Jaren geleden waren mijn vrouw en ik met verlof in het warme Spanje.
Wij sliepen in een klein maar proper hotelletje, in een armtierig dorpje, gelegen op een heuvel, dertig kilometer van de kust verwijderd.
Hun enige inkomsten bestonden uit enkele touristen die kwamen overnachten en een excursie met ezeltjes aldoor dit heuvelig landschap.
De volgende morgen besloten wij om de excursie mee te maken. Mijn ezel, ik zal hem nooit vergeten, was een rosse met zwarte vlekken op zijn rug en een gele staart. Hij was precies met zijne linker poot opgestaan, hij keek me nors en haatvol aan en begon met zijn achterpoten te stampen, ten teken van koppigheid.
Met een zwierige zwaai sprong ik op zijn rug. Blijkbaar was hij daarmee niet tevreden. Hij schudde eens flink met zijn achterwerk, stak zijn twee voortste poten in de lucht en ik viel pardoes op de grond. Na een vijfde poging kon ik er blijven opzitten, maar hij zette geen stap vooruit noch achteruit.
Ten einde raad ben ik er afgesprongen, heb hem met al mijn krachten die ik nog over had, op mijn rug getild en ben er zo mee naar boven getrokken.
Zijn slecht humeur was hij kwijt, want bij iedere stap die ik plaatste, kletste hij met zijn flaporen in mijn nek, gaf me een lik van zijn tong en snuffelde met zijn neus in mijn oor.
Menig foto's werden van ons genomen, want dat hadden ze daar nog nooit gezien of meegemaakt.
Ik werd de held van het dorpje . Wat zeg ik De held van Spanje, stond in alle dagbladen, werd geinterviewd, geprezen, aanbeden tot een soort Heilige Maagd en door de arme bevolking op handen gedragen, want plots was hun dorpje weredberoemd, duizende touristen kwamen afgezakt om de Heilige Maagd ( ik dus ) te aanschouwen, te knielen, te bidden en eventueel aan te raken.
Na een verblijf van twee maanden, werd er voor mij een standbeeld opgericht, dewelke iedere toerist, na het betalen van enkele in die tijd nog pesetas, mocht aanraken. De ezel heb ik toen meegebracht naar huis.
Twee dagen later was hij verkocht, want de living en men slaapkamer waren toch wel wat klein voor dat beest.
Ik krijg nog altijd de kriebels als ik er aan denk.
Ieder jaar worden wij door de plaatselijke bevolking voor veertien dagen uitgenodigd om een heerlijke vakantie met hen door te brengen.
Dit jaar kunnen wij niet gaan, Dus mogen twee andere personen in onze plaats afreizen. Dat was zo afgesproken met de bevolking.
Heb je eventueel interesse, laat het ons dan weten en misschien komen jullie in aanmerking.
Pipopke