.


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Componiste wordt 50 !

    Kristin De Smedt
    Kristin De Smedt
    Geboortedatum: 12.10.1959, Asse

     

    Kristin De Smedt werd geboren te Asse op 12 oktober 1959.
    Na aanvankelijke muziekstudies aan de academie te Asse voltooit ze haar muzikale opleiding aan het Koninklijk Conservatorium te Brussel. Eerst combineert ze de instrumentale richting (viool) met de theoretische hoofdvakken om zich daarna volledig te concentreren op de geschreven disciplines – harmonie bij Peter Cabus, contrapunt en fuga bij Raphaël D’Haene.
    Naast de diverse diploma’s die zij behaalt, worden haar tevens bijzondere onderscheidingen toegekend zoals de Prijs Gevaert voor fuga, de Prijs Horlait-Dapsens en de Prijs Marguerite Koenigsberg voor muziekgeschiedenis.
    Zij bekwaamt zich verder en behaalt de meestergraad muziekschriftuur alsook het compositiediploma in de klas van componist Rafaël D’Haene.
    Als componiste wordt Kristin De Smedt in 1999 bekroond met de compositieprijs van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Wetenschappen en Kunsten van België voor haar Strijkkwartet (1998). Gedurende meerdere jaren is Kristin De Smedt leraar geschreven harmonie aan de Academie voor Muziek, Woord en Dans van Sint-Niklaas en docente schriftuur aan het Lemmensinstituut te Leuven. Sedert 1985 is ze verbonden aan het Koninklijk Conservatorium Brussel als docente harmonie, contrapunt en fuga alsook als vakdidacticus schriftuur en als opleidingsverantwoordelijke van de afdeling schriftuur.
    Verscheidene van haar composities verschijnen regelmatig op belangrijke concertprogramma’s. Haar werk werd gecreëerd in het kader van Ars Musica en in andere prestigieuze concertcycli.


    31-05-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De voorzitter van de jury van de Elisabethwedstrijd
    We konden hem de voorbije dagen dagelijks zien op het scherm.
    Al jaren  kennen we hem als de sympathieke en vlot tweetalige voorzitter van de jury van de Elisabethwedstrijd. 'Premier prix, eerste prijs...'.
    Wie is die man?



    Arie van Lysebeth studeerde muziektheorie en viool vanaf de leeftijd van vier onder leiding van zijn vader die koordirigent was.
    Tijdens zijn secundaire studies begon hij fagot en piano te studeren. Zijn theoretische en instrumentale hogere studies volbracht hij aan het Koninklijk Conservatorium te Brussel, waar hij met grote onderscheiding afstudeerde voor fagot en kamermuziek.
    Nadat hij de tweede prijs won in het internationale fagotconcours 'Praagse lente' in Tsjecho-Slowakije, was hij gedurende zeventien jaar verbonden als fagotsolist aan het radiosymfonieorkest. Tijdens diezelfde periode was hij zeer bedrijvig als concertist en vertolkte zo herhaaldelijk het hele solorepertoire met orkest.
    In 1970 werd hij benoemd tot docent kamermuziek aan het Koninklijk Conservatorium Brussel, waar hij in 1985 tot voorzitter van het docentencorps verkozen werd.
    Hij was gastprofessor aan de Universiteit van Minnesota, aan het Conservatoire national Supérieur de Musique de Paris an aan de Hogeschool voor de Kunsten te Arnhem .
    In diezelfde periode bouwde hij als directeur een breed net van kwaliteitsonderwijs uit aan de Academie te Zaventem. Intussen behaalde hij nog steeds aan het Conservatorium van Brussel het diploma dirigent na cursus te hebben gevolgd bij René Defossez en André Vandernoot.
    Bijkomend studeerde hij orkesdirectie aan het Mozarteum te Salzburg bij Bruno Maderna; bij Pierre Boulez aan de Musikhochschule te Bazel volgde hij directie hedendaagse muziek. Terwijl hij zijn dirigentenstudies beëindigde, stichtte hij in 1970 het Vlaams Kamerorkest, waarmee hij tot 1993 in binnen-en buitenland actief was.
    Gedurende drie jaar had hij een nauwe samenwerking met het Koninklijk Ballet van Vlaanderen, waarvoor hij zowel in binnen-als buitenland voorstellingen dirigeerde. Als gastdirigent trad hij op met alle belangrijke Belgische orkesten en met symfonieorkesten in de Verenigde Staten, Argentinië, Taiwan, Engeland en Italië. Hij werkte samen met befaamde solisten zoals Igor Oistrakh, Philippe Hirschhorn, José Van Dam ..
    In 1994 werd hij directeur van het Koninklijk Conservatorium Brussel en in juni 1995 werd hij benoemd tot Voorzitter van de jury van de Internationale Muziekwedstrijd Koningin Elsabeth van België.
    Sinds 1998 tot vandaag dirigeert hij het Symfonieorkest van het Conservatorium.
    Arie Van Lysebeth nam afscheid als directeur van het conservatroium in december 2003.


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Jarige dirigent en componist

    70 jaren geleden werd Janpieter Biesemans geboren.

    Een kort portret van deze dirigent-componist.

    Janpieter Biesemans

    Geboortedatum: 16.11.1939, Vilvoorde
    Janpieter Biesemans werd geboren te Vilvoorde.
    Hij studeerde aan het Lemmensinstituut en het Koninklijk Vlaams Conservatorium te Antwerpen bij onder andere Marinus De Jong, Jef Schampaert, August Verbesselt, Marcel Slootmaeckers, Lode Dieltiens, Jos Van Looy, Jacqueline Fonteyn, Jan Decadt en Flor Peeters.
    In 1964 stichtte hij het ensemble Consortium Antiquum en sindsdien wijdde hij zich gedurende 23 jaar aan de interpretatie van oude muziek.
    Sinds 1980 zette hij zich aan het schrijven van muziek. Op dit moment heeft hij reeds een negentigtal opusnummers op zijn naam staan.
    Veel van zijn werken, waaronder zijn Deutsche Johannes-Passion die in 1987 gecreëerd werd door het Vokaal Ensemble van De Munt, werden uitgevoerd in onder andere de Sint-Martinuskerk te Meise en in de Singel te Antwerpen.
    Ook op verschillende wedstrijden, waaronder de Orpheuswedstijd, werden zijn werken gespeeld. Van onder andere Sonate Concertante, Discorso a cinque per trombono solo, Vijf Slovaakse stukken voor blokfluit en Why not, Hans, zijn CD-opnames voorhanden.
    Naast componist is Biesemans ook leraar notenleer aan het Koninklijk Vlaams Conservatorium te Antwerpen en directeur van de Akademie voor Muzische Kunsten te Meise.
    Hij gaf tevens de impuls tot het oprichten van de Werkgroep Kunstonderwijs, een werkgroep die ijvert voor de rechten van de leerlingen van het Vlaams deeltijds kunstonderwijs.


    17-05-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Clement D'Hooge zou 110 geworden zijn...





     



    Clement D’Hooghe werd op 21 april 1899 geboren in Temse, het dorp aan de Schelde waar ook Arthur Wilford en Piet Nuten het levenslicht zagen..
    Muziek zat bij Clement D’Hooghe letterlijk in de genen. Zijn vader was een veelzijdige muzikant, de muzikale factotum van Temse : violist en organist, directeur van de plaatselijke muziekschool, dirigent van de harmonie, koster-organist en leraar piano en orgel. Zijn oom, pater Bernardinus D’Hooghe componeerde religieuze muziek, zoals de Missa Carmelitana en de bundel Zeventig geestelijke liederen. Een andere oom was koster-organist in Kruibeke en onderhield nauwe contacten met Peter Benoit.
    Met een dergelijke muzikale pedigree mag het niet verwonderen dat Clement D’Hooghe door zijn vader in de muziek werd geïnitieerd. In 1919 trekt hij dan naar Antwerpen waar hij privé-lessen volgt bij Alexander Papen, toen nog tweede organist van de kathedraal. Hij schrijft zich ook in aan het Koninklijk Vlaams Conservatorium en haalt er, telkens met grote onderscheiding, verschillende diploma’s : harmonie bij August De Boeck (1920), orgel bij Arthur De Hovre (1921), contrapunt en fuga bij Lodewijk Mortelmans (1922 - 1924). Daarnaast studeert hij er practische harmonie bij directeur Emile Wambach en piano bij Emmanuel Durlet. In 1927 bekroont hij zijn conservatoriumstudies met de Prijs Albert De Vleeshouwer voor compositie. Daarna gaat hij zich nog vervolmaken in religieuze muziek bij Jules Van Nuffel, orkestratie en compositie bij Paul Gilson (1928-1930) en orgelspel, met bijzondere aandacht voor improvisatie, bij Marcel Dupré in Parijs (1930-1931).
    Ondertussen was hij reeds actief als organist in verschillende Antwerpse kerken : Sint-Joris (1924-1926), de Heilige Geestkerk (1926) en uiteindelijk lange jaren in de Sint-Pauluskerk (1926-1951). Deze kerk in het hart van het Schipperskwartier beschikte over een florerende muziekkapel met een rijke traditie. Zang- en orkestmeesters waren o.m. Franciscus Guillielmus Aerts (benoemd in 1838), die de muziekbibliotheek van de kerk aanvulde door orkestmateriaal over te kopen van G.G. Kennis, de kapelmeester van Sint-Pieters in Leuven; Lodewijk Kiven (benoemd in 1864); Jan Broeckx (benoemd in 1906); Renaat Veremans (benoemd in 1924); Gust. Persoons (orkestmeester van 1927 tot 1971).
    Na het Motu proprio uit 1903 waarin Pius X ondermeer de versobering in de kerkmuziek predikte, waren in de meeste kerken de orkesten van de doksalen verdwenen. Maar niet zo dus in de Sint-Pauluskerk waar de koppige én melomane pastoor Van Bostraeten zijn orkest handhaafde. In deze vruchtbare omgeving was Clement D’Hooghe in nauwe samenwerking met Persoons mee verantwoordelijk voor verschillende spraakmakende uitvoeringen met soli, koor, orgel en orkest. De muziekkapel bracht veel Vlaamse muziek van ondermeer Benoit, Wambach, Gevaert, De Boeck, Van Nuffel, Meulemans, Van Hoof, Persoons (wiens Ruusbroeckmis op 26 januari 1936 werd gecreëerd) en D’Hooghe.
    Maar de gewelven werden ook gevuld met het grote repertoire (missen van Haydn, Mozart en Bruckner, met de Belgische creatie van diens Mis in e op Pasen 1942 als een van de hoogtepunten) en met eigentijdse kerkmuziek (bijvoorbeeld van Gretchaninof en Kromolicki).
    Alleszins was Clement D’Hooghe een begenadigd organist die goddelijk kon improviseren. Een bevoorrechte getuige als dr. Guido Persoons herinnert zich : Het was een voorrecht de voorname organist Clement D’Hooghe jarenlang, zondag na zondag, te zien orgelspelen. Vanuit een voortdurend moduleren, boeide hij door weergaloze improvisatie. Onrustig ook, wijzigde hij doorlopend zijn registratie. Geen tweeëndertig maten bleven de registertrekkers ongemoeid. Er waren geen schokken in deze klankkleurwijziging. Wij beleefden een voortschrijding door variatie, ingegeven door het ogenblik. Zijn registratie was even vinnig en verscheiden als de orkestratie van August De Boeck, die (als interim voor Arthur De Hovre) mede zijn orgelleraar was. De registratie bij Bachwerken was anders, massaal en meer continu. De slot-Toccata klonk met all registers open en gekoppelde klavieren. Op Groot-Orgel alleen, kreeg nadien het Fugathema door matig tempo, ruim de tijd voor toonvorming in de ruimte. Elke zware tel detailleerde de melodieopbouw. In grote blokken groeide de registratie naar het slot toe. Dit uiterlijk crescendo rondde voor ons de feestdag af.
    D’Hooghe had natuurlijk fantastische orgelleraars getroffen : Papen, een leerling van Callaerts, technisch uitstekend en begiftigd met een groot improvisatietalent; De Hovre, een belangrijk Bach-interpreet; en bovenal Dupré, zonder twijfel een van de grootste organisten van deze eeuw, die de verworvenheden van Widor en Vierne verzoende met de Lemmenstraditie en bij wie zowat alle Europese en Amerikaanse organisten met faam gingen studeren. Bij het einde van zijn studie loofde Dupré uitvoerig D’Hooghes orgelspel : Vous possédez le don de l’instinct de l’improvisation. Votre jeu est précis, brillant, parfaitement rythmé et clair. Votre style pour l’interprétation de Bach, de César Franck et des modernes comporte toutes les qualités de pureté, de respect nécessaire, en même temps qu’une extériorisation sincère et noble (brief gedateerd 2 maart 1931).
    En De Hovre getuigde meermaals dat D’Hooghe samen met Jef Van Hoof de beste improvisator was die hij ooit in zijn klas had.
    Een minder gekende activiteit van D’Hooghe is te situeren tussen 1928 tot 1936, de periode waarin hij artistiek directeur was van de Antwerpse Empire- en het Roxy-theater. Dit waren grote bioscopen waar een orkest de stomme films begeleidde en tussen de films door muzikale intermezzo’s verzorgde. In die tijd waren de cinema’s de grootste commerciële werkgever van muzikanten in Antwerpen : begin 1926 waren er in het Antwerpse 51 zalen die samen 324 muzikanten tewerkstelden. D’Hooghe debuteerde op 30 november 1928 als bioscoopdirigent met de begeleiding van de oorlogsfilm Hemel van glorie. Hij had de beschikking over een werkelijk uitstekend orkest, samengesteld uit 6 violisten, 1 cellist, 1 contrabassist, 1 pianist, 1 organist, 1 fluitist, 1 hoboïst, 1 klarinettist, 1 fagottist, 2 trompettisten, 1 trombonist, 2 hoorns en 1 slagwerker. Concertmeester en vioolsolo was de toen nog piepjonge Franz Wigy en onder de negentien overige muzikanten waren er nog elf met eerste prijzen van koninklijke conservatoria. De meerderheid was afgestudeerd aan het koninklijk conservatorium van Luik. D’Hooghe moest zelf voor de begeleidende muziek zorgen. Soms ging dat niet verder dan het handig aaneen breien van bestaande muziekfragmenten (sjablonen en cliche’s voor een liefdesscène, een achtervolgingsscène, een natuurscène), maar daarnaast maakte hij zelf een bewerking op basis van klassieke thema’s of componeerde hij originele muziek. De bioscopen concurreerden onderling met het beste orkest en de filmrecensenten bespraken niet alleen de film, maar ook de begeleidende muziek en de prestatie van het orkest.. D’Hooghe probeerde het bioscooppubliek in contact te brengen met klassieke muziek door in plaats van de gebruikelijke amusementsmuziek als "entr’acte musical" een eigen bloemlezing met thema’s van Benoit, Blockx, Wambach en Gilson of toegankelijke composities uit het internationale repertoire (zoals Saint- Saëns’ Rondo Capricioso met de zeventienjarige Wigy als solist) te brengen.
    Een dergelijke "volksopvoedende" taak zag hij ook voor zich weggelegd toen hij in 1929 directeur werd van de Berchemse muziekacademie. Hij beschouwde de muziekschool als een oord van culturele volksverheffing in een al te materialistisch aangelegd maatschappelijk leven. In zijn functie als directeur schreef hij veel voor kinderen: jeugdcantates en tientallen kinderliederen, die tijdens leerlingen-voordrachten vaak met orkestbegeleiding gebracht werden. En blijkbaar vielen die werken in de smaak, want later werd hij ook gevraagd door het Antwerps Jeugdtheater. Voor de muziekacademie verzorgde hij ook symfonische concerten. Op 7 januari 1950 bijvoorbeeld dirigeerde hij een vroege symfonie van Haydn, een pianoconcerto van Mozart (met Yvonne Van den Berghe als soliste), twee aria’s van Mozart (met de bas Edward De Decker), Noorse dansen van Grieg, een orkestdans van De Boeck en de creatie van het eerste deel van zijn eigen Romantisch Concerto voor piano en orkest (eveneens met Van den Berghe als soliste).
    In 1942 werd D’Hooghe aan het Antwerps conservatorium benoemd wordt tot leraar practische harmonie en "toonverzetting", zoals de - inmiddels afgeschafte - cursus transpositie toen genoemd werd. Na een korte schorsing na de oorlog solliciteerde hij in 1947 aan dezelfde instelling voor de functie van orgelleraar (in opvolging van Papen). Een aanbevelingsbrief van Marcel Dupré hielp niet en de benoeming ging naar Flor Peeters.
    De repressie heeft zijn gezondheid geen goed gedaan : Clement D’Hooghe was nog net geen 52 jaar toen hij op 1 april 1951 in Wilrijk overleed. Toch liet hij een omvangrijk oeuvre van zowat 400 werken na (bewerkingen incluis). Veel dienstbare muziek, gelegenheidswerk zoals stap- en feestliederen en cantates (Moederweelde, voor de inhuldiging van een materniteit in Temse in 1936; In memoriam Minister Arthur Van der Poorten, op tekst van Karel Jonckheere, 1946). Waar hij zich in deze volkse en functionele muziek als componist ondergeschikt maakt laat D’Hooghe elders een eigen en meer bij-de-tijdse taal horen met kleurtoetsen uit het Franse impressionisme. In zijn pianomuziek bijvoorbeeld, waar hij naast een sonate en enkele sonatines een voorliefde toont voor genrestukjes (Avondstemming, Chinoiserie, Solitude) en dansen. Zijn Gavotte en Tarentella zijn te horen op Philibert Mees’ recente CD "Romantische Vlaamse Klaviermuziek" (De Rode Pomp) en vallen op door hun ongecompliceerd speel- én luisterplezier. En Marcel Poot was zeer gecharmeerd door zijn Nocturne, die door de Ring samen met met werk van Albert, Baeyens, Borremans en Van den Broeck gepubliceerd werd : Dans le second volume d’oeuvres pour piano qui vient de paraître dans cette intéressante édition, une pièce attire particulièrement notre attention. Il s’agit du ‘Nocturne’ de Clément D’Hooghe. Ecrite dans une note très debussyste, très ‘latine’ d’aspect, cette oeuvre reflète une nature musicale tendre et délicate. M. Clément D’Hooghe s’y avère un musicien solide et possédant son métier jusqu’au bout des doigts. Il est regrettable tout de même qu’un si beau talent ne consacre sa juvénile force à la défense de la musique moderne ! (Revue musicale belge van 20 november 1926)
    Vreemd genoeg componeerde de organist D’Hooghe slechts een vijftiental werken voor groot orgel, o.a. 4 Toccata’s, Kleine suite, Vrolijke optocht, Elegie. Verschillende van zijn werken staan regelmatig op het repertoire van o.m. Stanislas Deriemaeker en Kamiel D’Hooghe.
    Verschillende van zijn piano- en orgelwerken bewerkte hij later voor symfonisch orkest, maar daarnaast schreef hij ook enkele originele orkestcomposities : Symfonisch gedicht. Hulde aan drie nationale toondichters (1939), waarin hij een origineel eerbetoon brengt aan César Franck (geïnspireerd door diens orgelmuziek), August De Boeck en Peter Benoit (met citaten uit de Rubensmars en Mijn moederspraak); Kaboutersballet (1942), misschien wel zijn populairste orkestwerk, getuige alleen al de zes opnamen door het omroeporkest; de driedelige Orkestsuite, die in 1942 werd bekroond in de "Prijskamp ontspanningsmuziek" van het NIR. Daarnaast componeerde hij ook enkele concerterende werken, zoals het Romantisch Concerto (1949) dat in 1994 werd opgenomen door Jozef De Beenhouwer en het BRT-orkest o.l.v. Sylveer Van den Broeck, en de Legende voor cellosolo en orkest (1942). Na het orgel was de cello D’Hooghes geprefereerde instrument.
    Hij schreef verschillende stukken voor cello solo, voor cello solo met begeleiding van 8 cello’s, en voor cello en piano, zoals de geëlaboreerde Cellosonate (1945) waarover Piet Nuten schreef : De gedegen thematische dialectiek, de expressieve zangerigheid, de spanningsvolle dialogen, het rijkgeschakeerde harmonische beeld, de nooit falende trefkracht en dynamische beklemtoning van het instrumentale samenspel zijn eigenschappen die deze compositie plaatsen bij het beste uit de Vlaamse cello-literatuur.
    Ook de rest van zijn kamermuziek verdient beter dan de totale onverschilligheid waarmee ze nu bejegend wordt, zoals het Pianotrio (in 1939 bekroond in de nationale wedstrijd Foyer de l’art vivant), het Pianokwartet (1939); het Trio in vorm van suite (voor piano, viool en altviool) dat vele keren werd uitgevoerd door het trio van violist Jozef Pauly; het Strijkkwartet (1944) dat door het Quatuor Wigy in 1947 werd opgenomen voor het NIR; werken voor viool en piano (o.a. Canzonetta uit 1934, opgedragen aan Frans Wigy) en verschillende composities voor blaasinstrumenten.
    Naast de reeds genoemde gelegenheidswerken componeerde D’Hooghe nog heel wat vokale muziek, zoals tientallen kunstliederen op teksten van o.m. René De Clercq, Willem Gijssels, August Van Cauwelaert, Maurice Maeterlinck en de onvermijdelijke Guido Gezelle. Het grootste deel van zijn religieuze koormuziek schreef D’Hooghe voor de Sint-Pauluskerk : Missa in honorem S. Pauli voor 2 gelijke stemmen en orgel (1930); Te dicimus praeconio, een hymne op het gregoriaanse Ave Maris Stella voor bariton, mannenkoor, orgel en orkest (1940); Psalm 145 Lauda anima mea Dominum voor gemengd koor, orgel en orkest (1941); O Jesu amor mi, voor 2 gelijke stemmen en orgel; Magnificat, voor 3 gelijke stemmen, orgel en strijkers (1942); de tweede Missa in honorem S. Pauli, bijgenaamd Missa gregoriana, die voor het eerst met orkest werd uitgevoerd op Kerstdag 1943; Missa brevis, voor 2 of 3 gelijke stemmen (1944); Ave Maria, Regina Sacratissimi Rosarii, voor driestemmig gemengd koor en koperensemble. Verder componeerde hij nog enkele zettingen van Adeste fidelis, Adoro Te, Pie Jesu en Tantum Ergo.


