Alles was vreemd voor mij. Al die verklede
mensen, jong of oud, ik vond het maar raar. Tijdens het bekijken van de optocht
begon ik me toch een beetje onbehaaglijk te voelenIk stond daar in mijn colbertje met wit overhemd
en stropdas terwijl iedereen verkleed was en dacht : Zij zijn niet gek, maar
ik
Het jaar daarop heb ik me volledig in de
feestgewoel gestort en was net zo gek als al die anderen. Verschil ?
Wel als je als buitenstaander er ineens mee
geconfronteerd wordt, kan je je niet zo inleven. Nadat de feestelijkheden
afgelopen waren, begon iedereen zich al weer voor te bereiden op het volgende
carnavalsgebeuren en dat is het nu juist. Je groeit er langzaam naartoe en ten
slotte ben je net zo gek als al die anderen. Inmiddels was ik voorgedragen als
lid van deMainzer Carnavals Verein
(MCV) en vanaf dat moment was ik net zo gek als de rest. Het hoogtepunt was het
opbouwen van de wagens. Een paar avonden per week hielp ik met het meebouwen
van de wagens. Heel erg leuk, vooral na afloop want dan gingen we met zijn
allen op stap en maakten de boel even goed nat. Vaak werd het dan heel laat.
Ik kreeg een kamer in het Jugenddorf, dat
door Jenaer Glass gesponserd werd. De kamer met eigen bad incl. schoonmaken en
eten kostte me DM 185 per maand en ik verdiende toen DM 2450. Dus ik hield een
hoop geld over om te stappen en dat heb ik dan ook gedaan.
Toen ik in Mainz aankwam (6 februari) viel ik
midden in de carnavalsviering. Voor mij was dat nieuw, ik had nog nooit
carnival gevierd. De eerste dagen was het dan ook wennen. Inmiddels was ik lid
geworden van het Carl Dusberg Gesellschaft en had me in laten schrijven bij de
universiteit van Mainz.
Hierdoor kwam ik in aanraking met
medestudenten en die sleepten me overal naar toe.
Zo heb ik een pyama party meege-maakt die
grandioos was. Lid zijn van die club betekende ook dat je eens in de maand de
boel moest runnen en achter de bar moest staan.
Verder was het gewoonte dat ieder lid op een
gegeven moment iets over zijn land moest vertellen.Ik heb daarvoor weer het
consulaat ingeschakeld en kreeg films en foldermateriaal.
Ik wilde niet over tulpen, molens of klompen
praten maar over onze trots, de waterwerken die wij uitvoerden over de hekle
wereld,
Zo is beijvoorbeel de haven van Aden door ons
aangelegd. Het waterloopkundig laboratorium in Delft had daar een grote rol in
gespeeld. Ze hebben veel metingen gedaan en in het la. Hebben ze de hele boel
op schaal nagemaakt. Nadat uiteindelijk alle gegevens beschikbaar waren hebben
zij de haven mogen aanleggen. Dit was het begin van de internationale faam die
wij daardoor kregen. En nu leggen wij overal ter wereld groet waterprojecten
aan.