Drie jaar geleden, ging ik naar de vlooienmarkt in ons klein dorpje.
Zij begon de zaterdagmorgen en eindigde de zondagavond.
Verschillende pleintjes en straten waren volzet met kraampjes van mensen uit de streek of door echte beroepsverkopers.
Er lag veel " brol " tussen, maar hier en daar ook een waardevol antiek stuk.
Het was de kunst er vlug bij te zijn, om iets dergelijks te kunnen kopen.
Zo kocht ik voor vijftig euro een pianostoeltje, gemaakt uit een dure houtsoort, het zag zwart, met een draaiend zitvlak.
Om hem in mijn koffer te krijgen, moest ik het zitvlak er af draaien en tot mijn grote verbazing vond ik in de holte van de steun een plastiek zakje, toegeplakt met bruine tape. Mijn mond viel open van verbazing, toen ik bemerkte dat het zakje vol met diamanten stak, de welke na keuring een waarde hadden van negentigduizend euro.
En toen begon het.
Moest ik dat nu terug geven of niet !
In feite niet, want ik had hem eerlijk gekocht.
Moest ik een nieuwe auto kopen, mijn oud karretje reed nog steeds gezwind de bergen op.
Moest ik een nieuwe keuken plaatsen, er was er juist een nieuwe gezet.
Moest ik dan een moderne badkamer instaleren ? ik ben tevreden met een " douche .
Moest ik een veranda bouwen ? er is geen plaats genoeg.
Of moest ik een zwembad in de tuin aanleggen, ik kan niet zwemmen.
Zoals je ziet, problemen genoeg.
Ik heb dan maar het zakje met diamanten ergens in een vijver gegooid, tegen niemand iets gezegd en alles is gebleven zoals voorheen.