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Luc Brewaeys 50 !

    Luc Brewaeys

    Luc Brewaeys werd geboren in 1959 te Mortsel (België). Hij studeerde compositie bij André LAPORTE in Brussel, bij Franco DONATONI in Siena (Italiê) en bij Brian FERNEYHOUGH in Darmstadt (Duitsland). Van 1980 tot 84 had hij regelmatige contacten met Iannis XENAKIS in Parijs.
    Hij is ook dirigent, pianist en werkt sinds 1985 als muziekregisseur bij de VRT-Radio.

    Hij kreeg verschillende prijzen en onderscheidingen :
    -3de Prijs van de Europese Wedstrijd voor Jonge Componisten voor ".., e poi c'era..." Symphony n° 1 (Amsterdam, 1985);
    -1ste Prijs in de categorie jonge componisten van de Internationale Tribune van Componisten van de UNESCO voor hetzelfde werk (Parijs, 1986);
    -de "Prix de Musique Contemporaine du Québec" voor zijn volledig werk (Montréal, 1988);
    -1ste Prijs van de Wedstrijd voor Europese Componisten van de Internationale Ontmoetingen voor Hedendaagse Muziek in Metz (F) voor "Komm! Hebe dich..." Symphony n° 2 (1988);
    -de Prijs voor Muziek van de Vlaamse Gemeenschap (1989);
    -de SABAM-Prijs (1990);
    -1ste Prijs "Premio Musicale Città di Trieste" voor symfonische compositie voor "Symphony n° 3 : Hommage" (1991).

    In 1996 gaf de Belgische Muziekpers hem twee Prijzen voor de opname van zijn (tot dan toe) volledige symfonisch werk door het Koninklijk Filharmonisch Orkest van Vlaanderen onder leiding van Arturo Tamayo, die de meeste van zijn werken gedirigeerd heeft.
    In 1999 ontving hij de Cultuurprijs "Blanlin-Evrart" van de Katholieke Universiteit van Leuven voor zijn volledig oeuvre.

    Hij kreeg veel opdrachten in België zowel als in het buitenland, zijn oeuvre omvat o.a. 8 Symfonieën, 2 Strijkkwartetten, Kamermuziek en Solowerken, electro-akoestische (& gemengde) werken alsook een Kameropera "Antigone".
    Zijn muziek kan het best omschreven worden als "spectraal symfonisch" met (voornamelijk in recentere werken) lyrische accenten.
    Hij was "composer in residence" van het Internationaal Kunstencentrum deSingel voor the concertzeizoen '88-'89, gast- componist van de 4d Week voor Hedendaagse Muziek in het Conservatorium te Gent in februari '89, en van het ensemble "I Fiamminghi" in April 2001. In April 2001 was hij tevens in residence bij het eerste Festival "Dicht bij huis" in Tilburg (NL), waar 11 van zijn werken uitgevoerd werden (sommige daarvan met de composer als dirigent of aan de piano).

    Van 1991 tot '92 was Luc Brewaeys composer in residence in de Franse stad Saint-Nazaire voor de compositie van "Kientzyphonie" (Symphony n° 4) voor Daniel Kientzy op saxofoons en groot harmonieorkest. In February en December 1998 gaf hij Masterclasses in Compositie en Directie aan de Universiteit van Aveiro (P).

    Van 1998 tot 2000 was Luc Brewaeys professor compositie en orkestratie aan het Conservatorium te Gent.
    Voor het zeizoen 2003-04 was hij composer in residence bij BOZAR (het Paleis voor Schone Kunsten) in Brussel. Hij was tevens een van de centrale componisten van de editie 2004 van het Ars Musica Festival (Brussel).
    Momenteel werkt hij aan zijn eerste opera (op Pirandello's "L'uomo dal fiore in bocca"), een opdracht van de Koninklijke Muntschouwburg (Nationale Opera) in Brussel.


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Componist wordt 30 !
    Sebastian Bradt
    Sebastian Bradt
    17.04.1979, Gent
     

    Bradt studeerde fagot bij Wim Van Volsem aan de Kunsthumaniora voor Muziek en Dans,Gent. Heeft een uitgesproken voorkeur voor het 20ste eeuwse repertoire en probeert allerhande alternatieve speelwijzen uit op dit instrument.
    Pianostudie bij Sabine Haenebalcke.
    Schrijft zich in aan het Konservatorium van Gent : kompositie/orkestratie bij L. Posman, later Luc Brewaeys.
    Woont lessen en kursussen bij van Dirk Brosse, Frank Nuyts, Claude Coppens en dr.Godfried-Willem Raes. Proefschrift Analyse 1 : Nacht - Stilte (1981), Luc Van Hove.
    2000: Maakt de overstap naar de klas Algoritmische Kompositie en Eksperimentele Muziek van dr.Godfried-Willem Raes, sedertdien vaste mentor.
    2003: Studeert met onderscheiding af aan het Konservatorium als 'Meester in de Muziek'.
    Maakt als lid van het M&M ensemble en in opdracht van Stichting LOGOS arrangementen van bestaande muziekstukken voor het Automaton Orchestra met als doel het exploreren van de sonore mogelijkheden van muzikale robots.
    2006: wordt parttime medewerker van Stichting Logos als komponist, arrangeur, recycler - perfomer, technikus, zaalverantwoordelijke, Pr - kontaktman etc.


    09-05-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Paul Beelaerts 60



    Paul Beelaerts (1949) studeerde aan de Koninklijke Conservatoria van Gent en Brussel waar hij eerste prijzen voor notenleer, muziekgeschiedenis en Engelse hoorn behaalde, naast hogere diploma's voor hobo en kamermuziek. Daarna volgde hij nog meestercursussen bij Heinz Holliger en Maurice Bourgue en een aanvullende studie van de barokhobo in samenwerking met Paul Dombrecht en Helmut Hucke.
    Hij werd eerste laureaat en behaalde de Europa Prijs van de Pro Civitate wedstrijd in 1971 en in 1973 werd hij laureaat van de Tenuto 73 wedstijd voor hobo.
    Als componist is hij volledig autodidact. Hij was gastcomponist op het ISCM-festival 1983 te Aarhus (DK). In 1977 behaalde hij nogmaals de Tenuto Prijs maar deze maal voor compositie, met het werk Permutaties op een thema van Martinu.
    In 1980 werd hem de Nausika-compositieprijs uitgereikt voor zijn Oppervlakkige Charleston. Dikwijls componeert hij in opdracht van ensembles en koren.
    Tegenwoordig doceert hij hobo en literatuur voor houtblazers aan het Koninklijk Conservatorium van Gent en kamermuziek aan het Lemmensinstituut te Leuven.
    Daarnaast is hij ook medewerker aan het Aquarius-projekt (Conservatorium van Antwerpen).


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dirigent - componist wordt 70 ...



    Janpieter Biesemans werd geboren te Vilvoorde. Hij studeerde aan het Lemmensinstituut en het Koninklijk Vlaams Conservatorium te Antwerpen bij onder andere Marinus De Jong, Jef Schampaert, August Verbesselt, Marcel Slootmaeckers, Lode Dieltiens, Jos Van Looy, Jacqueline Fonteyn, Jan Decadt en Flor Peeters.
    In 1964 stichtte hij het ensemble Consortium Antiquum en sindsdien wijdde hij zich gedurende 23 jaar aan de interpretatie van oude muziek.
    Sinds 1980 zette hij zich aan het schrijven van muziek. Op dit moment heeft hij reeds een negentigtal opusnummers op zijn naam staan. Veel van zijn werken, waaronder zijn Deutsche Johannes-Passion die in 1987 gecreëerd werd door het Vokaal Ensemble van De Munt, werden uitgevoerd in onder andere de Sint-Martinuskerk te Meise en in de Singel te Antwerpen. Ook op verschillende wedstrijden, waaronder de Orpheuswedstijd, werden zijn werken gespeeld. Van onder andere Sonate Concertante, Discorso a cinque per trombono solo, Vijf Slovaakse stukken voor blokfluit en Why not, Hans, zijn CD-opnames voorhanden.
    Naast componist is Biesemans ook leraar notenleer aan het Koninklijk Vlaams Conservatorium te Antwerpen en directeur van de Akademie voor Muzische Kunsten te Meise. Hij gaf tevens de impuls tot het oprichten van de Werkgroep Kunstonderwijs, een werkgroep die ijvert voor de rechten van de leerlingen van het Vlaams deeltijds kunstonderwijs.

    Ad multos annos !


    02-04-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Paul Beelaerts 60 !

    Paul Beelaerts werd in 1949 geboren te Oostende.
    Hij studeerde aan de Koninklijke Conservatoria van Gent en Brussel waar hij eerste prijzen voor notenleer, muziekgeschiedenis en Engelse hoorn behaalde, naast hogere diploma's voor hobo en kamermuziek. Daarna volgde hij nog meestercursussen bij Heinz Holliger en Maurice Bourgue en een aanvullende studie van de barokhobo in samenwerking met Paul Dombrecht en Helmut Hucke. Hij werd eerste laureaat en behaalde de Europa Prijs van de Pro Civitate wedstrijd in 1971 en in 1973 werd hij laureaat van de Tenuto 73 wedstijd voor hobo.
    Als componist is hij volledig autodidact. Hij was gastcomponist op het ISCM-festival 1983 te Aarhus (DK). In 1977 behaalde hij nogmaals de Tenuto Prijs maar deze maal voor compositie, met het werk Permutaties op een thema van Martinu. In 1980 werd hem de Nausika-compositieprijs uitgereikt voor zijn Oppervlakkige Charleston. Dikwijls componeert hij in opdracht van ensembles en koren. Tegenwoordig doceert hij hobo en literatuur voor houtblazers aan het Koninklijk Conservatorium van Gent en kamermuziek aan het Lemmensinstituut te Leuven. Daarnaast is hij ook medewerker aan het Aquarius-projekt (Conservatorium van Antwerpen).


    08-03-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Nog meer Jef Van Hoof....

    JEF VAN HOOF

     


     

    Een paar weken geleden zongen we met enkele duizenden in de Lotto-Arenahal het krachtige strijdlied ‘Groeninghe’ en de prachtige hymne ‘Daar is maar één land’. En we luisterden ingetogen naar Ann De Renais in twee kunstliederen van Jef Van Hoof.

    Daarmee herdacht het ANZ de 50ste sterfdag van deze legendarische toondichter.

    Het was een merkwaardig toeval dat tijdens hetzelfde zangfeest de 175ste geboortedag van die andere Vlaamse geniale componist Peter Benoit werd herdacht. Beide figuren zijn immers enorm volksverbonden musici geweest. Ze hadden allebei een enorme voorliefde voor het eigen volkslied. Ze dirigeerden met een bezielend enthousiasme de massa en schreven met een groot hart voor die zingende massa. Beiden engageerden zich met hun kunst in de ontvoogdingsstrijd van ons volk. Benoit streed voor de oprichting van een Vlaams Conservatorium in Antwerpen en Van Hoof was een tijdlang directeur van diezelfde muziekschool. Zowel Van Hoof als Benoit hebben strijdvaardige liederen en andere opzwepende muziekstukken geschreven. Benoit hanteerde daarvoor massakoren en grote orkesten. Van Hoof bespeelde ook de massa zangers maar dan graag begeleid door vurige kopers. Kopers waren voor van Hoof ‘de ziel’ van het orkest. Van Hoof formuleerde het soms nog plastischer….

    Naast de uitbundige en opzwepende stukken schreven beide toondichters schitterende symfonische werken (Benoit: fluitconcerto, pianoconcerto, ouvertures; Van Hoof: 6 symfonieën, symfonische suites), strijkkwartetten, kamermuziekwerken, pianomuziek, missen, motetten, koorwerken en liederen.

    Van Hoof heeft steeds met een grote bewondering en zelfs verering opgekeken naar Benoit, net zoals veel generatiegenoten en jongere componisten opkeken naar Van Hoof. Van Hoof baseerde zijn pedagogische principes op die van Benoit wat bijvoorbeeld de rol van het volkslied betrof. Beide componisten hadden hun werkterrein in Antwerpen aan de Schelde en allebei kregen ze een graf op het ereperk van het Schoonselhof.

    Benoit én Van Hoof waren en zijn figuren die tot de verbeelding spreken: het waren artiesten met de uiterlijke kenmerken van een romantische artiest: baard, lange haren, kapmantel en hoed, boude uitspraken, vurige begeesterende uitstraling….

     



    In deze bijlage willen we graag iets dieper ingaan op de figuur van Jef Van Hoof.

    Hij werd op 8 mei 1886 geboren in de Belegstraat 5 in Antwerpen. Als zoon van een koster speelde hij al zeer vroeg orgel en verving hij zijn vader aan het kerkorgel. In 1916 volgde hij zijn vader officieel op als koster.

    Een groot collegestudent was hij niet. Daarvoor was hij te zeer gebeten door de muziekmicrobe.

    Zo belandde hij aan het Antwerps Conservatorium bij Jozef Callaerts en Arthur De Hovre voor orgelstudie, bij Lodewijk Mortelmans voor harmonie en contrapunt en bij Paul Gilson voor compositie. Geef toe, je kan het slechter treffen!

    Jef Van Hoof begon al vroeg te componeren. Zo ontstond zijn zeer bekend, innig en ontroerend ’t Is stille (op tekst van Gezelle) al in 1903.

    In 1909 schreef het Algemeen Nederlands Verbond een wedstrijd uit voor een nieuw lied. Op tekst van (alweer) Gezelle schreef Van Hoof dan zijn immens populair geworden ‘Groeninghe’. Met deze ‘Vlaamse Marseillaise’ was zijn naam meteen gemaakt. Van Hoof werd hét symbool van de Vlaamse weerbaarheid. Geen Guldensporenviering en later geen zangfeest of IJzerbedevaart waar dit lied niet met gloed en geestdrift werd en wordt gezongen. Tijdens zijn leven vaak onder leiding van de toondichter zelf.

    In 1911 ontving hij de ‘Prijs van Rome’ voor zijn cantate ‘Tycho Brahé’ en een eerste prijs in een wedstrijd van de Koninklijke Maatschappij ‘De Grote Harmonie van Brussel’ voor zijn ‘Landelijke stemming’.

    Conservatoriumdirecteur Jan Blockx zwaaide uitbundig met lof en prees Van Hoof als waardige leerling van de muziekschool en volgeling van Benoit. Hij voorspelde hem een schitterende toekomst als nationaal componist. Profetische woorden, zoals later zou blijken.

    Als musicus vocht Van Hoof tijdens de eerste wereldoorlog mee voor de vervlaamsing van de Gentse universiteit. Hij componeerde daarvoor het strijdlied ‘Oproep’. Dit leverde hem in 1918 een celstraf van 7 maanden op.




