En de gedichten van mijn vriend Valentin
Ik maakte de jongens aan het lachen en vertelde ze dat goudvinken vlogen om de tuin te bezoeken! En ze antwoordden me: Er is niemand in de tuin, alleen de appels vriezen alleen.
Maar toen de hele menigte, We rolden in de sneeuw als een gekke menigte, Op de sneeuwbanken! Plotseling op de appelboom Die boven me was, floot de goudvink zijn lied.
Dat was de vreugde En toen de kinderen .... Met haar lach joeg ze hem de stuipen op het lijf, Toen zag iedereen In de blauwe lucht , De kinderen hier zijn hun goudvink!
En zittend op een rij, Alles op de takken brandt Met helder verenkleed sprankelend! Wintervogel, we zijn blij u te zien, gasten! Een zwerm goudvinke
|