H A N D E N
Ik zie de handen van mijn moeder hoe zij het brood zegent en daarna aan ons te eten geeft
Ik zie de handen van mijn vader ruw en bedekt met eelt vaak tot een vuist gebald
Ik zie hun beide handen machteloos en rusteloos gevend en verzachtend
Thans zie ik ook vele handen nemend en bevelend grijpend en versmachtend
Geef mij dan maar de handen van mijn ouders vol van liefde en begrip!
O N M A C H T
Elke zondag zit hij daar in zijn rolstoel kijkend naar de mis op TV
Wachtend uitkijkend naar mijn komst naar de komst van HEM die zegt: 'IK zal er zijn voor jou'
Naast vrouw en kinderen de Toeverlaat waarop hij altijd rekenen mag
Gekluisterd aan zijn rolstoel machteloos geslagen overgeleverd aan de zorg van anderen
Zijn macht vergaan teruggeworpen op wie hij werkelijk is een man door God bemind.
|