    Daarna ging hij gewoon verder met zijn muzikaal engagement. Hij richtte het koor ‘Kunst en Vermaak’ (1920) op en werd leraar harmonie aan de Mechelse beiaardschool (1925) bij Jef Denijn. In 1933 stichtte hij samen met de Vlaamse bard Willem Demeyer de Vlaams-Nationale Zangfeesten waarvan we op 15 februari j.l. de 72ste editie mochten beleven. Aanvankelijk was Jef Van Hoof de enige dirigent en componist die aan bod mocht komen. Node moest Van Hoof aanvaarden dat ook andere componisten verschenen aan het firmament van de Vlaamse volksmuziek. Andere belangrijke Vlaamse toondichters verwierven immers ook een plaats als dirigent en componist op het zangfeestpodium. En dat het niet zomaar de minsten waren blijkt uit de opsomming van enkele namen van medewerkers aan de zangfeesten: Karel Candael, Lodewijk Mortelmans, Emiel Hullebroeck, Lieven Duvosel, Arthur Meulemans, Jef Tinel, Ivo Mortelmans, Renaat Veremans, Maurits Veremans, Armand Preud’homme, Gaston Feremans, Wies Pée, Jos Mertens, Hendrik Diels, Lode Dieltiens, Léonce Gras, Michaël Scheck, Juliaan Wilmots, Ludo Claesen, ….




    Het belang van deze zangfeesten en van het daartoe opgerichte VNZ (nu ANZ) in de Vlaamse beweging en in de Vlaamse koor-, lied- en muziekgeschiedenis kan nauwelijks overschat worden. Van Hoof heeft daar dus een uiterst belangrijke mijlpaal gevestigd waarop vandaag nog steeds voortgebouwd wordt.

    In 1936 werd Van Hoof aangesteld tot leraar harmonie in het Antwerps Conservatorium.

    Hij werd in 1942 bevorderd tot directeur van het conservatorium als opvolger van Flor Alpaerts. Uit getuigenissen blijkt dat hij een echte bezorgde vader voor zijn leerlingen was en net zoals Benoit teruggreep naar het volkslied. Hij voerde weliswaar nieuwe leergangen in (slagwerk en euritmiek) en wijzigde hier en daar elementen in de leerstof maar steeds in de geest van de stichter van de ‘muziekschool’. Hij leverde in volle oorlogsperiode vaak valse getuigschriften af om jongeren te vrijwaren tegen verplichte tewerkstelling in Duitsland. Maar toch werd hij afgezet in 1944 en vloog hij weer de cel in. Na een jaar kwam hij vrij. Het conservatorium bleef dicht voor hem. De beiaardschool in Mechelen daarentegen werd zijn nieuwe thuis.




    Op 24 april 1959 overleed hij in zijn ‘Spokenhof’ met naast zich de onvoltooide zesde symfonie.

    Naast zijn drukke bezigheden als leraar, directeur en dirigent componeerde hij een  aanzienlijk aantal en zeer uiteenlopende werken.

    Laten we beginnen met zijn werken voor de menselijke stem.

    Zo zijn er eerst en vooral de kunst- en volksliederen (‘Ik wist niet’; ‘De vriezeman’; ‘Nanoen in huis’; ‘Lentestemming’; ‘Slaapliedje’; ‘Marialiedeken’; ‘Suja nu’; ‘Nachtdeun’; …..), strijdliederen en geëngageerde liederen (‘Groeninghe’; ‘Daar is maar één Vlaanderen’; ‘Goedendag’; ‘Vaandellied’; ‘Trouw aan Vlaanderen’; ‘O kruis van den IJzer of Bedevaartlied’; ….), kinderliederen (‘Mijn jeugd is als een tuil van rozen’; Van den koekoek en den ezel’; …) en godsdienstige liederen (‘Marieliedeken’; ‘Kerstlied’;…).

    Bij de liederen is het opmerkenswaard dat hij zelden de harde strijdlustige toon van Groeninghe aanslaat. Meestal spreekt er uit zijn liederen een diepe verinnerlijking en elegisch karakter. Zijn kinderliederen zijn prachtig afgestemd op de kinderen qua toon en sfeer. De muziek respecteert altijd de tekst. De muziek eerbiedigt de prosodie en metrum. Muziek en woord zijn één. Ze vormen een ‘monoliet’ zou Robert Herberigs later zeggen. Lodewijk De Vocht formuleerde het bijbels als hij zei: Eerst was er het woord en dan pas de muziek. Op dat punt zat Van Hoof dus in goed gezelschap. Zijn liedkunst werd doorheen zijn carrière steeds rijper en meer geïnspireerd. Geen wonder dat hij in 1958 als eerste de Lodewijk Mortelmansprijs ontving.

    Een merkwaardig genre dat Van Hoof ook beoefende is de lyrische voordracht. Dat zijn liederen voor spreekstem met begeleiding. Bijvoorbeeld ‘Spinnelied’; ‘Idylle’ en ‘Jacob van Artevelde’.

    Hij gebruikte teksten van o.m. G. Gezelle, P. De Mont, B. Peleman, A. Rodenbach, W. Gijssels, J. Van Nijlen; G. Ritschl, L. De Schutter R. De Clercq en E. Denhaene.




    Daarnaast componeerde Van Hoof een hele reeks koorwerken. Hij schreef missen voor mannenkoor en orgel en voor gemengd koor, koorwerken voor gemengde stemmen (bv. ‘Onder de linde’ zie Vlaams Romantisch koorboek; Drinkebroerslied; bewerkingen van 10 oude volksliederen; bewerkingen van 10 Geuzenliederen; …), motetten (‘Tota pulchra es, Maria’; ‘Klaar bloed en louter wonden’; ‘Marialiedeken’; …) werken voor gelijkstemmige koren (‘Psalm’; 6 Dietsce liederen; ‘Strijdkreet’; ‘Hangt ‘nen truisch’; …).

    Bij de koorwerken van Van Hoof is het opvallend hoe subtiel de grens is tussen eenstemmige liederen en koorliederen. Hij hanteerde vooral een verticale (homofone) schrijfwijze waardoor de verstaanbaarheid van de tekst zeer goed tot zijn recht komt. De klemtoon ligt op de melodiestem. De andere stemmen begeleiden.

    Van Hoof op zijn best treffen we wellicht aan in zijn ‘Missa De Deo’ uit 1937. Een indrukwekkende compositie voor gemengd koor en kopers die triomfen oogstte in Aken maar in eigen land pas in 1966 (7 jaren na de dood van de componist) voor het eerst werd uitgevoerd. In 1949 ontstond zijn Te Deum voor dezelfde bezetting. Een zeer expressief en afwisselende compositie.

    En zo zijn we bij de muziek voor kopers beland, hét instrument van Van Hoof. In navolging van zijn leermeester Paul Gilson wilde hij de kopermuziek in Vlaanderen veredelen. Denken we maar aan de oproepen voor kopers en de ritmische symfonietta. Tot aan zijn dood leidde hij een eigen koperensemble bestaande uit 5 trompetten, 5 bazuinen en slagwerk. Hoorns gebruikte hij niet in zijn ensemble omdat die in zijn ogen te weinig viriel waren en meer aansloten bij de houtblazers.

    Verder componeerde Van Hoof ook intieme strijkkwartetten, kamermuziek (vb. ‘Suite voor 3 fagotten’ waarin het luimige volkslied van Pierlala verwerkt wordt), toneel- en filmmuziek (‘De vertraagde film’; ‘Jonker Lichthart’;…), de opera Meivuur, orgelmuziek (‘Rist van 6 kleine stukken’ uit 1903). Over dit orgelwerk schreef Wies Pee dat het technisch zeer goed uitgewerkt is en een schoolvoorbeeld van harmonie en melodie kan zijn. Hij plaatste ze meteen op dezelfde hoogte als orgelwerkjes van Sweelinck, Frescobaldi, Pachelbel, Buxtehude en Bach.

    Verder nog pianowerken (‘3 walsen’, ‘Morgenwandeling’..) en beiaardcomposities,

    Een bijzondere vermelding verdienen zeker nog de 5 symfonieën en een onvoltooide zesde symfonie. Deze werken zijn zeer klassiek van opbouw met de 4 delen (allegro, adagio, scherzo en allegro). De orkestratie is telkens zeer verfijnd en technisch perfect. Ze klinken lyrisch, romantisch en toch ook zeer fris. De componist van Groeninghe is hier ver te zoeken. Zijn latere symfonieën tonen een gelouterde en tot rust gekomen (?) toondichter. Van dezelfde kwaliteit zijn de 2 symfonische suites en ouvertures (‘Perseus’; ‘Willem De Zwijger; ‘Herinneringsouverture’ met daarin allerlei nationale hymnen verwerkt; …)  en een massa bewerkingen en begeleidingen bij liederen voor orkest, fanfare en koperensemble.

    Musicologen prijzen Van Hoof als eminent leerling van Gilson. Hij combineerde het romantsiche volksverbonden idealisme van Benoit met de technische beheersing van Gilson. Hij kan ook als classicistisch componist gezien worden omdat hij de klassieke vormen (symfonie; strijkkwartet, ….) trouw respecteerde en in zijn orgelwerk refereerde aan de grote klassiekers. Hij was dus zeker geen vernieuwer (behalve misschien qua kopermuziek), maar hij verwerkte de traditie tot een persoonlijke klassieke stijl. Zijn werken zijn alle boeiend om te beluisteren, pittig en voornaam.

    Dirigent Daniel Sternefeld die de symfonieën van Van Hoof dirigeerde voor de BRT getuigde dat de muziek en de mens Van Hoof één zijn: stoer, oprecht, eenvoudig en gezond. Hij verwees naar de invloed van Gilson qua kleur en kracht met een gezonde voorliefde voor kopers.




    We eindigen deze bijdrage met de woorden van August Corbet: hij vulde oude vaten met nieuwe wijn; gaf blijk van eerbied voor de technische verworvenheden van het voorgeslacht en verrijkte ze volgens zijn eigen  beleving van het tijdsgebeuren met een oorspronkelijke kleur en een soms gedurfde klank welke nochtans nooit afbreuk deed aan de gevestigde en algemeen geaccepteerde vormentaal.



    03-03-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Jef Van Hoof (1886 - 1959)


    JEF VAN HOOF

    50 jaar geleden stierf Jef Van Hoof.
    Deze markante figuur uit het Vlaams muziekleven zal voor altijd herinnerd worden als de grote dirigent van de massa op de zangfeesten en IJzerbedevaarten. Hij was bovendien één van de oprichters van het Vlaams Nationaal Zangfeest in 1933 (samen met Willem Demeyer).
    In Vlaamse kringen blijft hij populair als de toondichter van het schitterende strijdlied 'Groeninghe', ook wel de 'Vlaamse Marseillaise' genoemd. Dit krachtige strijdlied ontstond precies 100 jaar geleden in 1909 naar aanleiding van een compositiewedstrijd van het Algemeen Nederlands Verbond.



    Ook het lied 'Daar is maar één Vlaanderen' blijft een topper in het repertoire.
    Daarnaast schreef hij motetten, missen, kamermuzuek, symfonieën, opera's, koorwerken en liederen.
    Hij was een laatromanticus met een grote achting voor Benoit.
    Zijn kopermuziek is echter uniek in zijn soort. Merkwaardig is ook zijn Te Deum en de Missa de Deo voor koor en kopers.
    En vergeten we zeker zijn belang niet als beiaardcomponist.
    Behalve als musicus genoot hij van een sterke reputatie van een volleerd vloeker die geen scheldwoord uit de weg ging. Ook zijn hoed en kapmantel werden legendarisch.
    Zijn vlaamsgezindheid kostte hem zijn vrijheid zowel na de eerste als na de tweede  wereldoorlog. In 1944 verloor hij zelfs zijn functie als directeur van het Vlaams Conservatorium van Antwerpen.



    Jef Van Hoof werd begraven op het Schoonselhof te Antwerpen. Het ontwerp van zijn graf is van de bekende zanger Renaat Verbruggen.

    wp6a9cc934_0f.jpg

    Jef Van Hoof werd volledig terecht herdacht en geëerd op het voorbije 72ste Vlaams Nationaal Zangfeest.

    Hieronder krijgt u een ietwat uitgebreidere beschrijving van zijn leven en werk.




    Componist en dirigent Jef Van Hoof studeerde aan het Koninklijk Muziekconservatorium van Antwerpen, waar hij onder meer les genoot bij Jozef Huybrechts, Lodewijk Mortelmans en Paul Gilson. Als teken van rouw voor zijn, in 1903, overleden moeder bleef hij steeds zwarte kledij met witte boord dragen. Zijn strijdlied Groeninghe, op tekst van Guido Gezelle, werd in 1909 bekroond door het Algemeen Nederlands Verbond en met de cantate Tycho Brahe behaalde hij in 1911 de tweede Prijs van Rome. In 1916 volgde hij zijn vader op als organist van de Sint-Michielskerk te Antwerpen. Andere bekroningen volgden, zoals de Prijs van de Provincie Antwerpen voor zijn Eerste symfonie in A (1957) en de Compositieprijs Lodewijk Mortelmans (1958).
    In 1925 werd Van Hoof leraar harmonie aan de Beiaardschool te Mechelen en in 1936 aan het Koninklijk Vlaams Muziekconservatorium van Antwerpen, waarvan hij van 1942 tot 1944 directeur was. In 1938 stichtte hij de Vlaamse Nationale Zangfeesten, wat hem, samen met de talrijke Vlaamsnationaal-geïnspireerde composities (veel strijdliederen) een extra-muzikale reputatie verleende die de algemene erkenning van zijn zuiver muzikale verdienste lange tijd in de weg heeft gestaan. Als componist was hij een (chronologisch late) postromanticus met een groot melodisch vermogen, een sterk chromatische neiging en een grote beheersing van de klassieke vormen - geen vernieuwer, wel een musicus met een voortreffelijk métier.
    Van Hoof componeerde naast een massa liederen, zoals het "Kerelslied" en "Daar is maar één Vlaanderen en het is Diets", zes symfonieën (de laatste onvoltooid), symfonische gedichten, religieuze muziek waaronder vier missen, koorwerk, drie opera's, toneelmuziek (o.m. voor het tweede bedrijf van "De vertraagde film van Teirlinck", kamermuziek, stukken voor beiaard en voor piano.

    (Jef Van Hoof en beiaardier Staf Nees)


    07-02-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Frits Celis 80 in 2009 !

    FRITS CELIS 80 !


     

     

    2009 wordt voor de Antwerpse componist – dirigent Frits Celis een feestjaar.

    Hij wordt immers dit jaar 80.

    Celis studeerde aan de conservatoria van Antwerpen en Brussel en behaalde de diploma’s notenleer, harmonie, contrapunt, fuga, muziekgeschiedenis, harp en orkestdirectie.

    Hij begon zijn carrière als harpist van het orkest van de Koninklijke Vlaamse Opera in Antwerpen.

    De meeste muziekliefhebers kennen Frits Celis wellicht als dirigent van datzelfde operahuis. Celis vervolmaakte zich immers na zijn conservatoriumstudies aan het Mozarteum in Salzburg en aan de Staatliche Hochschule für Musik in Keulen als dirigent. In 1954 werd hij bovendien eerste laureaat van een wedstrijd voor dirigenten georganiseerd door de Brusselse Munt. Hij werd dan ook dirigent aan deze schouwburg. Van 1981 tot 1988 was hij eerste dirigent van de Vlaamse Opera in Antwerpen en Gent. Daarnaast trad hij herhaaldelijk op als gastdirigent  in Nederland, Frankrijk, Tsjechië, de VS, ….

    Als dirigent besteedde hij veel aandacht aan de muziek van eigen bodem. Daarvoor verleende SABAM hem in 1992 de Fuga-trofee.

    Daarnaast was hij nog professor aan het Antwerpse conservatorium in notenleer en transpositie.

    Wij willen in dit artikeltje echter vooral nadruk leggen op de componist Celis.

    De man schreef (en schrijft) een gigantisch oeuvre bijeen. Orkestwerken, kamermuziek, liederen en koorwerken.




    Zijn werk munt uit door een schilderend en beeldend karakter. Hij schrijft niet zomaar voor eigen plezier, hij wil dat zijn werk beluisterd wordt. Daarom wil hij toegankelijke muziek schrijven. Hij stelde vast dat cerebrale muziek als chaotisch en wanklank wordt ervaren door veel luisteraars. Daarom streeft Celis naar een vorm van toegankelijke muziek, zelfs al is ze vaak atonaal, met een lyrisch karakter en mooie samenklanken. Effecten en experimenten vermijdt hij omdat dit meestal maar tijdelijke verschijnselen zijn die geen boodschap hebben voor de luisteraars. Hij wil de kloof tussen toehoorder en hedendaagse componist overbruggen. Zonder echter naar commercialiteit te streven.

    Het is dan wellicht ook niet toevallig dat Frits Celis voor zijn vocale werken kiest voor gevestigde waarden in de Vlaamse en buitenlandse literatuur. We zien in zijn opuslijst werken op teksten van zowel Shakespeare als Gezelle, Nahon, Van Ostayen, Timmermans, Van Wilderode, Durnez, Buckinkx, Thoen, A.M.G. Schmidt….

    Voor kinderkoor schreef hij o.a. Herfst (met piano- of orkestbegeleiding); Letterphantasy; Let us be happy; Three little men; Rijmelarijtje en Slaap, slaap kindje slaap (met pianobegeleiding).

    Gelijkstemmige koren vinden in Celis’ werkenlijst o.a. Ballade en Mon ami.

    Voor de dameskoren onder ons schreef hij o.a. De meneer van hiernaast en Three Shakespeare Poems I.  De Shakespeare Poems II zijn geschreven voor mannenkoor en voor gemengd koor zijn er de Shakespeare Poems III.

    Nog voor gemengd koor componeerde Frits Celis o.a. Als een bries; De averulle en de blomme; De Meinacht mint de Nachtergaal en Drie koorstudies.

    We wensen Frits Celis nog vele gezonde en vruchtbare jaren toe!

     


    21-01-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Lodewijk De Vocht

    Te koop bij: www.anz.be

    Dubbelcd Lodewijk De Vocht



     

    Recent bracht het Lodewijk De Vochtfonds een dubbelcd uit met historische opnamen van De Vochts koorwerken en -liederen.

