Mijn opa zaliger, vertelde mij , toen ik nog een kleine jongen was, over de Markies van Carabas.
Niet het alom gekende sprookje van de gelaarsde kat, die zijn baas, een arme molenaarszoon deed trouwen met de dochter van de koning, maar wel het echt gebeurd verhaal van een zwarte slaaf uit Afrika.
De zwarte slaven, zo begon hij zijn verhaal, moesten de ganse dag woeste arbeid verichten, met weinig eten en drinken.
Zij waren eigendom van vreedaardige rijke blanken, die allen uit waren op het maken en het vergaren van macht en rijkdom.
Iedere dag stierven ze met tientallen van uitputting en ontbering en werden gewoon aan de krokodillen gevoederd.
Seekoko, een gespierde neger, besloot om te vluchten, langs de zee zou hij trachten al zwemmend van eiland tot eiland andere en betere oorden te berijken.
's Nachts sprong hij in het water en begon aan zijn helletocht.
Uren en uren, dagen en nachten zwom hij verder en verder.
Af en toe vocht hij tegen haaien, meedogenloze monsters, rovers, dieven en bandieten en telkens door zijn moed en dapperheid kwam hij, Seekoko als overwinnaar uit de strijd.
Hij spoelde uitgeput, bijna bewusteloos aan op het strand.Een lief meisje vergezeld van haar hofdame vond hem liggend op het zand. Het was niemand minder dan de dochter van de koning.
Hij werd verzorgd, vertroeteld, gewassen, van propere kleren voorzien en na een tijd van intens geluk en herstel vertelde hij zijn verhaal aan de koning.
Deze was zo fier op de heldendaad van Seekoko, dat hij aan de mooi gespierde atleet de titel van de Markies van Carabas gaf.
Zie daar het ware verhaal van mijn opa over dit sprookje .
Pipopke