Er werd een loopcross voor senioren georganiseerd even buiten mijn streek, met als eerste prijs een ware computer met alles erop en eraan.
Ik woon in een heuvelachtige omgeving. De omloop was vijf kilometer op en af.
Vier maanden op voorhand was ik beginnen trainen, in funktie van die mooie hoofdprijs.
Iedere dag het zelfde stramien, opstaan, koffie drinken, dagblad doornemen, trainingpak aantrekken en oefenen tot ik er bij neer viel.
Veel vitamines, fruit en groenten opnemen en zo weinig mogelijk vet of dergelijke.
Geen alcohol meer drinken, alleen zuiver water.
Ik leefde die maanden zoals een monnik uit het jaar stillekes.
Wij waren zeker met honderd deelnemers, kleine, grote, dunne, dikke, brede, smalle....van elk soort een stuk of twintig.
Ik droeg het nummer dertien, niet direct mijn lievelingsnummer, maar stond toch in de voorste rijen om niet verrast te worden en een goede start te nemen.
Het startschot werd gegeven, er ontstond een getrek en geduw van jewelste en voor ik het wist lag ik met een ganse bende te spartelen in het slijk der aarde.
Mijn voorste tanden waren stuk, mijn loopbroek was volledig gescheurd, mijn benen stonden vol met blauwe plekken en mijn rugnummer was ik verloren.
Ik moest met pijn in het hart de strijd staken en kreeg als troostprijs een tandenborstel.
Hij ligt nog altijd op de schouw in de living.
Bay bay computer, ik zal maar verder doen met men oud bakske.
pipopke