    Anderen tot bewondering opwekken
    Lodewijk De Vochts muzikale vitalisme

    “Muziek is een stroom en moet u overweldigen. Daarom kan ik sommige moderne werken niet volgen. Zij kunnen heel sterk zijn maar zij grijpen u niet aan. Soms ontdekt ge er iets treffends, maar dadelijk wordt het afgebroken en ge zijt teleurgesteld. Zo kan ik niet zingen. Leven is een stroom en een stroom houdt ge niet tegen. Nooit kan de echte muziek u onverschillig laten. Zij voert u mede en zij betrekt u in haar eigen leven”, zo liet Lodewijk De Vocht in zijn Gedachten over eeuwige schoonheid optekenen. In de levensgevoelige Weltanschauung van deze Antwerpse koordirigent en componist was er maar weinig plaats voor intellectualistisch rationalisme. Ga maar na: zijn koorliederen worden meer dan eens bevolkt door dartele ‘haeskens’ en vrome ‘herderkens’, in zijn cantates wordt er steevast ‘gejubeld’ en ‘gejuicht’, zijn concerto voor blokfluit is uiteraard een ‘landelijk’ concerto en als we alleen op de titels afgaan lijken zijn orkestwerken wel soundtracks voor zonsopgangen en avondschemeringen.

    De Vochts anti-modernistisch emotionalisme lijkt wel haaks te staan op zijn reputatie als verdediger van de (oratorium)muziek van Arthur Honegger en Darius Milhaud. Toch kan je de componist moeilijk van charlatanisme beschuldigen. Tot op het einde van zijn leven bleef hij trouw aan eenzelfde soort ‘élan vital’: emotionele beleving is kostbaarder dan rationele kennis, het denken verwijdert het bewustzijn van de wereldse schoonheid. Een instelling die niet verward diende te worden met sentimentele neoromantiek, zoals De Vocht zelf opmerkte: “Men zegt dat ik een romantieker ben. Ik heb een afschuw van romantisme. Maar als het hart, hoe dan ook, niet zingt en niet laat meezingen, is er dan nog muziek? Sommigen menen dat alles heilig is, wat ze ondergaan of gevoelen: hun muziek is dan geïmproviseerd, ongecontroleerd, onbeheerst. Dát is romantisme. Instinctmatig volgen zij alles en zij schrijven het neer. Ge weet toch tussen hoeveel tema’s ik soms een keuze moest maken: soms wel een twintigtal. Slechts één is goed. Hoelang bleef ik soms aarzelen en zoeken. Ook later bij de uitwerking moet men streng zijn voor zichzelf en alles weren wat overbodig is, wat effektmakerij, wat kunstmatig of al te gemakkelijk is.” Kortom, in plaats van instinctmatige mooischrijverij streefde De Vocht in zijn werk naar een soort gecontroleerde natuurlijkheid, zonder daarbij te verzanden in een modernistische verstandscultus.

    Een van de werken die deze esthetiek wellicht het treffendst illustreren, is De Vochts Symfonie voor groot orkest en koren, die hij in 1932 voltooide. In deze driedelige symfonie bedient de componist zich van een woordeloos koor dat – zo vermeldde de programmabrochure van de première – “gevoelens uitdrukt die ingegeven werden door ’n zeer intens leven van vreugde en verrukking voor de schoonheid van het heelal.” De keuze voor een woordeloos koor was niet helemaal nieuw: eerder reeds had De Vocht zich in enkele kleinere ‘koorstudies’ (Lentevreugd, Waterspelen, Joelende jeugd) bediend van de vocalise als stijlmiddel. De bijzonder zwierige, vreugdevol joelende koorstijl van deze studies werd in de Koorsymfonie – De Vochts eerste (en enige) grootschalige compositie met woordloze stemmen – nog een lengte doorgetrokken. Het gebrek aan een tekstuele insteek stond een onmiddellijk begrip van De Vochts kunstzin niet in de weg. Integendeel, commentatoren van het eerste uur hadden de mond vol over de “verlossing van den rhetorischen rimram” (De Telegraaf) of de aanwezigheid van “une spontanéité, une simplicité, un mépris des artifices et de la facilité, qui est une haute leçon de musique à tous ceux dont le cerveau avide de formules et d’intelligence n’a comme Dieu que les virtuoses de l’Atonalité, de la Polytonalité, des rythmes extrêmes et de l’écriture surchargée” (Pro Musica). Hoewel een enkele criticus zich stoorde aan de tekstuele ontbering (“De uitvoerders alleen op A doen zingen, maakt hen waarlijk al te erg tot instrumenten. Trouwens voor het zicht wordt zulk een massa gapers vervelend als ’t een beetje duurt. Dat de heer De Vocht voor zijn koor in dit werk een tekst doet schrijven,” aldus August Monet in De Nieuwe Gazet), was de boodschap overduidelijk: net de woordloze opzet maakte deze (monothematische) Koorsymfonie tot, zoals de programmatoelichting vermeldde, een “roep naar groote verten”.



    Het bucolische optimisme dat De Vocht met zijn Koorsymfonie bereikte, zou hij met veel smaak verder zetten in zijn religieuze koorwerken. In het Te Deum dat De Vocht in 1934 voltooide, legt de componist de jubelende atmosferiek van de Koorsymfonie op de rooster van de traditionele feestelijke lofzang. Maar, waar de Koorsymfonie zich nog wentelde in hymnische kronkelzangen, gaat De Vocht in zijn Te Deum veel plechtstatiger te werk. De Latijnse tekst dwingt de componist tot een gradueel aanzwellende koorzang, die herhaaldelijk verzinkt in homofoon gepeins. De smaakvolle manier waarop De Vocht devote introspectie koppelt aan extatische dramatiek, maakt dit Te Deum tot een uiterst boeiende, naar Francis Poulencs religieuze muziek lonkende compositie. Ook in het Alleluia – de orkestrale herwerking die De Vocht maakte van Paschen, een van de liederen uit zijn Jaarkrans van geestelijke liederen rond den haard – gaat de componist niet plat voor populistisch optimisme. Als vanzelfsprekend vangt De Vocht het heuglijk tekstmateriaal op met opgetogen melodieën, schetterende trompetten en paukenroffels, maar weet de harmonische ondertoon van deze lofzang voortdurend interessant te houden. Sereniteit is er dan weer in de Caeciliahymne, eveneens een orkestrale hercompositie van een van de liederen uit Jaarkrans, waarin een plukkende harp zorgt voor een wiegende begeleiding. Charmerend aan deze hymne is vooral de pastorale begeleiding, waarin De Vocht zich bedient van een idyllische hobo en een onaards zwevend klankentapijt.

    Het is geen toeval dat in de oeuvrecatalogus van De Vocht de menselijke stem een prominente positie inneemt. “De echte schoonheid is diegene die verheft, die blij en goed maakt. Om haar mee te delen hebt ge geen gespannenheid van doen maar het mededeelzame zingen (…).” Verheffende schoonheid als doel, en zingen als de weg daarheen. Bijgevolg is De Vochts werk grotendeels vocaal van opzet: cantates, missen, massa’s koorliederen, tal van klavierliederen en een rits orkestliederen. De natuurlijke, menselijke stem als belangrijkste klankkleur: humaner of ‘aardser’ kan het haast niet. De Vochts voorkeur voor een ‘landelijke’ stilistiek vertoont opmerkelijke gelijkenissen met het vitalisme van  zijn artistieke bloedverwant Stijn Streuvels. Net zoals zijn romanschrijvende collega uitte die belangstelling zich in een hymnische verering van moeder aarde. Primaire levensdriften, verbondenheid met de natuur, feminisering van de natuur, animistische beeldspraak, agonaliteit in de verhouding mens-natuur,…: we komen het niet alleen tegen bij Streuvels, ook De Vochts profane werken (al dan niet op teksten van Peleman, Rodenbach, Muls of Simons) dragen er de sporen van.



    Een ankerwerk in De Vochts artistieke nalatenschap is dan ook Primavera, het ‘landelijk klankspel’ dat hij in 1930 componeerde op tekst van Bert Peleman. Dit driedelige oratorium voert twee solisten op, die samen met koor en orkest Pelemans pantheïstische verzen leven inzingen. Openen doet De Vocht met een meesterlijke evocatie van de lentetijd. Op een sfeervol klankentapijt voert de componist met veel gevoel voor orkestrale nuances en melodische spitsvondigheden (zoals bijvoorbeeld de Stravinskiaanse, aan de Sacre du printemps herinnerende klarinet) de luisteraar naar de openingszin. “Oijo! Oijo! Oijo! Zo brandt de lente gloeiend los! Zo wordt het hart tot bloeiend bos!”: met deze suggestieve zinnen zet de tenor een heerlijk meeslepende aria in. Dit opera-achtige ‘zegelied’ wordt uiteindelijk opgepikt door het koor, dat de melodische contouren van de tenoraria omzet in een triomfantelijke, op wisselende orkestkleuren voortmarcherende koorzang. Na deze uitbundige lentehymne opent De Vocht het tweede deel met aftastende celli, die vergezeld worden van een klagende Engelse hoorn. De zegepralende exaltatie van daarvoor kiept zo om in vertwijfelende ingetogenheid. “Waar leer ik blij Gods wegen gaan, waar vindt mijn ziel haar diepst bestaan?”, zo zingt de tenor uiteindelijk. De vreugde om de natuurlijke schoonheid krijgt hier een religieuze inslag, die De Vocht tegemoet komt met slepende strijkers, solistische interventies uit het koor en aanminnige fraseringen. Op zijn laatste vraag (“Hoe heet het vuur dat het al doorlaait, waarin de bloesem wit verwaait, waarin de aarde brandend bloeit, waarin de ziel volmaakt volgroeit?”) weet enkel de sopraan antwoord. “Liefde, reinste morgenrood, liefde sterker dan de dood!”, zo luidt de repliek op de existentialistische vertwijfeling. Masculiene radeloosheid versus feminiene lentezang: De Vocht geeft ruim baan aan een gepassioneerd liefdesduet dat allerlei (religieuze, amoureuze, bijbelse, seksuele) lezingen mogelijk maakt. Slotdeel van Primavera is – niet geheel onverwacht – een pastorale apotheose, waarin de tenor vrede vindt in de goddelijke levensbeschouwing. “Hij die niets dan liefde is, Hij die alle leven leidt, looft Hem in Zijn heerlijkheid!”, zo klinkt de onbezwaarde, vreugdevolle uitkomst van dit uitzinnige natuurepos.

    De Vochts ‘vitalistische’ muziekstijl is minstens eveneens herkenbaar in zijn orkestliederen. Net zoals in Primavera koppelt De Vocht zijn liefde voor de menselijke stem op een eigen wijze aan een specifieke, orkestrale schrijfstijl, die volledig afgestemd is op de behandelde thematiek. De Vochts orkestliederen ademen steevast een soort adamisch optimisme uit, dat ondubbelzinnig hoorbaar gemaakt wordt: orkestrale pre- en postludes worden gereduceerd tot enkele maten, instrumentale interludes of overgangspassages zijn zeldzaam en de orkestratie is meer dan uitbundig (typisch zijn de grillige houtblazersfiguren boven trillende strijkers, aanzwellende koperblazers, gebroken akkoorden, roffelende pauken,…). Werd er in de eerste orkestliederen nog gezocht naar een vorm van instrumentaal-orkestrale tekstuitbeelding, in zijn latere orkestliederen lijkt De Vocht het hele orkest rondom de stem te modeleren. Daardoor wordt de structuur van het lied volledig gedragen door de syntaxis van de zangpartij. Het gevolg daarvan is niet alleen een strofische (herhalings)structuur, maar vooral een uiterst ‘zangerige’ partituur. Lang aangehouden noten op lettergrepen of betekenisloze klinkers, geruggensteund door een energiek stuwend orkest: dit zijn echte ‘levensliederen’, die niet anders dan uit volle borst gezongen kunnen worden. “Joho! Joho! ’t Is zoo wondergoed zoo te kwinkeleeren,” zo klinkt het in Merel in de morgen. We kunnen het niet beter samenvatten. Ook al pakt De Vocht het in zijn latere orkestliederen (zoals de voor zang en orkest bewerkte Ulenspiegelsuite) wat minder onbesuisd of opgeschroefd aan, zijn handdruk blijft steeds dezelfde: de zangstem primeert, het orkest zorgt niet voor verfijnde instrumentale uitbeeldingen, maar onderstreept met veel glitters en spetters het veelal uitbundige karakter van de jubelende solostem (zoals bijvoorbeeld mooi gedemonstreerd wordt in O Lieve, ’t is de Mei!, op tekst van Jozef Muls).

    Lodewijk de Vocht (Kroniek van een leven voor de schoonheid)

    “Muziek wil een brokje schoonheid zijn zoals in de natuur. Het moet uit het hart opwellen en zo getrouw en zo sterk mogelijk weergegeven worden, zodat het anderen tot bewondering kan opwekken.” Verfijnd of ophefmakend kan je De Vochts muzikale vitalisme bepaald niet noemen: zijn orkestraties zijn vaak drukdoenerig, de sfeerschepping onderschrijft voortdurend de tekst, de geselecteerde verzen ontbreken het aan literaire diepgang en compositorisch kleurt hij voortdurend binnen de lijntjes van de functionele harmonie. Toch bezit deze muziek een unieke, uniforme ‘stijl’ die verrassend tegemoetkomt aan het bezielende, onstelpbare elan van het literaire vitalisme. De primitieve instinctmens tegenover de natuur, de vocaliserende solostem(men) tegenover veellagig orkestgewoel: in een poging om het anti-romantische zelfbeeld van De Vocht te verzoenen met zijn als ‘neoromantisch’ gebrandmerkte schrijfstijl is het van belang om deze immer innemende muziek te beoordelen naar de intrinsieke normen, waarden en strategieën.


    20-01-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Goed nieuws vanuit de VRT

    Meer Nederlandstalige muziek op VRT-zenders

    De VRT gaat meer Nederlandstalige muziek programmeren op Radio 1 en Radio 2. Daarnaast wil de openbare omroep de muziekprofielen van de radiozenders duidelijker aflijnen.

    Afgelopen zomer voerde de VRT een kwalitatief onderzoek uit bij de luisteraars met als doel het muziekaanbod op de radio's nog beter af te stemmen op hun behoeftes.

    (VRT)

    "Alle radiozenders brengen muziek voor een breed publiek, maar het netprofiel van elke zender moet permanent afgestemd worden op de respectievelijke doelgroep", legt Isabelle Baele (foto), content directeur media, uit.

    De muziekstroom van Radio 1 wordt classics, Radio 2 moet zich focussen op melodieuze muziek, Klara op jazz, Studio Brussel op alternatieve rock en MNM op hits.

    "Nederlandstalig repertoire promoten"

    Uit het onderzoek bleek niet expliciet dat de luisteraars meer Nederlandstalige muziek willen horen. "Om een duidelijk statement te maken dat de VRT absoluut het Nederlandstalig repertoire wil promoten, moet dat repertoire nog meer aandacht krijgen in de muziekprofielen van de openbare zenders", aldus Baele.

    Radio 1 moet minstens 10% van zijn muziektijd besteden aan Nederlandstalige producties, bij Radio 2 moet dat stijgen tot 25%.

    De openbare omroep pleit wel voor meer kwaliteitsvolle Vlaamse producties. In de week van 31 januari tot 6 februari organiseert de VRT de Vlaamse Muziekweek. Alle radio's besteden dan extra aandacht aan de Vlaamse muziek.


    NVDR: Hopelijk komen ook volkse componisten zoals Hullebroeck, Preud'homme, ... en de ernstigere zoals Benoit, Tinel, Veremans, De Jong Van Hoof, ...... ook extra aan bod.


    11-11-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Wannes Van de Velde

    Wannes Van de Velde overleden

    Wannes Van De Velde

    Wannes Van de Velde, één van Vlaanderens grootste iconen uit de kleinkunst en volksmuziek, is op maandagochtend 10 november overleden aan een slepende ziekte.

    Wannes (Wim) Van de Velde werd in 1937 geboren te Antwerpen. Hij was de zoon van de volkszanger Jaak van de Velde en groeide op in het Schipperskwartier en de Seefhoek in Antwerpen. Hij studeerde plastische kunsten, maar was al heel vroeg begeesterd door de muziek. Vooral Vlaamse volksliederen en flamenco boeiden hem, en op zijn eerste plaat in 1966 zong hij in het dialect. 

    Van de Velde werd in de jaren 70 ook deel van de Antwerpse toneelscène, maar de vaste stroom in zijn leven bleef de muziek. Hij bracht veertien albums uit, waarvan het laatste In de maat van de seizoenen in 2006 verscheen. 

    De zanger was al die jaren ook een aandachtig lezer en stelde zijn overpeinzingen meermaals te boek. Hij was ook vele jaren docent aan de toneelschool Studio Herman Teirlinck. 

    Volgens vele critici was Wannes Van de Velde een van de belangrijkste naoorlogse zangers geworden in het Vlaamse muzieklandschap. Zijn compromisloze aanpak en eclectische aanpak wezen tegelijk op het belang van erfgoed en de noodzaak aan persoonlijkheid.


    09-11-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ANZ (uiteraard) tegen afbraak monument Willem De Meyer!

    ANZ tegen afbraak monument Willem De Meyer

    Het begint een slechte gewoonte te worden. Andermaal is het ANZ in actie moeten treden om een monument te redden. 



    In het Te Boelaerpark in Borgerhout staat een monument ter ere van Willem De Meyer, de man die via zijn uitgeverij, zijn platenfirma, zijn radio- en tv-uitzendingen, maar vooral via zijn ontelbare zangstonden het Vlaamse lied promootte. Na zijn dood in 1983 werd mede op initiatief van het ANZ en met giften van honderden Vlamingen een monument van de hand van beeldhouwster May Claerhout opgericht in zijn woonplaats.

    In het kader van de heraanleg van het park diende het kartel SP.A-Spirit-Groen in de districtsraad van Borgerhout onlangs een voorstel in om het monument af te breken. Hierop schreef het ANZ, in samenspraak met de familie De Meyer en de kunstenares, een open brief aan de districtsraad met de oproep het beeld te behouden. De lokale pers berichtte uitgebreid over de zaak en een storm van protest brak los. Met succes. Op de districtsraad van 20 oktober ll trok het kartel zijn voorstel in. De oppositie diende daarop een motie in om het monument te behouden, maar kreeg geen meerderheid. Uiteindelijk besliste de meerderheid geen uitspraak te doen over het beeld, maar de stedelijke commissie Beeld in de Stad te laten beslissen over een eventuele afbraak. Hiermee passeerde het district bewust zijn eigen Cultuurraad wetende dat die de oproep van het ANZ ondersteunt. Dit zal zeker nog een juridisch staartje krijgen.

    Voorlopig is het beeld van de afbraak gered, maar het kan slechts uitstel van executie zijn. Hoedanook volgt het ANZ de zaak verder op.


    07-11-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Warm aanbevolen lectuur....

