Het weder aan zee was maar zus en zo, er waaide een fel briesje uit noordelijke richting, de zon scheen niet te fel, het water was kletsnat en toch deed ik stoer, ik liep in zwembroek, strohoed en zonnebril over het naakte strand.
Anderen lagen in hun tentje, onder een parasolletje of gewoon op een handdoek te " zonnebaden " .
Plotseling kwam er een mooi meisje naar me toe, ik schatte ze een jaar of twintig, mooi bruin gebrand door een vroegere exotische reis of van de lamp, pikzwart haar, gelakte nagels en juist gekleed met een streng ( of noemen ze dat een string).
" Meneer " zei ze, " met een fluwelen stem, jij bent de mooiste man op aarde, met u wil ik trauwen.
Ik dacht dat ik dood viel van 't verschieten, niet dat ik lelijk ben, verre van, maar met mijn negen haren op mijn kop, mijn dubbele kin, mijn dunne armen, mijn bierbuik, mijn kromme benen en mijn grote voeten zag ik er niet bepaald een lover boy uit.
" Katrien , laat meneer met rust " riep een andere stem. " Sorry meneer, maar tegen iedere man die langs komt zegt ze het zelfde, ze is een beetje in de war ziet u ".
Ik nam diep adem, trok mijn dikke buik in ( lang kon ik dat niet volhouden ) gooide mijn borst vooruit, maakte mijn schouders breed (zoals tarzoen in de wildernis ) en antwoorde met een nagemaakte bulderende stem, " 't is niets mevrouw, ik heb het begrepen " en zette mijn wandeling al puffend verder.
Twee uur later , deed mijn buik nog altijd pijn van hem zo lang te moeten inhouden
Waar is die gespierde tijd van toen?
Pipopke