Toen wij een jaar of drie getrouwd waren, gingen mijn vrouw en ik voor de eerste keer naar de dansles in ons dorp.
Mijn vrouw vond dat ik enkele lessen nodig had, want in het dansen ben ik nooit sterk geweest en mijn conditie liet veel te wensen over . Dus zo gezegd, zo gedaan.
We kregen les van een Columbiaan, een vurige kerel, met lang zwart haar gevlochten in een paardestaart, klein van gestalte, maar soepel en lenig als geen ander.
Ik, was juist een versleten strijkijzer en moest telkens een fameuse inspanning leveren om hem te kunnen volgen.
Tot op een avond hij ons een typische columbiaanse dans ging aanleren DE LAILAKA genoemd, een mix van de salsa en de cumbia.
Eerst de handen naar voren, de linker en rechter voeten naar achteren, afzetten naar voren, al springend omdraaien en deze bewegingen tot drie keer vlug na elkaar herhalen.
Na de derde keer draaien liep het fout, Ik schoof uit, viel op mijn buik naar voren en gleed verder tot tussen zijn benen. Ik grabbelde naar zijn broekspijpen, in paniek doet men alles zonder na te denken en trok zo zijn witte broek tot op zijn knieen. Nu moet u weten, een columbiaanse danser heeft nooit een onderbroek aan, wanneer hij dansles geeft...!!!
Blijkbaar was dat niet de eerste keer, dat hij dat meemaakte, want hij trok me recht en danste verder. Ik stond vol met blauwe plekken, had een dikke knie, een gekloven lip, kon niet meer lopen en was drie tanden kwijt.
We zijn maar één keer naar de dansles geweest.'t Was over en out.
Pipopke