    De Gentse conservatoriumbibliotheek - Tien componisten in profiel
    Jan Dewilde, Tom Janssens
    Korte inhoud: Op vraag van het Festival van Vlaanderen-Mechelen doken musicologen Jan Dewilde en Tom Janssens de bibliotheek van het Gentse conservatorium in op zoek naar verborgen schatten uit ons Vlaams muzikaal erfgoed. Hun wetenschappelijk onderzoek resulteerde in een reeks concerten en dit boek + cd. Het boek (196 p.) begint met de geschiedenis van het conservatorium van 1835 tot nu en geeft dan een uitgebreide bespreking van 10 componisten die allen een bijzondere band met de instelling hadden: Martin-Joseph Mengal, Charles-Louis Hanssens, Armand Limnander van Nieuwenhove, Karel Miry, Adolphe Samuel, François-Auguste Gevaert, Jean Baptiste Van den Eeden, Hendrik Waelput, Emiel Hullebroeck en Robert Herberigs. Per componist is er een inventaris van de werken aanwezig in de bibliotheek opgenomen. In het boek zit tevens een cd waarop enkele van die verborgen schatten te beluisteren zijn.

    Uitgeverij: Festival van Vlaanderen - Mechelen
    Referentie: ANZ 511

    Prijs: 20 Euro


    03-11-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Naamsverandering Koninklijk Vlaams Conservatorium van Antwerpen

    We vernamen dat het Vlaams Conservatorium van Antwerpen voortaan de titel 'Vlaams' laat vallen.
    De instelling heet voortaan 'Koninklijk Conservatorium'.
    Daarom stuurden we volgende brief aan de schooldirectie.



    Geachte heer/mevrouw,

     Met verbijstering las ik in de media dat uw instelling het predicaat ‘Vlaams’ laat vallen.

    Wat mag daar de reden voor zijn?



    Uw stichter Peter Benoit heeft een zware en moedige strijd geleverd om de muziekschool van Antwerpen te verheffen tot een conservatorium en het instituut heette dan ‘Vlaams Conservatorium’.
    Een logische naam voor een school in Vlaanderen die Vlaamse musici wil(de) opleiden.
    En er is voorwaar een hele Vlaamse school uit dit conservatorium voortgekomen (of mogen we de term “Vlaamse school” die we in onze muziekgeschiedenislessen leerden, ook niet meer gebruiken?).
    U kent deze componisten en andere musici beter dan ik: Edward Keurvels, Emile Wambach, Jan Blockx, Flor Alpaerts, Lodewijk Mortelmans, Jef Van Hoof, Lodewijk De Vocht, Marinus De Jong, Renaat Veremans, Emmanuel Durlet, Flor Peeters, Willem Kersters, Vic Nees, Luc Van Hove, Luc Brewaeys, Robert Groslot, ….. Generaties grote musici.



    De huidige schoolleiding heeft m.i. de zware verantwoordelijkheid om vandaag bekwame muzikanten te vormen. Maar ze heeft ook de taak om de traditie van het huis in ere te houden.  

    En zo kom ik terug bij mijn eerste vraag: waarom moet het predicaat ‘Vlaams’ verdwijnen, net nu Vlaanderen meer en meer autonomie en internationale erkenning krijgt?

    Zijn de eerder geciteerde musici minderwaardige vaklui geweest omdat hun school een Vlaamse school was?

    Zullen de volgende generaties afgestudeerden betere musici zijn omdat het etiket Vlaams weg is?

     Waar is in godsnaam uw fierheid en respect voor uw voorgangers heen? En het respect voor uzelf?
    Wat denken jullie op deze manier aan constructiefs bij te dragen aan de kwaliteit en identiteit van onze Vlaamse musici?

    En kom niet af met het argument van ‘misplaatst nationalisme’ want dan zou u ook beter het label ‘Koninklijk’ laten vallen.

     Met beleefde groeten

    Peter Leys


    30-10-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Willem De Meyer

    Dit jaar overleed Frans De Meyer, zoon van de legendarische Vlaamse bard Willem De Meyer.

    wp70004cb4_0f.jpg

    Frans De Meyer was de enige zoon van Willem De Meyer, stichter van het Vlaams Nationaal Zangfeest. Hij was gekend als promotor van de Vlaamse cultuur. Samen met zijn vader richtte hij de platenfirma Roeland op. Frans De Meyer was eveneens betrokken bij de Europeade, een volksdansfeest.


    25 jaar geleden stierf Willem De Meyer (1899-1983).
    Hij reisde doorheen heel Vlaanderen en ver daarbuiten om de Vlaamse componisten en hun liederen bekend en bemind te maken.
    Hij stichtte samen met Jef Van Hoof in 1933 het Vlaams Nationaal Zangfeest. Jarenlang was hij er een graaggezien dirigent.
    Hoeveel radio-uitzendingen (U mijn liefde, u mijn hart) stelde hij niet samen met een grote liefde en een groot hart voor Vlaanderen en de Vlaamse muziek?
    Een ontelbaar aantal LP's werd door hem volgezongen met Vlaamse traditionals. Nog talrijker zijn de zangbundels die hij samenstelde en de partituren die hij uitgaf met zijn Roelanduitgaven.
    Met de trekzak aan de zijde en het lied in ziel en mond doorkruiste hij de Vlaamse wegen en deed hij soldaten, moeders en vaders, zonen en dochters zingen over de Noordzee en de purperen hei.

    Hopelijk is zijn inzet niet tevergeefs geweest en blijven er zangers en dirigenten opstaan om het Vlaamse lied, oud en nieuw, in ere te houden.



    Graag drukken we hier een mooie hulde aan Willem bij zijn overlijden af:

    Op achtjarige leeftijd belandde Willem de Meyer met zijn familie in Borgerhout, waar hij tot aan zijn dood bleef wonen. Hij kreeg er een opleiding als onderwijzer en zangleraar en werd vooral bekend als promotor van het Vlaamse lied.
    Willem de Meyer publiceerde onder meer onder de titel "Zingende jeugd, zingend volk", vier delen liederen: een reeks marsliederen genaamd "Jong Vlaanderen marcheert", liederen voor de lagere scholen, onder meer gebundeld in "O nachtegaaltjes zingt maar dapper voort" en, samen met Clem De Ridder, "Zingen wij ons eigen lied", met honderd liederen uit de "Vlaamse liederenschat". In 1933 organiseerde hij het éérste Vlaams Nationaal Zangfeest en werd de éérste secretaris van het Vlaams Nationaal Zangverbond (VNZ), in 1948 omgedoopt tot het Algemeen Nederlands Zangverbond (ANZ). Dit zangverbond heeft méér dan zijn taak vervuld in de geschiedenis van de Vlaamse bewustwording.
    Willem de Meyer werd echter vooral bekend door de ontelbare gecommentarieerde volkszangavonden die hij vanaf 1926 gedurende tientallen jaren in gans Vlaanderen en voor heel wat verschillende groepen organiseerde. Hij verspreidde het volkslied zowel bij de jeugd in de schoolklassen en jeugdbewegingen als bij de bejaarden en de militairen in het leger. Daarin ligt trouwens zijn grootste verdienste: dat hij ons volk weer zijn liederen leerde kennen én zingen. De rol die hij vervulde in het bewustwordingsproces van vele Vlamingen kan nauwelijks overschat worden.  Om de activiteiten van Willem de Meyer en zijn betekenis te schetsen, citeren we Emiel Hullebroeck, de componist die ook bekend was door zijn vele liederavonden in Vlaanderen én in het buitenland, zelfs tot in Zuid-Afrika. Wij mogen hem zeker als de voorganger van Willem de Meyer vernoemen. Naar aanleiding van Willems zestigste verjaardag schreef Hullebroeck een bijdrage in "De Toerist" van 16 december 1959: “Wat het werk van de Meyer heeft betekend al die opeenvolgende jaren is moeilijk te overzien. Toch willen wij beproeven er de lezer een blik in te gunnen. We nemen als voorbeeld het jaar 1959. de Meyer trad zowat 250 maal op (zangmiddagen en -avonden). Daarin zijn betrokken een zestigtal in vakantiekampen van de Kr. Mutualiteiten, voor ruim 12.000 kinderen tussen de 10 en 14 jaar. Verder een groot aantal zangmiddagen in de scholen, de resterende zangavonden in allerlei kringen. de Meyer handelt daarbij a-politiek, zoals ik destijds zelf deed. Wie hem vraagt, ziet hem verschijnen. (…) Niet minder dan 250 Vlaamse liederen heeft de Meyer voorgezongen en verspreid, natuurlijk een overwegend aantal volksliederen, aangezien hij zich hoofdzakelijk tot het volk richt. (…) Het lied moet bezingen alles wat de rijkdom en het geluk, het wel en het wee van het volk uitmaakt: zijn weiden als wiegende zeeën, zijn beierende klokketorens, zijn kunststeden, zijn Noordzee, zijn arbeiders en geleerden, zijn jeugd, zijn familieleven, zijn strijd voor eigen bestaan en taal. Ons volkslied is, goddank, Vlaams gebleven.”
    En Hullebroeck besluit: “Zo heeft dan de Meyer in grote mate de weer-bewustwording van ons volk bewerkt en ieder van ons, die het Vlaamse hart op de rechte plaats draagt, moet zich dankbaar over dat reuzewerk verheugen.”
    Het werk dat hier werd beschreven, heeft Willem de Meyer nog vele jaren voortgezet. Hij bleef zingen, maar verlegde wel stilaan zijn werkterrein van de jeugd, de scholen en het leger naar de ouderen waartoe hij stilaan zelf ging behoren. Het gaf hem zeker voldoening dat het Vlaamse lied bij deze groep bekend en geliefd was gebleven. In een huldebrochure naar aanleiding van zijn tachtigste verjaardag werd dit zo samengevat: “Wie hij in zijn jonge jaren had leren zingen en begrijpen wat men zong, kende, begreep en doorvoelde nog steeds bij ondergaande levensavond welke waarden hij had bijgebracht. Dat moet voor hem een troost, een kracht geweest zijn zo sterk, dat hij niet op kon geven ook al naderde hij de tachtig die hij thans heeft bereikt.”

    wpad5f5565.jpg


    29-10-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Willem Kersters 20 jaar overleden

    wp19a1f362.jpg


    Willem Kersters (1929-1988) studeerde aan het Koninklijk Muziekconservatorium van Antwerpen en Brussel. In 1961 ontving Willem Kersters de tweede prijs in de Koningin Elisabethwedstrijd voor de compositie van het ballet "Triomf van de Geest". In 1962 werd hij leraar harmonie aan het Koninklijk Muziekconservatorium van Antwerpen en docent aan het Conservatorium te Maastricht. Zijn werk omvat symfonieën, kamermuziek, orgelwerken, balletten, cantates en een opera.

    wp3a5beadf.jpg


    25-10-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Vlaamse toondichters begraven op het Gentse Campo Santo
    Sint-Amanduskapel

    Florimond Van Duyse
    Jef Tinel
    Gabriël Verschraegen
    Jan Douliez
    Omer Van Puyvelde
    Isidoor De Vos
    Franz De Vos
    Franz Uyttenhove
    Joseph Mengael


    21-10-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Filip Rathé

    Kremerata Baltica brengt Das Utopias van Filip Rathé

    World Music Days

    De Litouwse componistenvereniging, de festivals van Vilnius en de Litouwse afdeling van ISCM kondigen samen de ISCM World Music Days aan, die plaatsvinden van 24 oktober tot 8 november in de Litouwse hoofdstad Vilnius.

    Het gaat om de eerste internationale bijeenkomst voor hedendaagse muziek in de Baltische regio, en de eerste ISCM World Music Days in dat gedeelte van Europa.  

    Om de internationale ambities van het festival te onderstrepen, werd de Vlaming Lieven Bertels (Holland Festival) uitgenodigd als curator. Hij zal betrokken zijn bij de realisatie van verschillende projecten in het kader van het festival.  

    Het festival nodigde componisten uit van heel de wereld om werk in te dienen voor deze gelegenheid. Een internationale jury, met o.a. componisten Jonathan Harvey (GB) en Peter Eötvös (HON), maakte een selectie van werken die het gekozen festivalthema 'InBetween' belichten.  

    ISCM-Vlaanderen mocht als 'associate member'6 partituren indienen. 'Das Utopias', een compositie voor strijkinstrumenten van Filip Rathé werd geselecteerd en zal uitgevoerd worden op 5 november door de Kremerata Baltica, het kamerorkest dat werd opgericht door de gerenommeerde violist Gidon Kremer.  


    Filip RathéFilip Rathé studeerde piano en directie aan het Koninklijk Conservatorium van Gent. Hij vervolmaakte zich verder als dirigent bij Laszlo Heltay en Pierre Cao en studeerde compositie bij Lucien Goethals. Aan de Universiteit van Gent behaalde hij een Meestergraad Musicologie bij Professor Herman Sabbe.

    Sinds 1993 is Filip Rathé artistiek directeur en dirigent van het SPECTRA Ensemble waarmee hij concerteerde doorheen heel Europa en Zuid-Amerika en meer dan 60 nieuwe werken creëerde. Hij was gastdirigent van o.m. het Symfonieorkest van Vlaanderen, het Vlaams Radio Koor en verschillende ensembles (o.a. I Solisti del Vento, Hermes Ensemble, Aquarius Ensemble (N))

    Filip Rathé 's werken werden gecreëerd door o.m. het Vlaams Radio Koor, ASKO (N), SPECTRA Ensemble en Collegium Instrumentale Brugense, en bekroond door ISCM-Vlaanderen.

    Filip Rathé is leraar analyse en hedendaagse kamermuziek aan de Conservatoria van Gent en Antwerpen, en werkt aan onderzoeksproject rond de Duitse componist Nicolaus A. Huber.


    07-10-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Koorcomponist Raymond Schroyens, 75 !



    Componist Raymond Schroyens 75 ! Een portret.


    Op 14 maart werd de Vlaamse componist Raymond Schroyens 75. Hij is vandaag nog steeds springlevend en actief als componist. Een portret van de jarige.

    Op 14 maart 1933 werd Raymond Schroyens in Mechelen geboren. Zijn eerste contacten met de muziekwereld dateren van in 1942. Als negenjarige knaap zong hij in het befaamde St.-Romboutskoor en kwam hij al meteen in contact met twee reuzen uit die tijd: dirigent Mgr. Jules Van Nuffel en organist Flor Peeters. Die ervaringen bij Van Nuffel waren voor Raymond Schroyens bepalend voor zijn verdere muzikale loopbaan. In 1950 startte Schroyens zijn studies aan het Lemmensinstituut in Mechelen. Daar kwam hij weer terecht bij Van Nuffel, maar ook bij Staf Nees en Marinus de Jong. Vanaf 1954 zocht hij in het Antwerpse conservatorium Flor Peeters op voor zijn orgelstudies.

    Schroyens startte zijn professionele carrière in Dearborn (Michigan, VS) als kapelmester aan de St.-Alfonsuskerk. Hij verbleef daar van 1958 tot 1960. Van 1963 tot 1993 was hij verbonden aan de klassieke muziekzender van de BRT (Radio 3). Als klavecinist was hij van 1962 tot 1972 verbonden aan het Concertino J.B. Loeillet te Mechelen. Aan het Brusselse conservatorium doceerde hij klavecimbel (1970-1993) en in Mechelen onderwees hij van 1975 tot 1988 klavecimbel aan het Stedelijk Conservatorium. Hij zetelde in verschillende besturen en organisaties als muzikaal adviseur. We vermelden als voorbeelden het Festival van Vlaanderen – Mechelen, Ars Organi Mechelen en de Vlaamse Federatie van Jonge Koren in Gent. En zo zijn we bij de koorwereld terechtgekomen.

    Behalve werken voor orgel, piano en klavecimbel componeert Schroyens hoofdzakelijk voor de menselijke stem, al dan niet met instrumentale begeleiding. De vroegste composities van Raymond Schroyens zijn een resultaat van een grote bewondering voor Van Nuffel, Peeters en de barokmuziek. We treffen uit die periode liedbewerkingen, koorcomposities en basso-continuo-uitwerkingen aan. Die muziek is gekenmerkt door modaliteit en dat kenmerk zal blijvend zijn. Hij tracht bij het componeren voor koor zo te schrijven dat de zingende muziek evengoed het hart als de ziel van de uitvoerders kan beroeren, wars van ingewikkelde of voor hen niet te vatten technieken. Simpeler gezegd: geen aartsmoeilijk of lelijk dissonant werk afleveren.

    Net zoals zijn iets jongere vriend en stadsgenoot Vic Nees kwam hij onder de invloed van de vernieuwende Duitse koorstijl van Hugo Distler, Willi Träder, Karl Marx en Ernst Pepping. Bij hen leerde hij vooral lineair schrijven. Zoals bij de grote polyfonisten was er bij hen de drang om iedere stem een gelijkwaardig en boeiend melodisch verloop mee te geven. Zijn eerste fase van compositorisch koordenken vertrok dus vanuit een Rooms-katholieke ‘kathedraaltraditie’ (voornamelijk de Mechelse) en evolueerde vervolgens naar een Luthers-protestantse cantorij-esthetiek. De dimensies werden kleiner, de innerlijke drift minder exuberant en apologetisch, het spel van motieven en imitaties belangrijker. Naarmate de jaren verstreken kwam er een sensualisme van klankkleuren te voorschijn en werd het beeld tegelijkertijd meer homofoon. Andere invloeden kwamen erbij, bijvoorbeeld Engelse. Namen opsommen van componisten die zijn wegwijzers en hoefsmeden kunnen geweest zijn is moeilijk, maar de lijst gaat van Perotinus tot Penderecki, schat ik.

    Kenmerkend in zijn koormuziek is eveneens de correcte behandeling van het woordaccent. Een beklemtoonde lettergreep wordt ook muzikaal onderstreept. Metrum en prosodie van de tekst bepalen het ritme van de muziek. In dit verband vroegen we hem naar zijn visie op volksmuziek en Vlaamse volksliederen in het bijzonder. Vergeten we niet dat hij talrijke volksliederen bewerkte. We verwijzen hier naar de bundel (uitgeverij De Monte) ‘Als de kerels te gare zijn’ met 10 liedzettingen voor gemengd koor. Hij componeerde zelf ook nieuwe volksliederen zoals ‘Ik ben door de sneeuw’, ‘Tel uw herinneringen’, ‘Voorbij de zon en de wind’, ‘Toen God de dingen maakte’ en ‘Treurige kerstleis’. In dit verband citeren we graag de jarige toondichter: “Het goede volkslied geniet mijn absoluut respect, het Vlaamse maakt daar allerminst uitzondering op. Voor elk volk betekent het eigen volkslied een weerspiegeling van zijn aard en geschiedenis. Bij ons is die aard veelal mystiek gericht, religieus gebonden, vaak contemplatief. De geschiedenis heeft de Vlaming met onderdrukking, berusting en cynisme gebrandmerkt. Dat weerkaatst zich in zijn gezelschapsliederen. Onze oudste volksliederen zijn voortgekomen uit de kerkzang, het latere Gregoriaans. Ze zijn niet zelden beschouwend en wat nostalgisch van aard, wat echter de nonsensachtige vrolijkheid bij sommige onder hen uitsluit noch misprijst. Door mijn opleiding in o.m. de religieuze muziek ben ik steeds nauw verbonden geweest met de lyriek en de uitstralingskracht van het volkslied, zowel van inheemse als van buitenlandse. Daardoor heb ik niet weinig volksliederen bewerkt of verwerkt in eigen composities. Ik deed dat gewoon omdat ik er zin in had, ofwel omdat men er mij om vroeg. Meestal het eerste, bijvoorbeeld in ‘Winterwijding’.”

