Ik was in zwembroek en zonnebril, schelpjes aan het zoeken op het strand. Genietend van een heerlijk zonnestraaltje, komende uit het zuid oosten.
Toen plotseling een lichte bries, komende uit het westen, mijn tere wangen, mijn kiekeborst, mijn hangbuikje, mijn dunne beentjes en mijn platvoeten streelden.
Af en toe keek ik naar een mooie madam in bikini en even verder naar een minder geslaagd exemplaar in monokini, rood verbrand van de zon, zodat ze geleek op een rijpe tomaat, gekweekt en grootgebracht in de serre.
Op nog geen vijf minuten tijd, veranderde het weer van mooi naar bewolkt.
De wind kwam geweldig opzetten, het begon te bliksemen, te donderen en de regen viel met bakken uit de hemel.
Iedereen vlugte weg van het strand maar ,hoe het kwam weet ik niet, ik zat met beide voeten in het mulle zand vastgezogen en kon geen stap meer verzetten.
Hoe harder ik sleurde, hoe dieper ik wegzakte.
Ik voelde zo de krabben aan mijn tenen prutsen, op zoek naar een niet alledaags menu.
Ten einde raad, liet ik me toen op mijn buik vallen en al rollend op mijn rug kon ik mij uit mijn hachelijke situatie redden.
Door de stortregen woog mijn onderbr....., mijn zwembroek zeker tachtig kilo, mijn zonnebril was ik kwijt en aan mijn linker kleine teen hing verdorie nog een klein krabbetje.
Dit beestje heb ik meegebracht als aandenken naar huis en heb ze verder opgevoed. Ze zit nu op mijne zolder en weegt zeker honderdveertig kilo.
Met volgende Kerst, word het geen kalkoen maar krab voor familie, buren en vrienden.
Pipopke