Zantakloos
Kleine Jezus was pas geboren
en de kerstman reed verloren
tussen de sparren en de dennen
die hem niet meer herkennen.
Zijn slee had een lekke band
en stond rokend aan de kant.
Zijn cadeautjes waren gevallen
tussen de kersteballen.
Rudolph stond te wenen
op zijn slappe benen.
Maar de engelen zongen een lied;
Hela man, jij bestaat toch niet!
|