    Met enige terechte fierheid verwijst Raymond Schroyens naar de groep jonge toondichters die een 40-tal jaren geleden in navolging van eerbiedwaardige voorbeelden en onder toezicht van geëerde specialisten nieuwe eigentijdse volksliederen trachtten te schrijven. Er ontstonden toen enkele zeer verdienstelijke nieuwe volksliederen die –helaas té weinig- in het repertoire van nationale volksliederen terechtkwamen. We denken hier naast Schroyens ook aan componisten als Vic Nees, Paul Schollaert, Hans Dirken, Stan Van Vaerenbergh, Ward De Beer ….. van wie enkele liederen prijken in de bekende rode bundel ‘Lied om Lied’. Wat zijn de kenmerken van een goed volkslied, vroegen we hem dan. “Een goed volkslied bestrijkt volgens mij een beperkte melodische uitgestrektheid, het liefst binnen het octaaf en in het medium van de stem. Het gebruikt zelden grote, laat staan buitenissige toonafstanden en zeker geen intellectuele toonveranderingen of modulaties. Niets in een zuiver volkslied is tegennatuurlijk, de modulatie niet, de uitgestrektheid niet, de toonaard niet en de tekst niet. Het metrum en het ritme passen zich spontaan aan de woorden aan, zonder tegendraadse ingrepen.” En een koorbewerking van een volkslied? “Een passende koorbewerking van zo een lied volgt dezelfde premissen: de toonaard (modaal/tonaal) zij met respect en goede smaak toegepast. De stembewegingen wezen sierlijk en natuurlijk. Een zachte harmonische dissonant hier en daar kan pit geven aan het toonbeeld.” Het strikt volgen van het woord- en zinsaccent leidt soms tot heel wat maatwisselingen.

    Harmonisch schrijft Raymond Schroyens in een vrije tonaliteit. Hij baseert zich enerzijds op de oude kerkmodi maar verrijkt die met welgekozen dissonanten. In ‘Nunc dimittis’ wordt het geheel doorweven met gregoriaanse citaten. We moeten toegeven dat de koormuziek van Schroyens niet altijd gemakkelijk uit te voeren is voor een doorsnee koor. Hij richt zich naar eigen zeggen tot de getrainde amateurs of de toegeeflijke professionals. Vaak hoor je beweren dat het Nederlands in vergelijking met andere talen een uiterst moeilijk zingbare taal is. Raymond Schroyens kan als geen ander vergelijken en nuanceert deze visie. Volgens hem is het Nederlands even zingbaar als het Italiaans, Frans, Duits of Engels. Je moet als componist uiteraard rekening houden met het klankvermogen van de taal, maar dat geldt voor alle talen. Weg dus met die ongerijmde vooroordelen. Raymond Schroyens verblijft vaak in de States. Volgens hem is er ginder zeker interesse voor de Vlaamse muziek maar de promotie ervoor vanwege de officiële Belgische kanalen is te beperkt of onbestaande.

    Ondanks de 75 jaren zijn de dagen van Raymond Schroyens nog zeer gevuld. Hij speelt nog geregeld Bach, Händel, Scarlatti, …., componeert met korte tussenpozen, schrijft gedichten, teksten, e-mails. Hij leest graag, ergert zich aan sport, windt zich op aan politiek, verkneukelt zich in lichte handarbeid en kijkt dagelijks DVD’s uit eigen ruime collectie. Hij is bezig aan de compositie van een liedcyclus, aan een kamermuziekwerk en straks aan een koorcompositie.” Het moge hem nog vele jaren voor de wind gaan!


    05-10-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Naast de film, de musical ook een cantate: DAENS

    Octaaf Boone - Daenscantate

    De Aalsterse componist Octaaf Boone (1923-2002), leerling van Gaston Feremans, was vooral actief in de lichte muziek, maar in 1993 schreef hij zijn klassiek meesterwerk: de Daenscantate. Julien Librecht schreef het libretto als een Grieks drama. Niet het hele levensverhaal, maar de gemoedstoestand van Daens tijdens 5 cruciale momenten in zijn leven staat centraal. Deze dubbel-cd is een live-opname van een uitvoering op 3 juli 2007 in de Sint-Cordulakerk in Schoten.
    Uitvoerders:
    Kamerorkest Divertimento, Harmonie Amicitia, Gemengd Koor Alamire, Mannenkoor De Welgezinden, Koor Cantate, Wilfried Haesen en Hugo Janssens (spreekstem), Johan Uytterschaut (basbariton) o.l.v. William Spittael

    Uitgave: FVV

    Referentie: ANZ 099

    Prijs: 16 Euro

    Bestel via: www.anz.be
          

    Titel Componist
    1 Ouverture (8:40)
    Octaaf Boone
    2 Deel 1 Rerum Novarum - Het duel (19:43)
    Julien Librecht / Octaaf Boone
    3 Intermezzo (1:46)
    Octaaf Boone
    4 Deel 2 De confrontatie (21:56)
    Julien Librecht / Octaaf Boone
    5 Deel 3 Rome (11:58)
    Julien Librecht / Octaaf Boone
    6 Intermezzo (1:47)
    Octaaf Boone
    7 Deel 4 Degradatie (16:56)
    Julien Librecht / Octaaf Boone
    8 Intermezzo (1:40)
    Octaaf Boone
    9 Deel 5 De laatste ronde (24:41)
    Julien Librecht / Octaaf Boone


    29-09-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Proficiat en bedankt ANZ !

    ANZ redt graf Emile Wambach



    Het Schoonselhof is zowat de Père Lachaise van Antwerpen. Op het ereperk liggen heel wat prominenten begraven, waaronder politici, schrijvers en componisten. Maar dood is iedereen gelijk voor de wet en dus worden ieder jaar graven, waarvan niemand de concessie verlengt, verwijderd om plaats te maken voor nieuwe. Een jaar op voorhand wordt naast het graf een plakkaat geplaatst om familie en toevallige passanten te informeren dat de concessie vervallen is en binnen het jaar verlengd moet worden, zoniet verdwijnt het graf. Sinds bijna een jaar staat zo een bord bij het graf van Emile Wambach (1854-1924), componist, leerling van Peter Benoit, dirigent van de opera, kapelmeester van de kathedraal, directeur van het conservatorium,…
    Wambach componeerde o.a. een prachtig oratorium Blanchefloor, het schitterende koorwerk 'Salve Regina' (opgenomen in het Vlaams Romantisch Koorboek), orkestwerken, ....
    Emile Wambach speelde zondermeer een vooraanstaande rol in het Antwerpse muziekleven en hoewel van Waalse afkomst, was hij een groot verdediger van de Vlaamse School. Hij kreeg dan ook een stadsbegrafenis en een prominente plaats op het Schoonselhof.

    85 jaar later weet niemand aan de Stad nog wie Emile Wambach is en ondanks oproepen van onder meer Prof. Guido Persoons heeft tot nog toe geen enkele instantie iets ondernomen. Aangezien de hernieuwingstermijn binnenkort verstrijkt, heeft het ANZ de koe bij de hoorns gevat en de concessie overgenomen zodat het graf ook de 50 volgende jaren te bewonderen zal zijn op het Schoonselhof.


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Frans De Meyer

    Wij vernemen het overlijden van Frans DE MEYER (18 augustus 1922 - 26 september 2008).

     Frans was zoon van de Vlaamse bard Willem De Meyer, beheerder van de uitgeverij Roeland en deelgenoot van het ANZ.

    De afscheidsliturgie heeft plaats op zaterdag 4 oktober 2008 om 11 uur in de Xaveriuskerk, Collegelaan 32 te Borgerhout.

     

    Rouwadres: William Woodstraat 12, 2140 Borgerhout

     


    18-09-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Componisten en Rene Declercq

    Woorden worden klanken 
     
    Liederen op gedichten van René De Clercq
    Hugo De Backer, André Van Ryckeghem
    Korte inhoud: Voor heel wat componisten was René De Clercq (1877-1932) een gedroomde tekstdichter. "Hij droeg het ritme in zich" aldus Emiel Hullebroeck en samen met hem 143 andere componisten die dankbaar gebruik maakten van zijn gedichten: Hemelhuis, De blauwvoet, Tineke van Heule, Moederke alleen, De gilde viert,... Het boek geeft een korte levensschets van al deze componisten en vertelt ons over hun relatie met de dichter. Er is een handige index van de in totaal 737 liederen, alsook een bibliografie en een discografie. Van 41 liederen werd de partituur opgenomen. Tot slot gaan de auteurs dieper in op de late roeping van De Clercq om als autodidact zelf muziek te schrijven op zijn gedichten.

    Uitgeverij: Stichting René De Clercq
    Referentie: ANZ 509

    Prijs: 15 Euro

    Te bestellen via www.anz.be


    17-09-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Proficiat!

    Hasseltse beiaardier wint Fabiolawedstrijd
    Het Belang van Limburg, 16/09/2008, p.64, 232w.
    Hasselt De Hasseltse stadsbeiaardier Kenneth Theunissen heeft zondagnacht de zesde editie van de Koningin Fabiolawedstrijd voor beiaard in Mechelen gewonnen. Die wedstrijd is vergelijkbaar met de beter bekende Koningin Elisabethwedstrijd. "Dit is de moeilijkste en zwaarste beiaardwedstrijd, omdat elke laureaat een zéér uitgebreid repertorium moet kunnen voorleggen aan een internationaal samengestelde jury", zegt Kenneth Theunissen, die het in de finale haalde van één Japanse, één Amerikaanse ...


    16-09-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Guy Duijck

    Componist-dirigent Guy Duijck overleden

    Op 26 juli overleed Guy Duijck, de vader van dirigent en pianist Johan Duijck. Hij werd geboren te Gent op 28 april 1927.
    Guy Duijck componeerde een behoorlijk aantal werken in een vrij toegankelijke stijl.

    Zijn studies deed hij vrijwel alle aan het Koninklijke Conservatorium te Gent. Hij studeerde daar hobo, althobo, kamermuziek, harmonieleer, muziekgeschiedenis en contrapunt. Daar waren zijn leraren harmonie bij Martin Lanssens en contrapunt bij Prosper Eechaute. Het studium van de fuga deed hij gedurende een negenjarig verblijf in Duitsland parallel aan het Koninklijk Conservatorium te Luik bij Josef Leroy. Ter gelijkertijd deed hij ook nog een studie voor compositie bij Francis de Bourguignon.

    In 1947 werd hij solo hoboïst bij de Koninklijke Muziekkapel van de Zeemacht te Oostende. Eveneens was hij ook hoboïst bij het orkest van de Opera van Gent en het orkest van de Koninklijke Muntschouwburg in Brussel. Ook als docent aan het Koninklijke Conservatorium in Gent was hij werkzam. In 1948 werd hij als docent voor hobo aan het conservatorium te Brugge benoemd.

    In 1951 werd hij dirigent van het muziekkorps van de 1e Infanteriebrigade, die in Duitsland gevestigd was en van de zestiende Pantserdivisie. In 1960 werd hij opvolger van Jos Hanniken als dirigent van de Muziekkapel van de Zeemacht in Oostende. In 1963 werd hij directeur van de stedelijke muziekacademie in Ronse. In 1968 werd hij directeur van het conservatorium te Brugge.

    Guy Duyck was van 1963 tot 1992 ook directeur van de muziekacademie te Ronse. Hij was de zesde dirigent van de Koninklijke Harmonie "Ypriana", van 7 maart 1963 tot 15 november 1966. Voor zijn composities kreeg hij talrijke internationale en nationale prijzen en onderscheidingen.

    Guy Duyck componeerde kamermuziek, liederen en vooral marsen. Voor de Koninklijke Harmonie "Ypriana" schreef hij de mars ‘Ypriana’. Hij componeerde diverse suites van Vlaamse (soldaten)liederen van o.a. J. Tinel, M. Veremans, G. Feremans, A. Preud'homme, L. Dieltiens en J. Mertens voor koor en harmonie-orkest. 
    Hij schreef ook enkele andere vocale werken:

    • 1954 Avondbloemen, voor bariton en orkest
    • 1954 In het Atrium der Vestalinen, voor mezzosopraan en orkest
    • 1955 Wijding aan mijn Vader, voor mezzosopraan en orkest
    Er is ook een harmonieorkest naar Guy Duijck genoemd. Harmonieorkest Guy Duijck uit Evergem is actief sinds 1980. Het harmonieorkest speelt nog steeds in uitmuntendheidafdeling na een heel lange periode in ereafdeling.


    09-09-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Eredoctoraat

    René Jacobs krijgt eredoctoraat



    De Universiteit Gent zal tijdens het Internationaal Festival van Vlaanderen Gent een institutioneel eredoctoraat uitreiken aan dirigent René Jacobs.

    Dit eredoctoraat kadert in de jarenlange relatie tussen de UGent en het Festival van Vlaanderen, en in de inspanningen van de universiteit om het (Gentse)cultuurleven mee te ondersteunen en te stimuleren. Met het eredoctoraat voor René Jacobs kan de UGent haar waardering uitdrukken voor de inspanningen van haar alumnus om op een eigenzinnige en kwaliteitsvolle wijze de klassieke muziek te bestuderen en te vertolken. René Jacobs heeft ook sterk bijgedragen tot de internationale reputatie van een belangrijke generatie Vlaamse topdirigenten.

    René Jacobs zal het eredoctoraat in ontvangst nemen op donderdag 25 september 2008, 20u, in de Sint-Baafskathedraal. Op die avond vindt het concert van de ‘Junge Deutsche Philharmonie’ o.l.v. GeorgeBenjamin plaats, in het kadervan het Internationaal Festival van Vlaanderen Gent. Sopraan Elizabeth Connell zal er als solist optreden. Op het programma staat werk van O. Messiaen, R. Wagner en G. Benjamin zelf.


    19-08-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Edgar Tinel in Nederland .......

    Nederlandse koren halen oratoria Edgar Tinel vanonder het stof



    Weinig Vlaamse componisten hebben zoveel succes gekend in het buitenland als Edgar Tinel (1854-1912). Zijn meest bekende werk, het oratorium “Franciscus” (1888, opus 36), werd naar verluidt meer dan 1.000 keer uitgevoerd, behaalde triomfen in onder meer Parijs, Londen, Berlijn, Milaan en New York en stond op het repertoire van alle grote koren in binnen- en buitenland. Gesteund door dit succes schreef Tinel nog twee grote vocale werken: “Godelieve” (1897, opus 43), dat algemeen als zijn beste werk beschouwd wordt, en “Katharina” (1908, opus 44).

    Met WO I kwam ook een einde aan de hoogdagen van de grote romantische oratoria, zo kenmerkend voor het oeuvre van Tinel en Benoit. Tot op vandaag halen heel wat koren, dirigenten en cultuurbeleidsmakers in Vlaanderen hun neus op voor dit repertoire. Ten onrechte, zo meent alvast de Nederlandse dirigent Paul van Gulick, die de werken inkeek en concludeerde dat het hoog tijd wordt dat ze opnieuw hun plaats innemen tussen de grote vocale werken van buitenlandse tijdgenoten.

    Het Tinel-comité dat hier al jaren vruchteloos aan de kar trekt, vond in het kritische, maar onbevooroordeelde Nederland wel de nodige partners voor een groots en uniek project: de uitvoering van de drie oratoria (maart 2009: "Godelieve", 2010: "Katharina" en 2012, precies 100 jaar na het overlijden van Tinel: "Franciscus") op telkens 5 plaatsen + de opname van 3 cd's. Het Nederlandse publiek zal dus ruim de gelegenheid krijgen het werk van Tinel te leren kennen. Het zou een gemiste kans zijn, mocht geen enkel concert in Vlaanderen plaatsvinden.

    Voor een degelijke uitvoering zijn minstens 200 zangers nodig. Hiervoor zorgen onder meer Princenhages Mannenkoor Breda, Jeroen Boschkoor Den Bosch, Residentiekoor Den Haag, Kamerkoor BonTon en Toonkunstkoor Breda. Interessant is dat individuele koorzangers, ook Vlaamse, nog kunnen aansluiten. Inschrijven voor de eerste concerten en de 20 voorafgaande repetities kan tot medio oktober. Meer info via het ANZ-secretariaat (www.anz.be) of bij het Tinelcomité in Sinaai.
    We brengen hier graag hulde aan de bezielende kracht van het Tinelcomité, nl. Jo De Vos, die kosten noch moeite spaart om het werk van Tinel in de aandacht te houden. Hij onderhoudt bovendien uitstekende relaties met nakomelingen van de grote componist. Hij is vaak meer een Tinel dan vele Tinels of aanverwanten.
     
    Terloops verwijzen we naar de schitterende CD van het Brussels kathedraalkoor met werken voor koor en orgel van Edgar Tinel. U hoort er o.a. het Te Deum, de 3 Motets de la Ste. Vièrge, De Lourdesmis, de Lijkstoet uit Franciscus, ......



    14-08-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Een kennismaking waard ....


    Limbrant

    Limbrant is een ensemble dat vooral gespecialiseerd is in traditionele Vlaamse/Belgische volksmuziek. Aan de basis van het unieke repertoire ligt het jarenlange opzoekingswerk van Hubert Boone, stichter van het ensemble. Het instrumentale gedeelte bestaat uit dansmuziek uit onze gewesten: polka, mazurka, redova, wals, schottisch en interessante vergeten nummers, zoals contradans en menuet. Deze dansen zijn ook elders in Europa bekend, maar Limbrant brengt typische voorbeelden uit ons land. Het vokaal programma bestaat eveneens uit traditionele nummers: liefdesliederen, komische en satirische liederen, balladen en voorbeelden in vergeten toonaarden die teruggaan tot in de Middeleeuwen.


    04-08-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Verplichte lectuur !

    F. ROQUET: Lexicon Vlaamse componisten na 1800

     
    Flavie2.jpg

    Vorig jaar werd het Lexicon Vlaamse componisten na 1800 voorgesteld.
    Het betreft een bijzonder lijvig en uitgebreid boek (960 bladzijden met informatie over meer dan 2000 componisten) dat op een uitzonderlijk korte termijn door Flavie Roquet werd samengesteld en uitgegeven is bij Roularta Books.
    Kleine, minder bekende of quasi vergeten componisten van wie de biografische gegevens doorgaans besloten blijven binnen de lokale geschiedschrijving, figureren hier - dankzij de niet aflatende opzoekingen van Flavie Roquet - tussen de grote namen van de canon der Vlaamse componisten. Van elke componist is een korte biografie opgenomen, gevolgd door een selectieve werkenlijst en een summiere bibliografie. Soms wordt ook de bewaarplaats van belangrijk archiefmateriaal vermeld. Indexen volgens plaats en datum van geboorte of overlijden en de lijst met vrouwelijke componisten vormen bruikbare/ handige hulpmiddelen. Met de medewerking van velen heeft Flavie Roquet met dit opus magnum een uitgesproken bijdrage geleverd aan de studie van de Vlaamse muziekgeschiedenis Lexicon Vlaamse componisten geboren na 1800 Flavie Roquet Uitgegeven bij Roularta books .


    08-05-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Jef Tinel: een Vlaams toondichter

    JEF TINEL : EEN GEËNGAGEERD MUSICUS IN DIENST VAN ZIJN VOLK

     

     

     

    Leven en werk

     

    Voor haar eindwerk kon Gaëlle Deldime enkele jaren geleden aan de faculteit musicologie van de ULB een beroep doen op heel wat archiefstukken (krantenartikels, brieven, partituren, recensies, programmabrochures, foto’s) die hoofdzakelijk in familiebezit zijn. Daarnaast kon ze gesprekken voeren met enkele naaste familieleden en vrienden van Tinel. Ze bracht dan ook heel wat informatie samen die nergens anders te vinden is en maakte op die manier een zeer interessante status quaestionis van alle biografische, bibliografische en discografische gegevens rond de figuur van Jef Tinel. De familie vroeg haar om vooral de nadruk te leggen op de muziek. De auteur verkoos echter zowel de daden als de muziek te belichten omdat ze vaststelde dat Tinel leefde voor zijn muziek en zijn ideeën in zijn muziek verwerkte. De scriptie bestaat uit een zestal grote onderdelen.

    We kunnen eerst een uitgebreide levensbeschrijving lezen. Daarin leren we o.a. dat hij geboren werd op 11 mei 1885 in het Waalse Lessen waar zijn vader Oscar onderwijzer was. Al vrij vlug (1891) keerde het gezin naar de thuisbasis in Maldegem terug omdat vader Tinel er koster – organist werd. Jef kreeg muziek – en orgellessen van zijn vader en kon als achtjarige knaap reeds zijn vader en andere organisten vervangen. Hij schreef toen ook al zijn eerste liederen. Na zijn studies aan het college van Eeklo trok hij naar de Normaalschool in St. – Niklaas om er onderwijzer en organist te worden. Van 1903 tot 1907 studeerde hij (o.a. samen met Arthur Meulemans)aan het ‘Lemmensgesticht’ in Mechelen waar hij laureaat orgel, harmonie, contrapunt en fuga werd. Zijn leraar was er o.a. zijn eigen oom Edgar Tinel. Jef Tinel zelf getuigde over zijn oom : » Ik zal u zelfs zeggen dat hij in den beginne mijn muzikale loopbaan niet bijster heeft aangemoedigd……Zijn onderwijs is wellicht te streng en te persoonlijk…..Zo was hij immers opvliegend, stijfhoofdig en fel autocratisch inzake onderwijs. Bij momenten kon hij ook heel zacht en mild zijn. » Nadien vervolmaakte hij zich nog in compositie bij Leo Moeremans in Gent (samen met o.a. Robert Herberigs) .

    Vanaf 1908 startte zijn carrière als organist, dirigent van koren en harmonieën en als muziekleraar.

    In 1924 publiceerde Alfons Moortgat voor het eerst werk van Jef Tinel, nl. het lied ‘O Blijft’. Moortgat schreef in zijn inleiding: “Ik beschouw het als een voorrecht dat ik deze begaafde leerling van E. Tinel in mijn bundel ‘Orgelmuziek’ voor ’t eerst aan het publiek heb mogen voorstellen als een moderne volgeling van Schumann voor het Vlaamse lied. In deze lof kan enige overdrijving zijn wanneer men hem toepast op zijn kunst in globo; maar zeker is het dat zijn beste liederen het intieme en gemoedelijke van Schumann nabijkomen. Ook de geestelijke liederen van zijn hand (…) hebben reeds de aandacht op hem gevestigd en Muziekwarande mag dan ook terecht schrijven dat hij er onder de jongeren ongetwijfeld de kroon spant

    Jef Tinel componeerde een ontelbaar aantal kunst - en volksliederen.  In februari 1922 schreef Moortgat reeds aan Tinel:” De kunst zit in het bloed, en geen wonder! Uw liederen zijn waarlijk een openbaring voor mij geweest.”  Ook Emiel Hullebroeck wist zijn liederen te waarderen :” Ik heb uw liederen gelezen en –rechtuit gesproken – daar steekt veel goed in.”  Hij raadde hem aan enkele liederen naar Arthur Wilford te sturen ter publicatie. Wilford verklaarde zich erg tevreden over zijn liederen en was bereid om er uit te geven (brief van januari 1923). Op 26 augustus 1926 schreef De Standaard over hem: We moeten terecht de aandacht trekken op het werk dat we van deze componist in de laatste tijden ter bespreking ontvingen. Er is daar iemand aan het woord die er zijn mag.”

    Op vraag van Hullebroeck (“Ik houd aan de naam Tinel op onze lijsten”) werd hij één van de eerste leden van de auteursvereniging NAVEA.

    Na een verblijf in Tielt (1929 – 1936) werd Tinel directeur van de muziekschool in Maldegem. Hij hechtte als pedagoog veel belang aan de rol van het lied in het muziekonderwijs: “ Men overlaadt de leerprogramma’s met allerlei vakken, maar voor het gezonde, ontspannende, opvoedende lied blijft er geen tijd…Van de juiste intonatie blijft niets over, vooral als men van in het lager onderwijs niet leert zingen en een soort liedcultus in ere houdt.” (Interview uit 1955) . Tinel bleef directeur tot aan de bevrijding in 1944. Gedurende 13 maanden werd hij geïnterneerd en uit Maldegem verbannen: hij was immers een tijd kapelmeester van het Verdinaso geweest, dirigeerde op de Ijzerbedevaart en componeerde Vlaamse strijd- en stapliederen (o.a. Wij zijn bereid). In 1953 werd hij van alle schuld gezuiverd. Hij vestigde zich in Gent en bespeelde het orgel van de Augustijnen. Hij dirigeerde nog op de Vlaams – Nationale Zangfeesten, Vlaamse liederavonden en Ijzerbedevaarten. Hij trad op in de radioconcerten van Willem De Meyer en werd gehuldigd voor zijn 70ste, 75ste, 80ste en 85ste verjaardag. Bij de jaarlijkse bijeenkomsten van kunstenaars op het kasteel van Beervelde bij gravin d’Hespel was Jef Tinel een graag geziene en gewaardeerde gast en kwam hij in contact met koningin Elisabeth. Voor de rest bleef het stil rond hem. Hij overleed in Gent op 25 mei 1972.

    Naast een uitgebreide biografie geeft Gaëlle Deldime een uiteenzetting over de muziek en de Vlaamse Beweging en publiceert ze de volledige opuslijst van liederen, koorwerken, religieuze muziek, volksliederen, toneelspelen, orgel- en pianomuziek, kamermuziek, muziek voor harmonieën en fanfares en symfonische stukken. Hieruit blijkt dat Tinel een gigantisch oeuvre bijeenschreef gaande van orkestsuites en cantates tot alle vormen van vocale muziek. Vooral zijn liederen, missen, motetten en profane koorwerken kenden enkele uitvoeringen.

    De analyse die Deldime van het werk maakt is jammer genoeg zeer kort en algemeen. Ze plaatst het werk in de laat - romantische stroming. Er zijn wel enkele nieuwe ‘sonoriteiten’ in zijn werk, maar hij was zeker geen vernieuwer en experimenteerde niet. Zijn harmonieën zijn eenvoudig en fris en plaatsen Tinel naast Van Hoof. Zijn werken zijn zeer evenwichtig gestructureerd met een duidelijke doorzichtige constructie. De muziek klinkt sober en vaak melancholisch en dromerig. Zijn orgelwerken en religieuze werken ademen de sfeer van het Lemmensinstituut.

    Tinel had een enorme bewondering voor Benoit, maar als componist bleef hij veel klassieker en classicistischer. Bach was voor hem de basis van de muziek. De muziek van Tinel combineert dan ook het sobere classicisme met de romantiek. Vandaar de gelijkenissen met Schumann.

    Het eindwerk beschrijft verder nog Tinel als geëngageerd musicus en somt alle (gekende) uitvoeringen van werken van de toondichter op.

     

    Koorcomponist

     

    Voor de koorliefhebber willen we toch in het kort enkele interessante koorwerken voorstellen. Hij schreef zowel voor mannenkoren als gemengde koren.

    In het nummer 3 van de jaargang 1999 van Even Aanzoemen gaven we een bespreking van de 6 Gezelleliederen voor gemengd koor. Een bundeltje dat zeer geschikt is voor het concertpodium of voor in eucharistievieringen. Het zijn 6 innige en intieme koorwerken met een serene devotie waarin ruimte gelaten wordt voor een eigen interpretatie. In nummer 3 van 2001 verscheen een korte bespreking van de Missa in honorem sacratissimi Sacramenti voor 4 – stemmig koor met orgelbegeleiding. Een zeer rijke en religieuze compositie waar koor en orgel perfect in elkaar verstrengeld zijn. Soberder maar niet minder muzikaal en rijk is de Missa Salve Regina (op Nederlandse tekst) voor 4 – stemmig koor en orgel. Deze missen vallen op door hun tekstgetrouwe compositie. De muziek beeldt de tekstinhoud getrouw uit. Zo is het Kyrie telkens een nederig smeekgebed en biedt het Gloria plaats voor uitbundigheid. De muziek is zeer sfeervol en afwisselend. Tinel gebruikt geregeld fugatische figuren waardoor de muziek kan aanzwellen en indrukwekkend wordt, meteen gevolgd door een contrasterend pianissimo. Typisch zijn ook de leidmotieven: de tekst ‘miserere nobis’ in de Gloria en het Agnus Dei verwijzen duidelijk naar elkaar. Het bewijst de doordachte structuur van de werken. Deze missen passen perfect in de misvieringen. Het Gloria van de eerstgenoemde mis is ook georkestreerd, en kan zeker gebruikt worden tijdens een concert. Een pareltje van religieuze muziek is ‘O salutaris hostia’ voor 4 – stemmig koor en orgel: strofisch, eenvoudig en stemmig. Een eenvoudige melodie wordt ondersteund door een mooi ineengestrengelde polyfonie Het geheel vormt als het ware één grote boog van een op – en neergaande golf. ‘Keer dine oghen’ is een a - capellakoorwerk dat een zekere grandeur bezit. Het enkele keren weerkerend hoofdthema in een 5/2 – maat en de verbredende triolen geven het werk een plechtstatigheid en verhevenheid. Ook hier weer zijn er contrasten tussen verstilde innige passages en crescendo’s. Modulaties en maatwisselingen geven het werk een afwisselend karakter. Dit koorstuk is zeer beheerst en degelijk gestructureerd. Er is een soort omfalische structuur: het einde is een herinnering aan het beginthema. Elke stem heeft wel eens het hoofdthema en elke stem dient eens als begeleiding zodat het zowel voor de zangers als de toehoorders boeiend en afwisselend is. Het betere koor kan dit werk aan. Op het concertpodium verdient dit werk zeker en vast een plaats. Tinel bewerkte ook enkele kerstliederen (Het viel eens hemels dauwe; Stil nu ‘t kindje slapen wil; Herders, Hij is geboren; Maria die zoude; …) vol respect voor het karakter van de oorspronkelijke melodie.

    Bij de profane koorwerken is ‘Fantasia’ meer dan het vermelden waard. Op een tekst van Rodenbach bezingt Tinel een jongeling die naar de wolken kijkt en droomt. Zeer dromerig. Dit koorwerk is niet zo moeilijk van noten maar vraagt een sterke discipline van ademhaling,  concentratie en intonatie. Vaak komen lange begeleidingsnoten voor waardoor het gevaar van detoneren bestaat. Modulaties verrijken de harmonie en klankkleur. Hoewel ze zeer natuurlijk klinken, zijn ze niet altijd eenvoudig te zingen. Fantasia is een prachtig sfeerstuk dat ruimte biedt voor persoonlijke interpretatie. Het klinkt romantisch, maar door de flarden van droombeelden doet het ook wat impressionistisch aan.

    ‘Leg op mijn hart uw voorhoofd’ (tekst van Pol De Mont) is een doorgecomponeerd koorwerk van lange adem (lettterlijk en figuurlijk). Typisch voor de muziek van Tinel zijn de verschillende modulaties en wisselingen van tempo en karakter. Polyfone en homofone passages wisselen elkaar af en we treffen ook hier weer lange begeleidingsnoten aan. Het stuk wemelt van wijzigings – en herstellingstekens. Schitterend is de tekstuitbeelding; zo wordt de tekst ‘zo eindloos lang’ werkelijk zeer lang en langzaam wegstervend uitgebeeld waarna zeer contrasterend en levendig de nieuwe zin ‘Ik zoek die hemelse ogen’ wordt ingezet. We voelen in de muziek de opwinding en verrukking door wervelende vocalisen, versnellingen en crescendo’s. Het stuk eindigt weer verstild met een reminiscentie aan het begin van het werk.

     Met ‘Fijn liefje’, ‘En ’s avonds is het goed’ en ‘Truiken over ’t deurken’ bewees Tinel dat hij zelf volksliederen kon schrijven en bewerken voor koor. Pittig, fris, eenvoudig en toch muzikaal af.

    ‘Het meisje van Scheveningen’, ‘ Wel Annemarieke’ en ‘Rosemarie’ zijn prettige en eenvoudige bewerkingen van bestaande volksliederen. Ook hier weer dient en ondersteunt de bewerking de stijl en het karakter van het oorspronkelijke volkslied.

    Op tekst van René Declercq componeerde Tinel ‘Als ’t bruine veld’ voor 4-stemmig koor en strijkers. Voor de strijkers een aardig stuk muziek en tegelijk een rijke koorpartituur. Een wervelende en meeslepende beschrijving van het bruine veld dat openzwelt, de leeuwerik en de lachende zon. Via tekstherhalingen, een levendiger wordende melodie en opgedreven begeleiding bereikt de muziek een grootse climax.

    De meeste van deze vermelde en andere koorwerken zijn te raadplegen in de bibliotheek van het CVM. Via internet (http://icking-music-archive.sunsite.dk) kan je ook enkele van deze besproken koorwerken beluisteren en afdrukken. Via de redactie van EA kan je inzage krijgen in de partituren van alle werken van Tinel.

     

    Besluit

     

    Jef Tinel was een musicus die leefde van en vooral voor de muziek. Hij speelde orgel, componeerde, dirigeerde en gaf les. Zijn muziek weerspiegelt zijn engagement als gelovige en als Vlaming. Zijn muziek en hijzelf stonden ten dienste van de Kerk en de Vlaamse Beweging. Roem en rijkdom streefde hij niet na, enkel schoonheid, waardigheid en verhevenheid. Zijn werken bewijzen stuk voor stuk zijn natuurlijk talent en zijn grondige vakkennis opgedaan in Lemmens en bij Leo Moeremans. Maar wegens zijn naar rust zoekende natuur en bescheidenheid en wegens miskenning door de officiële instanties (na 1944) bleven de meeste van zijn werken onuitgegeven en onuitgevoerd. Daarom is het ook te betreuren dat het Vlaams  - Romantisch Koorboek geen werk van hem publiceerde. Hij zou er zeker op zijn plaats geweest zijn want veel van zijn koorwerken overtreffen in kwaliteit bepaalde wel gepubliceerde koorstukken. Componist Lieven Duvosel schreef in 1954 over de koorwerken van Tinel: ‘Het zijn pereltjes !’ In 1926 schreef Mgr. Van Nuffel aan Jef Tinel na het bekijken van enkele van zijn koorwerken : “ Er zijn er waarlijk zeer goede bij die –hoe eenvoudig ook – een fijn gevoel veropenbaren. Ik hoop dat u de gelegenheid zult vinden om er enige te laten drukken.” Hopelijk krijgt zijn werk nu toch nog de interesse en waardering die het verdient. Mogen het proefschrift van Gaëlle Deldime en dit artikel daartoe een eerste aanzet zijn.


    "De inhoud van deze pagina is beschikbaar onder CC-BY-SA/GFDL".


    23-04-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Muzikale verjaardagen in 2008 !

    VOOR HEN WORDT 2008 EEN FEEST- OF EEN JUBELJAAR

     

     

    In 2008 zijn er weer heel wat Vlaamse componisten die een ‘ronde’ verjaardag vieren of zouden gevierd hebben.

    We stellen er u in deze bijdrage graag enkele voor met de suggestie om van deze toondichters eens iets te programmeren in de loop van dit kalenderjaar. Allen hebben ze immers voor, door en met koren gewerkt.

     

     

    Precies een eeuw geleden ontviel ons F. A. Gevaert (1828-1908). In Huise (bij Oudenaarde) geboren kreeg hij zijn eerste muziekonderricht van J.B. Christiaens, de plaatselijke organist. Vanaf 1841 studeerde hij aan het Gentse conservatorium piano, harmonie en compositie bij o.a. de toondichter Mengal.

    Als jong musicus componeerde hij cantates op Nederlandse teksten: ‘België’ (1847), ‘De nationale verjaerdag‘ (1855) en ‘Jacob Van Artevelde’ (1863). Uit deze laatste cantate komt zijn bekende ‘Arteveldelied’ (Wie herbracht hier de rust op een teken van zijn hand..?) dat op zangfeesten en liederenavonden nog steeds een vaste waarde is. Gevaert werkte mee aan het Vlaemsch-Duitsch Zangverbond en het Vlaemsch - Duitsch Zangfeest van 1847 in Gent. Duitse koren zongen er onder de leiding van F. Weber zijn psalm ‘Super flumina Babylonis’.

    De Vlaamse koorbeweging die nog in haar kinderschoenen stond werd door Gevaert ondersteund met composities zoals ‘Grafkrans voor Willems’, ‘De maagd van Gent’ en de bundels ‘Zes choors en verzameling van oude Vlaemsche liederen’. Samen met Peter Benoit ontving hij in 1856 een erepenning van het Willemsfonds voor zijn composities in de volkstaal.

    Hij componeerde echter ook op Franse teksten. Zo onder andere het dubbelkorige ‘Jérusalem ou le départ des Croisés’.

    In 1847 won hij de Prijs van Rome met zijn cantate ‘Le Roi Lear’. Hij reisde daarna door Frankrijk, Spanje, Italië en Duitsland en werd in 1867 muziekdirecteur van de Grand Opéra van Parijs. Daar startte zijn carrière als operacomponist.

    Na de dood van Fétis werd Gevaert in 1871 directeur van het Brussels conservatorium. Geleidelijk aan keerde hij zich meer en meer af van de Vlaamse muziekbeweging. Hij werd zelfs een felle bestrijder van de nationalistische muziekprincipes van Benoit en diens muziekschool. Zo verzette hij zich o.a. tegen een cursus Vlaamse zang aan het Gentse conservatorium. Hij ijverde voor een Belgische muziekkunst die een conglomeraat moest zijn van de Germaanse en Romaanse strekkingen. Gevaert wilde in zijn conservatorium vooral virtuozen vormen in tegenstelling tot Benoit die denkende mannen en vrouwen wou vormen.

    Toegegeven moet zeker zijn dat Gevaert zijn conservatorium uitbouwde tot een tempel van grote muziekkunst met leraars zoals Edgar Tinel, Arthur De Greef, Eugène Ysaye, Paul Gilson en vele anderen.

    Gevaert componeerde naast opera’s en cantates nog liederen, religieuze muziek, orgel- en orkestwerken. Volgens kenners getuigen zijn werken van een degelijke vakkennis maar missen ze originaliteit en directheid. Dat zou de reden zijn dat er zelden werk van hem te horen is.

    In het Vlaams – Romantisch Koorboek werd zijn ‘Adoro Te’ (5 stemmig; de tenoren zijn ontdubbeld) opgenomen.

    Hij pleegde enkele muziektheoretische werken over orkestratie en harmonieleer.

    Als muziekhistoricus concentreerde Gevaert zich op de oude muziek en publiceerde hij muziek van Bach en Glück. Maar zijn versies wijken sterk af van de originele versies.

    Benoemd tot kapelmeester van Leopold II componeerde hij het bekende lied ‘Naar wijd en zijd’ en werd hij tot baron uitgeroepen.

     

    50 jaren geleden overleed Arhur Verhoeven (1889-1958).

    Geboren in Zandhoven genoot hij zijn muziekonderricht aan het Antwerps conservatorium bij niemand minder dan o.a. Arthur De Hovre (orgel), August De Boeck (harmonie), Lodewijk Mortelmans (contrapunt en fuga) en Paul Gilson (compositie).

    In 1911 werd hij –door bemiddeling van zijn vriend en dichter Jozef Simons – organist in Schoten aan de St.-Cordulakerk. Hij zou dit ambt vervullen tot aan zijn dood en werd alom geprezen als orgelimprovisator.

    Op teksten van diezelfde Jozef Simons componeerde Verhoeven een schitterende liedbundel ‘Bloei’ voor zang en piano. Vermeldenswaard is zijn ‘Ring om het jaar’. Voor koor vermelden we graag zijn motetten voor koor en orgel (bv. ‘O salutaris hostia’, ‘O quam suavis est’ ‘Tantum ergo’, ‘Ave Maria’ en ‘Tota pulchra es’), 5 missen, het kerstlied ‘Vlokkige sneeuw’, volksliedbewerkingen en het innig mooie ‘Al op de purperen heide’ dat opgenomen werd in het Vlaams – Romantisch Koorboek.

    Daarnaast schreef hij cantates (‘Gezellecantate’, Sniederscantate’) voor koor en orkest. Voor kinderkoren schreef hij de cantates ‘De zingende vogels’ en ‘De Lange wapper’.

    Ten slotte schreef deze laat-romanticus ook een triomfantelijk preludium en fuga voor orgel, kamermuziek (vioolsonate, strijkkwartet, pianotrio’s ….) en werken voor symfonie- en harmonieorkest.

    Verhoeven was een toondichter die componeerde met veel vakkennis en een grote liefde voor de stem en het Vlaamse volk. Hij werd tijdens zijn leven bekroond met bijnamen als ‘de nieuwe Tinel’ en  ‘de Vlaamse Schumann’. Wegens zijn bescheidenheid bleef hij echter al te vaak in de schaduw.

     

    5 jaren geleden, in 2003, verloor de Vlaamse muziekwereld Peter Welffens (1924-2003). Als zoon van een professioneel musicus kwam hij al vlug in contact met muziek. Tijdens zijn schooltijd aan het St.-Jan-Berchmanscollege zong hij in het Antwerpse kathedraalkoor onder leiding van kanunnik Striels. Nadien studeerde hij aan het Antwerps conservatorium bij de groten van die tijd zoals daar waren Jef Van Hoof (harmonie), Marinus De Jong (piano) en Karel Candael (contrapunt). Tijdens zomercursussen aan het Salzburgse Mozarteum volgde hij lessen compositie bij Wolfgang Fortner en cursussen orkestdirectie bij Igor Markevitsj.



    In 1945 werd Welffens muziekdirecteur van het Koninklijk Jeugdtheater in Antwerpen en vanaf 1981 doceerde hij harmonie aan het conservatorium van Antwerpen.

    De eerste werken van Welffens (1940-1952) zijn sterk beïnvloed door de laat-romantische Vlaamse traditie met een brede lyriek, zware orkestraties en consequent vasthouden aan de tonaliteit. Onder invloed van zijn verblijf aan het Mozarteum kreeg zijn werk een modernere inslag met invloeden van Bartok en Stravinsky. Dissonanten, heftige ritmes, maatwisselingen en een grote aandacht voor kopers en slagwerk worden schering en inslag in zijn composities. Zelfs de dodecafonie doet zijn intrede. Vanaf 1970 treedt dan meer het cerebrale in in zijn werk. Polytonaliteit is een typisch kenmerk.

    Bekend werd Welffens vooral om zijn ballet- en toneelmuziek.

    Hij componeerde ook 2 opera’s, kamermuziek en symfonieën.

    Voor de menselijke stem schreef hij liederen en koorwerken. Opvallend is dat de muziek trouw de sfeer van de teksten volgt. Zijn liederen munten uit door een rijke verbeeldingskracht en suggestieve begeleiding.

    Voor gemengd koor, hobo en strijkers schreef hij een vierstemmig ‘Stabat Mater’ en diverse bewerkingen. Voor kinderkoor en piano zijn er zijn ‘8 kinderliederen’. ‘Plezierige dieren’ schreef hij voor kinderkoor en orkest.

    Een merkwaardig werk is het muzikale sprookje ‘Hoe de slakken hun huisje kregen’ voor recitanten, solostemmen, kinderkoor en orkest. Het fantasierijke verhaal is van niemand minder dan koningin Fabiola. De compositorische uitwerking klinkt zeer harmonieus, beeldend en melodieus en is dus zeer toegankelijk voor kinderen.   

     

    Gelukkig kunnen we in 2008 ook enkele levende componisten in de bloemetjes zetten.

    We vieren de 50ste verjaardag van Danielle Baas. Baas is een Belgische van Nederlandse afkomst en kreeg haar muzikale opleiding aan de muziekacademie van Jette en het Brussels conservatorium.

    In de VS kreeg ze al enkele prijzen voor haar composities. Ook in Frankrijk, Nederland, Italië, Bosnië, Spanje, Duitsland en Tunesië worden haar werken met veel succes uitgevoerd. Daarnaast is ze koordirigente en stichtte ze het ensemble Yolande Uyttenhove met als doel Belgische composities te promoten in binnen- en buitenland.

    Voor koor schreef ze ‘Ave Maria’ en voor gemengd koor en strijkers componeerde ze ‘Ave Sancta Maria’. Daarnaast treffen we van haar een hele reeks werken aan voor solostem (vooral sopraan) met instrumentale begeleiding in diverse bezettingen (piano; cello en piano; klarinet en 2 piano’s; ..). Voorts zijn er werken voor piano, orgel, beiaard, gitaar, koperensemble, klarinetten, accordeon en piano, ….

    Ook Robert Casteels wordt dit jaar 50. ‘Qie Yu’ is een werk voor spreekkoor en orkest. Voor koor en orkest schreef hij een 24 minuten durende Symphony nr. 2 'Warum ist das Licht’ is een compositie voor sopraan, orgel en blaasinstrumenten. Verder telt zijn opuslijst nog een symfonie, een ‘Sonata profana’ voor 3 orkesten en werken voor slagwerk.

    Bekender in de koormiddens is zeker Roland Coryn die dit jaar 70 kaarsjes mag uitblazen.

    Geboren in Kortrijk ging hij in de leer te Harelbeke en aan het Gents conservatorium. Hij behaalde eerste prijzen altviool en compositie.

    Hij was lange tijd uitvoerend musicus (o.a. als altist in het Belgisch Kamerorkest van Georges Maes en als leider van het Vlaams Pianokwartet en het Nieuw Conservatoriumensemble in Gent) en leraar compositie. In Harelbeke werd hij directeur van de muziekacademie.



    Als componist schrijft Coryn hoofdzakelijk symfonische muziek die abstract en absoluut is. Hij schrijft zeer veel kamermuziek omdat hij daar een groter contact tussen componist en uitvoerder kan bewerken. Toch zien we in zijn repertoire - overzicht ook een vioolconcerto, een concerto grosso voor strijkorkest, een concerto voor vibrafoon, marimba, xylofoon en orkest.

    Ritme en tempo zijn belangrijke kenmerken van zijn composities. Zijn werken zitten vol polyritmie of ritmepolyfonie. Ritmische kernen evolueren haast vanzelf tot nieuwe ritmische motieven en ook de tempi wisselen voortdurend af.

    Voor koor vermelden we zijn ‘Ave Maria’, ‘3 kerstliedbewerkingen’, ‘Due Cantici’, ‘Landschappen en stillevens’, ‘Maria Vasalistriptiek’, ‘There ’s another sky’, ‘3 volksliederen’, ‘Pain’, ‘A letter to the World of 5 Dickinsonliederen’, ‘4 ernstige gezangen’, ‘Triptiek der deernis’, ‘Van Theo voor Theo’ en ‘Sotto Voce’.

    ‘Beeldspraak is een werkje voor kinderkoor. Nog voor kinderkoor en piano of orkest componeerde hij ‘3 eenstemmige kinderliederen’ en ‘Merel Miranda’.

    ‘De Mens’ is een groots oratorium voor 2 vocale solisten, koor en orkest. Dit werk straalt een optimisme uit. Een ware bekroning (voorlopig) van zijn vocaal werk is ‘Deux mille regretz’ voor koor en renaissance-instrumenten gebaseerd op het bekende madrigaal van Josquin maar met een treffende confrontatie met de eigentijd.

    ‘Winds of Down (Missa Da Pacem)’ is een avondvullend werk voor sopraan, tenor, bariton, gemengd koor, kinderkoor en groot orkest.

     

    Ernest Van der Eyken is met zijn 95 lentes wellicht wel de ouderdomsdeken van de Vlaamse toondichters. Ook de koorzanger kan bij deze muzikale duizendpoot (jurylid van Canzonssima; beheerder van Sabam, …..) terecht. . ‘De kinderen van de Soetewey’ is een compositie voor 3 gelijke stemmen en instrumenten. Voor gemengd koor en piano bewerkte hij ‘Three Negro spirituals’.



    In 1998 ontviel ons Willem Kersters (1929-1998). Deze grootmeester hoeft niet meer voorgesteld te worden. Zijn leermeesters in Antwerpen en Brussel waren o.a. Marcel Poot, Jean Louël, Jean Absil, Marcel Quinet en René Defossez.

    Componisten zoals Marc Verhaegen, Luc Van Hove, Koen Dejonghe, Jan De Maeyer en Wim Henderickx leerden bij hem hun stiel.



    Zijn composities kregen en kennen internationale bijval en werden meermaals bekroond.

    Naast een massa orkestwerken of composities voor instrumentale ensembles schreef Kersters ook heel wat koormuziek. Een kleine greep uit het rijke oeuvre: ‘Adoramus Te’ (tweestemmig), ‘Angst-een dans’ (voor tenor, recitante, gemengd koor, harp, piano en percussieorkest), ‘Barbaarse dans’ (voor vrouwenkoor, alt, tenor en instrumentaal ensemble), ‘De feesten van angst en pijn’ (voor tenor, alt, recitant, koor, harp, piano, strijkers en slagwerk), ‘De koekoek’, Defecerunt’, ‘Duo psalterii cantica’, ‘Geishaliedjes’ ‘Het zonnelied (koor en orkest), ‘L’enamorat li deia’, ‘Lentesuite (Avond-De wolkenschaapjes-In het woud)’, ‘Melopee’, ‘Oud-Vlaamse liederen’ (koor en piano), ‘Pater Noster’ , ‘Reuzegom’, ‘Salve Regina’, ‘Tristis est anima mea’, ‘Zeven volksliederen’ en ‘4 Oud-Vlaamse liederen’ (koor en orkest).

    ‘Circuscapriolen’ en ‘Kinderwereld’ zijn frisse en verkwikkende werken voor kinderkoor en instrumentale begeleiding.

     

    We gaan stilaan naar het einde van deze bijdrage met enkele wellicht totaal onbekenden. In 1968 overleed Jozef Brandt (1880-1968). Hij studeerde aan het Lemmensinstituut en was 50 jaar lang koordirigent en organist in Turnhout. Voor zijn mannenkoor componeerde hij allerlei zettingen. Jozef Nuyts (1894-1958) was onderpastoor in Turnhout en stichtte er zowel een mannen- als een vrouwenkoor. Voor beide koren componeerde hij. Voor 4-stemmig koor componeerde hij ‘Naar Scherpenheuvel’.

    Hij verzamelde en bestudeerde volksliederen.

    Tweehonderd jaar geleden werd in Antwerpen Albert Grisar (1808-1869) geboren. In 1830 week hij uit naar Frankrijk en in Napels volgde hij les bij Mercadante. Hij componeerde meer dan 30 komische opera’s.

    We vermelden nog de Antwerpse componist en dirigent Karel Candael (1883-1948). Als leerling van Jan Blockx, Emile Wambach en Lodewijk Mortelmans was hij eerst actief als trompettist. Maar ook de koor- en liedbeweging boeide hem uitermate. Hij stichtte het koor ‘De zangkapel’ en leidde in Antwerpen de Liederavonden voor het Volk. Hij was ook de dirigent van het socialistische mannenkoor ‘Lasallekring’.

    Tevens werd hij dirigent in de Koninklijke Vlaamse Opera en de Koninklijke Nederlandse Schouwburg. Naast werken van Bizet voerde hij ook werken van Benoit en Keurvels uit. Op de Vlaams - Nationale Zangfeesten dirigeerde hij meermaals de koren en de massa.

    Aan het Antwerps conservatorium doceerde hij fuga en contrapunt en legde er mee de basis van componisten zoals Frans D’Haeyer, Karel De Brabander, Karel De Schrijver (die precies 100 jaren geleden geboren werd), Jef Maes en de hier eerder besproken Peter Welffens.

    Als componist liet hij ons typische lyrische voordrachtstukken na (declamatie met begeleiding) op teksten van Gezelle, Rodenbach en Sabbe. ‘Het Marialeven’ is een oratorium vol ingekeerdheid en mystiek.

    Zijn composities kan men onderverdelen in 3 fases: aanvankelijk was er een grote invloed van Wagner die evolueerde tot een brede volkse stijl in de traditie van Benoit. In het interbellum kwam hij onder Rusische invloed (Rimsky-Korsakov, Moessorgsky, Skriabin en zelfs Stravinsky) met dynamische en rijk georkestreerde werken. Ten slotte kwam er een verinnerlijking mede veroorzaakt door persoonlijke en professionele tegenslagen en tegenwerkingen na de bevrijding van 1944.

     

     

    Voor liefhebbers van het Vlaamse lied vermelden we tot slot dat de Vlaamse bard Willem De Meyer (1899-1983) - de trekzak aan de zijde, het lied in ziel en mond - precies 25 jaren geleden stierf na een lang leven van rondreizen met Vlaamse liederen. Talloze bundels volksliederen werden via zijn Roelanduitgaven in Borgerhout de wereld ingstuurd. Samen met Jef Van Hoof richtte hij in 1933 de Vlaams – Nationale Zangfeesten op.

     


    Eén van zijn naaste medewerkers en vrienden was de Gentse componist Emiel Hullebroeck (1878-1965) die 130 jaren geleden geboren werd. Zijn naam en reputatie als gedreven zanger, causeur, dirigent en bevlogen lied- en operettecomponist reikte ver tot buiten de Vlaamse landsgrenzen tot in Zuid-Afrika en Maleisië. Titels van liederen zoals ‘De Blauwvoet’, ‘Tineke Van Heule’, ‘Hoge Vrouwe in de Hemel’, Marleentje’, Hij die gen liedje zingen kan’, en ‘De gilde viert’ klinken velen nog bekend in de oren.




    Zo ziet u maar dat de feestelingen van 2008 een veelzijdig koorprogramma kunnen vullen gaande van bescheiden en melodieuze volksliedjes over kunstige koorbewerkingen tot laat-romantische motetten en hedendaagse oratoria, cantates en gedegen koorstukken.

    Voor elk wat wils dus.

     

     


    Beste bezoeker

    indien u een vraag of opmerking hebt, kan u die hier formuleren.


    Interessante sites op het net
  • Algemeen Nederlands Zangverbond (ANZ)
  • Koor en Stem
  • Studiecentrum voor Vlaamse Muziek (SVM)
  • IMSLP: partituren op het net
  • Leven en werk van JEF TINEL
  • Partituren op het net (CPDL)
  • Componisteninfo (Matrix)
  • Componisteninfo (Cébédem)
  • Muziekcentrum Vlaanderen
  • PETER LEYS op Soundcloud

  • Website LODEWIJK MORTELMANS
  • Website AUGUST DE BOECK
  • Youtubekanaal PETER LEYS
  • Website LUDO CLAESEN
  • Website JAN VAN DER ROOST
  • Website EDGAR TINEL
  • Koor en Stem - Vlaams Brabant
  • Website EMMANUEL DURLET

  • Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!